ECLI:NL:GHAMS:2024:410

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
200.308.811/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon voor schade door annulering evenementen als gevolg van coronamaatregelen

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een assurantietussenpersoon, No Risk B.V., voor schade die 4PM c.s. heeft geleden door de annulering van evenementen als gevolg van de coronamaatregelen. 4PM c.s., bestaande uit 4PM HOLDING B.V., KINGSLAND FESTIVAL B.V. en HET AMSTERDAMS VERBOND B.V., stelt dat No Risk haar zorgplicht heeft geschonden door niet te adviseren over een passende verzekering. Het hof oordeelt dat No Risk niet aansprakelijk is, omdat zij niet tekort is geschoten in haar zorgplicht. De rechtbank had eerder de vorderingen van 4PM c.s. afgewezen, en het hof bevestigt deze beslissing. Het hof concludeert dat No Risk niet had kunnen voorzien dat de coronamaatregelen zouden leiden tot een uitsluiting van dekking voor evenementenverzekeringen. De vorderingen van 4PM c.s. worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.308.811/01
zaak- en rolnummer rechtbank : C/13/694464 / HA ZA 20-1245
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 27 februari 2024
inzake

1.4PM HOLDING B.V.,

2.
KINGSLAND FESTIVAL B.V.,
3.
HET AMSTERDAMS VERBOND B.V.,
alle gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
advocaat: mr. A.C. Mahabiersing te Haarlem,
tegen
NO RISK B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M.H.S. Verhoeven te Rotterdam.
Appellanten worden hierna gezamenlijk 4PM c.s. (in vrouwelijk enkelvoud) en afzonderlijk 4PM, Kingsland en H.A.V. genoemd. Geïntimeerde wordt No Risk genoemd.

1.De zaak in het kort

Deze zaak gaat over de verzekering van evenementen die zijn afgelast als gevolg van de coronapandemie en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen. 4PM c.s., een organisator van evenementen, stelt dat No Risk haar zorgplicht als assurantietussenpersoon tegenover haar heeft geschonden waardoor zij schade heeft geleden. 4PM c.s. was namelijk niet verzekerd voor de schade die zij door de afgelasting van de evenementen heeft geleden. Het hof komt tot de conclusie dat de vorderingen van 4PM c.s. niet toewijsbaar zijn.

2.Het geding in hoger beroep

2.1. 4
PM c.s. is bij dagvaarding van 1 maart 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 8 december 2021 van de rechtbank Amsterdam, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen 4PM c.s. als eiseressen en No Risk als gedaagde.
2.2.
In het arrest van 19 april 2022 heeft het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen gelast. De mondelinge behandeling heeft op 16 november 2022 plaatsgevonden. Partijen hebben geen minnelijke schikking bereikt. Het van de mondelinge behandeling opgemaakte proces-verbaal behoort tot de gedingstukken.
2.3.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties,
- memorie van antwoord, met producties.
2.4.
Partijen hebben de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 16 oktober 2023 laten toelichten. 4PM c.s. door mr. Mahabiersing, advocaat te Haarlem, No Risk door mr. Munnik en mr. Verhoeven, beiden advocaat te Rotterdam, ieder aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen. Bij die gelegenheid zijn door 4PM c.s. en No Risk nadere producties in het geding gebracht.
2.5.
Ten slotte is arrest gevraagd.
2.6. 4
PM c.s. heeft in hoger beroep geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en – uitvoerbaar bij voorraad – samengevat weergegeven:
haar vorderingen op No Risk alsnog zal toewijzen;
No Risk zal veroordelen tot terugbetaling van hetgeen 4PM c.s. ter uitvoering
van het bestreden vonnis aan No Risk heeft voldaan, met wettelijke rente;
No Risk zal veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties met
nakosten en wettelijke rente.
2.7.
No Risk heeft geconcludeerd tot verwerping van de grieven en bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad – hoofdelijke veroordeling van 4PM c.s. in de kosten van het geding in beide instanties met wettelijke rente en nakosten.
2.8.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.De feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.6 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen.
