Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
5 maart 2024.
mr. W.H. Hulst, en van wat verdachte (online aanwezig) en zijn raadsman,
mr. H.J.J. Hendrikse, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
subsidiair: belediging van ‘ [naam 1] ’ in voornoemde periode.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
e-mailberichten in het dossier heeft verstuurd. Uit de berichten in het dossier volgt dat deze berichten zijn verstuurd vanaf het e-mailadres van verdachte. De inhoud van de
e-mailberichten sluit nauw aan bij de persoonlijke situatie van verdachte en zijn naaste familie. Verdachte heeft verklaard dat zijn computer of e-mailaccount gehackt zou zijn en dat iets of iemand anders verantwoordelijk is voor het versturen van de in het dossier gevoegde e-mails. De rechtbank vindt deze verklaring van verdachte niet aannemelijk, omdat het dossier daarvoor geen enkele aanwijzing bevat en de e-mails, zoals gezegd, juist aansluiten bij de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging, onder gedachtestreepjes 2 tot en met 8, opgenomen berichten (in de tenlastegelegde periode) heeft verstuurd.
“Dag lieve jeugdkruisvaders, dag daders”(gedachtestreepje 2) en
“ [naam 1] moet worden vervolgd. Dat is de dader”(gedachtestreepje 5) wordt niet specifiek verwezen naar een bepaald feit. Toch is de rechtbank van oordeel dat ook deze teksten een voldoende concrete gedraging aanwijzen. Hoewel deze teksten op zichzelf niet naar een bepaald feit verwijzen, maken de teksten immers deel uit van en zijn ze afkomstig uit e-mailberichten waarin wel wordt verwezen naar een bepaald feit, namelijk onder meer kindermishandeling, verwaarlozing en vervalsing van documenten. De inhoud van deze ten laste gelegde teksten wordt daarom ingekleurd door (en kan dus niet los gezien worden van) de overige inhoud van deze e-mails. Deze teksten wijzen om die reden eveneens op een concrete gedraging.
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf en maatregel
geenenkele wijze - direct of indirect -
contactopnemen, zoeken of hebben met aangever 3527643 (bekend onder het pseudoniem [naam 1] ), kernfunctionaris van het Landelijk Hoogrisicio Expertiseteam van de Raad van de Kinderbescherming. Voor iedere overtreding wordt vervangende hechtenis toegepast voor de duur van 1 (één) week, met een maximum van 3 (drie) maanden.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
een gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
3 (drie) weken, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
de maatregeldat de veroordeelde voor de duur van
3 (drie) jaren
geenenkele wijze - direct of indirect -
contactzal opnemen, zoeken of hebben met aangever 3527643 (bekend onder het pseudoniem [naam 1] ), kernfunctionaris van het Landelijk Hoogrisicio Expertiseteam van de Raad van de Kinderbescherming.
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 3 (drie) maanden vervangende hechtenis.
dadelijk uitvoerbaaris.