ECLI:NL:RBAMS:2024:1438

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
13/730013-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte voor poging tot zware mishandeling, deelname aan een criminele organisatie en voertuigencriminaliteit

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 15 maart 2024 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, is de verdachte veroordeeld tot 84 maanden gevangenisstraf. De zaak betreft meerdere strafbare feiten, waaronder het medeplegen van poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade, deelname aan een criminele organisatie en voertuigencriminaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezighield met gekwalificeerde diefstal van voertuigen, opzetheling en geweldsmisdrijven. De verdachte heeft een actieve rol gespeeld in de organisatie, waarbij hij onder andere instructies gaf aan medeverdachten en betrokken was bij de planning van geweldsmisdrijven. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij een gewelddadige aanval op een slachtoffer, waarbij hij samen met anderen het slachtoffer met verschillende slagwapens heeft aangevallen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie meegewogen in de strafoplegging. De verdachte is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten, wat heeft bijgedragen aan de hoogte van de opgelegde straf.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/730013-20
Datum uitspraak: 15 maart 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
Inhoudsopgave

1.Onderzoek ter terechtzitting

2.
Tenlastelegging
3.
Waardering van het bewijs
3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
3.2.
Standpunt van de verdediging
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Inleiding
3.3.2.
Identificatie (PGP-)nummers en Sky-ID’s
3.3.3.
Verloop van het onderzoek Buizerd
3.3.4.
OVC-gesprekken Nissan Micra
3.3.5.
ZD 4: diefstal en/of heling van de Renault Megane ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.6.
ZD 5: diefstal en/of heling van de Renault Megane ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.7.
ZD 3: diefstal en/of heling van de Audi S4 ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.8.
ZD 8: diefstal en/of heling van de Audi S4 ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.9.
ZD 7: diefstal en/of heling van de Audi A5 Cabriolet ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.10.
ZD 6: diefstal en/of heling van de Audi RS5 ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.11.
ZD 11: diefstal en/of heling van de Piaggio Skipper 125 (feit 3)
3.3.12.
ZD 10: diefstal en/of heling van de Audi A4 ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.13.
ZD 14: diefstal en/of heling van de Volkswagen Transporter ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.14.
ZD 9: diefstal en/of heling van de Volkswagen Multivan ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.15.
ZD 13: diefstal en/of heling van de Volkswagen Transporter ( [kenteken] ) (feit 3)
3.3.16.
ZD 2: Geweldsmisdrijf tegen [slachtoffer ] (feit 2)
3.3.16.1.
Redengevende feiten en omstandigheden
3.3.16.2.
Bewijsoverweging
3.3.17.
ZD 1: Criminele organisatie (feit 1)
4.
Bewezenverklaring
5.
Strafbaarheid van de feiten
6.
Strafbaarheid van verdachte
7.
Motivering van de straf
7.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
7.2.
Standpunt van de verdediging
7.3.
Oordeel van de rechtbank
8.
Beslag
8.1.
Verbeurdverklaring
8.2.
Teruggave
9.
Benadeelde partijen
9.1.
Vorderingen
9.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
9.3.
Standpunt van de verdediging
9.4.
Oordeel van de rechtbank
9.4.1.
Benadeelde partij [benadeelde partij 1]
9.4.2.
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
9.4.3.
Benadeelde partij [benadeelde partij 3]
10.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.
Beslissing
Bijlage – de tenlastelegging

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6, 9 en 10 oktober 2023, 2, 14, 17, 20, 23, 24 en 28 november 2023 en 15 maart 2024. Het onderzoek is op laatstgenoemde zittingsdag gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de drie officieren van justitie (hierna gezamenlijk aangeduid als: de officier van justitie) en van wat de gemachtigde raadsman van [verdachte] , mr. W.B.O. van Soest, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaak tegen [verdachte] gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] . [1]
De rechtbank doet in al deze zaken gelijktijdig uitspraak, met uitzondering van de zaak tegen [medeverdachte 4] .

2.Tenlastelegging

[verdachte] wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 6 oktober 2023 – kort gezegd beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
Feit 1: leiding geven aan, dan wel deelname aan, een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van gekwalificeerde diefstal, opzetheling, voorbereiding van moord, moord, zware mishandeling met voorbedachten rade en valsheid in geschrift, in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland;
Feit 2: het medeplegen van (uitlokking van dan wel medeplichtigheid) aan poging tot moord op dan wel (poging tot) zware mishandeling met voorbedachte raad van [slachtoffer ] in de periode van 7 september 2019 tot en met 30 oktober 2019 in Utrecht. Deze beschuldiging is in meerdere primaire en subsidiaire varianten ten laste gelegd;
Feit 3: diefstal in vereniging met braak en/of verbreking en/of valse sleutels van auto’s en een scooter, te weten een Audi S4 (zaaksdossier (hierna ook: ZD) 3), een Renault Megane (ZD 4), een Renault Megane (ZD 5), een Audi RS5 (ZD 6), een Audi A5 (ZD 7), een Audi S4 (ZD 8), een Volkswagen Multivan (ZD 9), een Audi A4 (ZD 10) en een Piaggio Skipper 125 (ZD 11), een Volkswagen Transporter (ZD 13) en een Volkswagen Transporter (ZD 14), in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland en/of medeplegen van opzetheling dan wel schuldheling van deze auto’s en scooter, in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich – overeenkomstig het op schrift gestelde requisitoir – op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie (feit 1) en aan medeplegen van uitlokking van het medeplegen van poging tot moord (feit 2 primair). Wat betreft feit 3 heeft de officier van justitie geconcludeerd tot bewezenverklaring van opzetheling van de Audi S4 (ZD 3) voor een kortere periode dan is ten laste gelegd, medeplegen van opzetheling van de beide Renault Meganes (ZD 4 en ZD 5) en de Piaggio Skipper 125 (ZD 11) voor een kortere periode dan is ten laste gelegd, diefstal in vereniging van de Audi RS5 (ZD 6) op 17 september 2019, schuldheling van de Audi A5 (ZD 7) en medeplegen van opzetheling van de Audi S4 (ZD 8), de Volkswagen Multivan (ZD 9), de Audi A4 (ZD 10) en de beide Volkswagen Transporters (ZD 13 en ZD 14).
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van [verdachte] heeft – overeenkomstig zijn pleitnota – vrijspraak bepleit van deelname aan een criminele organisatie, voor zover dit betreft het oogmerk moord, voorbereiding van moord en zware mishandeling met voorbedachten rade. Wat betreft deelname aan een criminele organisatie met het oogmerk gekwalificeerde diefstal, opzetheling en valsheid in geschrift heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank (feit 1). De raadsman heeft vrijspraak bepleit van poging tot moord, poging tot doodslag en zware mishandeling van [slachtoffer ] en zich ten aanzien van de poging tot zware mishandeling gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank (feit 2). De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de diefstal van alle auto’s en de scooter en van de heling van de Renault Megane (ZD 4), de Audi A5 (ZD 7), de Volkswagen Multivan (ZD 9), de Audi A4 (ZD 10) en de Volkswagen Transporter (ZD 14) en zich ten aanzien van de heling van de Audi S4 (ZD 3), de Renault Megane (ZD 5), de Audi RS5 (ZD 6), de Audi S4 (ZD 8), de Piaggio Skipper 125 (ZD 11) en de Volkswagen Transporter (ZD 13) gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank (feit 3).
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Inleiding
De rechtbank zal in de hierna volgende paragrafen ingaan op de vraag of en zo ja welke aan [verdachte] ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen. Samengevat leiden de overwegingen van de rechtbank op basis van de onderzoeksbevindingen tot de volgende conclusies.
Onderzoek Buizerd
Onderzoek Buizerd is gestart naar aanleiding van de diefstal van een auto en leidde uiteindelijk tot veertien zaaksdossiers over diefstal dan wel heling van voertuigen, waarvan er een aantal heeft gestaan in een garagebox aan de [adres] in Utrecht die – via een afgeschermde constructie - door [medeverdachte 1] werd gehuurd en waartoe ook [verdachte] toegang had. De rechtbank neemt strafrechtelijke betrokkenheid van [verdachte] aan ten aanzien van een achttal voertuigen en komt tot de conclusie dat [verdachte] met anderen medepleger is van de diefstal van één voertuig en de heling van zes voertuigen (feit 3).
Op 30 oktober 2019 is [slachtoffer ] in Utrecht door drie personen in elkaar geslagen. Deze personen droegen bivakmutsen en gebruikten slagvoorwerpen, zoals een honkbalknuppel en een moker. Dit geweldsincident is in onderzoek Buizerd nader onderzocht. De rechtbank komt tot de conclusie dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade (feit 2).
Een deel van de bewijsmiddelen wordt ontleend aan het onderzoek Pulheim, het onderzoek naar de moord op advocaat [naam advocaat] , dat – deels – aan het dossier tegen [verdachte] is toegevoegd. Op 18 september 2019 is advocaat [naam advocaat] doodgeschoten. Op 23 februari 2023 zijn [naam 1] en [naam 2] door het gerechtshof Amsterdam als uitvoerders veroordeeld voor het medeplegen van de moord op [naam advocaat] . [2]
Na de moord op [naam advocaat] kwam vanuit het onderzoek Buizerd informatie binnen dat één van de in een garagebox aan de [adres] in Utrecht aangetroffen gestolen voertuigen, een Renault Megane, voorzien van valse kentekenplaten [kenteken] , zou zijn gebruikt bij de voorverkenningen voor de moord. Twee medeverdachten ( [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] ) worden vervolgd voor deze moord.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de voertuigencriminaliteit en de aanval op [slachtoffer ] hebben plaatsgevonden binnen het kader van een criminele organisatie en dat [verdachte] aan deze criminele organisatie heeft deelgenomen. De rechtbank komt tot de conclusie dat deze criminele organisatie ook het oogmerk voorbereiden van moord had (feit 1). De afzonderlijke misdrijven vielen allen onder het oogmerk van de criminele organisatie, al had niet iedere deelnemer aan deze organisatie betrokkenheid bij of wetenschap van al deze misdrijven.
De rechtbank zal [verdachte] voor zijn betrokkenheid bij de feiten veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
3.3.2.
Identificatie (PGP-)nummers en Sky-ID’s
Het bewijs bestaat voor een groot deel uit de historische verkeersgegevens van telefoonnummers, PGP-nummers en metadata van SkyECC. De rechtbank zal daarom eerst vaststellen welke PGP’s, telefoonnummers en Sky-ID’s aan de verschillende verdachten/personen toebehoren, alvorens de overige bewijsmiddelen te bespreken. [3]
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en stelt op basis van de hieronder te bespreken bewijsmiddelen vast dat [medeverdachte 1] , [naam 3] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] en [naam 4] gebruikmaakten van de telefoonnummers, PGP-nummers en/of Sky-ID’s zoals hieronder staat beschreven.