Met
grief 1maakt 4PM c.s. een aantal bezwaren tegen deze feitenvaststelling. Volgens 4PM c.s. heeft de rechtbank ten onrechte niet opgenomen dat No Risk de enige volledig in evenementen gespecialiseerde verzekeringsmakelaar van Nederland is en zich presenteert als dé partner voor evenementenorganisaties. Vooropgesteld wordt dat de rechter niet gehouden is meer of andere feiten vast te stellen dan zij aan haar beslissing ten grondslag heeft gelegd. No Risk betwist niet dat zij de enige assurantietussenpersoon in Nederland is die zich volledig heeft toegelegd op evenementenverzekeringen. Indien dit voor de beoordeling van het geschil van belang is, komt het hof daarop hierna bij de beoordeling terug. Hetzelfde geldt ten aanzien van de klacht dat ten onrechte niet in de feitenvaststelling is opgenomen dat de dekkingsuitsluiting zag op elke nieuwe offerte of polis waaraan niet al een offerte vooraf was gegaan.
Verder is volgens 4PM c.s. in onderdeel 2.5 van het bestreden vonnis ten onrechte niet opgenomen dat No Risk in haar e-mail van 27 februari 2020 heeft geschreven dat dekking tegen corona ‘niet meer’ was onder te brengen. Niet is gesteld of gebleken dat 4PM c.s. belang heeft bij deze grief in die zin dat die tot een ander dictum zou kunnen leiden. De grief faalt daarom. Het hof zal voor de duidelijkheid hierna (in 3.9) de letterlijke tekst van de e-mail als vaststaand feit opnemen.
Voor het overige is de opsomming van de feiten niet in geschil, zodat ook het hof van deze feiten uitgaat. Die feiten komen, waar nodig aangevuld met andere feiten, neer op het volgende.
3.1.
Kingsland houdt zich bezig met het organiseren van verschillende festivals in Nederland, onder meer rondom Koningsdag. H.A.V. houdt zich bezig met het organiseren van het festival Het Amsterdams Verbond in Amsterdam. 4PM is de holdingmaatschappij voor Kingsland en H.AV.
3.2.
No Risk is een assurantietussenpersoon die is gespecialiseerd in evenementenverzekeringen. Zij is ontstaan uit een fusie in 2020 tussen Klap B.V. en No Risk B.V. Op 24 januari 2023 heeft zij haar statutaire naam gewijzigd van Klap No Risk B.V. in No Risk B.V. In het hiernavolgende worden met No Risk ook haar rechtsvoorgangers bedoeld.
3.3.
No Risk heeft vanaf juni 2015 werkzaamheden voor 4PM c.s. verricht door te bemiddelen in en te adviseren over evenementenverzekeringen. De verzekeringen werden steeds kort voor het evenement afgesloten.
3.4.
In een e-mail van 28 januari 2020 heeft Chubb European Insurance Group SE (hierna: Chubb) aan No Risk geschreven dat met ingang van 27 januari 2020 voor alle evenementen gold dat schade veroorzaakt of ontstaan in verband met onder meer een uitgebroken pandemie niet verzekerd is. In een e-mail van 14 februari 2020 heeft Chubb geschreven dat de uitsluiting alleen gold voor het coronavirus.
3.5.
[naam] werkzaam bij 4PM Entertainment B.V., heeft No Risk in een e-mail van 10 februari 2020 gevraagd om voor een aantal festivals in 2020 verzekeringen af te sluiten. No Risk heeft [naam] in een e-mail van dezelfde datum gevraagd om nadere informatie. Zij vroeg daarbij onder meer om de datum van het evenement, het aantal bezoekers van het evenement, het volledige budget van het evenement, de verzekerde som voor het materiaal, de verzekerde som geld en het aantal medewerkers. No Risk liet weten dat zij na ontvangst van de informatie offertes kon maken.
3.6.
[naam] heeft de door No Risk gevraagde informatie in een e-mail van 24 februari 2020 bij haar aangeleverd.
3.7.
In een e-mail van 26 februari 2020 heeft verzekeraar MS Amlin Marine N.V. (hierna: Amlin) aan No Risk geschreven dat met ingang van die datum alleen nog polissen zouden worden geaccepteerd waarin een uitsluiting voor besmettelijke ziekten is opgenomen.
3.8.
Op 27 februari 2020 heeft Nationale Nederlanden aan No Risk bericht dat zij ten aanzien van verzekeringsaanvragen die op dat moment nog niet waren goedgekeurd een uitsluiting voor annulering als gevolg van epidemische en besmettelijke ziekten (‘corona-uitsluiting’) zou hanteren. Ook andere verzekeraars hanteerden met ingang van die datum eenzelfde uitsluiting.
3.9.
No Risk heeft in een e-mail van 27 februari 2020 aan [naam] geschreven:

Corona is helaas niet mee onder te brengen”.
3.10.
