Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
(mr. S. Sondermeijer) en van wat verdachte en zijn raadsman (mr. F.D.W. Siccama) naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
28 januari 2021 tot en met 25 februari 2021 in Barendrecht en/of Amsterdam, althans in Nederland;
27 januari 2021 tot en met 11 februari 2021 in Amsterdam en/of Boesingheliede, althans in Nederland;
bijlage I, die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Procesafspraken en de beoordeling daarvan
bijlage II. De procesafspraken houden – kort gezegd en onder andere – in dat de officier van justitie zal rekwireren tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden en een geldboete van € 30.000,- zal eisen. De verdediging zal volgens de overeenkomst geen onderzoekswensen indienen en geen bewijsverweren voeren. Beide partijen zijn daarnaast overeengekomen geen hoger beroep in te zullen stellen in het geval de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen partijen gemaakte afspraken.
artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) stelt. Deze waarborg is in het bijzonder van belang omdat in de regel mede van een afdoeningsvoorstel deel uitmaakt dat de verdachte afziet van de uitoefening van bepaalde aan hem toekomende verdedigingsrechten. [1]
4.Ontvankelijkheid van de officier van justitie
25 oktober 2023 een Europees aanhoudingsbevel (hierna: EAB) heeft uitgevaardigd, strekkende tot de aanhouding en overlevering van verdachte. Als gevolg hiervan is verdachte op 7 november 2023 aangehouden in Madrid (Spanje). Bij beschikking van 28 december 2023 heeft de uitvoerende justitiële autoriteit in Spanje de overlevering toegestaan. In de beschikking is vermeld dat verdachte geen afstand heeft gedaan van de bescherming van het specialiteitsbeginsel. Op 6 februari 2024 is verdachte feitelijk overgeleverd aan Nederland.
27 januari 2021 in Amsterdam). Het witwassen van het onder 2 ten laste gelegde bedrag van € 750.000,- (waarvan de overdracht blijkens het dossier plaatsgevonden zou hebben op 11 februari 2021 in Boesingheliede) wordt in het EAB niet genoemd. Blijkens het dossier en de toelichting van de officier van justitie ter zitting is voor wat betreft het witwassen van deze € 750.000,- geen aanvullende toestemming gevraagd aan de Spaanse uitvoerende justitiële autoriteit om verdachte ook voor dit feit in Nederland te mogen vervolgen.
5.Waardering van het bewijs
6.Bewezenverklaring
7.De strafbaarheid van de feiten
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
30 (dertig) maanden.
€ 30.000,- (dertigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van
185 (honderdvijfentachtig) dagen.