Sky-ID’s en (PGP-)nummers die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] . De politie baseert deze conclusie onder meer op de omstandigheden dat * [telefoonnummer] veelal in de nacht gebruik maakte van cell-id’s in de omgeving van de [adres] , het woonadres van [medeverdachte 1] . Bij de aanhouding van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 werd een iPhone aangetroffen met daarin de simkaart met het telefoonnummer * [telefoonnummer] . Verder heeft [medeverdachte 1] op 26 mei 2020 bij de rechter-commissaris verklaard dat de zwarte iPhone de telefoon is met nummer * [telefoonnummer] en dat hij die al jaren gebruikt. [4]
PGP-nummer [PGP-nummer] (hierna: * [PGP-nummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 1] toegeschreven. [5] Tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 aan de [adres] werd in een zak op de salontafel in de woonkamer een PGP-toestel met goednummer 5839784 aangetroffen. [6] In dat PGP-toestel zat een simkaart met PGP-nummer * [PGP-nummer] . [7] Sky-ID [ID-nummer] met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] !!” bleek via de in de metadata geregistreerde gegevens van het IMEI-nummer ( [IMEI-nummer] ) en historische verkeersgegevens te zijn gekoppeld aan * [PGP-nummer] . [8]
Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [naam 3]
Uit onderzoek in de metadata in onderzoek WERL bleek dat [naam 3] vermoedelijk verschillende Sky-ID’s gebruikte. Deze Sky-ID’s vormen vier ‘lijnen’ waarbij accounts elkaar opvolgen en er per lijn met andere Sky-ID’s contact is. Volgens de politie kunnen op basis van dit onderzoek in de metadata onder meer de volgende Sky-ID’s aan [naam 3] worden toegeschreven:
  • Sky-ID [ID-nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’ en ‘’ [bijnaam] ’;
  • Sky-ID [ID-nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’, ‘ [bijnaam] ’ en ‘ [bijnaam] ’;
  • Sky-ID [ID-nummer] met bijnaam ‘ [bijnaam] !’;
  • Sky-ID [ID-nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam] ’ en ‘ [bijnaam] ’.
Telefoonnummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [verdachte]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie aan [verdachte] toegeschreven en werd door hem gebruikt in de periode van 23 mei 2019 tot en met 30 september 2019. Dit wordt mede gebaseerd op de cell-id’s die het nummer het meest gebruikte na de nachtrustperiode, te weten de [adres] of de [adres] . Deze cell-id’s zijn gelegen in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 1] aan de [adres] , waar [verdachte] gedurende die periode verbleef. Verder blijkt uit afgeluisterde telecommunicatie dat * [telefoonnummer] frequent contact had met [naam 5] , de broer van [verdachte] . Ook had * [telefoonnummer] enkele gesprekken met [naam 6] en [naam 7] , de zus en moeder van [verdachte] . [11] Ten slotte bleek ook uit stemherkenning uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken dat [verdachte] de gebruiker was van * [telefoonnummer] . [12]
Volgens de politie is [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019 in gebruik geweest bij [verdachte] . Dit wordt onder meer gebaseerd op tapgesprekken, waarin de stem van [verdachte] wordt herkend als de stem van de gebruiker van * [telefoonnummer] . Uit een CIOT-bevraging blijkt dat [verdachte] als abonnementhouder van * [telefoonnummer] stond geregistreerd. [13]
Sky-ID [ID-nummer] met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ is in de metadata actief in de periode van 20 november 2019 tot en met 25 november 2019. Volgens de politie was [verdachte] de gebruiker van Sky-ID [ID-nummer] . [14] Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres] op 26 november 2019 werd een PGP-telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] inbeslaggenomen. [15] [verdachte] stond op dit adres ingeschreven. [16] Uit de beschikbare SkyECC-metadata bleek dat het IMEI-nummer van de aangetroffen PGP-telefoon in de woning van [verdachte] gekoppeld was aan Sky-ID [ID-nummer] . [17]
PGP-nummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1] / [verdachte]
PGP-nummer [ID-nummer] (hierna: * [ID-nummer] ) was actief in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 18 september 2019 en wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] en [verdachte] . De politie baseert deze conclusie onder meer op samenhang tussen de historische verkeersgegevens van * [ID-nummer] en andere (PGP-)nummers van [verdachte] (* [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ). Verder maakte * [ID-nummer] in de nachtelijke uren vooral gebruik van cell-id’s in de omgeving van de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] . Uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] ook op dit adres verbleef. [medeverdachte 1] is van 18 augustus 2019 tot 30 augustus 2019 in Marokko geweest. * [ID-nummer] is in die periode ook actief geweest in het Marokkaanse netwerk, wat erop wijst dat * [ID-nummer] tussen 18 augustus 2019 en 30 augustus 2019 in gebruik was bij [medeverdachte 1] . * [ID-nummer] werd gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ). [18] Aan dit IMEI-nummer is Sky-ID [ID-nummer] met bijnamen ‘[---]’, ‘---‘ en ‘ [bijnaam] ’ gekoppeld. Sky-ID [ID-nummer] wordt door de politie daarom ook aan [medeverdachte 1] en/of [verdachte] toegeschreven. [19]
Uit historische verkeersgegevens volgt dat PGP-nummer [PGP-nummer] (hierna: * [PGP-nummer] ) is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ). * [PGP-nummer] is op 7 mei 2019 geactiveerd. [20] Volgens de politie is * [PGP-nummer] in de periode van 25 juni 2019 tot en met 24 september 2019 in gebruik geweest bij [medeverdachte 1] en/of [verdachte] . De politie baseert deze conclusie – kort gezegd – op een analyse van historische telecomgegevens van * [PGP-nummer] in relatie tot andere nummers in gebruik bij [medeverdachte 1] en [verdachte] . Tijdens de reis naar Marokko van [medeverdachte 1] in de periode van 18 augustus 2019 tot 30 augustus 2019 heeft * [PGP-nummer] registraties in Nederland en is er samenhang te zien met * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] van [verdachte] . Voor het vertrek van [medeverdachte 1] naar Marokko zijn er meerdere dagen waarop * [PGP-nummer] samenhangende registraties heeft met * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] . Ook zijn er meerdere dagen waaruit niet expliciet valt op te maken of [medeverdachte 1] en/of [verdachte] de gebruiker is van * [PGP-nummer] . * [PGP-nummer] maakte in de periode van nachtrust gebruik van cell-id’s aan de [adres] en [adres] . In het onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] en [verdachte] aan de [adres] verbleven. [21] Sky-ID [ID-nummer] met gebruikersnamen ‘ [gebruikersnaam] ’ en ‘ [gebruikersnaam] ’ wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] en/of [verdachte] en is actief in de metadata in de periode van 24 juni 2019 tot en met 13 september 2019. [22] De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat Sky-ID [ID-nummer] via IMEI-nummer * [IMEI-nummer] aan * [PGP-nummer] kan worden gekoppeld. [23]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) werd volgens de politie zowel door [medeverdachte 1] als door [verdachte] gebruikt. * [telefoonnummer] is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ). In afgeluisterde gesprekken worden zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] op basis van hun stem herkend als de gebruiker van * [telefoonnummer] . Ook noemt [medeverdachte 1] in meerdere gesprekken zijn naam. Verder vertoont * [telefoonnummer] een vergelijkbaar bewegingspatroon ten opzichte van telefoonnummers van [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) en [verdachte] (* [telefoonnummer] ). [24]
Telefoonnummers die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] , die in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 24 september 2019 van dit nummer gebruik zou hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie onder meer op de historische verkeersgegevens van het nummer, waaruit blijkt dat * [telefoonnummer] is gebruikt in een Nokia met IMEI-nummer [IMEI-nummer] . Deze telefoon is op 26 november 2019 in de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres] aangetroffen. * [telefoonnummer] maakte in de nachtelijke uren veelvuldig gebruik van een cell-id aan de [adres] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . Uit tapgesprekken tussen het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3] en * [telefoonnummer] bleek dat de gebruiker van * [telefoonnummer] opneemt met “Hallo pa” en de vader van [medeverdachte 3] antwoordt met “Hee [medeverdachte 3] ”. Ook zijn er meerdere berichten in de telefoon aangetroffen van het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3] waarin hij de gebruiker van * [telefoonnummer] aansprak met “ [medeverdachte 3] ” en “m’n geliefde zoon”. [25]
De politie schrijft ook telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) toe aan [medeverdachte 3] . Hij zou in de periode van 21 augustus 2019 tot en met 19 september 2019 van dit nummer gebruik hebben gemaakt. * [telefoonnummer] maakte in de nachtelijke uren het meest gebruik van een cellid aan de [adres] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . In de inbeslaggenomen telefoon van [naam 4] , een vriendin van [medeverdachte 3] , zijn WhatsApp conversaties aangetroffen met * [telefoonnummer] waaruit blijkt dat zij en de gebruiker van * [telefoonnummer] een seksuele relatie hebben. In meerdere van deze berichten wordt de gebruiker van * [telefoonnummer] ‘ [medeverdachte 3] ’ genoemd. [26]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven, die er in de periode van 2 juli 2019 tot en met 7 augustus 2019 gebruik van zou hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie onder meer op de volgende omstandigheden. * [telefoonnummer] maakte in de nachtelijke uren het meest gebruik van een cell-id aan de [adres] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres] . * [telefoonnummer] had het meeste contact met telefoonnummers die werden gebruikt door de vader van [medeverdachte 3] en [naam 4] , vriendin van [medeverdachte 3] . Verder zijn in de telefoon van [naam 4] WhatsApp-berichten aangetroffen tussen haar en * [telefoonnummer] , waarin de gebruiker van * [telefoonnummer] ‘ [medeverdachte 3] ’ wordt genoemd. [27]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna * [telefoonnummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. Dit blijkt onder meer uit het onderzoek naar de onder [naam 4] (vriendin van [medeverdachte 3] ) in beslag genomen iPhone XS op 12 december 2019. [28] Dit nummer wordt ook gebruikt door [medeverdachte 2] . [29] [30]
Ook telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. Er zijn meerdere gesprekken tussen * [telefoonnummer] van [naam 4] en * [telefoonnummer] afgeluisterd en de verbalisant herkent de stem van de gebruiker als zijnde de stem van [medeverdachte 3] . [31] Daarnaast blijkt uit onderzoek in de telefoon van [naam 4] dat op 16 oktober 2019 het contact ‘ [medeverdachte 3] ’ met telefoonnummer * [telefoonnummer] aan de contactenlijst werd toegevoegd. [32] Ten slotte blijkt uit enkele tapgesprekken dat de gebruiker van * [telefoonnummer] zichzelf [medeverdachte 3] noemt. [33]
PGP-nummer en Sky-ID die worden toegeschreven aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en/of [verdachte]
PGP-nummer [PGP-nummer] (hierna: * [PGP-nummer] ) wordt door de politie zowel aan [medeverdachte 3] , als aan [medeverdachte 1] en [verdachte] toegeschreven. Aan * [PGP-nummer] is IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ) gekoppeld. Uit de verkeersgegevens is gebleken dat * [PGP-nummer] ook is gebruik in een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ). [medeverdachte 3] zou in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 24 september 2019 van * [PGP-nummer] gebruik hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat * [PGP-nummer] tijdens de nachtelijke uren het meest gebruik maakte van cell-id’s gelegen aan de [adres] en de [adres] . Deze cell-id’s liggen in de omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . Verder blijkt uit een analyse van de telecombewegingen dat * [telefoonnummer] , een telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 3] (hierboven uiteengezet), op 18 augustus 2019 en in de periode van 19 augustus 2019 en 1 oktober 2019 op meerdere dagen ‘meebewoog’ met * [PGP-nummer] .
