Op 23 oktober 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse verdachte op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de District Court in Wrocław op 27 juli 2023, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Nederland gedetineerd was. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 9 oktober 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J. Woltring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft en dat hij geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. De zaak betreft een cumulatief vonnis dat is opgelegd voor een vrijheidsstraf van één jaar en acht maanden, waarvan nog één jaar, twee maanden en zesentwintig dagen resteerden. De rechtbank heeft de weigeringsgrond van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW) beoordeeld, maar geconcludeerd dat de overlevering niet in strijd is met de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon, aangezien hij stilzwijgend afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, waarbij zij heeft opgemerkt dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de procedure en dat zijn gekozen advocaat aanwezig was bij de zitting in hoger beroep. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.