ECLI:NL:RBAMS:2024:4425

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
C/13/734664 / HA ZA 23-536
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk door internetplatform en tentamentrainingen

In deze zaak vordert de Erasmus Universiteit Rotterdam (hierna: Erasmus) dat Studeersnel B.V. en Tentamentrainingen B.V. stoppen met het maken van inbreuk op haar auteursrechten. Erasmus stelt dat Studeersnel, een platform voor het uitwisselen van studiemateriaal, en Tentamentrainingen, dat tentamentrainingen aanbiedt, auteursrechtelijk beschermd materiaal van haar openbaar maken zonder toestemming. De rechtbank oordeelt dat Erasmus auteursrechthebbende is op haar onderwijsmateriaal, maar dat Studeersnel geen inbreuk maakt omdat zij geen mededeling aan het publiek doet. Tentamentrainingen daarentegen maakt wel inbreuk door oude tentamens en antwoorden van Erasmus over te nemen in hun bundels. De rechtbank legt Tentamentrainingen een gebod op om deze inbreuken te staken en gestaakt te houden, en wijst de vorderingen van Erasmus tegen Studeersnel af. De proceskosten worden toegewezen aan Studeersnel en Tentamentrainingen, waarbij Erasmus 90% van de kosten van Studeersnel moet vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/734664 / HA ZA 23-536
Vonnis van 24 juli 2024
in de zaak van
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM,
te Rotterdam,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: Erasmus,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer,
tegen

1.STUDEERSNEL B.V.,

te Amsterdam,
hierna te noemen: Studeersnel,
2.
TENTAMENTRAININGEN B.V.,
te Amsterdam,
hierna te noemen: Tentamentrainingen,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in voorwaardelijke reconventie,
hierna samen te noemen: Studeersnel c.s.,
advocaat: mr. Chr. A. Alberdingk Thijm.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 12 mei 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties,
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 20 december 2023, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 27 mei 2024, met de daarin genoemde stukken,
- het bericht van mr. Visser van 17 juni 2024 naar aanleiding van het proces-verbaal,
- het bericht van mr. Alberdingk Thijm van 2 juli 2024 naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.2.
Daarna is een datum voor het vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over?

Erasmus wil dat Studeersnel (een bedrijf dat studenten een platform biedt om via het internet studiemateriaal uit te wisselen) en Tentamentrainingen (een bedrijf dat tentamentrainingen met bijpassende tentamenbundel aanbiedt) stopt met inbreuk maken op haar auteursrechten. Bovendien moet Studeersnel (technische) maatregelen treffen om inbreuk te voorkomen. Studeersnel betwist dat Erasmus auteursrecht heeft en voert aan dat zij niet aansprakelijk is voor auteursrechtschending door studenten. Studeersnel neemt al verschillende maatregelen om misbruik op het platform te voorkomen. Tentamentrainingen betwist onder meer dat zij inbreuk maakt op rechten van Erasmus.
De rechtbank oordeelt dat Erasmus auteursrecht heeft op haar onderwijsmateriaal. Studeersnel maakt geen inbreuk op die auteursrechten omdat zij geen mededeling aan het publiek doet. Tentamentrainingen maakt wel een inbreuk op het auteursrecht van Erasmus door oude tentamens en standaardantwoorden van Erasmus nagenoeg één op één over te nemen in bundels voor tentamentrainingen. Tentamentrainingen wordt een gebod opgelegd om die auteursrechtinbreuken te staken en gestaakt te houden.

3.De feiten

3.1.
Erasmus is een onderwijsinstelling.
3.2.
Studeersnel is een internetplatform waar studenten studiemateriaal kunnen uitwisselen (uploaden en downloaden), vragen kunnen stellen en met elkaar kunnen communiceren. Het platform is beschikbaar via een website en een applicatie. In Nederland opereert zij onder de naam Studeersnel en internationaal wordt de naam ‘Studocu’ gebruikt.
3.3.
Het uploaden van studiemateriaal op Studeersnel door studenten (hierna gebruikers genoemd) gaat als volgt. Tijdens het uploadproces geeft de student informatie over het document dat hij of zij wil uploaden:
  • de onderwijsinstelling,
  • het vak,
  • de categorie van het document:
o arresten,
o college-aantekeningen,
o oefenmateriaal,
o practicum,
o samenvattingen,
o verplichte opgaven,
o werkgroep uitwerkingen,
o werkstukken/essays en overige,
  • het academisch jaar, en
  • mogelijkheid tot het invullen van een korte beschrijving.
3.4.
Voordat de gebruiker het document indient, krijgt hij of zij de volgende melding te zien:
3.5.
In de gebruikersvoorwaarden van Studeersnel waarmee de gebruiker akkoord gaat bij het aanmaken van een account, is bepaald dat gebruikers geen documenten mogen uploaden die inbreuk maken op de (intellectuele eigendoms)rechten van derden, het uploaden van boeken en e-books niet is toegestaan en gebruikers garanderen dat het document geen inbreuk maakt op de rechten van derden.
3.6.
Voordat het document vervolgens op Studeersnel verschijnt, vindt een automatische controle plaats. Hierbij wordt, onder meer, gecontroleerd op duplicaten en eerder gemelde content. Dit betekent dat als een document eerder is geüpload of eerder is geweigerd en verwijderd, dit document niet nog een keer kan worden geüpload (ook wel
stay downprincipe genoemd).
3.7.
Studeersnel kent een Notice and Takedown (hierna: NTD) procedure, waarmee inbreukmakende en/of onrechtmatige materialen verwijderd worden na ontvangst van een melding. Derden kunnen een melding maken (via de website, e-mail of per brief) waarbij zij informatie verstrekken over de door hen geconstateerde inbreuk of onrechtmatigheid. Na ontvangst van de melding, haalt Studeersnel het document direct offline. Studeersnel controleert binnen 24 uur of de melding terecht is en het document blijvend wordt verwijderd, dan wel of het document weer online komt.
3.8.
Studeersnel kent ook een ‘Repeat Infringer Policy’. Als een document op grond van een melding definitief wordt verwijderd, ontvangt de uploader van het document hiervan bericht en krijgt hij of zij een ‘strike’. Na vijf strikes wordt een gebruiker geschorst van het platform.
3.9.
Gebruikers kunnen voor toegang tot de Studeersnel website een gratis abonnement of een betaald abonnement (‘premium’) afsluiten. Sommige documenten zijn alleen met een premium account toegankelijk. Documenten worden als premium beoordeeld op basis van het aantal weergaven van het document en beoordelingen van studenten.
3.10.
Tentamentrainingen is een onderneming die bij haar oprichting was gelieerd aan Studeersnel. Per 3 maart 2022 zijn de aandelen van Tentamentrainingen verkocht aan Lyceo Onderwijsgroep B.V. Tentamentrainingen biedt studiebegeleiding aan studenten in de vorm van tentamentrainingen. De trainingen worden gegeven door docenten van Tentamentrainingen, dat zijn (vaak) studenten die het betreffende vak zelf met goed gevolg hebben afgelegd. Studenten die deelnemen aan de training ontvangen een studiebundel. In de studiebundels staan een samenvatting en een aantal oefenvragen. De docent maakt zelf de studiebundels. In de handleiding voor de docenten staat hierover:
“(…) Je kan er ook voor kiezen om oude (oefen)tentamens toe te voegen aan het eind van de bundel. Echter is het hierbij heel belangrijk om de vragen te parafraseren en de volgorde te veranderen. Let er dus op dat er geen plagiaat wordt gepleegd. (…)”

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Erasmus vordert – na akte eiswijziging – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis overeenkomstig de in Bijlage 1 bij dit vonnis opgenomen vordering. Samengevat komt dit op het volgende neer.
