ECLI:NL:RBAMS:2024:2635

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
C/13/737953 HA ZA 23-733
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon en beursmakelaar in verband met niet-verzekerd concert door coronamaatregelen

In deze zaak vordert de festivalorganisator Greenhouse schadevergoeding van haar assurantietussenpersoon Elswout, omdat deze niet heeft gezorgd voor de verzekering van een concert van Rammstein in België, dat door coronamaatregelen niet doorging. Greenhouse stelt dat Elswout haar zorgplicht heeft geschonden. Elswout wijst op de beursmakelaar Klap, die volgens haar de grootste fout heeft gemaakt door geen polis op te stellen. De rechtbank oordeelt dat Elswout inderdaad haar zorgplicht heeft geschonden en daarom aansprakelijk is voor de schade van Greenhouse. De schade die Elswout aan Greenhouse moet vergoeden, mag zij voor de helft verhalen op Klap. De procedure omvat verschillende stappen, waaronder dagvaardingen, conclusies en mondelinge behandelingen, waarbij de rechtbank uiteindelijk tot een vonnis komt. De zaak heeft ook een internationaal aspect, aangezien Greenhouse in België is gevestigd, maar de rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De rechtbank past het Nederlandse recht toe, en concludeert dat Elswout tekort is geschoten in haar verplichtingen als assurantietussenpersoon. De schadevergoeding wordt toegewezen, met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 8 mei 2024
in de zaak met het zaaknummer / rolnummer C/13/737953 / HA ZA 23-733 (hierna: de hoofdzaak) van
de vennootschap naar buitenlands recht
GREENHOUSE TALENT,
gevestigd te Gent (België),
eiseres,
advocaat: mr. E.J. Eijsberg te Rotterdam,
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidASSURANTIEGROEP ELSWOUT B.V.,

gevestigd te Haarlem,
advocaat: mr. M.H.S. Verhoeven te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KLAP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaat: mr. C. Banis te Rotterdam,
gedaagden,
en in de zaak met het zaaknummer / rolnummer C/13/742109 / HA ZA 23-1020 (hierna: de vrijwaringszaak) van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ASSURANTIEGROEP ELSWOUT B.V.,
gevestigd te Haarlem,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. M.H.S. Verhoeven te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KLAP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C. Banis te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Greenhouse, Elswout en Klap genoemd worden.

1.De zaak in het kort

1.1.
Festivalorganisator Greenhouse vordert (in de hoofdzaak) schadevergoeding van haar assurantietussenpersoon Elswout. Volgens Greenhouse heeft Elswout haar zorgplicht geschonden. Elswout heeft er namelijk niet voor gezorgd dat een concert van Rammstein in België was verzekerd. Dit concert is vanwege corona niet doorgegaan. Als Elswout niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade van Greenhouse, dan is volgens Greenhouse de beursmakelaar, Klap, aansprakelijk.
1.2.
Elswout op haar beurt meent dat Klap de grootste fout heeft gemaakt, omdat zij er niet voor heeft gezorgd dat een polis is opgemaakt. Daarom vindt Elswout (in de vrijwaringszaak) dat zij, als zij aansprakelijk wordt geacht jegens Greenhouse, de schade die zij aan Greenhouse moet betalen op Klap mag verhalen.
1.3.
De rechtbank oordeelt dat Elswout haar zorgplicht heeft geschonden en daarom aansprakelijk is jegens Greenhouse. De schade die zij als gevolg daarvan aan Greenhouse moet betalen mag zij voor de helft verhalen op Klap.
De procedure in de hoofdzaak
1.4.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 juni 2023, met producties,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring tevens houdende conclusie van antwoord in de hoofdzaak van Elswout, met producties,
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Klap,
- de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident van Greenhouse,
- het vonnis in de incidenten van 1 november 2023, waarin is bepaald dat Elswout Klap in vrijwaring mag oproepen en dat Klap Elswout in vrijwaring mag oproepen,
- de conclusie van antwoord van Klap, met producties,
- het tussenvonnis van 6 december 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 21 maart 2024 en de daarin vermelde stukken,
- de brief van 4 april 2024 van mr. Munnik (advocaat van Elswout) met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de e-mail van 8 april 2024 van mr. Banis met een opmerking over het proces-verbaal.
1.5.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De procedure in de vrijwaringszaak

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 november 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende reconventionele vordering, met producties,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het tussenvonnis van 13 maart 2024, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 21 maart 2024,
- de brief van 4 april 2024 van mr. Munnik met opmerkingen over het proces-verbaal,
- de e-mail van 8 april 2024 van mr. Banis met een opmerking over het proces-verbaal.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

De betrokken partijen
3.1.
Greenhouse is een internationale concert- en comedypromotor, booking agency en festivalorganisator met kantoren in België en Nederland.
3.2.
Elswout is een assurantietussenpersoon en treedt als zodanig al jarenlang op voor Elswout.
3.3.
Klap is een beursverzekeringsmakelaar.
De geplande concerten van Rammstein in 2020 in Oostende en in Nijmegen
3.4.
In 2019 heeft Greenhouse twee concerten van de band Rammstein in 2020 in Oostende (België) en in Nijmegen gepland (hierna: het concert in Oostende en het concert in Nijmegen). De concerten zouden plaatsvinden op respectievelijk 10 juni 2020 en 24 juni 2020. Vanwege de coronamaatregelen zijn de concerten van de Europese (stadion)tour van Rammstein van 2020 geannuleerd en hebben (ook) de concerten in Oostende en Nijmegen niet kunnen plaatsvinden.
3.5.
Rammstein heeft in het kader van een volgende tour onder meer op 3 augustus en 4 augustus 2022 concerten gegeven in Oostende.
Correspondentie over de verzekering
3.6.
Greenhouse heeft in verband met de geplande concerten in Oostende en Nijmegen contact met Elswout opgenomen voor dekking van deze evenementen.
