Uitspraak
WestlandUtrecht Bank,
Bank),
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
[gedaagde 1] en [gedaagde 2]).
1.De procedure
- het herstelexploot van 2 oktober 2023,
- het proces-verbaal van de rolzitting van 24 oktober 2023 waarin de gevolmachtigde van [gedaagde 1] mondeling heeft geantwoord,
- het tussenvonnis van 7 november 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
leningsovereenkomsten de
woning).
SWEW) in het kader van een Nationale Hypotheekgarantie (hierna:
NHG). In de offerte voorafgaand aan de lening staat:
Reglement). In artikel 4 daarvan staat dat alle verbintenissen tegenover de bank hoofdelijk zijn en artikel 1 lid 6 bevat een rechtskeuze voor Nederlands recht.
Hypocasso).
3.Het geschil
4.De beoordeling
bis [2] leent die verordening zich voor een overeenkomstige toepassing. [gedaagde 1] is in de procedure verschenen zonder de internationale rechtsmacht van de Nederlandse kantonrechter te betwisten. Daarmee is de Nederlandse kantonrechter bevoegd op basis van artikel 26 Brussel I-
bis. Voor [gedaagde 2] geldt dat tussen de vorderingen op haar en op [gedaagde 1] een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting in de zin van artikel 8 aanhef en lid 1 Brussel I-
bis. De vorderingen zijn immers gebaseerd op hetzelfde feitencomplex en dezelfde grondslagen. Daarom is de Nederlandse kantonrechter ook bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen tegen [gedaagde 2] .