Ten aanzien van Studeersnel:
Vordering A
te verklaren voor recht dat Studeersnel zelf of als tussenpersoon inbreuk maakt op de auteursrechten op het studiemateriaal van Erasmus dan wel dat Studeersnel een onrechtmatige daad pleegt;
Vordering B en C
Studeersnel te bevelen om alle passende technische maatregelen te treffen die van een normaal behoedzame marktdeelnemer in haar situatie kunnen worden verwacht om inbreuken op het auteursrecht van Erasmus op haar website, in haar app en in eventuele andere aanbiedingsvormen tegen te gaan, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag of gedeelte van een dag;
Vordering D
Studeersnel te veroordelen tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
Ten aanzien van Tentamentrainingen
Vordering E
Tentamentrainingen te bevelen om het aanbieden van -delen van of zeer beperkt bewerkte- auteursrechtelijk beschermde (digitale) onderwijsmaterialen van Erasmus te staken, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag of gedeelte van een dag;
Vordering F
Tentamentrainingen te veroordelen tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
Ten aanzien van beide gedaagden Studeersnel en Tentamentrainingen
Vordering G
Studeersnel en Tentamentrainingen te veroordelen in de volledige proceskosten in de zin van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
4.2.
Erasmus legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Erasmus stelt dat onderwijsmaterialen zoals tentamens, syllabi, werkboeken en college slides (hierna samen te noemen:
de Onderwijsmaterialen), auteursrechtelijk beschermde werken zijn. Deze Onderwijsmaterialen zijn samengesteld door medewerkers van Erasmus. Erasmus is auteursrechthebbende op grond van overdracht (artikel 2 Auteurswet (Aw)) of als werkgever (artikel 7 Aw).
Studeersnel maakt inbreuk op haar auteursrecht omdat zij de beschermde werken openbaar maakt. Subsidiair, als geen sprake is van een mededeling aan het publiek, stelt Erasmus dat Studeersnel als tussenpersoon in de zin van artikel 26d Aw moet worden aangemerkt en haar op die grond kan worden bevolen de inbreuk te staken. Meer subsidiair, stelt Erasmus dat Studeersnel een onrechtmatige daad pleegt door het systematisch en structureel faciliteren en stimuleren van auteursrechtinbreuken op haar platform. Studeersnel kan in het kader van de onrechtmatigheid geen beroep doen op de wettelijke vrijstelling van aansprakelijkheid voor hostingdiensten. Als gevolg van de inbreuk op het auteursrecht dan wel het onrechtmatig handelen van Studeersnel vordert Erasmus dat Studeersnel meer maatregelen neemt om inbreuken te voorkomen. De onder B genoemde vorderingen zijn hierop gericht. Daarbij vordert Erasmus ook vergoeding van de door haar geleden schade als gevolg van de inbreuken dan wel het onrechtmatig handelen, nader op te maken bij staat.
Ten aanzien van Tentamentrainingen stelt Erasmus dat Tentamentrainingen in haar studiebundels (nagenoeg) één op één oude tentamens heeft overgenomen. Erasmus heeft hiervoor geen toestemming gegeven, dus is sprake van een inbreuk. Erasmus vordert daarom een verbod en schadevergoeding nader op te maken bij staat.
4.3.
Studeersnel c.s. voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Erasmus, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Erasmus, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Erasmus in de kosten van deze procedure.
Ten aanzien van de vorderingen jegens Studeersnel voert Studeersnel ten eerste aan dat haar een beroep toekomt op de wettelijke vrijstelling van aansprakelijkheid als platform. Daarnaast betoogt Studeersnel in het kader van de auteursrechtinbreuk dat de Onderwijsmaterialen niet auteursrechtelijk beschermd zijn en dat Erasmus onvoldoende heeft onderbouwd dat zij auteursrechthebbende is. Omdat Studeersnel een beroep kan doen op de vrijstelling van aansprakelijkheid is ook geen sprake van een mededeling aan het publiek. Die regimes sluiten elkaar uit.
Ten aanzien van de vorderingen jegens Tentamentrainingen voert ook Tentamentrainingen aan dat niet vast staat dat de tentamens auteursrechtelijk beschermd zijn en dat Erasmus de auteursrechthebbende is. Verder staat niet vast dat de bundels van Tentamentrainingen inbreuk maken op de gestelde auteursrechten van Erasmus. Bovendien heeft Erasmus geen belang bij een stakingsbevel omdat Tentamentrainingen aan dit bevel al heeft voldaan. Mocht een bevel worden toegewezen dan is het bevel te ruim geformuleerd en is een dwangsom niet nodig.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
4.5.
Studeersnel c.s. vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
voor zover de rechtbank van oordeel is dat Erasmus auteursrechthebbende is ten aanzien van Onderwijsmaterialen die beschikbaar zijn op het platform van Studeersnel en Studeersnel een aanbieder is van een onlinedienst voor het delen van inhoud in de zin van artikel 17 DSM Richtlijn [1] , Erasmus te bevelen tot het verstrekken van relevante en noodzakelijke informatie, door middel van het toevoegen van een unieke en onzichtbare code in al het Onderwijsmateriaal waarvan zij rechthebbende is en waarvan zij niet wil dat deze op het platform van Studeersnel kunnen worden geüpload, met veroordeling van Erasmus in de volledige proceskosten.
4.6.
Studeersnel c.s. legt hieraan ten grondslag dat Erasmus zelf meer informatie aan Studeersnel moet verstrekken als zij wil dat Studeersnel meer maatregelen neemt. De informatie moet bestaan uit het toevoegen van een ‘watermerk’ aan het Onderwijsmateriaal waar Erasmus auteursrechthebbende van is, zodat Studeersnel de documenten beter kan detecteren en kan uitsluiten van haar platform.
4.7.
Erasmus meent dat aan de vordering in reconventie niet wordt toegekomen omdat zij geen beroep heeft gedaan op de aansprakelijkheidsgrondslag van artikel 17 DSM Richtlijn.

5.De beoordeling

in conventie
I. Vorderingen ten aanzien van Studeersnel
Auteursrechtelijk beschermd werk
5.1.
Om een werk te kunnen kwalificeren als auteursrechtelijk beschermd dient het werk oorspronkelijk te zijn, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. [2]
5.2.
Erasmus heeft voldoende gesteld om te kunnen vaststellen dat de Onderwijsmaterialen auteursrechtelijk beschermde werken zijn. Bij de teksten van al de Onderwijsmaterialen is via de keuze, de schikking en combinatie van de woorden een eigen intellectuele schepping ontstaan. Studeersnel betwist dat de Onderwijsmaterialen desondanks auteursrechtelijk bescherming toekomen omdat de keuzes veelal zijn ingegeven door didactische inzichten. Dat betoog treft geen doel. Alleen als de Onderwijsmaterialen
enkelzijn ingegeven door didactische eisen kan dat tot het gevolg hebben dat auteursrechtelijke bescherming ontbreekt. Dat een werk ook een didactisch doel dient, betekent nog niet dat de ontwerpmarges of keuzemogelijkheden zo klein zijn dat er onvoldoende speelruimte bestaat voor het maken van creatieve keuzes, die een auteursrechtelijk werk kunnen opleveren. [3] De betwisting van Studeersnel dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk gaat daarom niet op.
Erasmus is auteursrechthebbende
5.3.
