Greenwheels vordert, kort gezegd, betaling van twee openstaande facturen van
totaal € 1.706,53, te vermeerderen met rente en buitengerechtelijke kosten en met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure. De facturen betreffen huurkosten (tijds- en kilometerkosten). Greenwheels stelt dat zij met gedaagde een overeenkomst heeft gesloten waarbij zij auto’s beschikbaar stelt aan gedaagde en gedaagde aan haar maandelijks abonnementsgeld is verschuldigd. Bij gebruik van de auto is gedaagde een ritprijs verschuldigd, een en ander zoals is omschreven in de overeenkomst. Op de overeenkomst zijn Algemene Voorwaarden Greenwheels Nederland V3 van toepassing.
Gedaagde is een consument. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen partijen gesloten overeenkomsten oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen), of Greenwheels de op haar rustende informatieplichten ten tijde van het sluiten van de overeenkomst heeft nageleefd en of sprake is van oneerlijke handelspraktijken. Dat moet ook als geen verweer tegen de vordering is gevoerd of als de vordering is erkend.
Uit productie 2A wordt opgemaakt dat gedaagde online een abonnementsovereenkomst heeft gesloten, zodat sprake is van een zogenaamde overeenkomst op afstand.
De zogenaamde ‘reserveringsovereenkomst’ die gedaagde vervolgens heeft gesloten om gebruik te kunnen maken van een auto van Greenwheels wordt gekwalificeerd als een huurovereenkomst. Uit sub k van de begrippenlijst die onder artikel 62 van de algemene voorwaarden is opgenomen blijkt dat Greenwheels de overeenkomst ook ziet als een huurovereenkomst. Deze reserveringsovereenkomst wordt ook online aangegaan, zo volgt uit de algemene voorwaarden en is dus eveneens een overeenkomst op afstand.
Bij het aangaan van zowel het abonnement als de reserveringsovereenkomsten moet daarom zijn voldaan aan de informatieplichten van artikel 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Nu Greenwheels van het online bestelproces voor het abonnement slechts één schermafdruk heeft overgelegd (productie 2B) en van het online sluiten van de reserveringsovereenkomst helemaal geen schermafdrukken, kan niet worden beoordeeld of de (precontractuele) informatie destijds juist is verstrekt.
Greenwheels wordt vooralsnog in de gelegenheid gesteld om de schermafdrukken van beide bestelprocessen (ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten door gedaagde) over te leggen. In het vervolg moet Greenwheels deze stukken reeds bij de dagvaarding overleggen en toelichten of en hoe de informatieplichten destijds zijn nageleefd.
Daarbij wordt in het bijzonder gewezen op het wetsartikel dat ziet op de bestelknop (artikel 6:230v lid 3 BW). De elektronische bestelprocessen voor zowel het aangaan van het abonnement als het aangaan van een reserveringsovereenkomst moeten zo zijn ingericht dat gedaagde het aanbod niet kon aanvaarden dan nadat hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk was gemaakt dat ‘de bestelling’ een (voorwaardelijke) betalingsverplichting inhield (zie ook ECLI:NL:HR:2024:1355 en ECLI:NL:HR:2024:1366). 8. Wanneer daarbij is gebruik gemaakt van een knop of soortgelijke functie moet voor de toets of daaraan is voldaan, uitsluitend worden uitgegaan van de woorden óp die knop (zie het Fuhrmann-arrest ECLI:EU:C:2022:269 en het Conny-arrest ECLI:EU:C:2024:436). Het door gedaagde gekozen abonnement hield weliswaar zelf geen directe betalingsverplichting in, maar in de algemene voorwaarden van die overeenkomst worden verschillende betalingsverplichtingen genoemd (waaronder boetes voor verkeersovertredingen), die gelden zodra een huurovereenkomst wordt aangegaan. Ook wanneer de consument pas hoeft te betalen nadat aan een nadere voorwaarde is voldaan, geldt dat moet zijn voldaan aan de vermelding van de betalingsverplichting van artikel 6:230v lid 3 BW (zie het eerder vermelde Conny-arrest).
9. Naast de informatieplichten van artikel 6:230m en 6:230v BW moet de kantonrechter ambtshalve toetsen of bedingen die zijn opgenomen in de overeenkomst en/of de algemene voorwaarden en waarop Greenwheels in het kader van de vordering een beroep doet of had kunnen doen, oneerlijk zijn.
11. Greenwheels moet de akte met toelichting en stukken tenminste twee weken vóór de hierna te bepalen rolzitting aan gedaagde sturen, met de mededeling dat hij (uiterlijk) op die rolzitting daarop mag reageren en dat (en hoe) hij uitstel kan vragen. Greenwheels wordt verzocht om naast de akte ook deze mededeling/brief aan gedaagde in het geding te brengen. Wanneer niet kan worden vastgesteld dat de akte tijdig en/of met de juiste mededeling aan gedaagde is toegestuurd, wordt deze in beginsel buiten beschouwing gelaten.