ECLI:NL:RBAMS:2024:4430
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een broer wegens frustratie van de afwikkeling van een nalatenschap
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vordert eiser, een erfgenaam, dat gedaagde, haar broer, wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 22.041,-. Eiser stelt dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de verkoop van de woning van hun overleden tante te frustreren, waardoor de woning voor een lagere prijs is verkocht dan mogelijk was. De procedure is gestart na een reeks van conflicten over de afwikkeling van de nalatenschap, die leidde tot meerdere kort gedingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning en de verkoopopbrengst onderdeel zijn van de gezamenlijke nalatenschap, en dat eiser haar vordering niet zelfstandig kan instellen, maar alleen samen met de andere deelgenoten. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat zij niet heeft aangetoond dat de andere erfgenamen instemden met haar vordering. Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen van gedaagde, aangezien de vertraging in de afwikkeling van de nalatenschap niet uitsluitend aan hem te wijten is. De rechtbank heeft eiser veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 1.221,-.