Studeersnel betwist dat Erasmus auteursrechthebbende is op de Onderwijsmaterialen omdat werknemers van Erasmus mogelijk andere afspraken hebben gemaakt met Erasmus en veel Onderwijsmateriaal wordt gemaakt door medewerkers zonder dienstverband.
5.4.
In artikel 7 Aw is – samengevat – bepaald dat de werkgever als maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt aangemerkt, als het werk is gemaakt in dienst van die werkgever, behalve als anders is overeengekomen. Erasmus heeft een standaard arbeidsovereenkomst overgelegd en toegelicht dat het overgrote deel van de Onderwijsmaterialen wordt gemaakt en samengesteld door haar werknemers. In de standaard arbeidsovereenkomst is in artikel 14.1 opgenomen dat de collectieve arbeidsovereenkomst Nederlandse Universiteiten (de cao) van toepassing is. In artikel 1.22 van de cao is bepaald dat
onverminderd artikel 7 Awde werknemer de rechten (op een daartoe strekkend verzoek) overdraagt aan de werkgever. Hieruit volgt dus dat niet is afgeweken van artikel 7 Aw en dit artikel van toepassing is.
5.5.
Voor zover onderwijsmaterialen worden gemaakt door medewerkers die geen arbeidsovereenkomst met Erasmus hebben, heeft Erasmus toegelicht dat zij dit doen op basis van een overeenkomst van opdracht. In die overeenkomst van opdracht is bepaald dat de inkoopvoorwaarden en voorwaarden voor diensten van toepassing zijn. In die voorwaarden is in artikel 22.2 bepaald dat
alle intellectuele eigendomsrechten die kunnen of zullen worden uitgeoefend met betrekking tot de resultaten van de diensten die dienstverlener voor Erasmus levert, eigendom zijn van Erasmus.
Studeersnel heeft het voorgaande onvoldoende gemotiveerd betwist. Dat er af en toe medewerkers van Erasmus via de NTD procedure een beroep doen op het auteursrecht, maakt dit niet anders.
Mededeling aan het publiek
5.6.
Nu vast staat dat de Onderwijsmaterialen auteursrechtelijk beschermd zijn en Erasmus auteursrechthebbende is, is de vervolgvraag of Studeersnel inbreuk maakt op deze auteursrechten door openbaarmaking hiervan; of Studeersnel een ‘mededeling aan het publiek’ doet.
De maatstaf
5.7.
Studeersnel beheert een internetplatform.
De maatstaf voor een ‘mededeling aan het publiek’ door een internetplatform is toegelicht door het Hof van Justitie in de zaak YouTube & Cyando [4] :
punt 63:
“Zoals het Hof reeds heeft geoordeeld, moet aan het begrip "mededeling aan het publiek" in de zin van artikel 3, lid 1, van de auteursrechtrichtlijn - zoals wordt benadrukt in overweging 23 van die richtlijn - een ruime betekenis worden gegeven die iedere mededeling omvat die aan niet op de plaats van oorsprong van de mededeling aanwezig publiek wordt gedaan, en dient dit begrip zich derhalve uit te strekken tot elke dergelijke doorgifte of wederdoorgifte van een werk aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van uitzending. Uit de overwegingen 4, 9 en 10 van deze richtlijn volgt immers dat deze als belangrijkste doelstelling heeft een hoog beschermingsniveau voor auteurs te verwezenlijken, zodat zij met name bij een mededeling aan het publiek een passende beloning voor het gebruik van hun werk kunnen ontvangen (arrest van 9 maart 2021, VG Bild-Kunst, C-392/19, EU:C:2021:181, punten 26 en 27).”
punt 68:
“Van deze criteria heeft het Hof ten eerste de centrale rol van de exploitant van het platform en het weloverwogen karakter van diens interventie benadrukt. Die exploitant verricht namelijk een mededelingshandeling wanneer hij, met volledige kennis van de gevolgen van zijn handelwijze, intervenieert om zijn klanten toegang te verlenen tot een beschermd werk, met name wanneer deze klanten zonder een dergelijke interventie in beginsel geen toegang zouden hebben tot het verspreide werk (zie in die zin arrest van 14 juni 2017, Stichting Brein, C-610/15, EU:C:2017:456, punt 26 en aldaar aangehaalde rechtspraak).”
En recent bevestigd door de Hoge Raad in de zaak Brein/NSE [5] :
“3.4.1 In het arrest inzake YouTube en Cyando, dat betrekking heeft op het hier toepasselijke Unierecht, heeft het HvJEU herhaald dat de exploitant van een platform slechts een mededelingshandeling verricht wanneer hij weloverwogen, dat wil zeggen met volledige kennis van de gevolgen van zijn handelwijze, intervenieert om zijn klanten toegang te verlenen tot een beschermd werk (punten 68 en 78-83). Vervolgens heeft het voor recht verklaard dat de exploitant van een videodeelplatform of een host- en deelplatform voor bestanden, waarop gebruikers beschermde content illegaal beschikbaar voor het publiek kunnen stellen, geen mededeling aan het publiek van die content in de zin van art. 3 lid 1 Auteursrechtrichtlijn verricht, tenzij hij - naast het louter ter beschikking stellen van het platform - ertoe bijdraagt dat het publiek toegang tot die content wordt gegeven in strijd met het auteursrecht. Dit is met name het geval wanneer die exploitant concreet weet dat beschermde content op onwettige wijze op zijn platform beschikbaar wordt gesteld en deze content niet prompt verwijdert of prompt ontoegankelijk maakt, of wanneer die exploitant, hoewel hij weet of behoort te weten dat beschermde content in het algemeen via zijn platform door gebruikers ervan illegaal beschikbaar voor het publiek wordt gesteld, niet de passende technische maatregelen treft die van een normaal behoedzame marktdeelnemer in zijn situatie kunnen worden verwacht om op geloofwaardige en doeltreffende wijze inbreuken op het auteursrecht op dit platform tegen te gaan, of wanneer hij deelneemt aan de selectie van beschermde content die illegaal aan het publiek wordt meegedeeld, op zijn platform hulpmiddelen aanbiedt die specifiek bedoeld zijn om dergelijke content illegaal te delen of het delen van die content bewust stimuleert, wat kan blijken uit de omstandigheid dat die exploitant een bedrijfsmodel hanteert dat de gebruikers van zijn platform aanspoort om beschermde content illegaal op dat platform mee te delen aan het publiek.”
5.8.
Hieruit is af te leiden dat de volgende omstandigheden van belang zijn om te bepalen of sprake is van een mededeling aan het publiek:
  • is sprake van een weloverwogen interventie door het platform,
  • is het bedrijfsmodel van het platform gericht op inbreuken,
  • heeft het platform concrete kennis,
  • neemt het platform passende technische maatregelen.
Hierbij neemt de rechtbank in overweging dat dit geen (cumulatieve) vereisten zijn, ook slechts één van deze punten kan doorslaggevend zijn om te spreken van een mededeling aan het publiek. Deze gezichtspunten tezamen in ogenschouw genomen, zijn bepalend of sprake is van een mededeling aan het publiek door het platform.
Actieve rol en weloverwogen interventie
5.9.
Erasmus stelt dat Studeersnel een actieve en niet louter een neutrale rol heeft, omdat op de website van Studeersnel de informatie wordt geïndexeerd onder categorieën per universiteit, studie of cursus en de website een zoekfunctie met filters bevat. Ook wijzigt Studeersnel de geüploade documenten door het toevoegen van een voorblad met haar logo, de naam van de universiteit en het vak. Verder houdt Studeersnel bij welke documenten gebruikers bekijken en stuurt vervolgens e-mails met suggesties voor andere relevante documenten, waaronder tentamens. Studeersnel heeft echter terecht weersproken dat dit een actieve rol dan wel weloverwogen interventie oplevert omdat voor al deze omstandigheden geldt dat dit op automatische wijze gebeurt. Het indexeren en vindbaar maken van documenten via de zoekfunctie gebeurt op automatische wijze aan de hand van informatie die de gebruiker aanlevert tijdens het uploadproces (zie ook uitleg 3.3) en dat geldt ook voor het voorblad. Voor al deze automatische processen geldt dat Studeersnel geen kennis verkrijgt van de inhoud van de documenten. [6]
Ook het vragen van een herbeoordeling door een gebruiker als een document wordt geweigerd, is volgens Eramus een manier waardoor Studeersnel kennis krijgt van de inhoud van de stukken op haar platform en daarmee een actieve rol vervult. Dit is onjuist. De mogelijkheid om een herbeoordeling te vragen is een maatregel om inbreuk makende content tegen te gaan. Uit jurisprudentie [7] van het Hof van Justitie en artikel 7 van de Digital Services Act (de DSA), die sinds 17 februari 2024 van toepassing is op alle aanbieders van internetdiensten, volgt dat maatregelen die worden genomen om inbreuken tegen te gaan er niet toe leiden dat het platform haar neutrale rol verliest (omdat zij dan kennis krijgt van de inhoud).
De stelling van Erasmus dat uit de omschrijving van de doelstelling van Studeersnel bij de Kamer van Koophandel – het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs en het verrichten van diensten en werkzaamheden in dat kader – zou volgen dat zij een actieve rol zou hebben, wordt niet gevolgd. Uit deze doelomschrijving kan niet worden afgeleid dat en op welke wijze Studeersnel intervenieert of wat haar actieve rol is.
Het feit dat Erasmus en andere universiteiten in het verleden Studeersnel hebben aangeschreven, maakt niet dat Studeersnel kennis heeft van concrete inbreuken. Hiervoor geldt dat Studeersnel hoogstens
algemenekennis verkrijgt en vereist is dat een platform
concretekennis verkrijgt voordat sprake is van inbreuk op auteursrechten.
Verder geldt dat de oefenmodus die Studeersnel aanbood waarbij oude multiple choice tentamens van Erasmus die op het platform staan, werden omgezet in vragen waarmee gebruikers stof kunnen oefenen, niet meer actief is, zodat dit niet meeweegt in de beoordeling van de vraag of Studeersnel een actieve rol en/of kennis heeft van de inhoud.
5.10.
De stelling van Erasmus dat Studeersnel gebruikers aanmoedigt om inbreuken te plegen, slaagt evenmin. De optie dat gebruikers een vergoeding krijgen voor het uploaden van Onderwijsmaterialen van een nieuwe universiteit op het platform, bestaat niet meer. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid dat gebruikers prijzen konden winnen met het uploaden van Onderwijsmateriaal (StuLottery). Het feit dat, gebruikers een premium account (waarmee ze de premium documenten kunnen bekijken) krijgen als ze meer documenten uploaden is geen aanmoediging om inbreukmakende documenten te uploaden. Dit staat los van de inhoud van de documenten die worden geüpload. Het is enkel een aanmoediging om het platform (meer) te gebruiken. Studeersnel heeft daarbij nergens vermeld dat het moet gaan om inbreukmakende documenten. Studeersnel heeft in het verleden wel e-mails gestuurd naar gebruikers waarin stond: “Dankjewel voor het delen van jouw documenten met de Studeersnel community! Elke aantekening,
tentamen[onderstreping rb] of samenvatting helpt studenten over de hele wereld de tentamenperiode door te komen!”, maar een dergelijke e-mail wordt niet meer verstuurd. Tegenwoordig benoemt Studeersnel in e-mails aan gebruikers het uploaden van tentamens niet meer. Als voorbeeld heeft Studeersnel een e-mail overgelegd waarin zij gebruikers er op wijst dat bij het uploaden van aantekeningen een premium account kan worden verkregen. Daar staat nu echter bij welke documenten wel worden geaccepteerd en wat voor soort documenten niet, waarbij als voorbeeld van niet-geaccepteerde documenten staat “professor slides and copyrighted material”.
Op basis van de bovengenoemde omstandigheden is dus geen sprake van een weloverwogen interventie door Studeersnel noch verkrijgt Studeersnel concrete kennis.
5.11.
Erasmus heeft verder onvoldoende onderbouwd op grond waarvan Studeersnel een bedrijfsmodel aanhoudt dat zou zijn gericht op het maken van inbreuk op auteursrecht.
Passende technische maatregelen
5.12.
Een andere omstandigheid in het kader van de vraag of sprake is van een mededeling aan het publiek door Studeersnel is of zij voldoende passende technische maatregelen neemt om op geloofwaardige en doeltreffende wijze inbreuken op haar platform tegen te gaan. Daarbij gaat het om het nemen van technische maatregelen zowel vooraf (hoe zorgt een platform er voor dat het niet online komt als een gebruiker het probeert te uploaden/het voorkomen van een inbreuk) als achteraf (wat doet het platform om het er weer af te krijgen/het beëindigen van een inbreuk).
Passende technische maatregelen vooraf
5.13.
Erasmus heeft met name gesteld dat Studeersnel
voorafmeer maatregelen moet nemen, zoals het toepassen van een filter, zodat de auteursrechtelijk beschermde Onderwijsmaterialen überhaupt niet op het platform komen. Zij stelt dat Studeersnel niet voldoende passende technische maatregelen neemt om dit te voorkomen (en dat daarmee dus sprake is van een mededeling aan het publiek).
5.14.
Op dit moment bestaan er op het platform Studeersnel de volgende maatregelen vooraf:
  • de melding bij het uploaden van documenten (zie 3.4) en de waarschuwing in de gebruikersvoorwaarden (zie 3.5),
  • de stay down procedure (zie 3.6),
  • het automatisch blokkadesysteem (zie 3.6), bestaande uit onder meer het tegenhouden van collegeslides op basis van bestandstype (ppt/pptx.), het tegenhouden van boeken op basis van aantal pagina’s (> 100), het noemen van de naam van de uitgever of copyright of het copyrightlogo.
5.15.
Uitgangspunt is dat in artikel 15 van de richtlijn Elektronische Handel (REH) en in artikel 8 van de recente ingevoerde DSA geen verplichting is opgenomen voor online platforms om
voorafte filteren, om te voorkomen dat inbreukmakend materiaal op het platform verschijnt. In de DSA is (zelfs) bepaald dat Studeersnel als online platform geen algemene verplichting heeft tot monitoring van de door hen doorgegeven of opgeslagen informatie noch tot actief onderzoek naar de feiten of omstandigheden die duiden op illegale activiteiten.
5.16.
Technische maatregelen die beperkingen opleggen aan Studeersnel moeten in ieder geval aan bepaalde vereisten voldoen. De gevorderde maatregelen moeten eerlijk en billijk zijn, niet onnodig ingewikkeld of kostbaar zijn en geen onredelijke termijnen of nodeloze vertragingen inhouden. Ook moeten de maatregelen doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn en mogen de maatregelen geen belemmeringen voor het legitiem handelsverkeer scheppen. Daarbij moet een juist evenwicht worden gevonden tussen de in het geding zijnde grondrechten: bescherming van het intellectueel eigendom versus vrijheid van informatie/onderwijs en meningsuiting van de gebruikers en vrijheid van ondernemerschap van de tussenpersoon. [8]
5.17.
De bewijslast of een gevorderde maatregel/bevel effectief en evenredig is, rust op degene die een zodanige vordering doet, hier Erasmus.
5.18.