[medeverdachte 1] en/of [verdachte] zouden volgens de politie in de periode van 8 oktober 2019 tot 19 november 2019 gebruik hebben gemaakt van * [PGP-nummer] . * [PGP-nummer] is in die periode namelijk meerdere malen actief in Soest. Op deze moment zijn * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] (hierboven uiteengezet) en * [telefoonnummer] van [verdachte] (hierboven uiteengezet) ook actief in Soest. [34]
Sky-ID [ID-nummer] met bijnamen ‘ [bijnaam] ’ en ‘ [bijnaam] ’ wordt via de geregistreerde IMEI-nummers, gekoppeld aan * [PGP-nummer] . Dit Sky-ID wordt door de politie daarom ook aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en/of [verdachte] toegeschreven. [35] Sky-ID [ID-nummer] van [naam 3] (hierboven vastgesteld) is de reseller van Sky-ID [ID-nummer] . [36]
(PGP-)nummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 5]
Volgens de politie heeft [medeverdachte 5] in de periode van 9 juni 2019 tot en met 8 september 2019 gebruik gemaakt van telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ). De politie baseert dit onder meer op de historische verkeersgegevens van * [telefoonnummer] , waaruit blijkt dat [bijnaam] de thuismast van het nummer was. Deze thuismast ligt in de omgeving van de woning van [medeverdachte 5] aan [adres] . * [telefoonnummer] heeft in één toestel gezeten, te weten een iPhone met IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ). Dit toestel is op 8 september 2019 onder [medeverdachte 5] inbeslaggenomen. Uit WhatsApp-berichten blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] aan de gebruiker van het telefoonnummer * [telefoonnummer] vroeg welke naam en adres op een factuur kunnen komen. De gebruiker van * [telefoonnummer] antwoordde vervolgens: [adres] , [medeverdachte 5] . [37]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie ook toegeschreven aan [medeverdachte 5] , die er in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 8 september 2019 gebruik van zou hebben gemaakt. Dit baseert de politie onder meer op de volgende onderzoeksbevindingen. Het nummer heeft in één toestel gezeten, te weten de iPhone met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] . Dit toestel, met daarin de simkaart met telefoonnummer * [telefoonnummer] , is op 8 september 2019 onder [medeverdachte 5] in beslaggenomen. Verder maakt * [telefoonnummer] in de nacht veelal gebruik van een cell-id aan de [adres] , gelegen in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 5] . Ten slotte noemt de gebruiker van * [telefoonnummer] zich op WhatsApp “ [bijnaam] ”. Dit is de bijnaam van [medeverdachte 5] . [38]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie tevens toegeschreven aan [medeverdachte 5] . De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat het telefoontoestel met IMEI-nummer [IMEI-nummer] en telefoonnummer * [telefoonnummer] op 25 februari 2020 bij [medeverdachte 5] is aangetroffen. De meest gebruikte zendmast van * [telefoonnummer] ligt aan de [adres] , gelegen in de omgeving van de woning van [medeverdachte 5] . Verder heeft * [telefoonnummer] gemeenschappelijke contacten met telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] , die ook in gebruik waren bij [medeverdachte 5] . [39] [40]
Volgens de politie is PGP-nummer [PGP-nummer] (hierna: * [PGP-nummer] ) in gebruik geweest bij [medeverdachte 5] . * [PGP-nummer] bleek te zijn gekoppeld aan een telefoon met IMEI-nummer [IMEI-nummer] (* [IMEI-nummer] ). Deze telefoon is op 25 februari 2020 bij [medeverdachte 5] aangetroffen. Verder heeft * [PGP-nummer] op meerdere dagen in de periode van 13 september 2019 tot en met 26 oktober 2019 gezamenlijke reisbewegingen met telefoonnummer * [telefoonnummer] , dat ook bij [medeverdachte 5] in gebruik was. [41] [42] Sky-ID [ID-nummer] met bijnaam ‘ [bijnaam] ’ bleek aan IMEI-nummer * [IMEI-nummer] te zijn gekoppeld. De politie schrijft dit Sky-ID daarom ook toe aan [medeverdachte 5] . [ID-nummer] is actief in de metadata in de periode van 15 oktober 2019 tot en met 26 februari 2020. [43] [44]
Telefoonnummer dat kan worden toegeschreven aan [medeverdachte 9]
De politie schrijft telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) toe aan [medeverdachte 9] . Met een IMSI-catcher werden meerdere IMEI- en IMSI-nummers verkregen bij [medeverdachte 9] , waaronder het IMSI-nummer [IMSI-nummer] . Telefoonnummer * [telefoonnummer] was aan dit IMSI-nummer gekoppeld. Uit de historische verkeersgegevens van * [telefoonnummer] bleek dat het telefoonnummer frequent contact had met het telefoonnummer van [naam 8] , de zus van [medeverdachte 9] , en het telefoonnummer van [naam 9] . Op 22 februari 2019 werd [medeverdachte 9] samen met [naam 9] gecontroleerd. Verder bleek uit de historische verkeersgegevens dat * [telefoonnummer] op 30 december 2019 om 16:48 uur en 17:33 uur meerdere zendmasten heeft aangestraald in Portugaal. Uit de politiesystemen bleek dat [medeverdachte 9] op dat moment in Portugaal werd gecontroleerd. [45]
Telefoonnummer dat kan worden toegeschreven aan [medeverdachte 6]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 6] toegeschreven. De conclusie wordt gebaseerd op de omstandigheid dat [medeverdachte 6] op 25 november 2019 bij de politie het telefoonnummer * [telefoonnummer] heeft opgegeven bij zijn contactgegevens. Verder bleek uit historische verkeersgegevens dat * [telefoonnummer] frequent contact had met telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 9] , telefoonnummer [telefoonnummer] , vermoedelijk in gebruik bij een oom van [medeverdachte 6] en telefoonnummer [telefoonnummer] , vermoedelijk in gebruik bij [naam 10] . Op 16 augustus 2019 werd [medeverdachte 6] samen met [naam 10] gecontroleerd. Uit de historische verkeersgegevens bleek dat * [telefoonnummer] op 16 oktober 2019 tussen 00:30 uur en 00:35 uur zendmasten heeft aangestraald in de omgeving van Lunetten. Uit de politiesystemen bleek dat [medeverdachte 6] rond dat tijdstip in de omgeving van Lunetten werd gecontroleerd. [46]
Telefoonnummer dat kan worden toegeschreven aan [medeverdachte 7]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 7] toegeschreven. De politie baseert deze conclusie onder meer op de volgende omstandigheden. Uit de historische verkeersgegevens is gebleken dat * [telefoonnummer] in de nachtelijke uren voornamelijk mastgegevens in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 7] ( [adres] ) genereerde. De belangrijkste tegencontacten van * [telefoonnummer] waren personen in de directe omgeving van [medeverdachte 7] , te weten zijn vriendin [naam 11] , zijn broer [naam 12] , zijn vader [naam 13] en zijn moeder [naam 14] . Verder bleek uit de historische verkeersgegevens dat het gebruik van * [telefoonnummer] op 7 maart 2020 stopte. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van [naam 11] bleek dat * [telefoonnummer] tot 7 maart 2020 het meest geregistreerde tegencontact was. Na 7 maart 2020 was dat telefoonnummer [telefoonnummer] (* [telefoonnummer] ). Uit afgeluisterde communicatie bleek dat * [telefoonnummer] in gebruik was bij [medeverdachte 7] . [47]
Telefoonnummer in gebruik bij [naam 4]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) wordt door de politie toegeschreven aan [naam 4] , omdat het nummer op haar naam staat en uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken en uit stemherkenning blijkt dat het nummer bij haar in gebruik is. [48]
3.3.3.
Verloop van het onderzoek Buizerd
Het onderzoek Buizerd is gestart na de diefstal van een witte Audi S4 met kenteken [kenteken] op 6 augustus 2019 rond half vier ‘s nachts in Utrecht. In de Audi zat een telefoonbaken waardoor de aangever kon zien waar de auto zich bevond. Hij had een camera gericht op de auto en kon zien dat deze was weggenomen door twee mannen.
Volgens het baken zou de Audi S4 staan op de Plesmanstraat te Soesterberg. Na controle door de politie werd in een parkeervak ter hoogte van perceel 257 een soortgelijk voertuig aangetroffen, voorzien van het kenteken [kenteken] . Dit kenteken bleek te horen bij een zwarte Audi A4 uit Enschede. De eigenaar van die Audi A4 had de kentekenplaten nog, dus vermoedelijk waren ze gedupliceerd. [49] [50]
De gestolen Audi was afkomstig uit 2010 en had nog geen ingebouwde Track and Trace. Omdat dit soort auto’s vaak wordt gebruikt voor ram- en plofkraken werd er door de politie een camera-auto bij de Audi geplaatst. De Audi is vervolgens, via tussenstops op verschillende locaties in Utrecht, naar de [adres] gegaan. Daar bleken garageboxen te staan en het vermoeden was dat de Audi omstreeks 21:23 uur in een garagebox was geplaatst. [51]
De politie beschikte over TCI-informatie dat iemand, woonachtig in [plaats] op een adres in de buurt van de [adres] , bezig was met het voorbereiden van plofkraken en beschikte over snelle auto’s, waaronder Audi’s. Eén van de tussenstops van de Audi was ongeveer tegenover de woning van een persoon genoemd in de TCI-informatie. Daarom vond er op 8 augustus 2019, om 02:30 uur, een inkijk plaats in de garageboxen aan de [adres] , waarbij bleek dat drie garageboxen, nummers [garageboxnummer] , [garageboxnummer] en [garageboxnummer] , met elkaar verbonden waren. [52] Deze garageboxen worden hierna ‘de garagebox’ genoemd.
