ECLI:NL:RBAMS:2024:400

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
10748902 EA VERZ 23-991
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsrelatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 25 januari 2024 een beschikking gegeven in een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Entourage BV en [verweerder]. Het verzoek is ingediend door Entourage, die stelt dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. De zaak is ontstaan na een geschil over de voortzetting van het dienstverband van [verweerder] na de afloop van zijn contract op 2 mei 2023. Entourage heeft op 12 oktober 2023 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waarbij zij aanvoert dat [verweerder] zich niet beschikbaar heeft gehouden voor werk en dat de communicatie tussen partijen uitsluitend via advocaten verloopt. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en geoordeeld dat de verhouding tussen partijen dermate verstoord is dat voortzetting van het dienstverband niet van Entourage kan worden verlangd. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen, met ingang van 1 april 2024, en heeft de transitievergoeding vastgesteld op € 1.322,29 bruto. De billijke vergoeding is vastgesteld op nihil, omdat de schade voor [verweerder] beperkt is gebleven. Entourage is veroordeeld in de proceskosten van [verweerder].

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10748902 EA VERZ 23-991
beschikking van: 25 januari 2024
func.: 57327

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Entourage BV

gevestigd te Amsterdam
verzoekster
nader te noemen: Entourage
gemachtigde: mr. K. Aupers
t e g e n

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder
nader te noemen: [verweerder]
gemachtigde: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Entourage heeft op 12 oktober 2023 een verzoek ingediend, met producties, betreffende een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
[verweerder] heeft een verweerschrift, met producties, ingediend.
Entourage en [verweerder] hebben voorafgaand aan de zitting nadere stukken in het geding gebracht.
Het verzoek is mondeling behandeld op 21 december 2023. Namens Entourage zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] , vergezeld door de gemachtigde. [verweerder] is in persoon verschenen, vergezeld door mr. W.J. Floor namens de gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten aan de hand van een pleitnota toegelicht. Na verder debat en het onderzoeken van de mogelijkheid voor een schikking, is beschikking gevraagd en is een datum voor beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1982, is bij schriftelijke arbeidsovereenkomst van 3 mei 2022 met ingang van 2 mei 2022 in dienst getreden bij Entourage voor de duur van één jaar in de functie van Operations Manager. In de arbeidsovereenkomst is een bruto salaris opgenomen van € 4.000,00 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. Verder is in de arbeidsovereenkomst voor werkgever en werknemer een opzegtermijn opgenomen van ten minste twee maanden.
1.2.
Op 2 mei en 5 juli 2022 heeft Entourage klachten ontvangen van medewerkers over de wijze van communiceren van [verweerder] en vanwege discriminatie door [verweerder] .
1.3.
Op 15 november 2022 heeft de manager van [verweerder] , [naam 3] , een officiële waarschuwing gegeven aan [verweerder] over – kort gezegd – de houding van [verweerder] tegenover collega’s.
1.4.
Op 6 april 2023 hebben [verweerder] en [naam 4] en [naam 3] namens Entourage gesproken over de prestaties van [verweerder] .
1.5.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de vraag of de arbeidsovereenkomst na 2 mei 2023 is voortgezet. Entourage stelt zich op het standpunt dat zij tijdig aan [verweerder] hebben meegedeeld dat zijn contract niet wordt verlengd. [verweerder] stelt dat de arbeidsovereenkomst na 2 mei 2023 met medeweten en goedvinden van Entourage is voortgezet en dat hij na die datum heeft doorgewerkt.
1.6.
Bij verzoekschrift van 28 juli 2023 heeft [verweerder] verzocht om toekenning van een transitievergoeding. Dit verzoek heeft hij ingetrokken.
1.7.
Entourage heeft aan [verweerder] de transitievergoeding betaald en een eindafrekening opgesteld met een beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 mei 2023.
1.8.
[verweerder] heeft bij dagvaarding van 3 augustus 2023 in kort geding doorbetaling van zijn loon gevorderd totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd. Hiertoe stelde [verweerder] dat Entoruage niet heeft voldaan aan haar aanzegverplichting en dat hij na de einddatum van 1 mei 2023 feitelijk nog heeft doorgewerkt, zodat de arbeidsovereenkomst onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur is voortgezet.
1.9.
Bij vonnis van 18 september 2023 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat [verweerder] onvoldoende voor het voetlicht heeft gebracht dat hij na 1 mei 2023 nog werk heeft verricht voor Entourage. Ook de stelling van [verweerder] dat hij aanspraak heeft op een bonus van 25% is volgens de voorzieningenrechter onvoldoende onderbouwd. De voorzieningenrechter wijst daarom de vorderingen van [verweerder] die strekken tot betaling van het loon totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd, af.
1.10.
Tegen dit vonnis is [verweerder] in hoger beroep gekomen.

Verzoek

2. Entourage verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst met [verweerder] ex artikel 7:671b lid 1, onderdeel a Burgerlijk Wetboek (BW) voorwaardelijk te ontbinden, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van het geding. Dit verzoek doet zij voorwaardelijk, voor zover in de procedure in hoger beroep geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst is verlengd na 2 mei 2023.
3. Aan dit verzoek legt Entourage ten grondslag dat sprake is van een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 jo lid 1 BW. Volgens Entourage is sprake van een verstoorde arbeidsverhouding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onder g BW. Ter onderbouwing daarvan stelt Entourage - kort gezegd - dat door het starten van meerdere gerechtelijke procedures en het mislukken van verschillende schikkingspogingen het vertrouwen in [verweerder] weg is. [verweerder] heeft zich niet beschikbaar gehouden voor het verrichten van werk en de communicatie tussen partijen verloopt nog uitsluitend via de advocaten. Gelet op die omstandigheden is terugkeer naar de werkvloer volgens Entourage onmogelijk.

Verweer

4. [verweerder] voert als verweer - samengevat – dat er geen sprake is van een zodanig verstoorde arbeidsrelatie dat van Entourage niet kan worden verlangd het dienstverband voort te zetten. Het was Entourage die aanvankelijk niet wilde schikken; [verweerder] zag zich daarom genoodzaakt de procedures aanhangig te maken. Aanvankelijk heeft [verweerder] wel degelijk geprobeerd rechtstreeks te communiceren met Entourage. Dat hij zich heeft laten bijstaan door een gemachtigde, is zijn goed recht.
5. Als de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om betaling van de wettelijke transitievergoeding, verminderd met de € 1.440,00 bruto die Entourage al heeft betaald. Ook verzoekt hij om toekenning van een billijke vergoeding ter grootte van zijn loon inclusief emolumenten dat [verweerder] tot 2 mei 2024 had kunnen verdienen als de arbeidsovereenkomst niet tussentijds zou zijn ontbonden.

Beoordeling

Ontbinding op g-grond

6. De kantonrechter stelt voorop dat uit artikel 7:671b lid 1 jo 7:669 lid 1 BW volgt dat de arbeidsovereenkomst alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub c tot en met i BW en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt.
7. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de naar voren gebrachte feiten en omstandigheden dat inmiddels de verhouding tussen partijen dermate verstoord is, dat voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet van Entourage gevergd kan worden. Daarvan kan [verweerder] geen verwijt worden gemaakt, zoals hierna zal worden toegelicht. Dit neemt evenwel niet weg dat de arbeidsovereenkomst desondanks kan worden ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsrelatie (zie hiervoor het arrest van de Hoge Raad van 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:220).
8. Ook ligt herplaatsing van [verweerder] niet in de rede: enerzijds omdat Entourage heeft gesteld dat het vertrouwen in [verweerder] weg is, anderzijds omdat [verweerder] een eerder voorstel tot herplaatsing van de hand heeft gewezen.
9. De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Entourage zal toewijzen en dat de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 9, onderdeel a, BW voorwaardelijk zal worden ontbonden met ingang van 1 april 2024. Dat is de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd. De kantonrechter zal de proceduretijd niet in mindering brengen op de opzegtermijn, zoals hierna nader zal worden toegelicht.

Transitievergoeding

10. Omdat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, zal de door [verweerder] verzochte transitievergoeding op basis van artikel 7:673 BW worden toegekend. Voor de berekening gaat de kantonrechter uit van het bruto salaris van € 4.000,00 per maand, vermeerderd met 8% vakantietoeslag.
10. Voor het meeberekenen van een bonus van 25% ziet de kantonrechter geen aanleiding, nu de aanspraak op de bonus onvoldoende is komen vast te staan. De kantonrechter berekent de transitievergoeding op € 2.762,29 bruto. Hierop strekt in mindering het bedrag aan transitievergoeding dat Entourage al aan [verweerder] heeft betaald, zodat per saldo een bedrag van € 1.322,29 bruto resteert dat Entourage aan [verweerder] moet betalen.

