In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 januari 2024 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen de besloten vennootschap Sandjay Tuithof Advocatuur B.V. (hierna: STA) en een consument, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft de vraag of een kostenbeding in de overeenkomst tussen partijen vernietigd moet worden wegens oneerlijkheid. Dit tussenvonnis volgt op een eerder tussenvonnis van 25 juli 2023, waarin de kantonrechter had overwogen dat STA de gelegenheid kreeg om aan te tonen dat zij had voldaan aan de wettelijke informatieverplichtingen met betrekking tot de tarieven die zij hanteert.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat STA een uurtarief van € 175,00 exclusief BTW hanteert, terwijl in de algemene voorwaarden een hoger uurtarief van € 195,00 is opgenomen. De rechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat er over het uurtarief is onderhandeld, en dat het kostenbeding niet transparant is. Dit betekent dat de consument, [gedaagde], niet in staat was om de financiële gevolgen van de overeenkomst goed in te schatten. De kantonrechter heeft daarom het voornemen uitgesproken om het kostenbeding te vernietigen, omdat het als vermoedelijk oneerlijk wordt aangemerkt.
Daarnaast heeft de kantonrechter ook het beding inzake (buiten)gerechtelijke kosten als oneerlijk aangemerkt, omdat dit afwijkt van de wettelijke regeling en de consument onterecht hoge kosten kan opleggen. De rechter heeft geconcludeerd dat de gehele overeenkomst vervalt, omdat deze niet kan bestaan zonder een geldig kostenbeding. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij partijen in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op het voornemen van de kantonrechter.