In de garagebox werd een witte Audi S4 met vals kenteken [kenteken] gezien. Op het achterwiel lag een gekloonde sleutel. [53] Aan de hand van het identificatienummer (VIN) van de auto werd vastgesteld dat dit de op 6 augustus 2019 gestolen Audi was. [54]
Er stonden ook twee Renault Meganes in de garagebox, die beide gestolen bleken en beide waren voorzien van een duplicaatkenteken. Ook stonden er nog drie motorscooters in de garagebox. De Audi en één van de twee Renaults werden door de politie voorzien van een baken. Ook werd er een camera geplaatst die gericht was op de garagebox. [55]
Bij de inkijk op 10 augustus 2019 werd rond 01:20 uur gezien dat [medeverdachte 3] en [verdachte] ieder met twee gevulde jerrycans de garagebox inliepen. Vervolgens verlieten ze de garagebox, maar om 03:05 uur kwamen ze terug. [verdachte] opende de garagebox en hierna werd de Renault met vals kenteken [kenteken] (ZD 4) de garagebox uitgereden. Even later werd een donkere Audi met kenteken [kenteken] (ZD 8) de garagebox ingereden. [56] [57]
Op 14 augustus 2019 vond een tweede inkijk in de garagebox plaats, waarbij wederom de witte Audi met vals kenteken [kenteken] (ZD 3), een Renault Megane met vals kenteken [kenteken] (ZD 5) en een zwarte Audi met vals kenteken [kenteken] (ZD 8) werden gezien. Alle drie de kentekenplaten bleken lamineercodes uit één serie te hebben die niet uit een bestaande serie kwamen. Codes uit deze serie kwamen blijkens navraag bij het Landelijk informatiecentrum voertuigencriminaliteit in zaken met een diversiteit aan strafbare feiten terug, waaronder: dump van xtc-afval, liquidatie en ram- en plofkraak. In de garagebox werden ook een fles ammoniak, verpakkingen van bivakmutsen en werkhandschoenen aangetroffen. [58] Vervolgens heeft de politie ook binnen in de garagebox een camera geplaatst. [59]
Bij het uitkijken van de camerabeelden binnen en buiten de garagebox kwamen onder anderen de verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] in beeld als personen die in de garagebox kwamen. Zij kwamen daar in verschillende samenstellingen en op verschillende data en tijdstippen. [verdachte] is daar op zeventien dagen geweest, [medeverdachte 1] op veertien dagen, [medeverdachte 4] op drie dagen en [medeverdachte 3] twee keer op één dag, namelijk op 10 augustus 2019 om 01:20 uur en 03:05 uur, samen met [verdachte] . [60]
Op de beelden in de garagebox van 16 augustus 2019 om 00:17 uur, was te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] mondkapjes en handschoenen droegen. [61] In de loods had één van hen twee spuitbussen vast. [62] Omdat ammoniak gebruikt wordt om DNA-sporen te wissen en op de beelden mensen met mondkapjes en handschoenen stonden, ontstond bij het opsporingsteam het vermoeden dat men met mogelijk ernstiger feiten dan plofkraken te maken had, namelijk het voorbereiden dan wel faciliteren van liquidaties.
Dit vermoeden leidde tot een intensivering van het opsporingsonderzoek. Zo vonden er nadien nog meer inkijken plaats en werden er telefoons getapt en werd er Opnemen van Vertrouwelijke Communicatie (hierna: OVC)-apparatuur geplaatst in onder andere een Peugeot die door [medeverdachte 1] en [verdachte] werd gebruikt.
Ook is op beelden van 19 augustus 2019 te zien dat [verdachte] en [medeverdachte 4] in de garagebox aanwezig waren en dat zij handschoenen en mondkapjes droegen. Ze liepen met jerrycans heen en weer naar voertuigen waarbij het erop lijkt dat die voertuigen worden voorzien van brandstof. [63] [64]
Op de beelden van 26 augustus 2019 liep [verdachte] met vier grote jerrycans uit de garagebox. [65]
Op de beelden van 8 september 2019 zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] te zien in de garagebox, met handschoenen, een doosje en een fles die eruit zag als een fles schoonmaakmiddel. [66] [67]
Op de beelden van 13 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] weer in de garagebox waren. [verdachte] nam een volle jerrycan mee naar binnen. [68] Zij hadden handschoenen aan en waren bezig met een grote jerrycan waarop stond: Super Cleaner. Even later werd de bij eerdere observaties ook al waargenomen zwarte Audi met (vals) kenteken [kenteken] naar buiten gereden en weer later werd de Audi terug de garagebox in gereden. [69] [70]
Op de beelden van 14 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] samen in de garagebox [71] waren en kwam even later de witte Audi S4 met (vals) kenteken [kenteken] naar buiten, bestuurd door [verdachte] [72] .
Op de beelden van 17 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] weer samen in de garagebox waren. Door [verdachte] werd een Audi A5 de garagebox ingereden. Er werden foto’s genomen en de auto werd schoongemaakt. [73] [74]
Op de beelden van 19 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en een onbekende man in de garagebox waren. De garagebox werd gesweept. [75] [76]
Op 20 november 2019 is tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] een huurovereenkomst aangetroffen van de [adres] . Het contract stond op naam van een ‘ [naam 15] ’ als huurder en [naam 16] als verhuurder. De ingangsdatum van het contract betrof 14 juni 2019 en de duur was voor één jaar. Op het contract stond als telefoonnummer van [naam 15] het nummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer werd gebruikt door [verdachte] . [77]
Op 26 november 2019 vonden er diverse doorzoekingen plaats. De garagebox aan de [adres] is op die dag doorzocht en ook de woning van [verdachte] aan de [adres] , de berging van de woning van [verdachte] zijn zus aan het [adres] en de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres] zijn doorzocht.
In de garagebox aan de [adres] zijn de Audi’s uit ZD 6, ZD 7 en ZD 8 en de motorscooter uit ZD 11 aangetroffen. Tevens zijn onder meer aangetroffen: twee flessen ammoniak, een fles wasbenzine, een spuitfles reiniger, een doos latex handschoenen, een plastic zak met zestien zwarte petjes, een plastic zak met vier zwarte wollen collen en een plastic zak met aanstekers. [78]
In de berging van de woning van de zus van [verdachte] ( [adres] ) zijn twee rugtassen met vijf jammers, autodiefstalapparatuur, navigatieapparatuur en een kentekenplaat ( [kenteken] ) aangetroffen. [79] [80] [81]
In de woning waar [verdachte] woonde ( [adres] ) is een bivakmuts aangetroffen en een document met instructies voor het programmeren van sleutels en het maken van een noodstart van een Renault. [82] [83]
In de woning van [medeverdachte 3] ( [adres] ) is een gedetineerdenagenda aangetroffen met daarin telefoonnummers die in het onderzoek werden toegeschreven aan onder anderen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . [84] [85]
Op 12 mei 2020 zijn in de schuur van de woning van de grootouders van [medeverdachte 8] aan de [adres] valse kentekenplaten ( [kenteken] ) aangetroffen. Werktuigsporen op dit kenteken bleken overeen te komen met sporen op andere kentekenplaten in het onderzoek. Ook werden er zes honkbalknuppels, tien klauwhamers en twee voorhamers aangetroffen. [86]
Uiteindelijk heeft het onderzoek Buizerd geleid tot meerdere verdenkingen met betrekking tot gestolen voertuigen. Op de tenlastelegging van [verdachte] staan vier gestolen Audi’s, twee gestolen Renault Meganes en één gestolen motorscooter, die allemaal in de garagebox aan de [adres] zouden hebben gestaan. De eerste van deze diefstallen heeft plaatsgevonden op 24 of 25 juni 2019, tien dagen na ingang van de huur van de garagebox, en betrof de Renault Megane met vals kenteken [kenteken] . Ook staan er op de tenlastelegging van [verdachte] een andere Audi, twee Volkswagen Transporters en een Volkswagen Multivan. Van deze auto’s is niet vastgesteld dat ze in de garagebox zijn geweest.
Daarnaast heeft het onderzoek Buizerd geleid tot verdenking van [verdachte] van betrokkenheid bij de voorbereiding en de uitvoering van het geweldsincident met betrekking tot [slachtoffer ] en tot de verdenking dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie.
[verdachte] heeft over geen van de verdenkingen een verklaring willen afleggen.
3.3.4.
OVC-gesprekken Nissan Micra
Op 20 november 2019 is OVC-apparatuur geplaatst in de Nissan Micra met kenteken [kenteken] , die op naam staat van de moeder van [naam 4] . In de Nissan Micra hebben gesprekken plaatsgevonden die zijn opgenomen en uitgewerkt, onder andere op 26 november 2019, tussen een vrouw en een man. De vrouw is herkend als [naam 4] en zij is tijdens de gesprekken ook [naam 4] genoemd. De man is herkend als [naam 17] . Tijdens de gesprekken wordt ook de naam [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) meermalen genoemd. [87] Ook de namen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [verdachte] en [bijnaam] worden genoemd. [88] [medeverdachte 1] is de voornaam van verdachte [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] de voornaam van verdachte [medeverdachte 2] , [verdachte] een verkleining van de voornaam van verdachte [verdachte] en [bijnaam] is een bijnaam van verdachte [medeverdachte 5] . Gelet op de context waarbinnen deze namen worden genoemd en gelet op de bewijsmiddelen die bij de bespreking van de afzonderlijke zaaksdossiers nog aan de orde komen, begrijpt de rechtbank dat in de OVC-gesprekken ook over deze verdachten werd gesproken.
Samengevat en zakelijk weergegeven wordt in sessie 192827 onder andere het volgende besproken. In de ochtend van 26 november 2019 is het huis van [medeverdachte 3] doorzocht en ook bij anderen hebben huiszoekingen plaatsgevonden. De Renault Megane die is gevonden heeft [naam 4] samen met [medeverdachte 3] ergens tussen Rotterdam en Den Haag weggebracht. Ze reden achter elkaar aan en zijn nog gestopt bij een benzinepomp. De politie heeft zelfs sporen van [medeverdachte 1] in die Renault Megane gevonden. [medeverdachte 1] heeft ‘zwaar gecasht’. [naam 4] heeft vaak met [medeverdachte 3] , met zijn eigen geld, handschoenen gehaald voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] heeft daar niet eens voor betaald gekregen. [medeverdachte 1] praatte met zijn neef met een PGP-telefoon en ze lieten [medeverdachte 3] klusjes doen, maar ze betaalden hem niet. [medeverdachte 3] heeft veel auto’s voor [medeverdachte 1] geregeld, vooral heel veel Audi’s en Renaultjes toen hij op pad was met [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] heeft daar wel veel aan verdiend maar het wordt [medeverdachte 3] niet gegund. Ook bij [verdachte] is er een doorzoeking geweest en als ze zijn PGP-telefoon hebben gevonden, dan is het klaar. [medeverdachte 3] heeft met iemand gebeld en heeft een kenteken doorgegeven en op dat moment kwam de politie met een takelwagen voor de Audi.
Bij de molen in Oudenoord is er iemand ‘helemaal de kanker in geslagen’. Dat is ook in het nieuws geweest. [medeverdachte 3] moest dat eigenlijk doen met [medeverdachte 2] . Daar stond ook al een busje voor gereed met allemaal spullen er in, waaronder mokers, om iemand knock-out te slaan. [medeverdachte 3] had zijn bivakmuts met DNA in het busje laten liggen en dat busje is in beslag genomen. Hij heeft vanuit zijn huis gefilmd dat het busje werd weggesleept. Ze hadden het busje nog in de fik willen steken. [89]
Aansluitend op dit gesprek vindt het gesprek met sessienummer 195836 plaats. Tijdens dit gesprek tussen [naam 4] en [naam 17] wordt een opname afgespeeld van een uitzending van ‘De wereld draait door’, die onder andere gaat over de moord op [naam advocaat] . Gesproken wordt over het aanhouden van de neef van [naam 18] . In de uitzending wordt in dat verband het aantreffen van een uitgebrande Renault Megane genoemd. Daarop vraagt [naam 17] aan [naam 4] waar ze ‘hem’ hadden gebracht, waarop [naam 4] zegt dat ze er op de navigatie naartoe zijn gereden. [90]
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde OVC-gesprekken gebruikt kunnen worden voor het bewijs, nu wat is besproken in die gesprekken op meerdere punten verankering vindt in het dossier, zoals uit de bewijsmiddelen naar voren komt, en de rechtbank geen aanleiding ziet die uitlatingen als onwaar of onbetrouwbaar te beschouwen. [naam 4] bevond zich in een voor haar veilige omgeving in de auto van haar moeder die zij gebruikte, zij waande zich onbespied en zij heeft uit eigen waarneming verteld over situaties waar zij bij was, zoals het samen met [medeverdachte 3] wegbrengen van de Renault Megane op 17 september 2019. Dit vindt steun in het dossier, zoals hierna onder 3.3.5 (ZD 4) blijkt. Uit de bewijsmiddelen genoemd onder 3.3.6 (ZD 5) blijkt verder dat zij ook op 16 september 2019 samen met [medeverdachte 3] was, in Nijmegen. Het is gelet daarop aannemelijk dat zij, als vriendin van [medeverdachte 3] , op de hoogte was van wat er speelde en dat zij wist waar zij het over had.
3.3.5.
ZD 4: diefstal en/of heling van de Renault Megane ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Renault Megane met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld. In het dossier Pulheim staat beschreven dat deze Renault is gebruikt bij de voorverkenningen op het kantoor en woonadres van [naam advocaat] , de raadsman van de kroongetuige in het onderzoek Marengo. Medeverdachte [medeverdachte 1] is veroordeeld voor onder meer medeplichtigheid aan de moord op [naam advocaat] . [91] Die moord maakt onderdeel uit van het zaaksdossier criminele organisatie, waarvan [verdachte] wordt verweten daaraan deel te hebben genomen. Vanwege die verdenking gaat de rechtbank in deze passage wat dieper in op deze Renault en de betrokkenheid van de verschillende verdachten bij deze Renault.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. Wel acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] zich samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] heeft schuldig gemaakt aan medeplegen van opzetheling.
Medeplegen van opzetheling door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3]
In de nacht van 24 juni 2019 op 25 juni 2019 wordt een grijze Renault Megane met kenteken [kenteken] gestolen in Nieuwegein. [92]
Het telefoonnummer van deze Renault Megane, [telefoonnummer] , maakt op 5 augustus 2019 om 05:45 uur gebruik van de zendmast [adres] . Het telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [verdachte] , maakt om 05:21 uur ook gebruik van de zendmast [adres] . [93] Deze zendmast is een van de zendmasten waarmee vanaf de nabije omgeving van de garagebox aan de [adres] verbinding kan worden gelegd. [94]
Om 10:16 uur wordt het MAC-adres, gekoppeld aan een Peugeot met kenteken [kenteken] geregistreerd op de Albert Schweitzerdreef in Utrecht. Deze Peugeot stond op naam van de vader van [medeverdachte 1] en werd gebruikt door [medeverdachte 1] en [verdachte] . [95] Om 10:19 uur maakt het telefoonnummer van de Renault Megane gebruik van een zendmast in de buurt van de Albert Schweitzerdreef, namelijk de Nigerdreef 1 in Utrecht . Het telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , straalt om 10:30 uur de zendmast Manitodreef in Utrecht aan. [96]
Op 8 augustus 2019 wordt de Renault Megane, voorzien van valse kentekenplaten [kenteken] , aangetroffen bij de eerste inkijk in de garagebox aan de [adres] . [97]
Op 10 augustus 2019 dragen [medeverdachte 3] [98] en [verdachte] [99] om 01:19 uur beiden twee gevulde jerrycans de garagebox in. [medeverdachte 3] rijdt de Renault Megane met valse kentekenplaten [kenteken] om 03:07 uur de garagebox uit, waarna [verdachte] de garagebox afsluit. [medeverdachte 3] rijdt weg met de Renault Megane. Ongeveer een half uur later rijden zij een andere gestolen auto (Audi met kenteken [kenteken] , ZD 8) de garagebox in. [100] [101] [102]
Om 02:51 uur maakt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] gebruik van de zendmast Isotopenweg 29 in Utrecht . Het telefoonnummer van de Renault Megane maakt om 03:07 uur gebruik van deze zendmast. Om 02:54 uur maakt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [verdachte] gebruik van de zendmast Concordiastraat 68 in Utrecht. De zendmast Nevadadreef 25 in Utrecht wordt om 03:20 uur aangestraald door het telefoonnummer van de Renault Megane en om 03:51 uur door het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] . [103]
De zendmast Nevadadreef 25 in Utrecht wordt op 12 augustus 2019 om 03:51 uur aangestraald door het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [verdachte] en om 04:52 uur door het telefoonnummer van de Renault Megane. Om 04:55 uur is er een ANPR-registratie van het valse kenteken [kenteken] van de Renault Megane in de buurt van waar het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [verdachte] tijdens een belbeweging op hetzelfde tijdstip aanstraalt. Om 05:59 uur maakt het telefoonnummer van de Renault Megane gebruik van de zendmast Van Leijenberghlaan in Amsterdam. [104]
Op 14 augustus 2019 maakt het telefoonnummer van de Renault Megane om 01:47 uur weer gebruik van de zendmast Nevadadreef 25 in Utrecht. Het telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 3] , heeft om 01:42 uur een belbeweging en straalt de zendmast Isotopenweg 29 in Utrecht aan. Ook om 02:12 uur maakt het telefoonnummer van de Renault Megane gebruik van de zendmast Nevadadreef 25 in Utrecht. De telefoonnummers van [verdachte] (* [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) stralen om respectievelijk 02:46 en 02:47 uur de zendmast Isotopenweg 29 in Utrecht aan tijdens een inkomend sms-bericht en een belbeweging. [105]
Het telefoonnummer van de Renault Megane maakt op 16 augustus 2019 om 03:41 uur gebruik van de zendmast Van Rensselaerlaan/Hollantlaan 7 in Utrecht. Op hetzelfde tijdstip straalt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] tijdens een belbeweging de zendmast Papendorpseweg in Utrecht aan. Om 03:43 uur straal het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] tijdens een inkomend sms-bericht de zendmast Van Rensselaerlaan/Hollantlaan aan. [106] Om 11:10 uur maakt het telefoonnummer van de Renault Megane gebruik van de zendmast Van Leijenberghlaan 221 in Amsterdam. [107]
Op 19 augustus 2019 maakt het telefoonnummer van de Renault Megane om 05:22 uur gebruik van de zendmast Beneluxlaan 80 in Utrecht. Het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [verdachte] maakt om 05:29 uur gebruik van dezelfde zendmast. [108]
Op 20 augustus 2019 stralen de telefoonnummers van [verdachte] (* [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ) om respectievelijk 04:57 uur, 05:19 uur en 05:09 uur tijdens belbewegingen de zendmast Beneluxlaan 80 in Utrecht aan. Het telefoonnummer van de Renault Megane maakt om 05:19 uur ook gebruik van dezelfde zendmast. [109] Tussen 06:58 uur en 09:08 uur is de Renault Megane in Amsterdam. [110]
Zowel het telefoonnummer van de Renault Megane als dat van [verdachte] (* [telefoonnummer] ) maken op 21 augustus 2019 om 05:13 uur gebruik van de zendmast Beneluxlaan 80 in Utrecht. [verdachte] belt naar [medeverdachte 3] , die op dat moment in Weert is. [111]
Op 29 augustus 2019 straalt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [verdachte] om 05:22 uur de zendmast Tigrisdreef in Utrecht aan. De Renault Megane maakt om 05:24 uur gebruik van de zendmast Nevadadreef 25 in Utrecht. [112]
Op 17 september 2019 om 19:15 uur maakt de Renault Megane verbinding met een zendmast aan de Yokohamadreef in Utrecht. Telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [verdachte] , en telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , bevinden zich rond dit tijdstip in de omgeving van de Renault Megane. Ook telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 3] , is in die omgeving en heeft op dat moment contact met het telefoonnummer van [naam 4] ( [telefoonnummer] ). [113]
[medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ) belt om 19:29 uur naar [verdachte] (* [telefoonnummer] ). Zij maken dan beiden gebruik van de zendmast Reinesteijnseweg in Nieuwegein. [114] Tijdens dat gesprek vraagt [medeverdachte 3] (beller * [telefoonnummer] ) waar ze met die Micra naartoe moeten, waarop [verdachte] (gebelde * [telefoonnummer] ) antwoordt met ‘zelfde adres bro ’. [115] [116]
Op 17 september 2019 om 19:56 uur worden de Renault Megane en de Peugeot met kenteken [kenteken] kort na elkaar gescand door een camera op de locatie Papendorp in Utrecht. De Renault Megane en de Peugeot waren ook op 26 juni 2019 om 19:08 uur kort na elkaar gescand door dezelfde camera op de locatie Papendorp in Utrecht.
