‘vernietigen het vonnis waarvan beroep en voorts alsnog;
I. HVB te gebieden de voorlopige gunningsbeslissingen d.d. 2 februari 2022 ten
aanzien van Segment 4 gebied 1 en 2, houdende het ongeldig verklaren van de
inschrijving van Silver, in te trekken, althans een in goede justitie te bepalen
maatregel die daartoe strekt
II. HVB te verbieden de opdracht ten aanzien Segment 4 gebied 1 en 2 op basis van
deze Aanbesteding te gunnen aan een ander dan Silver althans hen uit de nodigen
voor de dialoogfase, althans een in goede justitie te bepalen maatregel die daartoe
strekt;
III. Meer subsidiair te bepalen dat HVB, na het bieden van gelegenheid tot herstel, de
inschrijvingen van Silver alsnog als geldig in behandeling moet nemen en dat
HVB deze inschrijving dient te beoordelen aan de hand van de in de
aanbestedingsstukken bekendgemaakte gunningscriteria en dat HVB op basis van
die (aanvullende) beoordeling een nieuwe gunningsbeslissing moet nemen ten
aanzien van Segment 4 gebied 1 en 2, althans een in goede justitie te bepalen
maatregel die daartoe strekt;
IV. HVB te veroordelen in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de
nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het
vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde
termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te
rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
één en ander, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad.’