In deze zaak heeft eiseres, eigenaresse van een appartementsrecht, een kort geding aangespannen tegen de ontbonden vennootschap MONS STUDIOSUS B.V. om de hypothecaire inschrijving van deze vennootschap op haar woning waardeloos te verklaren. Eiseres heeft in 1997 een hypothecaire lening van NLG 300.000,00 verkregen van gedaagde, maar deze lening is in 2011 volledig afgelost. De hypothecaire inschrijving staat echter nog steeds geregistreerd, waardoor de levering van de woning op 2 april 2024 niet onbelast kan plaatsvinden. Eiseres vordert onder andere dat het vonnis in de plaats komt van de akte van doorhaling van het hypotheekrecht, omdat gedaagde inmiddels is ontbonden en niet meer bestaat.
De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vordering, aangezien zij een boete van 10% van de koopsom riskeert als de hypothecaire inschrijving niet voor de leveringsdatum is doorgehaald. De rechter stelt vast dat de hypothecaire inschrijving waardeloos is, omdat de lening is afgelost en gedaagde niet meer bestaat. Eiseres wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tegen gedaagde, maar de rechter verklaart de hypothecaire inschrijving waardeloos op basis van artikel 3:29 lid 1 BW. Dit vonnis gaat in kracht van gewijsde, omdat eiseres heeft verklaard af te zien van haar recht op hoger beroep. Eiseres moet haar eigen proceskosten dragen, omdat de gedaagde partij niet bestaat.