Erasmus heeft gesteld dat Studeersnel meer moet doen en heeft daarbij de suggesties gedaan zoals gevorderd primair, subsidiair en meer subsidiair onder B van de vordering (Bijlage 1).
Studeersnel heeft betoogd dat de filters zoals primair en subsidiair gevorderd niet voldoen aan de hiervoor genoemde vereisten. Studeersnel heeft dit onderbouwd aan de hand van een onderzoek door een door haar ingeschakelde deskundige. Daarin staat dat het gevorderde filter niet effectief is en leidt tot disproportioneel hoge kosten voor Studeersnel. Uit het onderzoek volgt dat het filter niet nauwkeurig onderscheid kan maken tussen verschillende documenten. Het systeem slaagt er niet in om een aanzienlijk deel van de inbreukmakende documenten te herkennen. In 28% van de gevallen komen auteursrechtelijk beschermde documenten alsnog door de filter (onderblokkering). Anderzijds identificeert het systeem in 18% van de gevallen, documenten onterecht als inbreukmakend (overblokkering). Studeersnel heeft daarbij nog aangevoerd dat haar eigen detectiesystemen wel effectief zijn en sinds juli 2022 heeft voorkomen dat 34% van aan Erasmus gerelateerde documenten kon worden geüpload.
Erasmus heeft hierop gereageerd en toegelicht dat het door Studeersnel uitgevoerde onderzoek niet de juiste parameters heeft gehanteerd zoals gevorderd in het petitum. Het onderzoek is uitgevoerd op alle documenten van Erasmus terwijl Erasmus de maatregelen alleen vordert in de categorieën ‘Oefenmateriaal’ en ‘Verplichte opgaven’, dan wel andere categorieën waarvan aannemelijk is dat daarin materialen van Erasmus worden geüpload. De opgegeven woorden, de identificaties (tentamen, examen, syllabi, syllabus, werkboek, collegeslides), zijn opgezocht in de eerste 1500 karakters, 3000 karakters en de volledige documenten, terwijl Erasmus dat niet vordert. De opgegeven identificaties moeten alleen worden gezocht in de URL, beschrijving, titel, voorblad of meta-informatie van de documenten.
Erasmus heeft het door Studeersnel uitgevoerde onderzoek tegengesproken. Zij heeft echter nagelaten om zelf met onderzoeksresultaten te komen en te onderbouwen dat er betere resultaten zullen zijn met de door haar gevorderde filters. Tegenover de gemotiveerde betwisting van Studeersnel, onderbouwd met onderzoeksresultaten, had van Erasmus mogen worden verwacht dat zij met een nadere onderbouwing van het door haar gestelde zou komen. Erasmus heeft daarmee niet voldoende onderbouwd dat is voldaan aan de vereisten van een extra filtermaatregel zoals geformuleerd rechtsoverweging 5.16 hiervoor.
5.19.
Hetzelfde geldt voor het voorstel dat tijdens de mondelinge behandeling is besproken; het toevoegen van een extra vinkje (tick box) waarmee gebruikers expliciet wordt gevraagd of zij zelf auteursrechthebbende zijn van het materiaal dat zij uploaden of dat zij toestemming hebben om het materiaal te uploaden. Erasmus heeft dit idee geopperd, maar onduidelijk is of dit effectief zal zijn. Erasmus heeft niet onderbouwd dat met deze maatregel daadwerkelijk minder inbreukmakende Onderwijsmaterialen zullen verschijnen op het platform, terwijl Studeersnel wel heeft aangevoerd dat het toevoegen van een extra vinkje bij het uploaden voor haar in ieder geval leidt tot 2 tot 3% minder conversie op de pagina, wat voor een groot online platform als dat van Studeelsnel waar miljoenen documenten worden geüpload, grote consequenties heeft. Een dergelijke maatregel strookt in beginsel dan ook niet met het vereiste dat de gevraagde maatregel niet (onnodig) kostbaar mag zijn, de maatregel doeltreffend en evenredig is en geen belemmeringen voor het legitiem handelsverkeer schept.
5.20.
Tot slot geldt ook dat het door Erasmus gevorderde filter onvoldoende specifiek is. In de zaak Glawischnig-Piesczek/Facebook is wel ruimte gegeven voor een geautomatiseerd filter, maar daarbij is overwogen dat specifiek duidelijk moet zijn wat onrechtmatig is en wat moet worden tegengehouden zodat het filter precies zo kan worden ingesteld dat als geprobeerd wordt een identiek document te uploaden, het filter dit tegenhoudt. Dat is lastig bij deze Onderwijsmaterialen. Het gaat niet om één specifiek tentamen dat onrechtmatig is en niet mag worden geüpload. In dat geval had heel specifiek voor dat ene document een filter ingesteld kunnen worden die automatisch zou detecteren dat hetzelfde document werd geüpload, want dan gaat het om dezelfde informatie als bij een eerdere inbreuk, die automatisch kan worden gedetecteerd en kan worden gefilterd. In dit geval wordt een filterverplichting gevraagd voor nagenoeg alle informatie die een aantal trefwoorden bevat zoals tentamen, syllabus of werkboek, maar waarbij de inhoud van die documenten elke keer verschilt. Om per document te bepalen of het uploaden daarvan onrechtmatig is, zou Studeersnel dit per geval moeten beoordelen en dat gaat te ver. [9]
Bovendien, voor zover een document al als onrechtmatig is bestempeld en opnieuw wordt geüpload wordt deze al tegengehouden (
stay downprocedure), zie hiervoor onder 3.6.
Passende technische maatregelen achteraf
5.21.
Studeersnel heeft aangevoerd dat zij op dit moment achteraf, dus nadat de documenten op het platform zijn verschenen, de volgende maatregelen neemt tegen inbreuken:
  • NTD-procedure (zie 3.7),
  • Repeat infringer policy (zie 3.8).
5.22.
De huidige NTD procedure werkt volgens Erasmus niet voldoende. Er staan volgens haar nog steeds veel auteursrechtelijk beschermde onderwijsmaterialen op het platform van Studeersnel. Het zelf opsporen van auteursrechtelijk beschermde werken en het doen van meldingen kost Erasmus onnodig veel tijd. Erasmus betoogt daarom dat gelet op de aard van de documenten de NTD procedure niet passend en effectief is.
5.23.
De rechtbank oordeelt dat de maatregelen die Studeersnel achteraf neemt, voldoende zijn, en legt uit waarom.
5.24.
Het uitgangspunt bij de beoordeling is dat Studeersnel er zoveel mogelijk aan moet doen om inbreuken ongedaan te maken. Deze maatregelen kunnen en hoeven niet 100% effectief te zijn, in die zin dat er geen enkel inbreukmakend document op haar platform voorkomt.
5.25.
De DSA schrijft voor dat een online platform minimaal de volgende maatregelen neemt:
  • kennisgevings- en actiemechanismen (artikel 16 DSA), mechanismen om personen of entiteiten de mogelijkheid te bieden hen in kennis te stellen van de aanwezigheid op hun dienst van specifieke informatie die de persoon of entiteit als illegale inhoud beschouwt;
  • maatregelen en bescherming tegen misbruik (artikel 23 DSA), het schorsen van de aanbieding van hun diensten aan afnemers van de dienst die frequent kennelijk illegale inhoud verstrekken voor een redelijke periode en na een voorafgaande waarschuwing.
Studeersnel voldoet in ieder geval aan deze minimumvereisten. De NTD procedure sluit aan bij artikel 16 DSA en de ‘repeat infringer policy’ bij artikel 23 DSA.
5.26.
