In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 7 november 2024 wordt het beroep van Fastned B.V. tegen de verleende vergunning voor een energielaadpunt op een verzorgingsplaats langs de rijksweg A1 beoordeeld. Fastned, vertegenwoordigd door mr. L.P.W. Mensink en mr. I.A. Siskina, heeft bezwaar gemaakt tegen de looptijd van de vergunning, die door de minister van Infrastructuur en Waterstaat was vastgesteld op 3 december 2030. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelt dat de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten de vergunning met deze looptijd te verlenen. De rechtbank verwijst naar de Tijdelijke beleidsregel die van toepassing is op de vergunningverlening en stelt vast dat deze niet kennelijk onredelijk is. Fastned heeft aangevoerd dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de investeringen die zij heeft gedaan, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van het beleid af te wijken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige belangenafweging en de toepassing van de geldende regelgeving.