3.7.
Bij e-mail van 18 juli 2019 heeft Greenhouse aan [naam 1] (hierna: [naam 1] ) van Elswout gevraagd om Klap en Elswout een voorstel te laten maken voor het concert in Nijmegen. Elswout heeft dit verzoek doorgestuurd naar Klap.
3.8.
Op 4 oktober 2019 heeft [naam 2] (hierna: [naam 2] ) van Klap via de e-mail aan [naam 1] om 9.06 uur bevestigd dat de verzekering voor het concert in Nijmegen in dekking is gegeven.
3.9.
Op diezelfde dag, op 4 oktober 2019, heeft Greenhouse om 13.38 uur een e-mail gestuurd aan [naam 1] en gevraagd of het concert in Oostende kan worden verzekerd tegen
non-appearance & terreur.
3.10.
[naam 1] heeft daarna, om 14.40 uur, een e-mail gestuurd aan [naam 2] en gevraagd of Klap het concert in Oostende ‘
conform Nijmegen denk ik’ in dekking wil nemen en daarna aan hem wil bevestigen.
3.11.
[naam 1] heeft op 4 oktober 2019, om 14.44 uur, in antwoord op de onder 3.9 aangehaalde e-mail gemeld aan Greenhouse dat hij de show in dekking heeft gegeven.
3.12.
[naam 2] heeft op 4 oktober 2019, om 15.33 uur, aan een vijftal verzekeraars een e-mail gestuurd met het verzoek om het concert in Oostende te verzekeren.
3.13.
[naam 2] heeft op 4 oktober 2019 om 16.06 uur de onder 3.10 bedoelde vraag van [naam 1] beantwoord met de mededeling dat zij de aanvraag had uitgezet bij de verzekeraars en verder het volgende geschreven:
“Ik neem aan dat jij het terrorisme risico zelf regelt?
Weet jij welke assurantiebelasting in België op evenementenverzekeringen van toepassing is?
Mijn collega [naam 3] staat in de cc.
Vandaag is de laatste dag voor mijn vakantie. 21 oktober ben ik weer op kantoor.”
3.14.
De verzekeraars Nationale Nederlanden, MS Amlin, Reaal en Avéro Achmea hebben respectievelijk op 4 oktober, 5 oktober en 8 oktober 2019 akkoord gegeven op het verzoek van [naam 2] om het concert in Oostende te verzekeren.
3.15.
Op 8 oktober 2019 is voor het concert in Nijmegen door Klap de polis opgemaakt en afgegeven. Op diezelfde dag werd heeft Klap ook een offerte
Political Risk(uitsluitend dekking ten behoeve van het terrorismerisico) ten behoeve van het concert in Oostende toegezonden aan Elswout.
3.16.
Op 14 oktober 2019 heeft de vijfde verzekeraar, Navigators, als volgt geantwoord op de onder 3.12 bedoelde e-mail van [naam 2] van 4 oktober 2019:
“Deze week ben ik nog even bezig met de laatste loodjes van het achterstallige werk dat tijdens de vakantie is blijven liggen. Zo ook onderstaand bericht waar ik nu eindelijk aan toe kom.
Is deze offerte eveneens als het NL Rammstein event doorgegaan?? En zo ja, wordt dit dan zoals [naam 4] voorstelde onder 1 polis gebracht?”
3.17.
In antwoord op deze e-mail heeft [naam 2] op 21 oktober 2019 aan Navigators gemaild:
“Ik ben ook weer terug van vakantie.
Voor België is het nog een offerte.
1 polis lukt niet omdat het twee verschillende entiteiten zijn.”
3.18.
Op 25 februari 2020 heeft [naam 1] een e-mail gestuurd aan [naam 2] , waarin hij aangeeft dat Elswout nog geen polis (voor het concert in Oostende) heeft ontvangen, maar wel die voor het concert in Nijmegen.
3.19.
Op 26 februari 2020 heeft [naam 2] aan de verzekeraars de volgende e-mail gestuurd:
“Beste allemaal, Ik kreeg een vraag van de tussenpersoon waar de polis blijft. En ik zie nu dat de polis helaas nog niet is opgemaakt. Excuses voor het ongemak.”
3.20.
Op dezelfde dag heeft [naam 2] aan [naam 1] gemaild dat de polis (voor het concert in Oostende) inderdaad nog niet was opgemaakt en dat zij het oppakt en ervoor zorgt dat de polis en nota zo spoedig mogelijk volgen.
3.21.
Op 30 maart 2020 heeft MS Amlin aan [naam 2] het volgende gemaild:
“Ik mail je even met betrekking tot een vraag over een polis die ik tegen kom in eABS. Het betreft de polis van Greenhouse Talent BVBA voor het concert van Rammstein op 10 juni in Oostende.
Na jouw aanvraag op 4 oktober 2019 heb ik hier voor zo ver ik kan achterhalen eigenlijk nooit een akkoord van de klant van voorbij zien komen. Wanneer is deze offerte door de klant geaccepteerd? Je snapt dat dit gezien de omstandigheden een vrij essentieel punt is.
Om definitieve dekking te kunnen beoordelen zou ik je willen vragen of je het akkoord van de klant op de uitgebrachte offerte kunt sturen.
Omdat ik niet uitsluit dat de andere verzekeraars mogelijk dezelfde vraag hebben, heb ik hun voor het gemak even in cc gezet.”.
3.22.
Op 31 maart 2020 heeft Navigators aan [naam 2] gemaild:
“Bij bericht van 21 oktober 2019 werden wij geïnformeerd dat het evenement van Rammstein in België zich nog slechts in een offertestadium bevond. Er was op dat moment nog geen sprake van totstandkoming van een verzekeringsovereenkomst. Daarna hebben wij niets meer vernomen. Zie in dat kader bijgevoegd bericht.