Erasmus heeft aangevoerd dat de NTD procedure inhoudelijk niet goed werkt en haar te veel tijd kost. Het is begrijpelijk dat het voor Erasmus veel werk is om inbreukmakende documenten te achterhalen en te melden, met daarbij de URL en een korte beschrijving. Er bestaat echter geen verplichting voor Studeersnel om dit werk voor Erasmus te verlichten of over te nemen. De huidige NTD procedure van Studeersnel is in lijn met artikel 16 DSA. De kern is dat de mechanismen gemakkelijk toegankelijk en gebruikersvriendelijk zijn en het moet mogelijk zijn om meldingen uitsluitend met elektronische middelen te doen. Specifiek is bepaald dat een online platform het maken van een melding al
vergemakkelijktals het doen van een melding voldoet aan de volgende vereisten: [10]
een voldoende gemotiveerde verklaring van de redenen waarom de persoon of entiteit aanvoert dat de betrokken informatie illegale inhoud is;
een duidelijke vermelding van de exacte elektronische locatie van die informatie, zoals de URL;
de naam en een e-mailadres van de persoon of entiteit die de melding doet;
een verklaring van te goeder trouw van de persoon of entiteit die de melding doet.
Uit de DSA of jurisprudentie volgt geen verdergaande verplichting voor Studeersnel om de NTD procedure anders in te richten. Een grondslag voor de wens van Erasmus om minder informatie te verschaffen over aangetroffen inbreukmakende materiaal ontbreekt.
5.27.
Kortom, Studeersnel neemt voldoende passende technische maatregelen. De maatregelen die Studeersnel achteraf (reactief) neemt, voldoen aan de vereisten die de wet en jurisprudentie daaraan stellen. De gevorderde preventieve maatregelen voldoen niet aan de hiervoor onder 5.16 genoemde extra vereisten.
5.28.
De conclusie is dat Studeersnel geen weloverwogen interventie verricht op haar platform, geen concrete kennis heeft van informatie op haar platform, geen bedrijfsmodel heeft dat gericht is op het maken van inbreuken en voldoende passende technische maatregelen treft. Het gevolg hiervan is dat Studeersnel geen mededeling aan het publiek doet.
De primair gevorderde verklaring voor recht (A i.) wordt afgewezen.
Artikel 26d Aw
5.29.
Subsidiair, indien geen sprake is van een mededeling aan het publiek, heeft Erasmus een verklaring voor recht gevorderd dat Studeersnel een tussenpersoon is in de zin van artikel 26d Aw.
5.30.
Dat Studeersnel een tussenpersoon is in de zin van artikel 26d Aw, is tussen partijen niet in geschil. Studeersnel heeft terecht opgemerkt dat Erasmus geen belang heeft bij deze ‘kale’ verklaring voor recht, omdat deze geen consequentie met zich meebrengt. Deze verklaring voor recht (A ii.) zal daarom worden afgewezen.
5.31.
De verklaring voor recht is gevorderd in verband met de bevelen onder B. Die bevelen geven invulling aan het verbodsrecht als vermeld in artikel 26d AW. Bij beoordeling van de vraag of een dergelijk bevel moet worden toegewezen dient de rechter af te wegen of de vordering geëigend is gezien het aandeel of de betrokkenheid van de tussenpersoon bij de inbreuk en het met de vordering beoogde doel en het belang van de rechthebbende, opweegt tegen het nadeel dat of de schade die de vordering de tussenpersoon mogelijk toebrengt. Die afweging valt in het onderhavige geval uit in het voordeel van Studeersnel. Daarbij geldt hetzelfde als hiervoor is beoordeeld in het kader van de passende technische maatregelen onder het kopje “Mededeling aan het publiek”. Daaruit volgt dat de gevorderde bevelen niet voldoen aan de eisen van artikel 3 van de Handhavingsrichtlijn en overige vereisten uit de jurisprudentie (zie 5.16).
Onrechtmatige daad en vrijstelling aansprakelijkheid
5.32.
Voor het geval de primair en subsidiair gevorderde verklaringen voor recht worden afgewezen vordert Erasmus een verklaring voor recht dat Studeersnel onrechtmatig handelt door het systematisch en structureel faciliteren en stimuleren van inbreuken.
5.33.
De gevorderde verklaring voor recht wordt niet toegewezen. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen door Studeersnel omdat Studeersnel geen concrete wetenschap heeft dat auteursrechtelijk beschermde werken worden geüpload, bekeken en gedownload van haar website of app. Zij faciliteert en stimuleert de inbreuken dus niet. Indien er al sprake zou zijn van een onrechtmatige daad, kan Studeersnel een beroep doen op de vrijstelling van aansprakelijkheid van artikel 6 DSA (voorheen artikel 14 REH), omdat zij geen kennis heeft van specifieke inbreuken die plaatsvinden op haar platform en voor zover zij die kennis wel verkrijgt zij prompt handelt om dit te beëindigen.
In beide gevallen (alleen de bewijslast verschilt) gaat het er om of Studeersnel concrete kennis moet hebben van de auteursrechtinbreuken op haar platform. Zoals hiervoor in het kader van de mededeling aan het publiek is toegelicht (zie 5.9 en 5.10) heeft Studeersnel deze kennis niet, heeft zij hierin geen actieve rol en intervenieert zij ook niet zodanig dat zij deze kennis wel verkrijgt.
Conclusie ten aanzien van de vorderingen tegen Studeersnel
5.34.
Studeersnel maakt geen inbreuk op het auteursrecht van Erasmus en handelt ook niet onrechtmatig. Alle vorderingen jegens Studeersnel worden afgewezen (vordering A, B, C en D).
II. Vorderingen ten aanzien van Tentamentrainingen
5.35.
Zoals hiervoor is geoordeeld zijn tentamens auteursrechtelijk beschermde werken en is Erasmus auteursrechthebbende van de door de medewerkers van Erasmus vervaardigde tentamens.
5.36.
Erasmus heeft meerdere tentamenbundels van Tentamentrainingen aangeschaft. Zij heeft meerdere voorbeelden overgelegd waarbij is te zien dat oude tentamenvragen en antwoorden van Erasmus nagenoeg één op één zijn overgenomen. Dit betreft de tentamens van Erasmus van het vak Accounting van 24 september 2014, 7 oktober 2014 en 23 oktober 2014, die in de Tentamentrainingenbundel Economie & Bedrijfseconomie zijn opgenomen. Studeersnel heeft als reactie hierop aangegeven dat deze tentamens per abuis zijn opgenomen in de bundels. Hierdoor is komen vast te staan dat de oude tentamens en antwoorden van Erasmus zijn gebruikt in een tentamenbundel van Tentamentrainingen.
5.37.
Uitsluitend de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, heeft het recht om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen (artikel 1 Aw). Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de maker de Onderwijsmaterialen openbaar te maken of te verveelvoudigen.
5.38.
Het overnemen van deze tentamens in de bundels is aan te merken als een vorm van verveelvoudigen (artikel 13 Aw). De overgelegde tentamens zijn niet allemaal letterlijk één op één overgenomen in de bundel, maar dat is in dit geval nog steeds een inbreuk. Er is niet alleen sprake van een inbreuk bij een reproductie, ook in het geval van een bewerking kan er sprake zijn van inbreuk. Daarvoor is relevant of de auteursrechtelijk beschermde elementen van het werk zijn overgenomen. Dat in de handleiding voor de docenten van Tentamentrainingen is opgenomen dat het belangrijk is om geen plagiaat te plegen, door bijvoorbeeld de vragen te parafraseren en de volgorde te veranderen, is niet voldoende om auteursrechtinbreuk te vermijden. Ook bij een kleine wijziging zoals een woordvolgorde kan er sprake zijn van een verveelvoudiging. Het gaat er om of de auteursrechtelijk beschermde elementen (de elementen waarbij creatieve keuzes mogelijk zijn) worden overgenomen.
