ECLI:NL:RBAMS:2024:3671
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en kenbaarheid van de verplichting tot betaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van Amerongen, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De heffingsambtenaar had op 17 mei 2023 een naheffingsaanslag opgelegd aan eiseres, omdat zij haar voertuig had geparkeerd zonder parkeerbelasting te betalen. Eiseres stelde dat zij geparkeerd stond op een laadplek voor elektrische voertuigen en dat zij niet op de hoogte was van de verplichting om parkeerbelasting te betalen, omdat de dichtstbijzijnde parkeerautomaat onvindbaar was en de parkeerapp van Flitsmeister het gebied niet herkende als betaald-parkeren gebied.
De rechtbank overwoog dat de verplichting om parkeerbelasting te betalen duidelijk kenbaar moet zijn gemaakt, maar dat de parkeerder ook een onderzoeksplicht heeft. De rechtbank concludeerde dat de heffingsambtenaar voldoende had voldaan aan het kenbaarheidsvereiste, aangezien er voldoende bebording en parkeerapparatuur in de omgeving aanwezig was. Eiseres had niet aangetoond dat zij op een andere wijze parkeerbelasting had voldaan, en de rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van het griffierecht.