Een aantal van de in 2020 door 4PM c.s. te organiseren evenementen zijn afgelast als gevolg van de overheidsmaatregelen tegen de uitbraak van het coronavirus.

4.De beoordeling

4.1.
In dit geding heeft 4PM c.s. gevorderd:
- een verklaring voor recht dat No Risk tegenover haar is tekortgeschoten en dat No Risk aansprakelijk is voor alle door 4PM c.s. geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat;
- veroordeling van No Risk tot het betalen van een voorschot van € 1.500.000 op de te betalen schadevergoeding, te vermeerderen met wettelijke rente;
- veroordeling van No Risk tot het betalen van kosten en rente.
4.2.
De rechtbank heeft de vorderingen van 4PM c.s. afgewezen. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat No Risk haar zorgplicht als assurantietussenpersoon tegenover 4PM c.s. niet heeft geschonden.
4.3.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt 4PM c.s. met zes grieven op. Daarvan is grief 1 hiervoor behandeld.
4.4.
De
grieven 2 tot en met 4van 4PM c.s. zijn gericht tegen het oordeel van de
rechtbank dat No Risk haar zorgplicht niet heeft geschonden en tegen de overwegingen die de rechtbank aan dat oordeel ten grondslag heeft gelegd.
4.5. 4
PM c.s. stelt dat No Risk schadeplichtig is omdat zij haar zorgplicht tegenover 4PM c.s. heeft geschonden. Zij verwijt No Risk kort samengevat dat zij heeft nagelaten 4PM c.s. te adviseren
(i) haar evenementen te verzekeren vanaf de start van de organisatie of voorbereidingen van elk evenement;
(ii) een doorlopende evenementenverzekering af te sluiten; en
(iii) zich te verzekeren in verband met de mogelijke gevolgen van het coronavirus.
De achtergrond van deze verwijten is dat 4PM c.s. eind februari 2020 voor haar evenementen nog geen verzekeringsdekking voor annulering had verkregen en dat die dekking ook niet meer kon worden verkregen zonder ‘corona-uitsluiting’. Hierdoor was zij niet verzekerd voor de kosten als gevolg van het afgelasten van evenementen door de overheidsmaatregelen in verband met de coronapandemie. 4PM c.s. stelt dat zij daardoor aanzienlijke schade heeft geleden.
De omvang en reikwijdte van de zorgplicht van No Risk
4.6.
Bij de beoordeling wordt voorop gesteld dat de rechtsverhouding tussen 4PM c.s. en No Risk moet worden aangemerkt als een overeenkomst van opdracht in de zin van artikel 7:400 Burgerlijk Wetboek (BW). Als uitgangspunt geldt dat een assurantietussenpersoon tegenover zijn opdrachtgever de zorg moet betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht.
Om aan zijn zorgplicht te kunnen voldoen, moet de assurantietussenpersoon zich een beeld vormen van het soort bedrijf van de cliënt, het risico waartegen deze zich wil verzekeren en het risico dat hij bereid is voor eigen rekening te nemen. Hij moet de cliënt bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst en tijdens de looptijd ervan voldoende adviseren. Wat in een concreet geval in het kader van die zorgplicht mag worden verwacht zal afhangen van de aard en inhoud van de opdracht, de belangen van de cliënt, voor zover kenbaar voor de assurantietussenpersoon en de verdere omstandigheden van het geval.
Passende verzekering?
4.7.
Met
grief 2komt 4PM c.s. op tegen het oordeel van de rechtbank in rechtsoverwegingen 4.5 en 4.7 van het bestreden vonnis waarin kort samengevat is overwogen dat niet kan worden geoordeeld dat No Risk haar zorgplicht tegenover 4PM c.s. heeft geschonden door haar niet te adviseren een verzekering af te sluiten vanaf het moment dat zij met de voorbereidingen van een evenement begon.
4.8.
Samengevat komen de stellingen van 4PM c.s. op het volgende neer.
No Risk heeft haar zorgplicht geschonden door na te laten zorg te dragen voor een passende verzekering. Als passende verzekering moet volgens haar worden beschouwd een verzekering van de door 4PM c.s. georganiseerde evenementen vanaf het moment dat 4PM c.s. met de voorbereidingen van een evenement begon. No Risk wist vanaf 2015 dat de organisatie van een groot deel van de evenementen van 4PM c.s. al in het jaar daarvoor begint en dat dan al kosten worden gemaakt en risico’s worden gelopen doordat contracten met derden worden gesloten. Het behoorde tot de verantwoordelijkheid van No Risk die zich presenteerde als specialist op het gebied van evenementenverzekeringen, om te weten dat ook al tijdens de organisatie van evenementen – die vele maanden voorbereiding in beslag neemt – behoefte is aan een deugdelijke verzekering. Het is immers haar taak om de risico’s van haar klanten te inventariseren en met haar te bespreken. Als zij dat had gedaan zou zij 4PM c.s. hebben moeten wijzen op de risico’s die zij liep tijdens de voorbereiding. In dat geval had 4PM c.s. gekozen voor een verzekering vanaf de start van de werkzaamheden en was de schade als gevolg van de coronamaatregelen onder de verzekering gedekt, omdat de later ingevoerde ‘corona-uitsluiting’ dan niet op de polis van toepassing was geweest.
4.9.
No Risk voert hiertegen onder meer het volgende aan. 4PM c.s. bracht No Risk vooraf niet op de hoogte van de door haar te organiseren evenementen. Slechts een beperkt aantal evenementen werd bij No Risk ter verzekering aangeboden. No Risk had geen beschikking over afgesloten contracten met derden, waardoor zij niet wist op welk moment 4PM c.s. risico’s door annuleren van het evenement zou lopen. Uit de opstelling van 4PM c.s. kon No Risk niet redelijkerwijs afleiden dat zij het van belang vond dat No Risk vanaf het begin bij de activiteiten van 4PM c.s. werd betrokken. Het lag op de weg van 4PM c.s. om tijdig de benodigde gegevens aan te leveren. 4PM c.s. is een professionele partij die contracten met een aanzienlijke waarde afsluit. Zij weet wanneer sprake is van risico’s die zij ter verzekering wenst aan te bieden of wanneer het risico nog zelf gedragen kan worden.
4.10.
Het hof overweegt als volgt.
4PM c.s. beroept zich op de rechtsgevolgen van een door haar gestelde tekortkoming van No Risk. Dat betekent dat op haar de stelplicht en bewijslast rust van de door haar gestelde zorgplichtschending bestaande in het niet adviseren van een passende verzekering. Het hof stelt daarbij voorop dat een geadviseerde verzekering niet reeds als niet passend kan worden beschouwd op de grond dat zich een risico heeft verwezenlijkt dat niet onder de verzekering is gedekt. Op basis van de toenmalige feiten en omstandigheden moet worden beoordeeld of de evenementenverzekeringen die No Risk voor de geplande evenementen van 4PM c.s. zou afsluiten in februari 2020 een passend product waren. De ontwikkelingen die zich nadien hebben voorgedaan vallen buiten deze beoordeling. Dat andere verzekeringsproducten bestaan betekent niet dat de door No Risk geadviseerde verzekeringen niet passend waren voor de behoeften van 4PM c.s. zoals No Risk die mocht begrijpen.
4.11.
Als hiervoor overwogen mocht van No Risk worden verlangd dat zij zou inventariseren welke risico’s 4PM c.s. liep en in hoeverre zij zich tegen deze risico’s wenste te verzekeren. In dat verband staat tussen partijen vast dat 4PM c.s. al vanaf 2015 No Risk heeft opgedragen evenementen te verzekeren. Sindsdien deden partijen zaken op dezelfde wijze. Aan het begin van elk jaar werd een afspraak gemaakt om door te nemen welke evenementen 4PM c.s. dat jaar zou organiseren. Daarbij werden de te verzekeren bedragen, het budget en het aantal bezoekers van de evenementen besproken. Voor de evenementen van 4PM c.s. sloot No Risk separate, aflopende evenementenverzekeringen af op de assurantiebeurs, waarbij meerdere verzekeraars een aandeel op de verzekering namen.
Uit deze vaststaande feiten volgt dat No Risk voorafgaand aan het afsluiten van de evenementenverzekeringen gesprekken met 4PM c.s. heeft gevoerd waardoor zij bekend was met de risicobereidheid van 4PM c.s. en het risico waartegen zij zich wilde verzekeren. No Risk was voor haar risico-inventarisatie uitsluitend aangewezen op informatie van 4PM c.s. Tussen partijen staat vast dat 4PM c.s. nimmer aan No Risk kenbaar heeft gemaakt dat zij vanaf de start van de organisatie van elk evenement verzekerd wenste te zijn tegen het risico dat het evenement geannuleerd zou moeten worden. Voor No Risk bestond er dus geen aanleiding om te denken dat 4PM c.s. dit van belang vond. Ook hoefde No Risk 4PM c.s. niet spontaan te wijzen op de mogelijkheid om eerder, en niet kort voor een evenement, een verzekering af te sluiten. 4PM c.s. heeft niet gesteld dat zij in de voorafgaande jaren een door haar ongewenst financieel risico heeft gelopen doordat de haar georganiseerde evenementen niet vanaf de start van de organisatie waren verzekerd tegen het risico van annuleren. Evenmin heeft 4PM c.s. gesteld en dit is ook niet gebleken, dat een dergelijke risicodekking in de branche gebruikelijk zou zijn.