In dit geval zijn de selectie van feitelijke gegevens in de vragen in beginsel ook auteursrechtelijk beschermde elementen. Dat zijn immers de elementen die creatief gekozen kunnen worden en juist díe elementen zijn overgenomen. Erasmus heeft dit voldoende onderbouwd door in productie 24.1 en 24.2 de originele tentamens en de tentamens zoals opgenomen in de bundel naast elkaar te leggen. Een voorbeeld hiervan is het tentamen van 24-9-2014 vraag 4, opgave 3 in de Tentamenbundel: exact dezelfde posten met dezelfde bedragen zijn overgenomen, terwijl die elementen ook veranderd hadden kunnen worden, en alleen de naam van de onderneming ‘ELLEJ’ is weggelaten.
5.39.
De conclusie is dat Tentamentrainingen inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Erasmus. Een gebod tot het staken en gestaakt houden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Erasmus wordt toegewezen. Het verweer van Tentamentrainingen dat Erasmus hierbij geen belang heeft omdat Tentamentrainingen de inbreuk direct heeft beëindigd toen zij hierop is gewezen door Erasmus, gaat niet op. Erasmus heeft het recht om haar auteursrechten te handhaven voor nu en in de toekomst. Ook omdat Tentamentrainingen betwist dat sprake is van een auteursrechtinbreuk.
5.40.
Het gebod wordt toegewezen – zoals gevorderd – voor beperkt bewerkte auteursrechtelijke beschermde Onderwijsmaterialen, waarbij geldt dat sprake is van beperkt bewerkt als slechts dusdanige aanpassingen zijn gedaan dat de auteursrechtelijk beschermde elementen wel zijn overgenomen en er geen nieuw auteursrechtelijk werk is ontstaan. Het gebod zal alleen worden toegewezen voor auteursrechtelijk beschermde onderwijsmaterialen zoals tentamenvragen en -antwoorden, omdat Erasmus niet heeft gesteld of onderbouwd dat Tentamentrainingen ook auteursrechtinbreuk maakt op andere onderwijsmaterialen van Erasmus.
De gevorderde dwangsom wordt ook toegewezen, op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.41.
Erasmus heeft verwijzing naar een schadestaatprocedure gevorderd voor vergoeding van de volledige schade die Erasmus lijdt door de auteursrechtinbreuken. Voor een verwijzing naar de schadestaatprocedure is niet vereist dat Erasmus bewijst dat zij schade heeft geleden. [11] De Hoge Raad acht voor een veroordeling tot vergoeding van schade op te maken bij staat voldoende dat de
mogelijkheiddat schade is geleden
aannemelijkis gemaakt. [12] In de schadestaatprocedure kunnen vervolgens de uiteindelijke discussies over onder meer de omvang van de schade en het causale verband aan de orde komen.
In dit geval heeft Erasmus in de dagvaarding alleen aangevoerd dat zij voor een vergoeding van de volledige schade die zij lijdt door de auteursrechtsinbreuken, dan wel het onrechtmatig handelen van Tentamentrainingen een verwijzing naar de schadestaat vordert. Erasmus heeft de mogelijkheid dat zij schade heeft geleden echter op geen enkele manier aannemelijk gemaakt. Zij heeft geen feiten gesteld waaruit blijkt waar de (financiële) schade uit zou bestaan. Daarom wordt de verwijzing naar de schadestaat afgewezen.
Proceskosten
5.42.
De vorderingen van Erasmus tegen Studeersnel worden allemaal afgewezen, maar de vordering jegens Tentamentrainingen wordt toegewezen. Daarom zullen de proceskosten worden uitgesplitst.
5.43.
Het overgrote deel van deze zaak zag op het geschil tussen Erasmus en Studeersnel en maar voor een klein deel op het geschil tussen Erasmus en Tentamentrainingen. De rechtbank bepaalt daarom dat verdeling tussen het deel van de proceskosten dat ziet op de vorderingen jegens Studeersnel wordt vastgesteld op 90% en voor 10% voor vorderingen jegens Tentamentrainingen.
Studeersnel
5.44.
Erasmus wordt in het ongelijk gesteld ten aanzien van de vorderingen jegens Studeersnel en moet daarom 90% van de proceskosten van Studeersnel betalen.
5.45.
Niet in geschil is dat artikel 1019h Rv in de onderhavige zaak van toepassing is. Primair heeft Studeersnel de volledige proceskosten als gespecificeerd gevorderd en subsidiair een vergoeding gebaseerd op de indicatietarieven voor IE-zaken in de categorie complexe zaken. De rechtbank sluit aan bij de indicatietarieven. Erasmus heeft ook betoogd dat de bedragen die in de indicatietarieven voor een complexe bodemzaak worden genoemd, redelijk zijn. Dit betekent dat een maximumtarief van € 35.000,- geldt.
Daarom zal slechts 90% van € 35.000, zijnde € 31.500, worden toegewezen. De werkelijke proceskosten liggen hoger en voor dat deel wordt de vordering afgewezen.
5.46.
De proceskosten van Studeersnel worden begroot op:
- griffierecht
608,40
(90% van het griffierecht)
- salaris advocaat
31.500,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
32.286,40
5.47.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Tentamentrainingen
5.48.
In het geschil tussen Erasmus en Tentamentrainingen wordt Tentamentrainingen in het ongelijk gesteld en moet Tentamentrainingen daarom de 10% van de proceskosten van Erasmus betalen.
5.49.
Ook hier is niet in geschil dat artikel 1019h Rv van toepassing is. Erasmus heeft de volledige proceskosten gevorderd. De rechtbank sluit echter aan bij een vergoeding gebaseerd op de indicatietarieven voor IE-zaken. Het geschil tussen Erasmus en Tentamentrainingen was minder complex en daarom wordt aangesloten bij de tarieven voor normale zaken. Dit betekent dat een maximumtarief van € 17.500,- geldt. 10% van dit tarief bedraagt € 1.750,- en dat zal worden toegewezen voor het salaris van de advocaat.
5.50.
De proceskosten van Erasmus worden begroot op:
- griffierecht
67,60
(10% van griffierecht)
- salaris advocaat
1.750,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.995,60
in voorwaardelijke reconventie
5.51.
De eis in reconventie is voorwaardelijk ingesteld. Beide partijen zijn het eens dat Erasmus geen beroep doet op de aansprakelijkheidsgrondslag van artikel 17 DSM Richtlijn.
Daarom hoeft de vordering in reconventie niet te worden behandeld. Bovendien wordt in conventie geen vordering jegens Studeersnel toegewezen, zodat ook de voorwaarde die Studeersnel aan de vordering in reconventie ten grondslag heeft gelegd, niet is vervuld. Aan de vordering in reconventie wordt daarom niet toegekomen. Op de vordering in reconventie hoeft geen beslissing te worden gegeven.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
ten aanzien van Studeersnel
6.1.
wijst de vorderingen van Erasmus af,
6.2.
veroordeelt Erasmus in de proceskosten van Studeersnel ter hoogte van € 32.286,40, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Erasmus niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt Erasmus tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
ten aanzien van Tentamentrainingen
6.5.
gebiedt Tentamentrainingen om binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden het aanbieden van delen van of beperkt bewerkte auteursrechtelijk beschermde (digitale) onderwijsmaterialen van Erasmus, zoals tentamenvragen en door Erasmus opgestelde standaard tentamenantwoorden,
6.6.
veroordeelt Tentamentrainingen om aan Erasmus een dwangsom te betalen
van telkens € 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet voldoet aan de bevelen onder 6.5, tot een maximum van € 250.000,00 is bereikt,
6.7.
veroordeelt Tentamentrainingen in de proceskosten van Erasmus van € 1.995,60, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Erasmus niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.9.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in voorwaardelijke reconventie
6.10.
verstaat dat de vordering geen behandeling behoeft.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. de Koning, mr. R.H.C. van Harmelen en mr. L. Voetelink, rechters, bijgestaan door mr. E.H. van Kolfschooten, griffier, en bij afwezigheid van de voorzitter door de oudste rechter in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024.