Graag ontvangen wij de overige correspondentie waaruit blijkt dat op enig moment overeenstemming ten aanzien van de verzochte verzekeringsdekking is bereikt.”
3.23.
Daarop heeft [naam 2] op dezelfde dag geantwoord:
“Ik kan niet meer terughalen waarom ik tegen jou gezegd heb dat het gaat om een offerte. Het sluitdossier speelde tijdens mijn vakantie en heeft daarom niet mijn volledige aandacht gehad en is daarom ook uit het oog verloren voor de opmaak.
De tussenpersoon weet ook niet beter dan dat het gewoon allemaal in dekking moest en was gegeven. (…)”
3.24.
Bij e-mail van 8 april 2020 heeft Nationale Nederlanden het volgende gemeld aan [naam 2] :
“Naar aanleiding van de berichten van Amlin en Navigators ben ik ook nog in de correspondentie gedoken.
Ik kan me enigszins wel vinden in hun standpunt, maar ben ook in de onderliggende correspondentie gedoken. Het lijkt erop dat het vanaf 4 oktober de intentie van Greenhouse is geweest de verzekering bij ons te sluiten en zij zijn ook vanaf die datum al in de veronderstelling dat ze verzekerd zijn. Dit is niet zodanig naar verzekeraars gecorrespondeerd, maar blijkt wel uit de onderliggende correspondentie tussen jullie, Elswout en de eindklant Greenhouse.
Wij zijn daarom bereid het aanbod zonder clausule te respecteren, onder voorbehoud dat de andere (volg)verzekeraars dat ook doen, want anders komt de polis niet tot stand.”
3.25.
Op 23 april 2020 heeft Navigators aan [naam 2] gemaild:
“Naar aanleiding van onderstaand bericht hebben wij de inhoud van ons dossier nader bestudeerd en Van Traa Advocaten om juridisch advies verzocht. Op basis van haar bevindingen kunnen wij als volgt berichten.
Ten aanzien van bovengenoemd evenement stelt Navigators zich op het standpunt dat geen verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen. De polis zoals aangeboden in e-abs zal dan ook niet door Navigators worden geaccordeerd. De door Klap bij onderstaand bericht beschikbaar gestelde informatie geeft ons helaas geen aanleiding dit standpunt te heroverwegen.”
3.26.
Op 29 april 2020 heeft [naam 2] Navigators nog een mail gestuurd, waarin stond:
“Nog een aanvullende vraag.
Op 26 februari 2020 stuur ik de mail aan alle verzekeraars dat wij vergeten zijn de polis op te maken. Heeft Van Traa deze mail ook meegenomen in zijn inzicht dat er geen verzekering tot stand is gekomen?”
3.27.
Op 1 mei 2020 heeft MS Amlin aan [naam 2] laten weten dat zij ook tot de conclusie is gekomen dat er geen sprake kan zijn van totstandkoming van de verzekering (voor het concert in Oostende).
3.28.
Op 1 oktober 2020 heeft Klap aan Elswout gemaild dat er voor het concert in Oostende geen polis overeenkomst tot stand is gekomen. Verder staat in die e-mail:
“Dat betekent voor nu, dat zolang er geen claim en/of aansprakelijkheidsstelling is, wij het dossier sluiten. Wij zullen verdere berichtgeving van jou in deze afwachten. Uiteraard treden wij samen in overleg waar nodig en zullen wij in dit dossier gezamenlijk optrekken waar mogelijk.”
3.29.
Op 11 november 2020 heeft Greenhouse van Elswout het bericht ontvangen dat er geen polis voor het concert in Oostende tot stand is gekomen. Elswout heeft daarbij verwezen naar de eerdere e-mailwisseling van februari waarin [naam 2] tegenover de verzekeraars heeft aangegeven dat zij vergeten is de polis op te maken. De verzekeraars hebben het latere verzoek niet geaccepteerd, aldus Elswout in de e-mail.
Aansprakelijkheidsstellingen
3.30.
Bij brief van 14 december 2020 heeft Greenhouse Elswout in gebreke gesteld om alsnog het nodige te doen om de overeengekomen verzekeringsdekking voor het concert in Oostende in orde te brengen. Daarbij heeft Greenhouse zich het recht voorbehouden om, indien Elswout daarin niet slaagt, haar schade te verhalen op Elswout.
3.31.
Bij brief van 11 februari 2021 heeft Elswout iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen. Voor zover Greenhouse haar schade wenst te verhalen heeft Elswout haar daarvoor verwezen naar Klap.
3.32.
Bij e-mail van 18 februari 2021 heeft Elswout de aansprakelijkstelling van Greenhouse doorgestuurd naar Klap. Daarbij heeft Elswout aan Klap meegedeeld dat de schade van Greenhouse is veroorzaakt door een fout van Klap, als gevolg waarvan Klap deze aan Greenhouse dient te vergoeden.
3.33.
Bij e-mail van 22 februari 2021 heeft Greenhouse Klap verzocht haar te laten weten of zij open staat voor een gesprek over het concert in Oostende en daarbij al haar rechten en weren voorbehouden.
3.34.
Bij e-mail van 13 maart 2023 heeft Elswout Klap aansprakelijk gesteld voor alle schade die Elswout lijdt als gevolg van de beroepsfout van Klap, omdat door Klap – anders dan richting Elswout was aangegeven – nog geen polis was opgemaakt.
3.35.
Bij e-mail van 15 maart 2023 heeft Klap iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen en op haar beurt Elswout aansprakelijk gesteld voor schade die Klap mogelijk zal lijden in verband met de vordering van Greenhouse.

4.Het geschil

in de hoofdzaak
4.1.