De telefoonnummers van [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) en [verdachte] (* [telefoonnummer] ) stralen op 17 september 2019 om respectievelijk 20:09 uur en 20:10 uur de zendmast Papendorpseweg in Nieuwegein aan. Tijdens het telefoongesprek dat [medeverdachte 1] om 20.02 uur met zijn moeder voert op het moment dat zijn telefoon in Papendorp aanstraalt, zegt hij dat hij samen met [verdachte] is. [117] [118] [119]
Om 20:20 uur hebben de telefoonnummers * [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] en * [telefoonnummer] van [naam 4] contact met elkaar. Zij bevinden zich op dat moment rond de A12 bij De Meern. [120] Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 3] en [naam 4] de Renault Megane naar Bergschenhoek hebben gebracht. Om 20:31 uur hebben beide telefoonnummers meermalen contact met elkaar, zij bevinden zich op dat moment in de omgeving van Bodegraven. Van de Renault Megane is er twee minuten eerder, om 20:29 uur, een ANPR-registratie. Om 20:58 uur zijn beide telefoons in de omgeving van Bergschenhoek. [121] [122]
Om 21:07 uur belt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] naar het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 1] vraagt of het is gelukt, waarop [medeverdachte 3] bevestigend antwoordt. [medeverdachte 3] zegt verder dat hij terug onderweg is en legt uit waar hij hem heeft gezet. [medeverdachte 1] belt ook om 22:33 uur naar [medeverdachte 3] en vraagt waar hij de sleutel heeft gedaan. [medeverdachte 3] zegt dat de sleutel linksonder, linksachter bij de bestuurderskant ligt. [medeverdachte 1] vraagt hem of hij niet door iemand is gezien, waarop [medeverdachte 3] antwoordt met ‘nee, zeker niet’. [123] [124] [125]
Om 22:41 uur belt [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ) naar [verdachte] (* [telefoonnummer] ) en vraagt of het is gelukt, waarop [verdachte] antwoordt dat hij het niet weet en zo wordt gebeld. [126] [127]
Om 22:52 uur zijn [verdachte] en [medeverdachte 1] op de camerabeelden van de [adres] samen te zien in de garagebox. [128] De Renault Megane maakt om 22:52 uur verbinding met een zendmast in Bergschenhoek. [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ), [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) en [verdachte] (* [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] ) zijn rond dit tijdstip in Utrecht. [129]
[medeverdachte 1] heeft in een schriftelijke verklaring van 12 mei 2020 verklaard dat hij twee Renault Megane’s heeft gestald op verzoek van een jongen uit de buurt die hem vroeg of hij een plek wist om een paar van zijn auto’s te stallen die de jongen ‘omkatte of kloonde zodra ze heet zouden worden’. Hij had ook andere auto’s in zijn loods staan. Ook heeft hij verklaard regelmatig auto’s te sweepen en zijn sweeper uit te lenen. Hij heeft ook de Renault Megane in dit zaaksdossier gesweept. Over het wegbrengen van deze Renault Megane naar Bergschenhoek heeft [medeverdachte 1] verklaard dat [medeverdachte 3] dit desgevraagd voor hem heeft gedaan, dat [medeverdachte 3] de auto in Bergschenhoek heeft geparkeerd en de sleutel op de achterband heeft gelegd. [medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat zij elkaar toen hebben gebeld. [130]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, het volgende vast.
De Renault Megane is in de nacht van 24 juni op 25 juni 2019 gestolen en stond op 8 augustus 2019 in de garagebox die door [medeverdachte 1] werd gehuurd en beheerd. Bij de huur van deze garagebox is het telefoonnummer van [verdachte] opgegeven en [verdachte] en [medeverdachte 3] hadden toegang tot de garagebox. [verdachte] heeft de garagebox in bijzijn van [medeverdachte 3] afgesloten. Op 10 augustus 2019 is de Renault Megane in de nacht door [medeverdachte 3] de garagebox uitgereden, nadat hij en [verdachte] ieder met twee volle jerrycans de garagebox in waren gegaan. Daarna hebben zij een andere gestolen auto in de garagebox geplaatst. Blijkens de OVC-gesprekken van [naam 4] in de Nissan Micra hield [medeverdachte 3] zich vaker bezig met gestolen Renaults voor [medeverdachte 1] en hebben zij en [medeverdachte 3] deze Renault Megane samen weggebracht. Uit de reis- en belbewegingen blijkt dat [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] op meerdere momenten in de nachtelijke uren bij of in de Renault Megane aanwezig zijn geweest.
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] deze Renault Megane voorhanden hebben gehad en daarbij nauw en bewust hebben samengewerkt. Gelet op de hiervoor aangehaalde schriftelijke verklaring van [medeverdachte 1] , de gang van zaken met betrekking tot de Renault Megane in de garagebox, maar ook het gegeven dat in die garagebox meerdere gestolen voertuigen zijn aangetroffen (zoals hierna beschreven) waarvoor geen van de verdachten een aannemelijke ontzenuwende verklaring heeft gegeven, gaat de rechtbank ervan uit dat niet alleen [medeverdachte 1] , maar ook [verdachte] en [medeverdachte 3] wisten dat deze Renault Megane van diefstal afkomstig was. Daarmee is het medeplegen van opzetheling bewezen.
3.3.6.
ZD 5: diefstal en/of heling van de Renault Megane ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de Renault Megane met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank vindt medeplegen van opzetheling door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] wel bewezen.
Medeplegen van opzetheling door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3]
Op 27 juni 2019 wordt een zwarte Renault Megane met kenteken [kenteken] gestolen in Utrecht. [131]
Deze Renault Megane wordt op 8 augustus 2019 bij de inkijk in de garagebox aan de [adres] aangetroffen. Op dat moment heeft de Renault Megane het valse kenteken [kenteken] . [132] De Renault Megane wordt door de politie voorzien van een baken en OVC-apparatuur. [133]
Ook bij de inkijk op 14 augustus 2019 wordt de Renault Megane in de garagebox aangetroffen, samen met andere gestolen voertuigen met valse kentekenplaten (ZD 3 en ZD 8). Alle lamineercodes van de valse kentekenplaten, die in dezelfde serie zaten, komen uit een niet bestaande serie. [134] [135]
Op 16 augustus 2019, omstreeks 01:46 uur, gaan twee mannen de garagebox in en kort daarna wordt de Renault Megane de garagebox uitgereden. Deze mannen zijn op de beelden bij de garagebox herkend als [medeverdachte 1] [136] en [medeverdachte 4] [137] . [medeverdachte 1] verlaat de garagebox later dan de Renault Megane en gaat na enkele minuten weer de garagebox binnen. Om 02:13 uur wordt een zwarte Audi Cabriolet (ZD 7) de garagebox binnen gereden. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] zijn in de garagebox met handschoenen aan en mondkapjes op en verlaten de garagebox om 02:22 uur. [138]
Blijkens bakengegevens komt de Renault Megane op 22 augustus 2019 omstreeks 05:39 uur in beweging en komt deze omstreeks 05:42 uur aan op een parkeerplaats aan de Kooijdijk in Westbroek. [139] De Renault Megane wordt daar rond 06:00 uur aangetroffen. Op de Kooijdijk staat op acht meter afstand van de Renault Megane ook de Peugeot 208 met kenteken [kenteken] , geparkeerd, die in gebruik is bij [medeverdachte 1] en [verdachte] . [140]
In de OVC-gesprekken die in de Renault Megane zijn gevoerd, worden de stemmen van [verdachte] en [medeverdachte 3] herkend. [verdachte] rijdt op 12 september 2019 in de Renault Megane [141] en [medeverdachte 3] op 27 augustus 2019 [142] , 15 september 2019 [143] en 16 september 2019. Op die laatste dag zegt [medeverdachte 3] tegen [naam 4] dat hij in Nijmegen is en door haar opgehaald wil worden. [144]
Op 16 september 2019 om 19:47 uur maakt de Renault Megane gebruik van de zendmast Utrecht Overvecht en om 20:06 uur van die in Utrecht Lombok. De telefoon met nummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 3] , is om 20:04 uur in Lombok. De zendmast waarvan dit nummer gebruik maakt is in de buurt van het gebied waar de Renault zich om 20:06 uur bevindt. [145] De telefoon met nummer * [telefoonnummer] beweegt richting Nijmegen. Om 20:50 uur is er een ANPR-hit op de gedupliceerde kentekenplaten [kenteken] in de richting van Nijmegen ter hoogte van Deest. De telefoon met nummer * [telefoonnummer] maakt rond datzelfde tijdstip gebruik van een zendmast ter hoogte van Afferden. [146]
Om 21:03 maakt * [telefoonnummer] gebruik van een zendmast die dekking geeft op het gebied Malvert. Om 21:39 uur zijn er weer locatiegegevens in Nijmegen van de Renault Megane in de omgeving van de zendmast waar de telefoon van [medeverdachte 3] gebruik van heeft gemaakt. [147] De telefoon van [medeverdachte 3] maakt tussen 21:30 uur en 22:46 uur gebruik van een zendmast in Nijmegen en heeft in deze periode meermalen contact met * [telefoonnummer] , in gebruik bij [naam 4] . [medeverdachte 3] wordt om 22:46 uur gebeld door nummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [verdachte] . [verdachte] vraagt waar [medeverdachte 3] is en [medeverdachte 3] zegt dat hij nog daar is. Om 22:44 uur is nummer * [telefoonnummer] van [naam 4] ook in Nijmegen, komend vanuit Utrecht. [148] Om 00:53 uur zijn [medeverdachte 3] en [naam 4] weer in Utrecht. [149]
De Renault Megane blijft achter in Nijmegen en op 19 september 2019 wordt vastgesteld dat de auto is geplaatst in een garagebox aan de [adres] . Bij een inkijkoperatie op 21 september 2019 wordt de Renault Megane met het valse kenteken [kenteken] in die garagebox aangetroffen. [150]
Op 26 november 2019 vindt een doorzoeking plaats in de garagebox aan de [adres] en wordt de Renault Megane aangetroffen en inbeslaggenomen. [151]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, het volgende vast.
De op 27 juni 2019 in Utrecht gestolen Renault Megane is daarna in de garagebox aan de [adres] geplaatst en op 16 augustus 2019 weer uit de garagebox gereden, in bijzijn van [medeverdachte 1] , waarna een andere gestolen auto in de garagebox is geplaatst. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] waren toen met handschoenen en mondkapjes in de garagebox aanwezig en hebben de garagebox op 16 september 2019 tegen half drie in de nacht verlaten. De Renault Megane is op 22 augustus 2019 achtergelaten op een parkeerplaats in Westbroek, waar ook de Peugeot 208, in gebruik bij [medeverdachte 1] en [verdachte] , geparkeerd stond. [verdachte] en [medeverdachte 3] hebben beiden in de Renault Megane gereden. [medeverdachte 3] heeft dit voor het laatst gedaan op 16 september 2019. Hij heeft deze auto toen naar Nijmegen gereden en hem daar in een garagebox geparkeerd. Toen [medeverdachte 3] in Nijmegen was, heeft hij telefonisch contact gehad met [verdachte] en hem verteld dat hij daar nog was. [medeverdachte 3] is in Nijmegen opgehaald door [naam 4] en zij zijn samen teruggereden naar Utrecht, vermoedelijk in haar Nissan Micra. De Renault Megane is in Nijmegen achtergebleven.
De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] deze Renault Megane voorhanden hebben gehad, dat zij daarbij nauw en bewust hebben samengewerkt en dat zij wisten dat deze auto van diefstal afkomstig was, mede gelet op het feit dat zij ook een andere gestolen Renault Megane (ZD 4) onder zich hebben gehad. Het medeplegen van opzetheling is daarmee bewezen.
3.3.7.
ZD 3: diefstal en/of heling van de Audi S4 ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Audi S4 met kenteken [kenteken] , met valse kentekens [kenteken] en [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. Wel is bewezen dat [verdachte] zich samen met [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van opzetheling van deze auto, die door [medeverdachte 5] is gestolen.
Medeplegen van opzetheling door [verdachte] en [medeverdachte 1]
Op 6 augustus 2019 rond half vier in de ochtend wordt een witte Audi S4 met kenteken [kenteken] en chassisnummer [nummer] gestolen op de [adres] . De eigenaar van de auto heeft buiten zijn woning een camera hangen en op deze camera ziet hij dat zijn auto door twee mannen wordt gestolen. Zijn auto beschikt over een GPS-tracker waarmee hij de locatie van zijn auto kan achterhalen. Via zijn mobiele telefoon ziet hij dat zijn auto sinds 6 augustus 2019, 06:25 uur in de omgeving van de Simon Stevinlaan met de Plesmanstraat in Soesterberg moet staan. [152]
De exacte locatie van de Audi S4 bleek de Plesmanstraat ter hoogte van het portiek met de nummers 273-287 te zijn. Op de Audi S4 zaten valse kentekenplaten bevestigd, te weten [kenteken] , die bij een Audi A4 horen en waarschijnlijk zijn gedupliceerd. [153]
Op de camerabeelden van de eigenaar is te zien dat de Audi S4 tussen 03:12 uur en 03:45 uur wordt weggenomen door twee mannen, van wie er één donkerkleurige schoenen met witte zolen en een donkerkleurige pet met een lichtkleurig embleem op de voorzijde draagt. [154]
Ten tijde van de diefstal bevindt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 5] zich in de omgeving van de [adres] . Dit telefoonnummer heeft gezeten in de iPhone 7 Plus die op 8 september 2019 onder [medeverdachte 5] in beslag is genomen. [155]
In deze telefoon worden foto’s aangetroffen van [medeverdachte 5] , waarop te zien is dat hij een zwarte pet met een opvallend embleem op de voorzijde en zwarte sneakers met witte zolen draagt. Eén van de foto’s is gemaakt op 6 augustus 2019 om 15:57 uur in Utrecht. De pet en sneakers die [medeverdachte 5] op de foto’s draagt, passen in het signalement van één van de personen die betrokken waren bij de diefstal van de Audi S4. [156]
In de iPhone 7 Plus telefoon van [medeverdachte 5] wordt een contact genaamd ‘ [contactnaam] ’ aangetroffen, met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Met dit telefoonnummer werd op Marktplaats geadverteerd door ‘ [advertentienaam] ’. ‘ [contactnaam] ’ betreft een type
key reader / lockpick, waarmee voertuigen van de Volkswagen groep, waaronder Audi, zonder sleutel kunnen worden geopend. [157]
In de telefoon van [medeverdachte 5] is te zien dat op 5 augustus 2019 om 21:03 uur de app ‘Qenteken’ werd gebruikt. Met deze app kunnen door middel van de invoer van een kenteken voertuiggegevens worden opgevraagd. Op 6 augustus 2019 om 02:31 uur, ongeveer drie kwartier voor de diefstal van de Audi S4, ontvangt [medeverdachte 5] een iMessage bericht van het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] zegt: ‘ [bijnaam] bel me’. Om 02:57 uur stuurt [medeverdachte 5] een bericht aan een zekere ‘D’: ‘Ik had me telefoon niet bij. Ga em zo ook weer weg stoppen’. Na de diefstal, om 03:56 uur, zegt [medeverdachte 1] weer via iMessage tegen [medeverdachte 5] : ‘Als je gedoucht bent en alles schoon is’. [158]
Op 6 augustus 2019 omstreeks 20.55 uur rijdt de Audi S4 vanuit Soesterberg richting Utrecht en verplaatst zich, na gestopt te zijn op verschillende locaties in Utrecht, naar de [adres] . [159] Bij de inkijk in de garagebox aan de [adres] op 8 augustus 2019 wordt deze Audi S4, samen met twee gestolen Renault Meganes, in de garagebox aangetroffen. De kentekenplaten van de Audi S4 zijn dan weer verwisseld, naar [kenteken] . Tijdens deze inkijkactie wordt een baken geplaatst op de Audi S4 en een camera gericht op de garagebox. [160]
De Audi S4 wordt ook bij de inkijk op 14 augustus 2019 in de garagebox aangetroffen, samen met andere gestolen voertuigen (ZD 5 en ZD 8) met valse kentekenplaten. Alle lamineercodes van de valse kentekenplaten, die in dezelfde serie zaten, komen uit een niet bestaande serie. [161] [162]
Op 14 september 2019 omstreeks 15.19 uur zijn [verdachte] en [medeverdachte 1] in de garagebox aan de [adres] . [verdachte] rijdt de witte Audi S4 met (valse) kentekens [kenteken] uit de garagebox en [medeverdachte 1] sluit hierna de garagebox af. [163] De Audi S4 wordt met het baken gevolgd en rijdt via Rotterdam naar België. [164]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, het volgende vast.
[verdachte] en [medeverdachte 1] hebben de Audi S4, die door [medeverdachte 5] en een onbekend gebleven persoon is gestolen, voorhanden gehad toen [verdachte] de auto, die op dat moment voorzien was van valse kentekenplaten, uit de garagebox reed en [medeverdachte 1] daarbij stond en de garagebox afsloot. Deze garagebox werd gehuurd en beheerd door [medeverdachte 1] en gebruikt voor het stallen van onder andere gestolen voertuigen. Gelet daarop, en de omstandigheden in de garagebox, gaat de rechtbank ervan uit dat [verdachte] en [medeverdachte 1] wisten dat ook deze auto van diefstal afkomstig was. Het medeplegen van opzetheling kan daarmee worden bewezen.
3.3.8.
ZD 8: diefstal en/of heling van de Audi S4 ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Audi S4 met kenteken [kenteken] (de rechtbank leest dit als: [kenteken] ), valse kentekens [kenteken] en [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank spreekt [verdachte] vrij van diefstal van deze Audi S4 en vindt bewezen dat hij zich samen met [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze auto, die door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] is gestolen.
Medeplegen van opzetheling door [verdachte] en [medeverdachte 1]
Tussen 8 augustus 2019 om 17:45 uur en 9 augustus 2019 om 05:45 uur wordt een zwarte Audi S4 met kenteken [kenteken] en chassisnummer [nummer] gestolen in Zandvoort. [165]
Op 8 augustus 2019 rond 22:00 uur spreekt [medeverdachte 5] onder zijn artiestennaam [bijnaam] via WhatsApp met een zekere [naam 19] . [medeverdachte 5] zegt dat hij denkt dat de jongens meteen door willen, dat hij met hete namen is en dat hij niet perse zijn kop hoeft te verbranden ‘in een lounge vol met recchas’, waarmee vermoedelijk undercover politieagenten worden bedoeld. [naam 19] spreekt verder over het verliezen van DNA in een S5, waarmee waarschijnlijk een Audi S5 wordt bedoeld. [166] [167] In de inbeslaggenomen iPhone 8 telefoon van [medeverdachte 5] staat ook een raptekst waarin onder andere wordt gesproken over een Audi RS5. [168]
Op 9 augustus 2019 om 00:27 uur ontvangt [medeverdachte 5] (* [telefoonnummer] ) via WhatsApp een filmpje van [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ) met beelden van Opsporing Verzocht van plofkraken en een videoclip met rapmuziek over plofkraken. Vanaf 00:41 uur hebben zij contact met elkaar via Instagram. [medeverdachte 3] vraagt waar [medeverdachte 5] is en zegt dat hij eraan komt. [169]
Ongeveer een uur later, om 01:36 uur, straalt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte 5] een zendmast aan in Zandvoort. Even daarvoor, om 01:02 uur, geeft de Volkswagen Polo met kenteken [kenteken] een ANPR-registratie op de N205 Spanjaardlaan in Heemstede. De huurder van deze Volkswagen Polo is [medeverdachte 5] . [medeverdachte 3] maakt ook gebruik van deze auto. [170] Om 02:08 uur is de gebruiker van * [telefoonnummer] weer in Utrecht en heeft dan meerdere belbewegingen met het telefoonnummer * [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 3] . [171] [172] Om 03:14 uur gebruikt [medeverdachte 5] de app ‘Qenteken’ waarmee voertuiggegevens opgevraagd kunnen worden. [173]
Op 9 augustus 2019 vanaf 15:45 uur is er berichtencontact tussen [medeverdachte 5] en een zekere [naam 20] . [naam 20] vraagt of het is gelukt, waarop [medeverdachte 5] zegt: ‘Je kent met toch. Je luistert me muziek toch. Dan weet je genoeg. Hele snelle jongen uit de grensstreek. Manne hier denken dat ik tovenaar ben’. [174]
[medeverdachte 3] [175] en [verdachte] [176] zijn herkend op de camerabeelden van de [adres] . Op die beelden is te zien dat een zwarte Audi, op dat moment voorzien van het valse kenteken [kenteken] , op 10 augustus 2019 om 03:33 uur de garagebox wordt binnengereden, nadat de Renault Megane met kenteken [kenteken] (ZD 4) de garagebox was uitgereden. [verdachte] is degene die de deur van de garagebox opent en [medeverdachte 3] is degene die de Audi naar binnen rijdt. [177]
Bij de inkijk op 14 augustus 2019 in de garagebox aan de [adres] wordt de zwarte Audi S4 met chassisnummer [nummer] , inmiddels voorzien van de valse kentekenplaten [kenteken] , samen met andere gestolen voertuigen (ZD 3 en ZD 5) met valse kentekenplaten, aangetroffen. De autosleutel ligt op het achterwiel aan de bestuurderszijde.
Alle lamineercodes van de valse kentekenplaten, die in dezelfde serie zaten, komen uit een niet bestaande serie. [178] [179]
Op de camerabeelden van 8 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] goederen in een zwarte Audi en in een witte Audi leggen: baseballpetjes, handschoenen in verpakking, een plastic flacon en witte doosjes met een groene band. [180] Bij een inkijk zijn soortgelijke doosjes met daarin bivakmutsen aangetroffen. De volgende dag haalt [medeverdachte 1] weer goederen uit de witte Audi en is daarna met een flacon in de weer. [181]
Op 13 september 2019 is op de camerabeelden in de garagebox te zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] om 18:57 uur de garagebox binnengaan. Zij vullen de Audi met kenteken [kenteken] met benzine die [verdachte] in een jerrycan heeft meegebracht en zij leggen goederen op en in de Audi. De Audi wordt om 19:35 uur door [verdachte] de garagebox uit gereden, waarna [medeverdachte 1] de garagebox ook verlaat. Zij komen rond 20:30 uur beiden weer naar de garagebox. [verdachte] verlaat de garagebox vervolgens weer. Een paar minuten later is de Audi terug bij de garagebox en wordt deze erin gereden. Even later verlaten [medeverdachte 1] en [verdachte] weer de garagebox. [182]
In OVC-gesprekken in de Nissan Micra hebben [naam 4] en [naam 17] het erover dat [medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 5] ( [bijnaam] ) heel wat Audi’s en Renaults hebben gepakt. [183]
De Audi S4 met vals kenteken [kenteken] wordt aangetroffen bij de doorzoeking in de garagebox aan de [adres] op 26 november 2019 en daar inbeslaggenomen. [184] Deze garagebox, waar onder andere gestolen voertuigen in werden gestald, werd gehuurd en beheerd door [medeverdachte 1] en regelmatig bezocht door [verdachte] .