BIJLAGE 1
Ten aanzien van gedaagde sub 1, Studeersnel
A.
primair: te verklaren voor recht dat Studeersnel met het aanbieden van onderwijsmaterialen waarvan Erasmus rechthebbende is een openbaarmaking c.q. een "mededeling aan het publiek" verricht in de zin van de artikelen 1 en 12 Auteurswet (Aw) jo. artikel 3 Auteursrecht-richtlijn (Arl);
subsidiair: te verklaren voor recht dat Studeersnel een tussenpersoon is wier diensten worden gebruikt om inbreuk te maken op de auteursrechten van Erasmus in de zin van artikel 26d Aw;
meer subsidiair: te verklaren voor recht dat Studeersnel, door het systematisch en structureel faciliteren en stimuleren van inbreuken, onrechtmatig jegens Erasmus handelt in de zin van art. 6:162 Burgerlijk Wetboek (BW);
B.
Studeersnel te bevelen om binnen 14 dagen na het te dezen wijzen vonnis alle passende technische maatregelen te treffen die van een normaal behoedzame marktdeelnemer in haar situatie kunnen worden verwacht om op geloofwaardige en doeltreffende wijze inbreuken op het auteursrecht van Erasmus op haar website, in haar app en in eventuele andere aanbiedingsvormen tegen te gaan,
primair: door alle reeds openbaar gemaakte documenten en alle toekomstige nog te openbaar te maken documenten die blijkens de indexering betrekking hebben op Erasmus in de categorieën 'Oefenmateriaal' en 'Verplichte opgaven', dan wel in andere categorieën waarvan aannemelijk is dat materialen afkomstig van Erasmus daarin worden geüpload, waar in de URL en/of de beschrijving en/of de titel en/of op het voorblad en/of in de meta-informatie de bewoordingen 'tentamen'/'exam', 'syllabi'/'syllabus', 'werkboek'/workbook of 'college slides / lecture slides' voorkomen, te verwijderen dan wel niet openbaar te maken.
subsidiair: door alle reeds openbaar gemaakte documenten en alle toekomstige nog openbaar te maken documenten die blijkens de indexering betrekking hebben op Erasmus in de categorieën 'Oefenmateriaal' en 'Verplichte opgaven', dan wel in andere categorieën waarvan aannemelijk is dat materialen afkomstig van Erasmus daarin worden geüpload, waar in de URL en/of de beschrijving en/of de titel en/of op het voorblad en/of in de meta-informatie de bewoordingen 'tentamen'/'exam', 'syllabi'/'syllabus', 'werkboek'/workbook of 'college slides / lecture slides' voorkomen, waar het reeds openbaar gemaakte documenten betreft te controleren, en waar het toekomstig geüploade documenten betreft, voorafgaand aan de openbaarmaking te controleren,
a. bijvoorbeeld door de uploader nadrukkelijk middels een automatische pop-up schriftelijk te vragen te verklaren, dat het te uploaden document geen onderwijsmateriaal van Erasmus betreft, dan wel dat het onderwijsmateriaal door de uploader of een derde, niet zijnde Erasmus, is vervaardigd, voor zover dit er toe leidt dat de inbreuken hiermee doeltreffend worden tegengaan; of
b. door deze documenten op een andere, door Studeersnel te ontwikkelen en toe te passen, manier te controleren, om overblokkering tegen te gaan op een wijze die geen administratieve belasting vormt voor Erasmus.
meer subsidiair: dan wel door andere, door Studeersnel te ontwikkelen en toe te passen, passende technische maatregelen te treffen om op geloofwaardige en doeltreffende wijze inbreuken op het auteursrecht van Erasmus op haar website en in haar app tegen te gaan, die geen administratieve belasting vormt voor Erasmus, bijvoorbeeld door een categorie "tentamens en onderwijsmaterialen van universiteiten" te creëren en in deze categorie al het materiaal dat van de Erasmus afkomstig is te weigeren of te verwijderen en door in het upload proces de uploader expliciet te laten verklaren dat de uploader zelf auteursrechthebbende is of schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende heeft - door middel van een extra stap, pop up of prominent aanwezige balk waarop ter bevestiging iets moet worden aangevinkt en vervolgens voor akkoord moet worden geklikt, en het reeds beschikbare materiaal voor Erasmus op te schonen door alle documenten in de categorieën 'Oefenmateriaal' en 'Verplichte opgaven', waar in de URL en/of de beschrijving en/of de titel en/of op het voorblad en/of in de meta-informatie de bewoordingen 'tentamen'/' exam', 'syllabi' /'syllabus', 'werkboek' /workbook of 'college slides / lecture slides' voorkomen, te controleren, en indien dit auteursrechtelijk beschermd materiaal van Erasmus betreft te verwijderen.
C.
Studeersnel te veroordelen tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat zij in gebreke blijft van de verplichtingen onder B te voldoen;
D.
Studeersnel te veroordelen tot vergoeding van de volledige schade die Erasmus lijdt door het inbreukmakende dan wel het onrechtmatige handelen door Studeersnel, nader op te maken bij staat.
Ten aanzien van gedaagde sub 2, Tentamentrainingen,
E.
Tentamentrainingen te bevelen om binnen 10 dagen na het te dezen te wijzen vonnis te staken en gestaakt te houden het aanbieden van -delen van of zeer beperkt bewerkte- auteursrechtelijk beschermde (digitale) onderwijsmaterialen van Erasmus, zoals, maar niet beperkt tot, tentamenvragen en door Erasmus opgestelde standaard tentamenantwoorden, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van€ 5.000,- per dag of gedeelte van een dag dat zij in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen;
F.
Tentamentrainingen te veroordelen tot vergoeding van de volledige schade die Erasmus lijdt door het inbreukmakende dan wel het onrechtmatige handelen door Tentamentrainingen, nader op te maken bij staat.
Ten aanzien van beide gedaagden
G.
Studeersnel en Tentamentrainingen te veroordelen in de volledige proceskosten in de zin van artikel 1019h (Rv).

Voetnoten

1.Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (DSM Richtlijn).
2.HvJEG 16 juli 2009, ECLI:EU:C:2009:465, C-5/08 (Infopaq I).
3.ECLI:NL:PHR:2021:639, r.o. 3.24-3.25.
4.HvJ EU 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503
5.Hoge Raad 27 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:94.
6.Zie Youtube & Cyando, HvJ EU 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503, punt 114.
7.o.a. Youtube & Cyando, HvJ EU 22 juni 2021, ECLI:EU:C:2021:503, punt 109
8.Artikel 3 Handhavingsrichtlijn en o.a. de jurisprudentie: HvJEU 12 juli 2011, ECLI:EU:C:2011:474 (
9.HvJEU 3 oktober 2019, ECLI:EU:C:2019:821 (
10.Artikel 16 lid 2 DSA
11.Hoge Raad 30 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX6246
12.Hoge Raad 8 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7435