Greenhouse vordert – samengevat – na eiswijziging dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair
i. voor recht verklaart dat Elswout tekort is geschoten in haar taken en zorgplicht als assurantietussenpersoon en aldus gehouden is de schade te vergoeden die Greenhouse onder de beoogde polis vergoed zou hebben gekregen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 oktober 2019, althans vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
subsidiair
voor recht verklaart dat Klap gehouden is (het restant van) de schade te vergoeden die Greenhouse onder de beoogde polis vergoed zou hebben gekregen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 oktober 2019, althans vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
primair en subsidiair
Elswout en Klap veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag tot aan de dag der algehele voldoening,
Elswout en Klap veroordeelt in de proces- en nakosten.
4.2.
Greenhouse legt – samengevat – aan haar vorderingen het volgende ten grondslag.
4.2.1.
Elswout is tegenover Greenhouse tekortgeschoten in de nakoming van haar zorgplicht als assurantietussenpersoon. Elswout heeft niet zorggedragen voor de totstandkoming van de door Greenhouse beoogde evenementenverzekering voor het concert in Oostende, dit terwijl zij aan Greenhouse had bevestigd dat het concert in dekking was gegeven. Dit komt allereerst door verzuim aan de zijde van Klap, maar Klap is te beschouwen als een hulppersoon van Elswout in de zin van artikel 6:76 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), zodat Elswout voor de fouten van Klap aansprakelijk is jegens Greenhouse. Daarnaast heeft Elswout zelf ook fouten gemaakt die ertoe hebben geleid dat de beoogde verzekering niet tot stand is gekomen. Elswout heeft de volgende fouten gemaakt:
  • zij heeft ten onrechte aan Greenhouse bevestigd dat het risico in dekking was gegeven,
  • zij heeft niet aangeslagen op de “offerte Political Risk” die Klap op 8 oktober 2019 aan Elswout toezond, bijvoorbeeld door aan te geven dat het niet de bedoeling was om uitsluitend het terrorismerisico te verzekeren,
  • zij heeft pas op 25 februari 2020 – oftewel maanden later – geconstateerd dat de polis nog niet was ontvangen en
  • zij heeft pas op dat moment bij Klap geïnformeerd naar de polis voor het concert in Oostende.
4.2.2.
Subsidiair spreekt Greenhouse Klap aan. Klap heeft onrechtmatig gehandeld jegens Greenhouse door haar buitencontractuele zorgplicht jegens Greenhouse te schenden. Immers, wanneer een partij zoals Klap zich contractueel heeft gebonden aan Elswout en de contractsverhouding waarbij zij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden (Greenhouse) zijn verbonden, staat het haar niet zomaar vrij de belangen te verwaarlozen die die derden bij de behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben. De belangen van Greenhouse zijn verwaarloosd doordat Klap de totstandkoming van de verzekering niet heeft gerealiseerd.
4.2.3.
Dit alles leidt ertoe dat primair Elswout en subsidiair Klap gehouden is om de door Greenhouse geleden schade te vergoeden. Het concert in Oostende heeft op 10 juni 2020 geen doorgang kunnen vinden. Als er een polis tot stand was gekomen, dan had Greenhouse de schade ten gevolge van de afgelasting van het concert vergoed gekregen onder de beoogde verzekeringspolis. Nu dienen Elswout en/of Klap de schade te vergoeden conform het bepaalde in de (beoogde) verzekeringspolis.
4.3.
Elswout en Klap voeren afzonderlijk verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in de vrijwaringszaak
in conventie
4.5.
Elswout vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Klap veroordeelt om aan Elswout te betalen datgene waartoe Elswout als gedaagde in de hoofdzaak, of in een daarop volgende schadestaatprocedure of anderszins, jegens Greenhouse mocht worden veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling, met veroordeling van Klap in de proces- en de nakosten van de vrijwaring.
4.6.
Elswout legt – samengevat – aan haar vordering het volgende ten grondslag. Het is Klap die heeft nagelaten het concert in Oostende in dekking te geven bij de verzekeraars, terwijl zij aan Elswout ten onrechte heeft voorgehouden dat zij hier al wel zorg voor had gedragen. Er is sprake van een beroepsfout van Klap. Elswout mocht uitgaan van de juistheid van de mededeling van [naam 2] dat het concert in dekking was gegeven aan de verzekeraars. Daaraan hoefde Elswout niet te twijfelen. Uit het uitblijven van nadere vragen van verzekeraars mocht Elswout afleiden dat zich geen problemen voordeden. De omstandigheid dat Elswout in februari 2020 nog geen polis had ontvangen, maakt het voorgaande niet anders, omdat het gebruikelijk is dat tussen het moment van de bevestiging en de ontvangst van de polis enkele weken tot maanden liggen.
4.7.
Klap voert verweer.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.9.
Klap vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Elswout veroordeelt om aan Klap te betalen datgene waartoe Klap als gedaagde in de hoofdzaak, of in een daaropvolgende schadestaatprocedure of anderszins jegens Greenhouse mocht worden veroordeeld, met inbegrip van de proceskosten, met veroordeling van Elswout in de proces- en nakosten van dit geding.
4.10.
Elswout voert verweer.
4.11.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in de hoofdzaak
De rechtsmacht
5.1.
De onderhavige zaak bevat een internationaal aspect, nu Greenhouse in België is gevestigd. De rechtbank moet daarom ambtshalve onderzoeken of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt. Dat is het geval. De zaak betreft een handelszaak als bedoeld in artikel 1 van de Brussel I bis-Verordening. [1] Op grond van artikel 4 lid 1 in samenhang met artikel 63 lid 1 van de Brussel I bis-Verordening heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om van de vorderingen van Greenhouse kennis te nemen, omdat Elswout en Klap in Nederland zijn gevestigd. Bovendien zijn Elswout en Klap ook verschenen zonder de rechtsmacht van de Nederlandse rechter te betwisten (zie artikel 26 lid 1 van de Brussel I bis-Verordening).
Het toepasselijk recht
5.2.
Ook dient de rechtbank ambtshalve te beoordelen welk recht van toepassing is op de vorderingen van Greenhouse.
5.3.
