ECLI:NL:RBAMS:2024:1861

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
29 maart 2024
Zaaknummer
C/13/747349 / KG ZA 24-176
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsprocedure UWV en Springbok B.V. met betrekking tot strategisch communicatieadvies

Op 20 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen Springbok B.V. en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De zaak betreft een aanbesteding voor strategisch communicatieadvies, waarbij Springbok zich als gegadigde had aangemeld. Het UWV had Springbok niet geselecteerd voor verdere deelname aan de aanbesteding, omdat zij niet expliciet de opdrachtwaarde van haar referentieprojecten had vermeld. Springbok vorderde in kort geding dat het UWV de selectiebeslissing zou intrekken en een aangepaste beslissing zou nemen, waarbij zij een totaalscore van 80 punten zou krijgen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het UWV ten onrechte had gesteld dat Springbok de opdrachtwaarde expliciet moest vermelden. De rechter concludeerde dat uit de beschrijving van de referentieprojecten voldoende bleek dat de waarde van de opdrachten de vereiste minimale waarde van €100.000,- overschreed. De voorzieningenrechter gebiedde het UWV om binnen twee weken de selectiebeslissing in te trekken en een nieuwe beslissing te nemen, en verbood het UWV om de aanbesteding voort te zetten totdat aan deze verplichting was voldaan. Tevens werd het UWV veroordeeld in de proceskosten van Springbok.

Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie in aanbestedingsprocedures en het zorgvuldigheidsbeginsel dat van toepassing is bij het beoordelen van inschrijvingen. De rechter stelde dat het UWV, indien er onduidelijkheid bestond over de referenties, een verduidelijkingsvraag had moeten stellen aan Springbok.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak
op 20 maart 2024
in het kort geding van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPRINGBOK B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eiseres bij dagvaarding van 6 maart 2024,
advocaat mr. E. Verweij te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
UITVOERINGSINSTITUUT WERKNEMERSVERZEKERINGEN,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.F. van Nouhuys te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Springbok en het UWV genoemd worden.
Tegenwoordig zijn mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, en mr. M. Balk, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- aan de kant van Springbok: [naam 1] , operation director en [naam 2] managing director, met mr. Verweij
- aan de kant van het UWV: mr. [naam 3] , bedrijfsjurist met mr. Van Nouhuys en zijn kantoorgenote mr. E.S.C. van der Hoek.
Partijen hebben producties in het geding gebracht en over en weer het woord gevoerd, onder meer aan de hand van de door mr. Verweij en mr. Van Nouhuys overgelegde pleitnotities die aan het dossier zijn toegevoegd. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 29a lid 3 Rv dit proces-verbaal opgemaakt, afgegeven op 21 maart 2024.
De voorzieningenrechter heeft de volgende uitspraak gedaan:

1.Inleiding

Het gaat in deze zaak om een aanbesteding die het UWV heeft georganiseerd voor onder meer het aangaan van overeenkomsten voor strategisch communicatieadvies (‘perceel 1’). Het UWV heeft daartoe aanbestedingsstukken, waaronder het Selectiedocument, opgesteld en gepubliceerd op TenderNet. Springbok is een huidige dienstverlener van het UWV voor diverse communicatietrajecten en zij heeft zich aangemeld als gegadigde. Om geselecteerd te worden moesten gegadigden twee referentieprojecten opgeven. Het UWV heeft Springbok niet geselecteerd voor verdere deelname aan de aanbesteding, omdat zij bij de door haar opgegeven referentieprojecten niet specifiek had vermeld wat de betreffende opdrachtwaarde was. Springbok is het daarmee niet eens en vordert in dit kort geding dat het UWV wordt geboden de selectiebeslissing in te trekken en een aangepaste selectiebeslissing te nemen, op basis van een aan Springbok toegekende totaalscore van 80 punten. Niet in geschil is dat Springbok op zichzelf wel aan de selectiecriteria voldoet en wanneer zij de opdrachtwaarde expliciet zou hebben vermeld, op 80 punten zou zijn uitgekomen.
Volgens het UWV heeft Springbok in totaal (voor de twee referentieprojecten) 40 punten gescoord, omdat zij slechts zou hebben aangetoond aan drie van de vier criteria te hebben voldaan. Als motivering daarvoor stelt het UWV:
“In uw uitwerking ontbreekt de minimale opdrachtwaarde van €100.000,- excl. Btw.”
Springbok stelt dat uit de omschrijving van de referentieprojecten zelf duidelijk volgt dat de opdrachtwaarde de minimale waarde van € 100.000,00 oversteeg.

