Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Is het beroep ontvankelijk en gegrond?
12 juni 2024 een derde beroep niet tijdig heeft ingesteld.
31 maart 2025 nodig heeft om volledig te beslissen op het Woo-verzoek van eiser. Het verzoek van eiser is volgens verweerder een omvangrijk en technisch complex proces, onder meer omdat het verzoek van eiser ziet op chatgesprekken. Verweerder heeft uiteengezet dat tot voor kort chatberichten niet konden worden betrokken bij de beoordeling van
Woo-verzoeken. Het is gelet op de huidige arbeidsmarkt en de cumulatie van beslistermijn in andere beroepen niet tijdig volgens verweerder niet mogelijk om eerder dan in het eerste kwartaal van 2025 op het verzoek van eiser te beslissen.
€ 1,00 per dag maar dan zonder maximum.
€ 437,50,- (1 punt voor het indienen van het beroepsschrift met een waarde per punt van
€ 875,-, en een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat deze zaak van licht gewicht is, omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 1,00 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt;
- draagt verweerder op binnen
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 187,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.