Ten aanzien van de primaire vordering van Greenhouse die betrekking heeft op de gestelde tekortkoming van Elswout in de nakoming van de tussen hen gesloten overeenkomst van opdracht, moet het toepasselijke recht worden gevonden aan de hand van de Rome I-Verordening. [2] Artikel 3 van de Rome I-Verordening bepaalt dat een overeenkomst wordt beheerst door het recht dat partijen hebben gekozen. De rechtskeuze moet uitdrukkelijk zijn gedaan óf voldoende blijken uit de bepalingen van de overeenkomst óf de omstandigheden van het geval. In dit geval blijkt uit de omstandigheden van het geval dat partijen een stilzwijgende rechtskeuze hebben gemaakt voor het Nederlandse recht. Greenhouse heeft zich ter onderbouwing van haar standpunten op bepalingen uit het Nederlandse BW beroepen en Elswout en Klap verweren zich door zich eveneens te beroepen op bepalingen uit het Nederlandse recht.
5.4.
Ten aanzien van de subsidiaire vordering van Greenhouse die gebaseerd is op een onrechtmatige daad van Klap, moet het toepasselijke recht worden gevonden aan de hand van de Rome II-Verordening. [3] In artikel 14 lid 1 van de Rome II-Verordening is bepaald dat partijen een rechtskeuze kunnen maken. Ook deze keuze kan voldoende blijken uit de omstandigheden van het geval. Nu partijen ook met betrekking tot de vordering die gebaseerd is op een onrechtmatige daad zich over en weer beroepen op bepalingen uit het Nederlandse recht, blijkt daaruit voldoende dat zij een rechtskeuze hebben gemaakt voor het Nederlandse recht. Tussen partijen is verder ook niet in geschil dat het Nederlandse recht van toepassing is op de vorderingen. De rechtbank zal het Nederlandse recht toepassen.
De primaire vordering tegen Elswout
Is Elswout tekortgeschoten?
5.5.
De vraag is of Elswout als assurantietussenpersoon een op haar rustende zorgplicht tegenover Greenhouse heeft geschonden.
Juridisch kader
5.6.
De rechtsverhouding tussen Greenhouse en Elswout moet worden aangemerkt als een voortvloeiend uit een overeenkomst van opdracht, waarop de artikelen 7:400 BW e.v. van toepassing zijn. Als assurantietussenpersoon dient Elswout tegenover Greenhouse, op grond van artikel 7:401 BW, bij haar werkzaamheden de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon mag worden verwacht. Het is haar taak te waken voor de belangen van haar opdrachtgever, de (aspirant)verzekeringnemer. De reikwijdte van deze zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, met name van de aard en inhoud van de opdracht en de belangen van de cliënt/opdrachtgever voor zover kenbaar voor de tussenpersoon. De zorgplicht vergt in elk geval een actieve en voortdurende bemoeienis door de assurantietussenpersoon met alle tot zijn portefeuille behorende verzekeringen om te bewerkstelligen dat de belangen van zijn opdrachtgever ter zake van elk van die verzekeringen steeds adequaat zijn gediend. [4]
Elswout heeft haar zorgplicht tegenover Greenhouse geschonden
5.7.
De rechtbank is tegen deze achtergrond van oordeel dat Elswout de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden. Zij heeft onvoldoende bewaakt dat de beoogde verzekering voor het concert in Oostende tot stand kwam. Elswout heeft Greenhouse op 4 oktober 2019 gemaild dat het concert in Oostende in dekking was gegeven (zie 3.11), terwijl zij daarvan nog geen bevestiging van Klap had ontvangen en achteraf bleek dat dit niet het geval was. Op basis van deze e-mail van haar assurantietussenpersoon mocht Greenhouse ervanuit gaan dat het concert daadwerkelijk in dekking was gegeven. Dat dit zo mocht worden opgevat, is ook door Elswout zelf bevestigd op zitting. Elswout heeft verder pas 25 februari 2021 navraag gedaan bij Klap naar de polis, omdat zij deze nog niet had ontvangen. Elswout heeft onvoldoende weersproken dat, als zij deze navraag eerder had gedaan, zij haar verzuim nog zou hebben kunnen herstellen. In februari 2021 was het daarvoor te laat: de corona epidemie was al aangevangen en de verzekeraars bleken niet allemaal meer bereid om de aangevraagde dekking te verlenen. Elswout heeft dan ook de belangen van haar opdrachtgever onvoldoende adequaat gediend.
5.8.
Het verweer van Elswout dat voor de totstandkoming van een evenementenverzekering ten behoeve van Greenhouse geen sprake is van een resultaatsverbintenis, maar hooguit van een inspanningsverbintenis doet daaraan geen afbreuk. Waar het om gaat is dat Elswout zich de kenbare belangen van Greenhouse onvoldoende heeft aangetrokken.
5.9.
Elswout heeft daarnaast als verweer aangevoerd dat er sprake is van een beroepsfout van Klap, omdat Klap (in de persoon van [naam 2] ) vergeten is de polis op te maken en daarmee de verzekering niet daadwerkelijk tot stand is gebracht. Elswout mocht afgaan op de juistheid van de mededeling van [naam 2] (zie 3.13) over het in dekking geven. Volgens Elswout maakt dit dat zij niet aansprakelijk kan zijn voor de gestelde schade van Greenhouse en dat Greenhouse bij Klap moet zijn.
5.10.
Dit verweer gaat niet op. Klap is in de verhouding tussen Elswout en Greenhouse te beschouwen als een hulppersoon van Elswout in de zin van artikel 6:76 BW. Dit leidt ertoe dat Elswout, nu zij bij de uitvoering van de overeenkomst van opdracht met Greenhouse gebruik heeft gemaakt van de hulp van Klap als beursmakelaar, aansprakelijk is voor de gedragingen van Klap. Dat [naam 2] is vergeten (tijdig) de polis op te maken, komt in de verhouding van Greenhouse tot Elswout dan ook voor rekening van Elswout.
