Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court of Legnica – III Criminal Department, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Cumulative Judgment of the District Court of Legnicavan 28 oktober 2021, met kenmerk III K 99/21 (hierna: het verzamelvonnis);
Judgment by the District Court of Legnicavan 3 maart 2020, met kenmerk III K 108/19 (hierna: onderliggend vonnis 1);
Judgment by the Regional Court of Wrocław-Krzyki District in Wrocławvan
17 september 2020, met kenmerk VII K 457/20 (hierna: onderliggend vonnis 2);
the District Court of Legnicavan 11 januari 2024 is de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke vrijheidsstraf bevolen. Volgens de aanvullende informatie van 19 juni 2024 is de tenuitvoerlegging van dit voorwaardelijke strafrestant bevolen, omdat de opgeëiste persoon zich niet aan de aan hem opgelegde bijzondere voorwaarden heeft gehouden. Nu dit betekent dat de tenuitvoerlegging van de straf niet is gelast vanwege de veroordeling voor een nieuw strafbaar feit en de beslissing tot tenuitvoerlegging van 11 januari 2024 zelf geen beslissing is waarbij de aard of de maat van de aanvankelijk opgelegde straf is gewijzigd, toetst de rechtbank deze tenuitvoerleggingsprocedure niet aan artikel 12 OLW. [4]
the Regional Court of Wrocław-Krzyki District in Wrocławheeft geleid. De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW is daarom niet van toepassing.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeësite persoon]aan
the District Court of Legnica – III Criminal Department, Polen voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.