Op 1 augustus 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse verdachte op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de Regional Court in Olsztyn op 18 december 2023, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is geboren en momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Tijdens de zitting op 18 juli 2024 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. O.N.J. Maatje.
De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. De officier van justitie, mr. M. Al Mansouri, heeft de vordering tot overlevering ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet voldoet aan de voorwaarden voor gelijkstelling met een Nederlander, omdat hij niet kan aantonen dat hij vijf jaar ononderbroken rechtmatig in Nederland heeft verbleven. Dit leidde tot de conclusie dat de overlevering niet geweigerd kan worden op basis van artikel 6a van de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank heeft ook overwogen of er sprake is van schending van het recht op een eerlijk proces in Polen. Hoewel er structurele gebreken in de Poolse rechtsorde zijn vastgesteld, heeft de opgeëiste persoon geen bewijs geleverd dat deze gebreken een directe invloed hebben gehad op zijn strafzaak. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan.