Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Kielce, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
verblijvend op het adres: [adres]
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceable judgement of the Local Court in Starachowice of 16 March 2021(II K 1247/20) als ook een procedure in hoger beroep welke geleid heeft tot het arrest van
the Regional Courtin Kielce van 24 juni 2021.
4.Strafbaarheid; feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(hierna: CPT) van 22 februari 2024. Daarnaast is er een verzoek gedaan op grond van artikel 21a OLW dat de officier van justitie heeft gehonoreerd. Echter de Poolse overheid laat het hier afweten. Dit past in het beeld van een Poolse overheid die graag gebruik wenst te maken van de EAB/OLW procedure en de geneugten van Europa, maar zelf de fundamentele rechten niet wenst na te komen.
in remand. Dat regime is niet van toepassing op de opgeëiste persoon, omdat hij is veroordeeld en in de gevangenis een straf moet uitzitten.
7.Overige verweren; familieleven
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Kielce(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.