ECLI:NL:RBAMS:2024:5018

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
C/13/741385 / HA ZA 23-976
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van licenties voor televisievertoningen in hotels; geschil over de juiste partij

In deze zaak vordert de stichting Videma betaling van licentievergoedingen door Bastion Holding B.V. voor de vertoning van televisieprogramma's in de hotels van de Bastion Groep. Videma, een collectieve beheersorganisatie voor auteursrechten, stelt dat Bastion Holding verantwoordelijk is voor de betaling van de licentievergoedingen, terwijl Bastion Holding betwist dat zij partij is bij de licentieovereenkomsten. De procedure begon met een dagvaarding op 19 oktober 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling op 26 juni 2024. De rechtbank heeft geoordeeld dat Bastion Holding geen partij is bij de licentieovereenkomsten, omdat de afzonderlijke hotels als zelfstandige rechtspersonen de licenties afnemen. De rechtbank wijst de vorderingen van Videma af en veroordeelt Videma in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke contractuele afspraken tussen partijen en de noodzaak voor Videma om de afzonderlijke hotels aan te spreken voor de openstaande bedragen.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/741385 / HA ZA 23-976
Vonnis van 7 augustus 2024
in de zaak van
de stichting
STICHTING VIDEMA,
kantoorhoudende te Gorinchem,
eiseres,
hierna te noemen: Videma,
advocaat: mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten, en mr. P.J. Kreijger te Amsterdam
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BASTION HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: Bastion Holding,
advocaat: mr. W.A. Vader te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 19 oktober 2023, met de daarin genoemde producties,
- de conclusie van antwoord, met de daarin genoemde producties,
- het tussenvonnis van 21 februari 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 26 juni 2024, met de daarin genoemde processtukken
- de reacties van partijen op het proces-verbaal, die daaraan worden gehecht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Videma is een collectieve beheersorganisatie (verder: cbo) als bedoeld in de Wet toezicht geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht). Zij oefent in opdracht van rechthebbenden op filmwerken (speelfilms, televisieprogramma's en videoclips) auteursrechten uit met betrekking tot de vertoning van televisieprogramma's en de doorgifte van televisieprogramma's in onder meer recreatiebedrijven, hotels, cafés en zorginstellingen. Voor dat doel maakt zij gebruik van haar dochtervennootschap het Bureau Filmwerken B.V. waarin haar staf en bureaudiensten zijn ondergebracht.
2.2.
Bastion Holding is een holdingmaatschappij en zij maakt onderdeel uit van de Bastion Groep. De Bastion Groep bestaat uit een groep vennootschappen die 34 Bastion hotels exploiteren, waarvan de meeste in Nederland zijn gelegen en één in Duitsland. De exploitatie en het onroerend goed is per hotelvestiging ondergebracht in een aparte vennootschap. Bastion Holding houdt telkens 100% van de aandelen in de afzonderlijke vennootschappen (lees: de afzonderlijke hotels), maar is geen direct bestuurder van de afzonderlijke hotels. Enig aandeelhouder en bestuurder van Bastion Holding is de Doornse Hotelgroep B.V. [1]
2.3.
Door Videma zijn ‘
Licentievoorwaarden voor de vertoning van televisieprogramma’s’ opgesteld (hierna: de Licentievoorwaarden). In de Licentievoorwaarden staat, voor zover hier van belang, het volgende:
DEFINITIES
1.
In deze Licentievoorwaarden wordt verstaan onder:
(…)
-
Licentie: door Videma aan Vertoner verleende toestemming voor Groepsvertoning en/of Doorgifte. De Licentie bestaat in elk geval uit het Bewijs van licentie en deze Licentievoorwaarden.
(…)
-
Vertoner: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die krachtens een Licentie toestemming verkrijgt voor Vertoning.
(…)
TOESTEMMING EN PROPORTIONELE BILLIJKE VERGOEDING
2.1
Videma geeft auteursrechtelijke toestemming aan Vertoner voor de duur van de Licentie en onder de hierna volgende voorwaarden (…).
(…)
VERGOEDING
4.1
Vertoner is voor de toestemming en ter voldoening van de Proportionele Billijke Vergoeding zoals vermeld in artikel 2 aan Videma een vergoeding verschuldigd als vermeld in het relevante Tariefblad en op de factuur die Videma aan Vertoner verstuurt.
