Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 september 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres
Inleiding
Conclusie
het beroep gegrond is.Het is op dit moment nog niet bekend wanneer het college het beleid rondom de verdeelprocedure voor de exclusieve op- en afstapplekken zal hebben vormgegeven. De gemeente streeft ernaar voor
Leeswijzer
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
Het is voorts twijfelachtig of de Gemeente een zwaarwegend belang heeft bij opzegging van de overeenkomsten. Allereerst lijken de belangen waarop de Gemeente zich beroept voor beëindiging van de bestaande overeenkomsten publiekrechtelijke belangen en geen eigenaarsbelang te zijn. Ten tweede omdat het de bedoeling is om een groot aantal afmeerplaatsen toch weer in gebruik te geven bij de Klassieke Reders. Ten derde omdat het maar zeer de vraag is of, met opzegging van de overeenkomsten en herverdeling van afmeerplaatsen, het in de diverse beleidsstukken omschreven beleidsdoel dat de Gemeente voor ogen heeft zal worden bereikt. Dit houdt verband met de efficiencynorm die een centrale rol speelt in de selectie/verdeelprocedure. Tot slot kan de marktconforme beprijzing die de Gemeente (terecht) wenst, worden bereikt door in onderhandeling te treden met de Klassieke Reders. Zij hebben immers verklaard bereid te zijn (meer) voor het gebruik van de locaties te betalen”. [18]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. D.A. Segbedzi, leden, in aanwezigheid van mr.M.L. Pijpers en
mr. G. Dos Santos ‘t Hoen, griffiers. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
9 september 2024.