ECLI:NL:RBAMS:2024:5062
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herhaalde aanvraag om tegemoetkoming in planschade afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 31 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn herhaalde aanvraag om tegemoetkoming in planschade beoordeeld. Eiser, wonende in Kudelstaart, had eerder op 1 mei 2020 een verzoek om planschade ingediend, dat door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer op 23 november 2021 was afgewezen. Eiser stelde schade te hebben geleden door het bestemmingsplan, maar het college concludeerde, op basis van advies van het Bont Adviesbureau, dat er geen sprake was van een planologisch nadeliger situatie. Eiser maakte bezwaar, maar dit werd in stand gehouden door een beslissing op 5 september 2022. Eiser stelde vervolgens beroep in, dat op 10 mei 2023 ongegrond werd verklaard.
Op 12 september 2022 diende eiser een herhaalde aanvraag in, waarin hij nieuwe feiten en omstandigheden aanvoerde. Het college wees deze aanvraag af op 18 oktober 2022, omdat eiser geen nieuwe feiten had aangedragen. Het bestreden besluit van 24 april 2023, waarin het college het bezwaar van eiser ongegrond verklaarde, leidde tot het huidige beroep.
De rechtbank oordeelt dat de door eiser aangedragen feiten, zoals een notarisakte en een omgevingsvergunning, geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de afwijzing van de aanvraag kunnen rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft gesteld dat er geen nieuwe feiten zijn en dat het besluit niet evident onredelijk is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht.