In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 december 2023 uitspraak gedaan over een vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Bydgoszcz, Polen. Het EAB is oorspronkelijk uitgevaardigd op 26 april 2018 en is sindsdien aangevuld en gewijzigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderhavige EAB niet als een nieuw EAB kan worden beschouwd, maar als een aanvulling op een eerder EAB dat al lange tijd aanhangig is bij de rechtbank. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering.
De behandeling van het EAB vond plaats op 6 december 2023, waarbij de opgeëiste persoon niet aanwezig was, maar zijn raadsman, mr. O. Bolluyt, wel. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook de ontvankelijkheid van de officier van justitie beoordeeld en geconcludeerd dat het huidige EAB hetzelfde is als een eerder EAB dat al in behandeling was, waardoor de officier van justitie niet-ontvankelijk is in haar vordering.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele behandeling van EAB's en de noodzaak voor de officier van justitie om duidelijkheid te verschaffen over de status van dergelijke verzoeken. De rechtbank heeft de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken.