Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court in Kielce, Third Criminal Division,Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional court in Kielce(Polen) van 12 augustus 2022, referentie: II K 583/22.
4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Weigeringsgrond van artikel 11 OLW: Poolse rechtsstaat
6.Weigeringsgrond van artikel 11 OLW: detentieomstandigheden in Polen
Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(CPT) van 22 februari 2024 op het standpunt gesteld dat aanvullende vragen moeten worden gesteld over de detentie-instelling waar de opgeëiste persoon in het geval van overlevering zal worden gedetineerd, in welk detentie-regime hij dan zal worden geplaatst en indien het een voorlopige hechtenis-regime betreft, op welke wijze wordt gegarandeerd dat de opgeëiste persoon in deze instelling niet wordt blootgesteld aan een onmenselijke of vernederende behandeling. Daarbij heeft de raadsman erop gewezen dat het in Polen vaker voorkomt dat afgestrafte gedetineerden eerst gedurende een aantal maanden of zelfs jaren in een voorlopig hechtenis-regime verblijven, alvorens zij in een tenuitvoerleggings-regime worden geplaatst.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court in Kielce, Third Criminal Division(Polen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.