(…)
4.5
Voor de meeste groepen van Vertoners gelden vergoedingsafspraken met een bruto- en netto-vergoeding. (…) De netto-vergoeding is van toepassing bij aanmelding uit eigen beweging of binnen een door Videma gestelde reactietermijn, in combinatie met het (periodiek) betalen van aan Videma verschuldigde Licentievergoedingen binnen de op facturen gestelde vervaltermijnen. In alle gevallen is de Vertoner aan Videma de bruto-vergoeding verschuldigd.
FACTURERING EN BETALING
(…)
5.3
Facturen dienen te worden voldaan binnen de op de factuur gestelde vervaltermijn of, bij gebreke daarvan, binnen 30 dagen na factuurdatum.
5.4
Bij niet of niet tijdige betaling van enig uit hoofde van de Licentie verschuldigd bedrag, verkeert Vertoner onmiddellijk in verzuim. Videma is gerechtigd om vanaf de vervaldatum tot de dag van algehele voldoening aan Vertoner de wettelijke handelsrente in rekening te brengen over het openstaande bedrag.
(…)
5.6
Indien een netto-vergoeding als bedoeld in artikel 4.5 in rekening is gebracht en deze vergoeding niet binnen de in artikel 5.3 vermelde termijn wordt voldaan, is Videma gerechtigd om de hoofdsom te vermeerderen met het verschil tussen de in artikel 4.5 bedoelde bruto- en netto-vergoeding. Videma zal dit verschil bij afzonderlijke factuur bij Vertoner in rekening brengen. Op de vermeerdering zijn de artikelen 5.3 en 5.4 van overeenkomstige toepassing.
5.7
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 5.4-5.6 (…) is Vertoner verplicht alle kosten die Videma moet maken tot handhaving van haar rechten jegens Vertoner, daaronder begrepen kosten van gerechtelijke en buitengerechtelijke invordering, aan Videma te vergoeden. In geval het een vordering betreft tot invordering van enig door Vertoner uit hoofde van de Licentie verschuldigd bedrag, bedragen de aan Videma verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten in elk geval 15% van het te incasseren bedrag met een minimum van € 250.
(…)
OVERDRACHT
9. Het is Vertoner niet toegestaan de uit de Licentie voortvloeiende rechten en verplichtingen op welke wijze dan ook in te brengen in een andere rechtspersoon, vennootschap of maatschap of op welke wijze dan ook aan derden over te dragen of in sublicentie te geven.
2.4.
Bij brief van 5 april 2007 heeft Videma onder meer het volgende aan Bastion Holding, toen nog Bastion Hotelgroep B.V. genaamd, meegedeeld.
Conform uw aanvraag en opgave doen wij u met genoegen voor elk van uw hotels de licentie toekomen, alsmede een verzamelfactuur met voor elk hotel de vergoedingen inclusief de keten- en aanmeldkorting.
2.5.
Op 6 december 2012 is de naam van Bastion Hotelgroep B.V. gewijzigd in Bastion Holding. Daarna is er op enig moment een andere vennootschap opgericht die de naam Bastion Hotelgroep B.V. heeft gekregen en als zodanig in het handelsregister is ingeschreven.
2.6.
In 2013 is het Bastion Hotel Airport geopend. Op 12 september 2013 heeft Videma aan een e-mailadres eindigende op [e-mailadres] een e-mail gestuurd over de door het hotel Bastion Hotel Airport verschuldigde licentievergoeding. In die
e-mail staat voor zover hier van belang, het volgende:
De licentie staat op naam van het hotel zelf, aangezien de licentie altijd betrekking heeft op het vertoningsadres. De factuur zullen wij, zoals gebruikelijk versturen t.a.v. Bastion Holding BV (…). De licentie zullen wij ook versturen t.a.v. uw hoofdkantoor.
Hieronder de gegevens van uw nieuwe locatie:
Naam bedrijf
Bastion Hotel Airport B.V.
(…)
(…)
Postadres
Bastion Holding B.V. (t.a.v. De Directie)
Emailadres
(…) [e-mailadres]
KvK nummer /vestigingsnummer
KVK 56634102
Vestigingsnr. 000026165996
2.7.
Op 1 augustus 2022 heeft Bastion Hotelgroep aan Videma een bedrag van
€ 165.983,76 aan licentievergoedingen betaald.
2.8.
Op 6 april 2023 heeft Videma aan Bastion Hotels een e-mail gestuurd waarbij was gevoegd een bestand met de op dat moment bekende licentiegegevens en het tarievenblad 2023. Aan Bastion Hotels is gevraagd deze gegevens te controleren en uiterlijk 21 april 2023 te laten weten of de gegevens nog correct zijn.
2.9.
Bij e-mail van 22 mei 2023, van 17:08 uur, heeft de Manager Financiële Administratie van Bastion Hotels aan Videma meegedeeld dat er geen wijzigingen zijn ten opzichte van 2022.
2.10.
In reactie op voormelde e-mail heeft Videma bij e-mail van 22 mei 2023, van 17:08 uur, aan Bastion Hotels meegedeeld dat de factuur zal worden gezonden naar crediteuren@bastionhotels.nl.
2.11.
Op 24 mei 2023 heeft Videma aan Bastion Holding een factuur met nummer [nummer] gezonden (hierna: de factuur). De factuur vermeldt een door Bastion Holding aan Videma te betalen bedrag aan licentievergoedingen van € 190.265,14. De factuur vermeldt verder het volgende:
Let op! Op deze factuur is een voorwaardelijke betalingskorting van€ 78.504,04(excl. btw) in mindering gebracht. Deze korting geldt alleen als het factuurbedrag uiterlijk op22-06-2023volledig is betaald. Zo niet, dan vervalt de betalingskorting en is het bedrag van€ 78.504,04(excl. btw) direct opeisbaar. U ontvangt hiervoor in dat geval een aanvullende factuur.
Daarnaast staat in de toelichting bij de factuur onder meer het volgende:
Aanmeld- en betalingskorting van 33,3%
Op het merendeel van onze tarieven geldt een aanmeld- en betalingskorting van 33,3%. Overeenkomstig de Licentievoorwaarden komt deze korting te vervallen bij niet tijdige betaling van de factuur. Bij het niet op tijd betalen van de factuur zijn wij, naast de vervallen korting, ook genoodzaakt om €15,- (excl. btw) administratiekosten in rekening te brengen.
2.12.
Op 7 juli 2023 heeft Videma aan Bastion Holding een betalingsherinnering gezonden. Bastion Holding is daarbij een termijn van tien dagen, derhalve tot 17 juli 2023, gegeven om de factuur alsnog te voldoen. In de betalingsherinnering is Bastion Holding er bovendien op gewezen dat indien volledige betaling niet binnen voormelde termijn zou plaatsvinden, dat dan de korting alsnog zou vervallen en direct opeisbaar zou zijn.
2.13.
Op 28 juli 2023 heeft Videma aan Bastion Holding een aanmaning gestuurd waarin Bastion Holding is gesommeerd om voor 5 augustus 2023 een bedrag van in totaal € 285.273,18 aan Videma te voldoen, zijnde de factuur van 24 mei 2023 verhoogd met € 18,15 aan administratiekosten en de vervallen korting ter hoogte van
€ 94.989,89 (€ 78.504,04 plus btw over de vervallen korting).
2.14.
Op 1 augustus 2023 heeft Bastion Holding, maar wel met hetzelfde rekeningnummer als de betaling door Bastion Hotelgroep (zie onder 2.7) een bedrag van € 190.265,14 aan Videma voldaan.
2.15.
Bij e-mail van eveneens 1 augustus 2023 is van de zijde van Bastion Hotels aan Videma meegedeeld dat de factuur van 24 mei 2023 is voldaan en dat er vanuit wordt gegaan dat de zaak daarmee is afgedaan. In reactie daarop heeft Videma bij e-mail van 2 augustus 2023 aan Bastion Hotels meegedeeld dat het niet tijdig betalen van de factuur voor rekening en risico van Bastion Hotels komt en dat het totale openstaande bedrag van € 94.989,89 binnen acht dagen dient te zijn voldaan en dat bij niet tijdige betaling de invordering uit handen aan een incassobedrijf zal worden gegeven.
2.16.
Bij brief van 11 augustus 2023 is Bastion Holding door Ultimoo Incasso B.V. verzocht om binnen 5 dagen een bedrag van € 109.259,25 te voldoen, zijnde de openstaande hoofdsom van € 95.008,04 verhoogd met € 14.251,21 aan incassokosten.

3.Het geschil

3.1.
Videma vordert – samengevat – dat de rechtbank, uitvoerbaar bij
Voorraad Bastion Holding veroordeelt:
I. tot betaling van € 95.008,04, vermeerderd met de wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente,
II. tot betaling van de buitengerechtelijke kosten op grond van artikel 5.7 van de Videma-licentievoorwaarden van € 14.251,20,
III. in de proceskosten.
3.2.
Bastion Holding voert verweer waarop hierna, voor zover van belang, nader zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In geschil is de betaling van het restant van de aanmaningsfactuur van Videma van 5 augustus 2023. Videma stelt dat Bastion Holding op grond van de Licentievoorwaarden gehouden is ook het restantbedrag van € 94,989,89 aan licentievergoeding aan Videma te voldoen, zijnde de vervallen betalingskorting.
4.2.
Bastion Holding heeft diverse verweren tegen de vorderingen van Videma aangevoerd. Het meest verstrekkende verweer van Bastion Holding is, dat zij niet gehouden is het openstaande licentiebedrag te voldoen omdat er geen enkele overeenkomst of andere rechtsverhouding tussen haar en Videma bestaat op basis waarvan Bastion Holding gehouden is tot betaling van een vergoeding voor één of meer licenties, laat staan tot betaling van de ingetrokken korting. Bastion Holding stelt dat de afzonderlijke hotels binnen de Bastion Groep zijn ondergebracht in afzonderlijke vennootschappen die de licenties van Videma afnemen. De enkele omstandigheid dat Videma het totale licentiebedrag, zijnde de optelsom van alle licenties op naam van de afzonderlijke hotelvestigingen, jaarlijks op één factuur aan Bastion Holding stuurt, maakt Bastion Holding nog niet tot contractspartij van Videma, aldus Bastion Holding.
4.3.
Uit het voormelde verweer van Bastion Holding volgt dat allereerst de vraag dient te worden beantwoord of Bastion Holding met betrekking tot de betaling van de licenties de wederpartij van Videma is. Daarbij geldt dat het antwoord op de vraag wie partij is bij een overeenkomst afhankelijk is van hetgeen partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Tot de omstandigheden die in dit verband in aanmerking moeten worden genomen behoort tevens de voor de wederpartij kenbare hoedanigheid en de context waarin partijen optraden. Ook gedragingen, verklaringen en andere omstandigheden, die hebben plaatsgevonden nadat de overeenkomst is gesloten, kunnen van belang zijn (HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1615).
4.4.
Geoordeeld wordt dat Videma tegenover de gemotiveerde betwisting door Bastion Holding onvoldoende heeft onderbouwd dat Bastion Holding in plaats van de afzonderlijke Bastion hotels partij is bij de licentieovereenkomsten. Daarvoor is allereerst van belang dat niet in geschil is dat Bastion Holding geen auteursrechtelijk beschermde werken openbaart waarvoor door Videma een licentie wordt verleend. De vertoners van de auteursrechtelijk beschermde werken zijn de afzonderlijke Bastion hotels die daarvoor een licentie nodig hebben. De individuele Bastion hotels zijn op grond van artikel 4.1 van de Licentievoorwaarden als “vertoner” dus verplicht tot betaling van de aan de licentie verbonden vergoeding en in beginsel dus niet Bastion Holding. De uit de licentie voortvloeiende verplichtingen zijn verder, zoals blijkt uit artikel 9 van de door Videma gehanteerde Licentievoorwaarden, niet overdraagbaar. Voorts is van belang dat niet in geschil is dat Videma met Bastion Holding geen schriftelijke overeenkomst heeft gesloten waarin de verplichtingen van Bastion Holding jegens Videma zijn vastgelegd. Partijen zijn het er wel over eens zijn dat er operationele afspraken bestaan tussen Videma en Bastion Holding, maar dat die afspraken verder gaan dan dat Bastion Holding fungeert als praktisch centraal aanspreekpunt voor Videma of als postadres (zie 2.6), staat