5.11.
Elswout heeft zich ook op het standpunt gesteld dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Greenhouse – primair – Elswout aansprakelijk houdt. Omdat Greenhouse zelf in niet mis te verstane bewoordingen heeft duidelijk gemaakt dat naar haar oordeel haar vermeende schade is ontstaan door Klap, meent Elswout dat het niet zo kan zijn dat de aansprakelijkheid van Klap slechts subsidiair aan de orde kan komen.
5.12.
De rechtbank gaat aan dit verweer voorbij. Niet valt in te zien dat sprake is van omstandigheden die ertoe leiden dat toepassing van de regel van artikel 6:76 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Elswout is de contractspartij van Greenhouse; het staat Greenhouse vrij om Elswout als eerste aan te spreken.
5.13.
De conclusie is dan ook dat Elswout toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst van opdracht met Greenhouse. Dit betekent dat Elswout in beginsel gehouden is de als gevolg daarvan ontstane schade van Greenhouse te vergoeden.
De schade
5.14.
Greenhouse vordert geen veroordeling van Elswout tot betaling van schade of een verwijzing naar een schadestaatprocedure, maar een verklaring voor recht dat Elswout gehouden is de schade te vergoeden die Greenhouse onder de beoogde polis vergoed zou hebben gekregen. Tussen partijen is in dat verband in geschil of er sprake is van een annulering dan wel van een verplaatsing van het concert in Oostende. Partijen zijn het erover eens dat uitsluitend als er sprake is van een annulering van het concert onder de polis zowel de gemaakte kosten als de misgelopen winst vergoed zouden worden door de verzekeraars. Als er sprake is van een verplaatsing van het concert, dan komen alleen kosten als schade voor vergoeding in aanmerking onder de polis.
5.15.
Dit debat raakt aan de hoogte van de schade die Greenhouse lijdt. Gelet op de wijze waarop Greenhouse deze procedure heeft ingestoken, hoeft de rechtbank daarover geen oordeel te geven. Ten overvloede geeft de rechtbank partijen wel, in het kader van een eventuele schikking, mee dat voldoende duidelijk is geworden dat er sprake is van een verplaatsing van het concert in Oostende van 2020 naar 2022. Greenhouse heeft immers ter zitting verklaard dat de mensen die een kaartje hadden gekocht voor het concert op 10 juni 2020 dit kaartje konden gebruiken voor één van de in 2022 georganiseerde en gehouden concerten van Rammstein in Oostende. Daarmee is duidelijk dat Greenhouse dus ook winst heeft kunnen maken met deze verkochte tickets. Zij heeft de ticketprijzen niet, zoals bij annulering het geval is, moeten terugbetalen aan de kopers. Dit betekent dat alleen de gemaakte kosten van Greenhouse voor vergoeding in aanmerking zouden komen onder de polis en niet de misgelopen winst. Dat Greenhouse
van plan wasom jaarlijks concerten van Rammstein te organiseren en dus elk jaar winst wilde maken en door de verplaatsing een jaar minder winst heeft kunnen maken, is daarbij niet van belang. Het gaat erom of Greenhouse met de verkochte tickets winst heeft kunnen maken.
Causaal verband en toerekenbaarheid
5.16.
Elswout betwist dat er sprake is van causaal verband tussen de door Greenhouse geleden schade en de door Klap gemaakte beroepsfout. Volgens Elswout houdt de beweerde schade van Greenhouse niet slechts verband met de beroepsfout van Klap, maar vooral met het feit dat de verzekeraars in Nederland vanaf 27 februari 2020 een uitsluiting voor epidemische en besmettelijke ziekten zijn gaan hanteren, ook voor lopende aanvragen. Sommige verzekeraars wilden nog wel dekking bevestigen zonder deze uitsluiting, maar alleen voor zover alle verzekeraars op de beoogde polis daartoe over zouden gaan. Dat was niet het geval. MS Amlin en Navigators waren hiertoe niet meer bereid. Zonder de uitbraak van het coronavirus had Klap alsnog verzekeringsdekking met de gewenste voorwaarden kunnen realiseren in februari 2020, aldus Elswout. Daarnaast meent Elswout dat de uitbraak van het coronavirus niet kon worden voorzien, evenmin als het feit dat vergunningplichtige evenementen in Nederland en België zouden worden verboden. De schade kan om die reden volgens Elswout ook niet aan haar worden toegerekend.
5.17.
De rechtbank ziet dit anders. De schade, het ontbreken van dekking, is allereerst ontstaan doordat Elswout er onvoldoende op heeft toegezien dat er tijdig een polis werd opgemaakt. De fout van Klap komt daarbij in de verhouding van Elswout tot Greenhouse voor rekening van Elswout. Als Elswout daar wel op had toegezien, had Greenhouse ook dekking voor het concert in Oostende verkregen en dan had het niet uitgemaakt dat de verzekeraars later de bedoelde uitsluiting zijn gaan hanteren. De schade van Greenhouse, het ontbreken van dekking, staat dus in causaal verband met de aan Elswout verweten tekortkoming. Dat nadien een uitbraak van het coronavirus heeft plaatsgevonden, hetgeen nadelige gevolgen heeft gehad voor de bereidheid van verzekeraars om toen nog een evenementenverzekering af te sluiten, komt in de gegeven omstandigheden voor rekening van Elswout. De uitbraak van het coronavirus kan dus ook niet in het kader van de toerekenbaarheid een belemmering vormen voor aansprakelijkheid van Elswout. Het arrest van het hof Amsterdam (waar Elswout een beroep op heeft gedaan), maakt het voorgaande niet anders, omdat in die zaak een niet vergelijkbare situatie aan de orde was. [5]
5.18.
