Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Gdańsk,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
sentence of the Regional Court in Kwidzyn imposed on 24 August 2022,met referentie II K 990/21.
aggregate sentence’ – en de aanvullende informatie van 8 mei 2024, volgt dat de overlevering wordt verzocht ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een vonnis dat is opgelegd ten aanzien van twee strafbare feiten, waarbij de daarvoor geldende straffen bij elkaar zijn samengevoegd. De rechtbank ziet daarmee ook geen aanleiding om nadere vragen te stellen hierover aan de Poolse autoriteiten.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: Poolse rechtstaat
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
District Court in Gdańskvan 6 april 2023 de zaak ten gronde definitief is afgedaan en daartegen geen gewoon rechtsmiddel open staat. Dat betekent dat de rechtbank enkel de procedure in hoger beroep hoeft te toetsen aan artikel 12 OLW. [6]
District Court in Gdańskvan 6 april 2023 is gewezen, terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die de beslissing heeft geleid, zodat moet worden beoordeeld of zich één van de omstandigheden heeft voorgedaan genoemd in artikel 12, onder a tot en met d, OLW.
the District Courtin Gdańsk met referentie V Ka 2253/22:
6.Schorsingsverzoek
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter zitting teneinde de officier van justitie in gelegenheid te stellen de hiervoor onder 6. genoemde vragen voor te leggen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit;
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Gdańsk,Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB;
uiterlijk 14 dagen voor 11 juli 2024, zijnde het einde van de verlengde beslistermijn,