2.De gronden van de beslissing

2.1.
Voor de beslissing zijn de volgende bepalingen uit het Selectiedocument relevant:
3.3.1
Technische en beroepsbekwaamheid
ErvaringAls Geschiktheidseis beschikt u over ervaring (ten aanzien van kerncompetenties) die wij belangrijk en noodzakelijk vinden om de Opdracht uit te kunnen voeren. De vereiste kerncompetenties per perceel leest u hieronder.
1. Campagne ontwikkeling ten behoeve van het verbeteren van de reputatie en imago van een organisatie (bij perceel 1).
2. Ontwikkelen en uitwerken van crossmediale arbeidsmarkt campagne (bij perceel 1)
[...]
Elke referentie dient aan de volgende drie (3) vereisten te voldoen:1. Vergelijkbare complexiteit project: ervaring met het ontwikkelen en uitwerken van strategische communicatie vraagstukken en content-communicatie;
2. Vergelijkbare organisatie: een organisatie in de publieke sector ((semi-) overheidsorganisatie) met minimaal 500 medewerkers en binnen een complexe organisatiestructuur.
3. Vergelijkbaar resultaat: succesvol en conform contract van opdrachtgever uitgevoerd.
In Bijlage 2 - Referentieverklaring kunt u de referenties invullen.
[…]
4.3
SELECTIECRITERIA
Als selectiecriterium wordt de technische bekwaamheid/ervaring nader beoordeeld aan de hand van de in hoofdstuk 3.3.1 gestelde kerncompetenties. Gegadigde dient de kerncompetenties verder uit te diepen aan de hand van referentieprojecten
.Onderstaand zal worden weergegeven welke kerncompetentie(s)
per referentieverder uitgewerkt dienen te worden. Per referentie staat aangegeven hoeveel punten er ontvangen kunnen worden.
Selectiecriteria voor perceel 1
Referentie 1 (max. aantal punten: 40 punten}:Geef middels één (1) referentieproject in de publieke sector((semi-)publieke organisatie) aan dat u ervaring heeft met het ontwikkelen van crossmediale (merk)campagnes waarbij de verandering in merkbeleving bij het Nederlands publiek het uitgangspunt vormde met als resultaat het verbeteren van de reputatie en imago van de organisatie. In uw uitwerking willen we ook de volgende onderdelen terug zien:We vragen om een minimale opdrachtwaarde van € 100.000 euro excl. btw (exclusief media-inkoop).
De referentie toont aan dat u verantwoordelijk was voor een strategische onderbouwing van het concept met een rationale/leidende gedachte op basis van onderzoek.
De referentie toont aan dat Gegadigde ook verantwoordelijk was voor de ontwikkeling en uitwerking en tussentijdse optimalisatie van strategie, concept, middelen, content en acties van een crossmediale (merk)campagne die over een periode van minimaal één jaar heeft gelopen.
Gegadigde toont zowel middels data, onderzoek als Inzichten aan dat de (merk)campagne bijdroeg aan de verbetering van imago en reputatie van de organisatie.
[...]
Referentie 2 (max. aantal punten: 40 punten):Geef middels één (1) referentieproject In de publieke sector ((seml-) publieke organisatie} aan dat u in staat bent een crossmediale-arbeidsmarktcampagnestrategie en concept te ontwikkelen. In uw uitwerking willen we ook de volgende onderdelen terug zien:
We vragen om een minimale opdrachtwaarde van €100.000 euro excl. btw (exclusief media-inkoop).
De referentie toont aan dat Gegadigde verantwoordelijk was voor een strategische onderbouwing van het concept met een rationale/leidende gedachte op basis van onderzoek.
De referentie toont aan dat dat Gegadigde ook verantwoordelijk was voor de uitwerking van middelen, content en acties voortvloeiende uit het concept met als doelgroep het brede Nederlandse publiek en daarnaast minimaal twee specifieke doelgroepen voor verschillende functies met een doorvertaling van het concept.
De referentie toont aan dat er doelstellingen geformuleerd waren voor de arbeidsmarktcampagne en dat deze behaald zijn, waarmee wordt aangetoond dat de communicatie impactvol was.
[…]
Bij de beoordeling hanteert UWV de volgende waardering (voor elk van de 2 referentieprojecten, vzr.):
Punten Toelichting
40 Gegadigde heeft ervaring met alle vier criteria
20 Gegadigde heeft ervaring met twee of drie criteria
0 Gegadigde heeft ervaring met één of geen van de criteria
2.2.
Op het voorgeschreven formulier (Bijlage 2 Referentieverklaring) heeft Springbok de referenties ingevuld, met uitgewerkte bijlagen als verdere toelichting op de verrichte projecten; voor referentie 1 als volgt, en voor referentie 2 op een vergelijkbare wijze:
2.3.
De vraag die hier voorligt is of uit het Selectiedocument volgt dat de gegadigde (Springbok) de waarde van de opdracht bij het aangedragen referentieproject expliciet – door het noemen van het daarmee gemoeide bedrag – had moeten vermelden.
2.3.1.
Het UWV beroept zich op de tekst bij de gevraagde referenties waar staat:
In uw uitwerking willen wij de volgende onderdelen terugzien:
a. We vragen om een minimale opdrachtwaarde van €100.000 euro excl. btw (exclusief media-inkoop).
Volgens het UWV betekent dit dat de gegadigde de opdrachtwaarde moet vermelden, dat wil zeggen dat er
specifieke bedragenmoeten worden genoemd. Springbok stelt daar tegenover: het moet duidelijk zijn dat het een opdracht is met tenminste die waarde en daaraan is voldaan.
2.3.2.
Het in het aanbestedingsrecht geldende transparantiebeginsel impliceert dat alle aanbestedingsvoorwaarden en -modaliteiten in het selectiedocument worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, onder meer opdat alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier kunnen interpreteren. Het selectiedocument moet daarom worden uitgelegd naar zijn objectieve betekenis, zoals een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver (in dit geval: gegadigde) deze, binnen de context van het totaal van de aanbestedingsstukken, redelijkerwijs heeft moeten begrijpen. [1]
2.3.3.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat uit de door het UWV aangehaalde passage niet volgt dat de waarde van de opdracht als zodanig had moeten worden vermeld. Voldoende is dat – zoals Springbok het heeft opgevat – uit de beschrijving in voldoende mate volgt dat het een opdracht van de vereiste waarde betreft. Dit volgt ook uit de context, in het bijzonder Puntentoekenning (par. 4.3 Selectiedocument):
Punten Toelichting
40 Gegadigde heeft ervaring met alle vier criteria
20 Gegadigde heeft ervaring met twee of drie criteria
0 Gegadigde heeft ervaring met één of geen van de criteria
Daar staat slechts dat de gegadigde ‘ervaring heeft’ met alle (of enkele) criteria. Daarnaast heeft Springbok er terecht op gewezen dat de uitwerking van de referentie vormvrij was en dat – als het expliciet vermelden van de waarde zo wezenlijk was – het voor de hand had gelegen dat dit dan als extra ‘vakje’ zou zijn opgenomen in Bijlage 2 – Referentieverklaring.
2.3.4.
Voor het oordeel dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver het zo heeft mogen opvatten als Springbok heeft gedaan, pleit ook dat een andere gegadigde het kennelijk ook zo heeft gelezen.
2.3.5.
Daar komt het volgende nog bij. Als het voor UWV bij het lezen van (de uitwerking van) de referenties van Springbok niet onmiddellijk duidelijk was dat deze referentieprojecten een waarde van tenminste € 100.000,00 hadden, vloeit uit het zorgvuldigheidsbeginsel voort dat UWV daarover in dit geval een vraag had moeten stellen. Het betreft immers informatie die achteraf op objectieve wijze kan worden aangetoond en door het stellen van een dergelijke verduidelijkingvraag zouden andere gegadigden niet worden benadeeld. Het zou niet leiden tot vervalsing van de mededinging. Deze vraag had immers eenvoudig aan elke gegadigde kunnen worden gesteld die de waarde niet expliciet heeft genoemd. [2]
2.4.
De conclusie is dat het UWV aan Springbok 80 punten had moeten toekennen zodat de primaire vorderingen van Springbok worden toegewezen, met veroordeling van het UWV in de proceskosten.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
gebiedt het UWV om binnen twee weken na 20 maart 2024 de selectiebeslissing in te trekken, een aangepaste selectiebeslissing te nemen en die aan de betrokkenen mee te delen, op basis van een aan Springbok toegekende totaalscore van 80 punten,
3.2.
verbiedt het UWV de aanbesteding voort te zetten en tot gunning over te gaan, zolang niet is voldaan aan het bepaalde onder 3.1,
3.3.
veroordeelt het UWV in de proceskosten (inclusief nakosten), tot heden aan de kant van Springbok begroot op:
– € 112,37 aan explootkosten,
– € 668,00 aan griffierecht en
– € 1.107,00 aan salaris advocaat,
– € 178,00 aan nakosten, te vermeerderen met € 92,00 en de kosten van betekening indien het UWV niet tijdig aan het gebod voldoet en de uitspraak moet worden betekend,
3.4.
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

2.Vgl. ECLI:NL:GHSHE:2022:2363, JAAN 2022/156 met noot mr. S. Prent en ECLI:NL:GHARL:2021:11450