Tot slot heeft Elswout – in navolging van Klap – op zitting voor het eerst het standpunt ingenomen dat wel degelijk een verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen voor het concert in Oostende. Volgens Elswout is er om die reden geen sprake van schade, dan wel had Greenhouse haar schade moeten claimen, en heeft zij door dat na te laten eigen schuld dan wel haar schadebeperkingsplicht geschonden.
5.19.
Dit gaat naar het oordeel van de rechtbank niet op. Het antwoord op de vraag of een verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen kan daarbij in het midden blijven. Elswout kan Greenhouse hoe dan ook niet tegenwerpen dat er (ondanks het feit dat in elk geval twee verzekeraars zich op het standpunt hebben gesteld dat van een overeenkomst geen sprake is) een verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen. Elswout is als assurantietussenpersoon gehouden om de schademeldingen van haar opdrachtgevers af te handelen. In dit geval heeft Elswout nooit tegen Greenhouse gezegd dat zij onder een bestaande verzekeringsovereenkomst voor het concert in Oostende een claim kon indienen. Zij heeft uitsluitend gecommuniceerd dat er geen sprake was van dekking. Elswout kan dan ook niet van Greenhouse verwachten dat Greenhouse op eigen houtje, los van haar assurantietussenpersoon die juist wordt ingeschakeld om ook schadegevallen af te handelen en zonder dat aan haar ooit een polis was verstrekt, een claim zou indienen bij de verzekeraars.
De wettelijke rente
5.20.
Greenhouse vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat Elswout gehouden is haar schade te vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 oktober 2019. Elswout betwist deze ingangsdatum van de wettelijke rente.
5.21.
De rechtbank overweegt als volgt. Elswout is wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd over de periode dat zij in verzuim is met de voldoening van schadevergoeding aan Greenhouse. Op 4 oktober 2019 kon Elswout nog niet in verzuim verkeren, omdat er op dat moment nog geen sprake was van schade aan de zijde van Greenhouse. De schade is pas ontstaan op het moment dat Greenhouse een uitkering onder de verzekeringsovereenkomst, als deze tot stand zou zijn gekomen, zou hebben ontvangen. Greenhouse heeft onvoldoende toegelicht per welke (andere) datum Elswout in verzuim is geraakt. Daarom zal de rechtbank aansluiten bij de datum van de dagvaarding als ingangsdatum voor de verschuldigdheid van de wettelijke rente.
De conclusie
5.22.
De conclusie is dat de primair gevorderde verklaring voor recht wordt toegewezen, waarbij de wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding.
De subsidiaire vordering tegen Klap
5.23.
Gelet op het voorgaande behoeft de subsidiaire vordering van Greenhouse tegen Klap geen bespreking.
De buitengerechtelijke incassokosten
5.24.
Greenhouse heeft vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten gevorderd te begroten overeenkomstig de toepasselijke staffel. Greenhouse heeft echter onvoldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Deze vordering komt dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
De proces- en nakosten
5.25.
Elswout zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Greenhouse worden veroordeeld. Deze worden tot op heden begroot op:
dagvaarding € 135,70
griffierecht € 2.837
salaris advocaat € 1.228 (2 punten × tarief € 614)
nakosten
€ 178(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
totaal € 4.378,70
5.26.
Door toewijzing van de primaire vordering van Greenhouse tegen Elswout is de rechtbank niet toegekomen aan de bespreking van de subsidiaire vordering van Greenhouse tegen Klap. Dat betekent nog niet dat Greenhouse ten opzichte van Klap als de in het ongelijk gestelde partij moet worden beschouwd. Ook Klap heeft bij het aanvragen van de dekking de nodige fouten gemaakt en zich de belangen van Elswout onvoldoende aangetrokken. De rechtbank ziet daarin aanleiding om de kosten tussen Greenhouse en Klap te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in de vrijwaringszaak
in conventie
Is Klap tekortgeschoten?
5.27.
In geschil is of Klap jegens Elswout toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de tussen hen bestaande overeenkomst van opdracht.
5.28.
De rechtbank is van oordeel dat Klap toerekenbaar tekortgeschoten is jegens Elswout. Voldoende is komen vast te staan, hetgeen ook in de stukken is erkend door Klap, dat [naam 2] een fout heeft gemaakt door geen polis op te maken en ten onrechte aan één van de verzekeraars te communiceren dat de verzekeringsaanvraag zich nog in de offertefase bevond (zie 3.17). Door het nalaten en handelen van [naam 2] kon een aantal van de verzekeraars zich in het voorjaar van 2020 op het standpunt stellen dat er alleen nog maar sprake was van een offerte, terwijl partijen in feite al verder waren. Op dat moment waren niet meer alle verzekeraars bereid om de gevraagde dekking te verlenen. Partijen gaan er zelf ook vanuit dat zonder deze fouten van [naam 2] er sprake zou zijn geweest van dekking van het concert in Oostende. Voor de hand ligt dat de verzekeraars in het najaar van 2019 – voordat corona was uitgebroken – de gevraagde dekking niet zouden hebben geweigerd. Deze lag ook in lijn met de dekking die eerder al voor het concert in Nijmegen was verleend.
5.29.
Het lag op de weg van Klap, in haar rechtsverhouding tot Elswout, om duidelijk te communiceren met de verzekeraars en tijdig zorg te dragen voor het opmaken van de polis. Daarin is Klap tekortgeschoten. Dit heeft geleid tot onduidelijkheid omtrent de status van de verzekeringsaanvraag en het bestaan van een verzekeringsovereenkomst.
5.30.
Klap heeft als verweer gevoerd dat er geen sprake is van een tekortkoming, omdat er wel een verzekeringsovereenkomst tussen Greenhouse en de verzekeraars tot stand is gekomen. Dit heeft zij ook aangevoerd in het kader van eigen schuld van Greenhouse.
5.31.