4.12. 4
PM c.s. kan niet worden gevolgd in haar betoog dat No Risk als gespecialiseerd in evenementenverzekeringen uit dien hoofde van dat risico op de hoogte behoorde te zijn en daarvoor had moeten waarschuwen. 4PM c.s. is een professionele partij die ongeveer 150 grote en kleine evenementen per jaar organiseert en hiervoor naar eigen zeggen contracten met een aanzienlijke waarde afsluit. Van haar mocht worden verwacht dat zij zelf in staat was haar risico’s in te schatten en No Risk daarover te informeren. Dat 4PM c.s. geen kennis van (evenementen)verzekeringen zou hebben maakt daarvoor geen verschil.
Met de kennis achteraf over de verspreiding van het coronavirus en de daartegen getroffen overheidsmaatregelen na februari 2020, kan worden vastgesteld dat een andere of eerder afgesloten verzekering mogelijk gunstiger zou hebben uitgepakt voor 4PM c.s. Van die kennis mag echter niet worden uitgegaan, omdat moet worden uitgegaan van de kennis in februari 2020. Zoals hierna bij de bespreking van grief 4 zal worden geoordeeld was voor No Risk toen niet voorzienbaar dat een deel van de door 4PM c.s. in 2020 te houden evenementen zouden worden afgelast vanwege de overheidsmaatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus.
In de gegeven omstandigheden hoefde No Risk – uitgaande van de hiervoor in 4.6 genoemde norm – 4PM c.s. dus niet te adviseren om een evenementenverzekering af te sluiten vanaf de start van de organisatie van een evenement. Dit betekent dat grief 2 niet slaagt.
Doorlopende evenementenverzekering?
4.13.
Met
grief 3komt 4PM c.s. op tegen het oordeel van de rechtbank in rechtsoverweging 4.8 van het bestreden vonnis waarin kort samengevat is overwogen dat No Risk 4PM c.s. niet hoefde te adviseren een doorlopende evenementenverzekering af te sluiten.
4.14. 4
PM c.s. stelt dat zij bij een doorlopende evenementenverzekering wel dekking zou hebben gehad voor schade door afgelasting van evenementen vanwege het coronavirus. Zij wijst erop dat No Risk een doorlopende evenementenverzekering aanbiedt op haar website, maar dat No Risk deze verzekering nooit met 4PM c.s. heeft besproken.
Volgens 4PM c.s. zou er ook in het geval dat zij bij een doorlopende evenementenverzekering evenementen ter goedkeuring had moeten aanmelden bij verzekeraars, dekking voor annuleren vanwege corona zijn geweest, omdat de algemene polisvoorwaarden en uitsluitingsclausules gedurende een doorlopende verzekering niet wijzigen. Ter onderbouwing van deze stelling wijst 4PM c.s. erop dat in de algemene polisvoorwaarden van Nationale Nederlanden tot 27 februari 2020 geen uitsluiting in verband met corona was opgenomen. Verder stelt zij dat Nationale Nederlanden vanaf 27 februari 2020 coronadekking uitsloot bij nieuwe aanvragen of nieuwe polissen waaraan nog geen offerte was voorafgegaan. Voor aanvragen of polissen onder een bestaande doorlopende evenementenverzekering gold die uitsluiting niet. Bovendien kost het bewerkstelligen van een akkoord onder een al bestaande doorlopende verzekering minder tijd (minder dan drie dagen) dan het afsluiten van een nieuwe evenementenverzekering. Als No Risk voortvarend te werk was gegaan, had 4PM c.s. voor 27 februari 2020 verzekeringsdekking gehad, aldus steeds 4PM c.s.
4.15.
