Op 27 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat door de District Court of Lublin in Polen was uitgevaardigd. Het EAB, dat dateert van 21 november 2023, verzoekt om de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1987, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 13 maart 2024 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. T. Polat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de juiste persoonsgegevens heeft verstrekt en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van één jaar en zes maanden moet ondergaan, waarvan nog één jaar, vier maanden en zestien dagen resteert. De raadsman heeft betoogd dat het strafrestant niet klopt, maar de rechtbank oordeelt dat deze discussie na de overlevering in Polen aan de orde moet worden gesteld.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, vallen onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen individueel reëel gevaar bestaat voor schending van het recht op een eerlijk proces in Polen, ondanks eerder vastgestelde structurele gebreken in de Poolse rechtsorde. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en er geen belemmeringen zijn voor de uitvoering ervan.