ECLI:NL:RBAMS:2024:1622
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd voor omzetting van zelfstandige woningen naar kamerverhuur met verwarring over hospitaverhuurregels
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 26 maart 2024, wordt de zaak behandeld van [eiser 1], die tegen twee besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam in beroep is gegaan. Deze besluiten, genomen op 5 maart 2020, betroffen de oplegging van twee bestuurlijke boetes van elk € 5.400,-, wegens het zonder vergunning omzetten van twee zelfstandige woningen in onzelfstandige woonruimten. De rechtbank oordeelt dat [eiser 1] als eigenaar van de woningen beschikkingsmacht had en dat hij de overtreding heeft aanvaard. De rechtbank concludeert dat er sprake is van omzetting naar kamerverhuur, en niet van inwoning, zoals [eiser 1] betoogde. De rechtbank matigt de boetes tot € 2.700,- elk, omdat de informatie op de website van de gemeente Amsterdam destijds voor verwarring zorgde over de regels voor hospitaverhuur. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept de primaire besluiten, waarbij de totale boete nu op € 5.400,- wordt vastgesteld. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan [eiser 1].