No Risk betwist niet dat doorlopende evenementenverzekeringen bestaan en dat zij deze ook aanbiedt aan haar klanten. Zij betwist wel dat bij een doorlopende evenementenverzekering sprake zou zijn van de door 4PM c.s. gewenste automatische dekking voor alle evenementen die zij organiseert. Ook bij een (geprolongeerde) doorlopende evenementenverzekering moet (tijdig) vooraf opgave worden gedaan van alle evenementen die onder de beoogde reikwijdte van de verzekering moeten vallen. Verzekeraars maken vervolgens per evenement een beoordeling in hoeverre en onder welke voorwaarden zij bereid zijn om voor het betreffende evenement verzekeringsdekking te verlenen. Ter onderbouwing van haar betwisting verwijst No Risk naar een e-mail van 11 april 2023 van HDI Global Specialty SE waarin is vermeld dat er in het verleden jaarlijks aflopende declaratiecontracten zijn geweest, maar niet met automatische dekking, omdat verzekeraars nooit ongelimiteerde dekking geven.
Verder betwist No Risk dat 4PM c.s. bij een doorlopende evenementenverzekering niet zou zijn geconfronteerd met een uitsluiting voor epidemische en besmettelijke ziekten (‘corona-uitsluiting’), omdat de verzekeringsvoorwaarden bij een doorlopende evenementenverzekering gelijk zouden blijven en dat verzekeraars niet gerechtigd zouden zijn de voorwaarden aan te passen. Tot slot betwist No Risk dat de doorlooptijd binnen een bestaande doorlopende verzekering minder dan drie dagen zou zijn waardoor de corona-uitsluiting niet voor 4PM c.s. zou hebben gegolden. Zij wijst erop dat bij het afsluiten van een evenementenverzekering sprake is van een langere doorlooptijd, omdat daarbij meerdere verzekeraars zijn betrokken en dat No Risk als beursmakelaar geen invloed heeft op de lengte van de doorlooptijd bij verzekeraars.
4.16.
Het hof oordeelt als volgt.
4PM c.s. stelt dat No Risk haar een doorlopende evenementenverzekering had moeten adviseren die gelet op haar stellingen, dekking geeft voor het annuleren van alle later door haar aan te melden evenementen ongeacht de omvang van de daaruit voortkomende risico’s, waarbij dezelfde dekkingsvoorwaarden en uitsluitingsclausules zouden blijven gelden. Het hof begrijpt deze stelling aldus dat No Risk, als redelijk handelend en redelijk bekwaam assurantietussenpersoon, 4PM c.s. een dergelijke verzekering had moeten adviseren en dat zij door dit niet te doen haar zorgplicht heeft geschonden.
No Risk heeft gemotiveerd betwist dat een dergelijke verzekering door verzekeraars wordt aangeboden, omdat verzekeraars niet op voorhand, zonder bekend te zijn met de risico’s van de evenementen die onder de evenementenverzekeringen zouden vallen, een polis zullen afsluiten. 4PM heeft haar stelling hier tegenover niet gemotiveerd onderbouwd. De door haar in het geding gebrachte e-mail van 13 maart 2017 van No Risk heeft betrekking op de premie voor de verzekering voor het jaarlijkse Fris-festival die zou worden vastgezet voor drie jaar. Uit deze e-mail volgt niet dat voor het Fris-festival doorlopende dekking voor annulering was overeengekomen. De door 4PM c.s. in het geding gebrachte e-mail van 29 maart 2018 van een verzekeringstussenpersoon heeft geen betrekking op een evenementenverzekering maar op een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Bij deze stand van zaken kan niet worden vastgesteld dat de door 4PM c.s. gewenste doorlopende evenementenverzekering door verzekeraars wordt aangeboden. Reeds om die reden kan niet worden geconcludeerd dat een redelijk handelend en redelijk bekwaam assurantietussenpersoon een dergelijke verzekering zou hebben geadviseerd.
Daarbij komt dat ook niet kan worden vastgesteld dat met de aanmelding van een evenement onder een doorlopende evenementenverzekering minder tijd is gemoeid dan met het afsluiten van een separate evenementenverzekering. Zoals No Risk gemotiveerd naar voren heeft gebracht zal dit afhankelijk zijn van de hoogte van het te verzekeren risico en de bereidheid van verzekeraars om het risico te accepteren. 4PM c.s. heeft haar stelling dat bij een doorlopende evenementenverzekering geen nieuwe dekkingsuitsluiting bedongen zou kunnen worden in het licht van de gemotiveerde betwisting daarvan door No Risk, niet nader onderbouwd, noch heeft zij daarvan bewijs aangeboden. Het hof kan van de juistheid daarvan dus niet uitgaan.