Dit verweer snijdt geen hout. Net als in de hoofdzaak geldt dat het bestaan van een verzekeringsovereenkomst hier in het midden kan blijven. Klap kan in elk geval tegenover Elswout geen beroep doen op het bestaan daarvan, of de stelling innemen dat Elswout een claim had moeten indienen bij de verzekeraars. Vast staat namelijk dat geen polis is afgegeven, omdat twee verzekeraars hebben geweigerd om alsnog het evenement in dekking te nemen. Er is dus een onzekere situatie ontstaan, waar het wel of niet tot stand komen van een verzekeringsovereenkomst discutabel is. In die mede door Klap gecreëerde situatie mocht Klap niet van Elswout verwachten dat Elswout eigenmachtig de strijd zou aangaan met onwillige verzekeraars en een claim zou indienen. Daarbij komt dat Elswout onbetwist heeft aangevoerd dat zij als assurantietussenpersoon geen rechtstreeks contact onderhoudt met verzekeraars; dat is de taak van Klap.
Heeft Elswout eigen schuld?
5.32.
Klap heeft verder aangevoerd dat er sprake is van eigen schuld aan de zijde van Elswout, omdat Elswout onterecht geen vinger aan de polis heeft gehouden. Volgens Klap leidt dat ertoe dat Elswout de schade geheel, althans grotendeels, althans in ieder geval voor de helft voor eigen rekening dient te nemen, aldus Klap.
5.33.
De rechtbank is met Klap van oordeel dat Elswout eigen schuld heeft aan het ontstaan van de schade, namelijk voor 50%. Elswout heeft op 4 oktober 2019 om 14.40 uur gevraagd aan Klap of zij het concert in Oostende in dekking wilde nemen en dat aan Elswout wilde bevestigen. Die middag heeft Elswout antwoord van Klap gekregen, inhoudende dat Klap de aanvraag had uitgezet bij de verzekeraars. Elswout kan op basis daarvan nog niet de indruk hebben gehad dat de verzekeringsovereenkomst tot stand was gekomen. Zij heeft namelijk gevraagd om een bevestiging, maar die bevestiging is uitgebleven. Het lag ook op de weg van Elswout om als assurantietussenpersoon hierna actief een vinger aan de pols te houden en tijdig te informeren naar de polis. Dat heeft zij nagelaten. De e-mail van Elswout op 25 februari 2020 over de polis is in dat verband veel te laat.
5.34.
Elswout heeft aangevoerd dat het heel gebruikelijk is dat er veel tijd tussen de aanvraag van een verzekering en het uiteindelijk ontvangen van een door alle verzekeraars ondertekend polisblad zit, maar daar gaat het hier niet om. Dit geldt ook voor de omstandigheid dat het volgens Elswout gebruikelijk was om na een aanvraag al meteen door te geven dat het concert in dekking was gegeven, en dat Elswout bij het uitblijven van vragen mocht denken dat het goed zat. Het gaat erom dat een concrete bevestiging van het bestaan van dekking, waar Elswout wel om had gevraagd, is uitgebleven. Elswout had ook een eigen taak om te bewerkstelligen dat de verzekeringsovereenkomst zou worden afgerond en had er niet zonder meer – op basis van de gebruikelijke gang van zaken – op mogen vertrouwen dat het wel goed zat. Dit betekent, alles afwegende, dat Elswout naar het oordeel van de rechtbank in de relatie met Klap voor 50% eigen schuld heeft aan het ontstaan van de schade van Greenhouse.
5.35.
Voor zover Klap in de vrijwaringszaak ook verwijst naar het arrest van het hof Amsterdam ter onderbouwing van haar standpunt dat de uitbraak van het coronavirus een onvoorziene omstandigheid is, waardoor de schade niet voor rekening van Klap komt, verwijst de rechtbank naar hetgeen zij onder 5.17 heeft overwogen.
De conclusie
5.36.
De conclusie is dat Klap voor een deel gehouden is Elswout te vrijwaren, in die zin dat Klap zal worden veroordeeld om aan Elswout de helft te betalen van wat Elswout moet betalen aan Greenhouse als gevolg van het vonnis in de hoofdzaak, met inbegrip van de kostenveroordeling in de hoofdzaak.
De proceskosten
5.37.
Omdat beide partijen deels in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in reconventie
5.38.
Aangezien Klap in de hoofdzaak niet is veroordeeld om enig bedrag te betalen aan Greenhouse, is er geen grond voor toewijzing van de vordering in reconventie.
5.39.
Klap zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Elswout worden veroordeeld. Deze worden tot op heden begroot op € 614 (= 1 punt × tarief € 614) aan salaris advocaat plus € 178 aan nakosten.

6.De beslissing

de rechtbank
in de hoofdzaak
6.1.
verklaart voor recht dat Elswout tekort is geschoten in haar taken en zorgplicht als assurantietussenpersoon en aldus gehouden is de schade te vergoeden die Greenhouse onder de beoogde polis vergoed zou hebben gekregen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening,
6.2.
veroordeelt Elswout in de proceskosten van Greenhouse, tot op heden begroot op € 4.378,70, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92 plus de kosten van betekening als Elswout niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen Elswout en Klap, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
6.5.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de vrijwaringszaak
in conventie
6.6.
veroordeelt Klap om aan Elswout te betalen de helft van datgene waartoe Elswout als gedaagde in de hoofdzaak, of in een daaropvolgende procedure of anderszins, jegens Greenhouse wordt veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling in de hoofdzaak,
6.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.8.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.9.
wijst het gevorderde af,
6.10.
veroordeelt Klap in de proceskosten van Elswout, tot op heden begroot op € 792, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92 plus de kosten van betekening als Klap niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in conventie en in reconventie
6.11.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.P. Pompe, rechter, bijgestaan door mr. P. Palanciyan, griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2024.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking).
2.Verordening (EG) nr. 593/2008 van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I).
3.Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II).
4.HR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0122.
5.Gerechtshof Amsterdam 27 februari 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:410.