Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiseres 1] ,
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] met mr. Bakermans.
2.De feiten
3.Het geschil
I. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen om onmiddellijk na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de merkrechten en/of de auteursrechten van [eiseres 1] en [eiseres 2] en iedere verkoop van namaakproducten te staken en gestaakt te houden, waaronder iedere verveelvoudiging en/of openbaarmaking van de in de dagvaarding genoemde sjaals en burkini’s;
II. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen om onmiddellijk na betekening van dit vonnis ieder onrechtmatig handelen te staken en gestaakt te houden;
III. een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per overtreding en van € 1.000,- per inbreukmakend product;
IV. de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden vanaf de datum van dit vonnis; en
V. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk te veroordelen in de volledige proceskosten in de zin van artikel 1019h Rv (€ 9.280,25), te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
6.000,00