Het voorgaande betekent dat No Risk geen verwijt kan worden gemaakt dat zij 4PM c.s. niet heeft geadviseerd om een doorlopende evenementenverzekering af te sluiten en dat grief 3 niet slaagt.
Waarschuwingsplicht voor de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus?
4.17.
Met
grief 4richt 4PM c.s. zich tegen overwegingen 4.9 en 4.10 van het bestreden vonnis. 4PM c.s. stelt dat No Risk heeft nagelaten 4PM c.s. tijdig te verzekeren tegen de mogelijke gevolgen van de coronapandemie. 4PM c.s. verwijt No Risk dat zij na de mededeling van Chubb op 28 januari 2020 die inhield dat Chubb geen pandemiedekking meer zou verlenen, niet heeft gewezen op de mogelijke pandemie en risicoverzwaring en niet heeft geadviseerd zo snel mogelijk een verzekering af te sluiten. Volgens 4PM c.s. zijn er nadien verschillende momenten geweest – contacten tussen No Risk en 4PM c.s. op 3 en 10 februari 2020, het bericht van Chubb van 14 februari 2020 en het bericht van Amlin van 26 februari 2020 – waarop No Risk informatie met 4PM c.s. had moeten delen en haar moeten waarschuwen zo snel mogelijk de gegevens voor de af te sluiten evenementenverzekeringen te verstrekken. 4PM c.s. had dan de gevraagde gegevens meteen aangeleverd en No Risk had dan nog de tijd gehad om voor 4PM c.s. een verzekering af te sluiten of een offerte te krijgen, waarbij corona-uitsluiting niet van toepassing zou zijn geweest.
Verder meent 4PM c.s. dat No Risk in januari 2020 op basis van de beschikbare informatie een risicoanalyse had moeten maken van de mogelijke gevolgen van de uitbraak van het coronavirus en voor een voorlopige dekking op basis van de bij haar bekende gegevens over de evenementen van 4PM c.s. moeten zorgen. 4PM c.s. betwist dat andere verzekeraars op 20 januari 2020 aan No Risk hebben laten weten dat zij dekking voor de gevolgen van het coronavirus nog niet hadden uitgesloten. Volgens 4PM c.s. doet dit ook niet ter zake, omdat Chubb ervaringsdeskundige is op dit gebied.
4.18.
No Risk voert aan dat geen waarschuwingsplicht geldt voor risico’s die voor haar niet waren te voorzien. In februari 2020 waren de gevolgen die een mogelijke uitbraak van het coronavirus in Nederland zou kunnen hebben voor het organiseren van evenementen en de mogelijkheid om verzekeringen af te sluiten die dekking bieden in geval van annulering, niet bekend. No Risk kon niet vooraf weten dat verzekeraars zouden overgaan tot het doorvoeren van uitsluitingen. Dat kon zij ook niet afleiden uit de omstandigheid dat Chubb vanaf 27 januari 2020 een ‘corona-uitsluiting’ hanteerde, omdat op dat moment van grootschalige besmettingen met het coronavirus in Europa en gevolgen voor evenementen nog geen sprake was en andere verzekeraars de stap van Chubb niet volgden. No Risk hoefde dan ook niet bedacht te zijn op de gevolgen voor het afsluiten van evenementenverzekeringen, aldus steeds No Risk.
4.19.
Het hof oordeelt als volgt. Op zich is juist dat een assurantietussenpersoon de verzekeringnemer tijdig opmerkzaam moet maken op de gevolgen die hem bekend geworden feiten voor de dekking van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen kunnen hebben. Daarbij gaat het om feiten en omstandigheden die aan de assurantietussenpersoon bekend zijn of die hem redelijkerwijs bekend behoorden te zijn.
