3.4.Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde opzettelijke invoer van hennep. De rechtbank acht dit feit daarom bewezen.
Omdat verdachte de invoer heeft bekend en door de raadsvrouw geen vrijspraak is bepleit, zal de rechtbank voor wat betreft dit feit volstaan met de navolgende opsomming van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
de bekennende verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 24 april 2024;
een proces-verbaal van bevindingen met fotobijlage met documentcode PL 1300-2022205943-5 van 29 september 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1], [opsporingsambtenaar 2] en [opsporingsambtenaar 3], doorgenummerde pagina’s004 - 015;
een proces-verbaal van bevindingen met documentcode PL 1300-2022205943-11 van 6 oktober 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 4] en [opsporingsambtenaar 5], doorgenummerde pagina’s 016 - 017;
een proces-verbaal van forensisch onderzoek bedrijf met documentcode PL 1300-2022205943-13 van 7 december 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 6] en [opsporingsambtenaar 7], doorgenummerde pagina’s 021 - 024;
een geschrift inhoudende een verslag van Politie Amsterdam, Dienst Regionale Recherche, Laboratorium Forensische Opsporing d.d. 19 december 2022, nummer 1157822, opgemaakt door drs. [forensisch expert], forensisch expert.