ECLI:NL:RBAMS:2024:5914
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter in Amsterdam
Op 24 september 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de persoon van de Wrakingskamer, een wrakingsverzoek afgewezen dat op 23 september 2024 was ingediend door verzoeker tegen mr. A.P. Ploeger, kantonrechter te Amsterdam. Dit verzoek volgde op een eerdere beslissing van 19 september 2024, waarbij verzoeker niet-ontvankelijk was verklaard in een wrakingsverzoek tegen mr. M. van Walraven. In die zaak was verzoeker als eisende partij betrokken in een kort geding, maar had hij op 8 augustus 2024 de dagvaarding ingetrokken. De rechter diende nog te oordelen over een verzoek tot proceskostenvergoeding dat op 28 augustus 2024 was ingediend.
De Wrakingskamer heeft in haar beoordeling verwezen naar een arrest van de Hoge Raad van 25 september 2018, waarin werd vastgesteld dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond kan vormen voor wraking. Het verzoek van verzoeker werd als kennelijk ongegrond beschouwd, en er werd besloten dat een mondelinge behandeling niet nodig was. Bovendien werd vastgesteld dat verzoeker het wrakingsmiddel lichtvaardig en zonder goede grond had ingezet, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van misbruik van recht. De Wrakingskamer heeft daarom bepaald dat verdere verzoeken tot wraking van de rechter(s) die de zaak van verzoeker behandelen, niet in behandeling zullen worden genomen.
De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 september 2024, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.