Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Poznań,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
District Court in Trzcianka(referentie: II Ko 777/22), waarbij de executie is bevolen van een vervangende hechtenis van 150 dagen ter vervanging van een vrijheidsbeperkende straf (taakstraf) van 10 maanden opgelegd bij vonnis van 17 maart 2022 van de
District Court in Trzcianka(referentie: II K 750//21).
Ardicvan het Hof van Justitie van de Europese Unie, ten aanzien waarvan geen beoordelingsruimte heeft bestaan. De omzettingsbeslissing valt daarmee niet onder de reikwijdte van artikel 12 OLW, enkel het vonnis met kenmerk II K 750/21. Ten aanzien van dit vonnis heeft te gelden dat geen sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 12, onder a tot en met d, OLW. De opgeëiste persoon heeft in deze procedure echter de gebruikelijke adresinstructie ontvangen, waarna hij heeft nagelaten zijn adreswijziging door te geven. Hij heeft daarmee stilzwijgend afstand gedaan van zijn recht om op de zitting aanwezig te zijn en op die manier gebruik te maken van zijn verdedigingsrechten. Om die reden kan de rechtbank afzien van haar bevoegdheid om de overlevering te weigeren.
District Court in Trciankamet kenmerk II K 750/21 is aan de opgeëiste persoon een vrijheidsbeperkende straf (taakstraf) van 10 maanden opgelegd. Bij beslissing van 2 november 2022 van de
District Court in Trzciankamet kenmerk II Ko 777/22 is de tenuitvoerlegging bevolen van een vervangende hechtenis van 150 dagen.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter zitting teneinde de officier van justitie in gelegenheid te stellen de hiervoor onder 3.1. genoemde vraag voor te leggen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit;
voor 30 juni 2024, zijnde het einde van de verlengde beslistermijn,