Billijke vergoeding

12. Op grond van artikel 7:671b lid 9 sub c BW kan de kantonrechter een billijke vergoeding toekennen als de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat dergelijk ernstig verwijtbaar handelen of nalaten zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat. Daarvan is hier naar het oordeel van de kantonrechter sprake. De verstoorde arbeidsverhouding is naar het oordeel van de kantonrechter namelijk veroorzaakt door de wijze waarop Entourage ten opzichte van [verweerder] heeft gehandeld.
13. In deze procedure wordt verzocht om voorwaardelijke ontbinding, wat betekent dat pas van deze beschikking gebruik kan worden gemaakt als in een andere procedure is geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen voortduurt en dat derhalve de aanzegging tegen het einde van de arbeidsovereenkomst en het handelen van Entourage daaromtrent niet juist is verlopen. Uitgaande van die veronderstelling, heeft Entourage in de discussie daarover een onjuist standpunt ingenomen. Dat Entourage ten onrechte zo lang heeft gepersisteerd in haar standpunt dat de aanzegging wel juist is gedaan, heeft ertoe geleid dat [verweerder] zich genoodzaakt zag verschillende gerechtelijke procedures te starten, waardoor de verstoorde arbeidsverhouding is ontstaan. Dit kan Entourage alsdan in ernstige mate worden verweten.
14. Over de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding overweegt de kantonrechter het volgende. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad (onder meer HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle), HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:878 (Zinzia) en HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2218 (Service Now) volgt dat het er bij de begroting van de billijke vergoeding, kort gezegd, om gaat dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De rechter kan daarbij rekening houden met de gevolgen van het ontslag voor zover die zijn toe te rekenen aan het aan de werkgever van het ontslag te maken verwijt. De Hoge Raad heeft in dat verband een niet-limitatieve lijst van gezichtspunten geformuleerd die van belang kunnen zijn bij de begroting van de vergoeding, waaronder:
  • hetgeen de werknemer aan loon zou hebben genoten als het ontslag niet zou hebben plaatsgevonden;
  • de mate waarin de werkgever een verwijt valt te maken;
  • de gevolgen van het ontslag voor zover deze zijn toe te rekenen aan het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever;
  • of de werknemer inmiddels ander werk heeft gevonden en welke inkomsten hij daaruit geniet;
  • de andere inkomsten die de werknemer in de toekomst naar verwachting kan verwerven;
  • de hoogte van de aan de werknemer toekomende transitievergoeding.
15. Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op nihil. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de schade voor [verweerder] beperkt is gebleven, nu het dienstverband slechts één maand eerder eindigt dan het voortgezette dienstverband zou zijn geëindigd en Entourage hem tot die tijd zijn loon moet doorbetalen. Bovendien is niet zeker of het dienstverband wel tot 2 mei 2024 zou hebben geduurd, omdat onbetwist is gebleven dat er gesprekken zijn gevoerd over het onvoldoende goed functioneren van [verweerder] . Gelet hierop acht de kantonrechter [verweerder] met de betaling van de transitievergoeding en doorbetaling van zijn loon tot 1 april 2024 voldoende gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen van Entourage.
15. Gelet op wat hiervoor is overwogen over de ernstige verwijtbaarheid aan de kant van Entourage, zal de proceduretijd niet in mindering worden gebracht op de opzegtermijn.
15. Omdat aan de ontbinding een billijke vergoeding wordt verbonden, zal Entourage gelet op artikel 7:686a lid 6 BW in de gelegenheid worden gesteld om het verzoek in te trekken binnen de hierna genoemde termijn.
15. Bij deze uitkomst van de procedure zal Entourage met de proceskosten van [verweerder] worden belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 april 2024;
kent aan [verweerder] een billijke vergoeding toe ten laste van Entourage en stelt de hoogte daarvan op nihil;
veroordeelt werkgever tot betaling van transitievergoeding van € 1.322,29 bruto;
bepaalt dat het onder I t/m III gestelde rechtskracht ontbeert, indien het verzoek door Entourage uiterlijk op 8 februari 2024 wordt ingetrokken;
veroordeelt Entourage in de proceskosten van € 793,00, te betalen aan [verweerder] binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Entourage niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Entourage ook de wettelijke/Btag kosten van betekening betalen;
veroordeelt Entourage in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2024 in tegenwoordigheid van mr. D.C. Vink, griffier.