De stelling van 4PM c.s. dat No Risk vanwege de berichtgeving over de verspreiding van het coronavirus eind januari 2020 ermee rekening had moeten houden dat de epidemie ook Nederland zou bereiken en dat verzekeraars coronadekking in evenementenpolissen mogelijk zouden kunnen uitsluiten is te algemeen. Op het moment dat Chubb meedeelde dat zij dekking voor schade veroorzaakt door de pandemie uitsloot was er voor No Risk nog geen aanleiding om te veronderstellen dat er door de uitbraak van het coronavirus en de daartegen te treffen overheidsmaatregelen een vergroot risico op annulering van de te verzekeren evenementen in Nederland bestond. Het coronavirus was op dat moment nog niet in Nederland vastgesteld en er waren nog verzekeraars die evenementenverzekeringen afsloten, waarbij geen voorbehoud vanwege de uitbraak van het coronavirus werd gemaakt. No Risk hoefde dus nog niet na te gaan welke gevolgen dit voor de door 4PM c.s. af te sluiten verzekeringsovereenkomst(en) zou hebben en of deze nog voldoende dekking zouden bieden. Ook hoefde zij naar aanleiding van de kennisgeving van Chubb de aanvullende gegevens van 4PM c.s. die zij op 24 februari 2020 ontving, niet sneller dan gebruikelijk aan verzekeraars door te sturen. No Risk heeft gemotiveerd naar voren gebracht dat zij pas op 27 februari 2020 van verzekeraars te horen kreeg dat de evenementenverzekeringen zoals door 4PM c.s. gewenst niet meer konden worden afgesloten. Hetgeen 4PM c.s. hier tegenover heeft gesteld is onvoldoende, omdat daaruit niet blijkt dat het coronavirus mogelijk ook gevolgen zou hebben voor evenementen in Nederland.
4.20.
De conclusie is dat No Risk voor 27 februari 2020 redelijkerwijs niet behoorde te weten dat coronadekking door verzekeraars in evenementenpolissen zou worden uitgesloten. Onder deze omstandigheden hoefde zij 4PM c.s. niet eerder dan 27 februari 2020 te waarschuwen dat verzekeraars vanwege het coronavirus het pandemierisico bij evenementenverzekeringen niet langer zouden gaan verzekeren.
4.21.
Ook hoefde No Risk niet op basis van de haar bekende gegevens over de evenementen van 4PM c.s. voorlopige dekking aan te vragen. 4PM c.s. heeft haar stelling dat No Risk al over de relevante gegevens beschikte tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door No Risk onvoldoende toegelicht. No Risk heeft aangevoerd dat zij voor 24 februari 2020 niet op de hoogte was van alle relevante kenmerken van de te verzekeren evenementen. Zij heeft erop gewezen dat een aantal evenementen van 4PM c.s., zoals het Amsterdams en het Gronings Terrassenfestival, Hullabaloo, de concerten van Snelle en EK Viewings, Helden van Oranje en Kingsland Festival Groningen, niet jaarlijks plaatsvonden, een andere duur hadden en dat de verwachte bezoekersaantallen, budgetten, begroting en verzekerde som verschilden.
Gelet op deze betwisting is niet vast komen te staan dat het in 2020 te verzekeren risico van annulering van de evenementen gelijk was aan voorafgaande jaren en dat No Risk de gegevens van de te verzekeren evenementen al voor 24 februari 2020 aan verzekeraars had kunnen doorgeven. No Risk heeft haar zorgplicht op dit punt dan ook niet geschonden.
4.22.
Uit het voorgaande volgt dat No Risk niet is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht tegenover 4PM c.s. Dit betekent dat er geen grond is voor toewijzing van de gevraagde verklaring voor recht, de verwijzing naar de schadestaatprocedure en de vordering tot betaling van het voorschot. Gelet hierop behoeft
grief 5geen nadere bespreking meer.
Conclusie en proceskosten
4.23.
Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat geen van de grieven slaagt en dat de vorderingen tegen No Risk niet toewijsbaar zijn. 4PM c.s. heeft geen bewijs aangeboden van voldoende concrete feiten en/of omstandigheden die, indien bewezen, tot een ander oordeel in deze zaak kunnen leiden. Haar algemeen geformuleerde bewijsaanbod zal als niet ter zake dienend worden gepasseerd.
4.24.
Met
grief 6verzoekt 4PM c.s. om de proceskostenveroordeling die de rechtbank heeft uitgesproken ongedaan te maken omdat haar vorderingen ten onrechte zijn afgewezen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen faalt deze grief.
4.25.
De conclusie van het voorgaande is dat het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. 4PM c.s. is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep. Het hof stelt deze kosten aan de zijde van No Risk als volgt vast:
- griffierecht € 11.379
- salaris advocaat
€ 24.868(tarief VIII € 6.217, 4 punten)
totaal € 36.247

5.De beslissing

Het hof:
5.1.
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
5.2.
veroordeelt 4PM c.s. hoofdelijk in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van No Risk begroot op € 36.247 te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na de betekening van dit arrest aan de kostenveroordeling is voldaan en op € 178 voor nasalaris, te vermeerderen met € 92 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
5.3.
verklaart de veroordelingen in dit arrest uitvoerbaar bij voorraad
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.F. Aalders, M.C.H. Broesterhuizen en D.M.S. Gribling en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2024.