Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Szczecin(Polen; hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the District Court Szczecin-Centrumin Szczecin (Polen) van 28 november 2018, referentie: IV K 998/17.
the Regional Courtin Szczecin (Polen) van 15 juli 2020, referentie: IV Ka 1153/19.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
main hearing’die tot de beslissing heeft geleid. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is daarom met betrekking tot de procedure in eerste aanleg niet aan de orde.
5.Strafbaarheid
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Szczecin(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.