onvoldoende vast. Tegenover de gemotiveerde betwisting door Bastion Holding heeft Videma in ieder geval onvoldoende onderbouwd dat die operationele afspraken inhouden dat Bastion Holding zelf partij bij de licentieovereenkomsten tussen Videma en de afzonderlijke Bastion hotels is of is geworden. Allereerst blijkt dat niet uit de brief die Videma op 5 april 2007 aan Bastion Holding heeft gezonden. In die brief wordt namelijk gesproken over een “verzamelfactuur met voor elk hotel de vergoedingen”. Dit duidt er op dat, ondanks de centrale aanvraag door Bastion Holding, ieder van de hotels door Videma toen nog werd gezien als de zelfstandig tot betaling verplichte rechtspersoon en dat om praktische redenen, zoals door Bastion Holding aangevoerd, de afzonderlijke facturen zijn gebundeld in één verzamelfactuur. Dat nadien anders is overeengekomen of dat Videma dat zo uit het handelen van Bastion Holding heeft mogen begrijpen, blijkt onvoldoende uit de overgelegde stukken. Uit de door Videma als productie 19 overgelegde licentiebewijzen voor de afzonderlijke vennootschappen die deze Bastion hotels exploiteren, blijkt dat deze vennootschappen ieder, zoals door Bastion Holding aangevoerd, nog steeds een eigen licentienummer en relatienummer bij Videma hebben. Met name het nog steeds hebben van een eigen relatienummer duidt er op dat Videma de afzonderlijke Bastion hotels nog steeds ziet als zelfstandige partijen bij de licentieovereenkomsten. Dat Bastion Holding, dan wel Bastion Hotelgroep B.V., vervolgens na consultatie van de afzonderlijke Bastion hotels de factuur voldoet, is hier ook onvoldoende om Bastion Holding in plaats van de afzonderlijke hotels als partij bij de licentieovereenkomst aan te kunnen merken nu, zoals ook door Bastion Holding aangevoerd, een verbintenis ook door een ander dan de schuldenaar kan worden nagekomen (artikel 6:30 BW). Met het enkele betalen van de verzamelfacturen is Bastion Holding dus nog geen partij bij de licentieovereenkomsten geworden, noch heeft Videma dat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mogen begrijpen.
4.5.
De conclusie uit het voorgaande is dat Bastion Holding geen partij is bij de licentieovereenkomsten, in die zin dat zij gehouden is de factuur van Videma te voldoen. De vordering zal daarom worden afgewezen.
4.6.
De rechtbank realiseert zich dat de hiervoor genoemde uitkomst niet praktisch is nu dit betekent dat Videma de afzonderlijke Bastion hotels zal moeten aanspreken op de vervallen betalingskorting vanwege het niet tijdig betalen van de licentievergoedingen. Over de vraag of die vervallen korting verschuldigd is, is immers nog niet geoordeeld. Indien Videma overgaat tot het aanspreken van de afzonderlijke Bastion hotels in rechte, zal dat voor alle betrokken partijen tot extra kosten leiden. De rechtbank geeft partijen daarom in overweging hier een praktische oplossing te zoeken, mogelijk door het bereiken van een minnelijke oplossing van het geschil. In ieder geval wordt Videma in overweging gegeven om met Bastion Holding een centrale overeenkomst te sluiten, zodat bij mogelijke toekomstige geschillen de wederzijdse verplichtingen helder zijn.
4.7.
Videma zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bastion worden begroot op:
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat €
3.858,00(2 punten × tarief € 1.929,00)
Totaal € 6.695,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Videma in de proceskosten, aan de zijde van Bastion tot op heden begroot op € 6.695,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Videma in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Videma niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, rechter, bijgestaan door
mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2024.

Voetnoten

1.Bastion Holding B.V., gevestigd op Mauritiuslaan 2, 3526LD Utrecht, KvK nummer 20081363 en statutair gevestigd in Amsterdam, heette tot 6 december 2012 Bastion Hotelgroep B.V. en is de gedagvaarde vennootschap. Het uittreksel van de KvK dat als productie 6 door Videma is overgelegd betreft een andere vennootschap.