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, het volgende vast.
Uit het berichtenverkeer tussen onder anderen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] voor en na de diefstal van de Audi S4 en de ANPR-registratie van de Volkswagen Polo, die door hen beiden werd gebruikt, komt naar voren dat [medeverdachte 3] in de nacht van de diefstal naar [medeverdachte 5] toe is gereden en dat zij samen met de Volkswagen Polo naar Noord-Holland zijn gereden. De telefoon van [medeverdachte 5] was niet veel later in Zandvoort, waar de Audi S4 is gestolen. Kort na de diefstal is de gestolen Audi S4 voorzien van het valse kenteken [kenteken] en de dag na de diefstal is de Audi S4 door [medeverdachte 3] en [verdachte] in de garagebox aan de [adres] geplaatst, nadat een andere gestolen auto met valse kentekenplaten eruit was gereden. [verdachte] en [medeverdachte 1] zijn in de garagebox bezig geweest met deze auto en hebben deze auto op 13 september 2019, op dat moment met valse kentekenplaten [kenteken] , uit de garagebox gereden en later weer naar binnen gereden, waar deze Audi S4 uiteindelijk bij de doorzoeking op 26 november 2019 is aangetroffen. De rechtbank gaat er op grond van het voorgaande van uit dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] de Audi S4 samen hebben gestolen en dat zij met de Audi S4 en met de Volkswagen Polo samen zijn teruggereden naar Utrecht.
[verdachte] en [medeverdachte 1] hebben zich gelet op het voorgaande schuldig gemaakt aan het medeplegen van opzetheling, aangezien zij de gestolen Audi S4 voorhanden hebben gehad en gelet op bovengenoemde omstandigheden ook wisten dat deze auto gestolen was.
3.3.9.
ZD 7: diefstal en/of heling van de Audi A5 Cabriolet ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de Audi A5 met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank vindt medeplegen van opzetheling door [verdachte] en [medeverdachte 1] wel bewezen.
Medeplegen van opzetheling door [verdachte] en [medeverdachte 1]
In de nacht van 14 augustus 2019 op 15 augustus 2019 wordt een zwarte Audi A5 met kenteken [kenteken] gestolen in Houten. [185]
[medeverdachte 1] [186] en [medeverdachte 4] [187] zijn herkend als de twee mannen die de dag daarna, op 16 augustus 2019, omstreeks 01:46 uur, de garagebox aan de [adres] binnengaan, waarna een Renault Megane (ZD 5) de garagebox wordt uitgereden en om 02:13 uur een zwarte Audi Cabriolet de garagebox wordt ingereden. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] zijn in de garagebox bezig met handschoenen aan en mondkapjes om en verlaten de garagebox om 02:22 uur. [188]
Bij de inkijk in de garagebox op 15 september 2019 wordt een Audi Cabriolet daar aangetroffen met kentekenplaten [kenteken] en wordt deze voorzien van een baken en OVC-apparatuur. [189]
Bij de doorzoeking op 26 november 2019 staat de gestolen Audi A5, met de valse kentekenplaten [kenteken] , nog steeds in de garagebox. [190]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, het volgende vast.
De gestolen Audi A5 is in de garagebox aan de [adres] geplaatst en heeft daar een periode gestaan. Zoals reeds werd besproken onder 3.3.3., zijn [verdachte] en [medeverdachte 1] gedurende die periode meerdere malen op tijdstippen midden in de nacht dan wel heel vroeg in de ochtend in de garagebox geweest en hebben zij daar handelingen verricht, die duiden op wegmaken van sporen. Daarmee kan worden vastgesteld dat zij de gestolen Audi A5 voorhanden hebben gehad. Deze garagebox, die onder andere werd gebruikt voor het stallen van gestolen auto’s, werd gehuurd en beheerd door [medeverdachte 1] en ook regelmatig bezocht door [verdachte] . Gelet daarop en gelet op de omstandigheden en handelingen van de verdachten in de garagebox, gaat de rechtbank ervan uit dat [verdachte] en [medeverdachte 1] wisten dat ook deze auto van diefstal afkomstig was. Het medeplegen van opzetheling kan daarmee voor hen worden bewezen.
3.3.10.
ZD 6: diefstal en/of heling van de Audi RS5 ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Audi RS5 met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt bewezen dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] deze auto samen hebben gestolen.
Diefstal in vereniging door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5]
Op 17 september 2019, tussen 00:00 en 07:30 uur, wordt een zwarte Audi RS5 Coupe met Duits kenteken [kenteken] en chassisnummer [nummer] gestolen in Kerkrade. [191]
In de nacht van 17 september 2019 om 03:25 uur vraagt [medeverdachte 1] in een PGP-bericht met Sky-ID [ID-nummer] aan [medeverdachte 5] , Sky-ID [ID-nummer] , of hij een adres voor hem heeft. Vijf minuten later stuurt [medeverdachte 1] ’07:30’ met daarachter het bericht ‘op locatie’. [medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 5] om 05:56 uur om een foto te sturen en zegt hem dat hij hem ‘safe’ moet parkeren. Ook vraagt hij of er Nederlandse (‘Nl’) of Duitse (‘De’) platen op zitten en vraagt hij naar het bouwjaar. [192]
Op 25 februari 2020 worden bij [medeverdachte 5] in de auto twee telefoons, een gewone mobiele telefoon en een PGP-telefoon, aangetroffen en inbeslaggenomen. [193] Uit analyse blijkt dat beide telefoons (* [telefoonnummer] en * [PGP-nummer] ) in de nacht en ochtend van 17 september 2019 in Brunssum zijn, waarna zij een reisbeweging naar Utrecht maken. De PGP-telefoon van [medeverdachte 5] (* [PGP-nummer] ) straalt om 04:58 uur en 05:02 uur zendmasten aan in Kerkrade. [194]
De telefoons * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] van [verdachte] stralen om 05.04 uur zendmasten aan in Soest, waarna deze richting Limburg bewegen. [195] Om 05.31 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ). [medeverdachte 1] zegt dat [verdachte] dat snel heeft gedaan en dat het 161 kilometer en twee uurtjes rijden is. [verdachte] zegt dat het beter is en hij dan ook gelijk weer vol zit. [medeverdachte 1] zegt dat hij het adres heeft gestuurd en dat het ‘Landsgraaf bij de McDonalds’ is. Twee minuten later belt [medeverdachte 1] weer en zegt tegen [verdachte] dat hij hem ‘up to date’ moet houden en hem desnoods vijf keer achter elkaar moet bellen voor het geval hij in slaap valt. [medeverdachte 1] zegt dat hij op de hoogte gehouden wil worden van alles. [verdachte] zegt dat hij [medeverdachte 1] gelijk gaat bellen als hij er is. [medeverdachte 1] zegt dat het belangrijk is. [196]
Uit telecomgegevens, tapgesprekken, ANPR-gegevens en MAC-registraties van de Peugeot met kenteken [kenteken] blijkt dat [verdachte] in de nacht en ochtend van 17 september 2019 naar Limburg en terug is gereden. Om 05:13 uur geeft het MAC-adres van de Peugeot een registratie bij Inmoves op de Soestdijkerweg N234 en om 05:14 uur maakt zijn nummer * [telefoonnummer] gebruik van een zendmast in Bilthoven. Om 05:49 uur straalt zijn nummer * [telefoonnummer] een zendmast aan in Vianen, op hetzelfde tijdstip heeft de Peugeot een ANPR-registratie bij Vianen. Om 07:49 uur maakt zijn nummer * [telefoonnummer] gebruik van een zendmast in Brunssum en om 07:55 uur maakt zijn nummer * [telefoonnummer] gebruik van een zendmast in Heerlen. [197] Op laatstgenoemd tijdstip belt [verdachte] (* [telefoonnummer] ) met [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ) en zegt hem dat het is gelukt. [198] Op de achtergrond is bij [verdachte] iemand te horen: ‘Zeg hem snelle jongen van de grensstreek’. Deze persoon is door de verbalisant herkend als [medeverdachte 5] . [medeverdachte 1] zegt tegen [verdachte] zijn kant op te komen. [199] Om 09:42 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 5] (* [telefoonnummer] ) en [verdachte] (* [telefoonnummer] ) dezelfde zendmast aan bij de Haefland in Brunssum. [200]
Om 11:31 uur heeft de Peugeot een ANPR-registratie bij Vianen. De telefoon van [verdachte] (* [telefoonnummer] ) maakt om 11:32 uur gebruik van een zendmast in Nieuwegein en om 11:55 uur van een zendmast in Utrecht. Op de camerabeelden van de [adres] van 17 september 2019, 22:52 uur is te zien dat er een Audi type A5 Coupe (de rechtbank begrijpt: Audi RS5 Coupe) de garagebox wordt ingereden, dat [verdachte] als bestuurder van de Audi heeft gereden en dat [medeverdachte 1] zich ook in de garagebox bevindt. [201] [202]
Bij de inkijk in de garagebox aan de [adres] op 20 september 2019 wordt deze gestolen zwarte Audi RS5 Coupe met chassisnummer [nummer] en valse kentekenplaten [kenteken] gezien in de garagebox. [203] Bij de doorzoeking op 26 november 2019 wordt deze Audi RS weer in de garagebox aangetroffen en, samen met de opgevouwen originele Duitse kentekenplaten [kenteken] , inbeslaggenomen. [204]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, het volgende vast.
[verdachte] en [medeverdachte 5] zijn in de nacht van 17 september 2019 naar Limburg gereden, waar de Audi RS5, die later in de garagebox wordt aangetroffen, in Kerkrade is gestolen. De rechtbank gaat ervan uit dat zij deze auto hebben weggenomen. [verdachte] heeft in de tussentijd steeds contact met [medeverdachte 1] die op de hoogte wil worden gehouden, waarna [verdachte] , in het bijzijn van [medeverdachte 1] diezelfde dag de auto in de garagebox rijdt. Tijdens de telefonische contacten zegt [verdachte] dat het is gelukt en maakt [medeverdachte 5] een opmerking over een snelle jongen van de grensstreek, waarmee hij - zoals blijkt uit het in de bespreking van ZD 8 aangehaalde bericht - zichzelf bedoelt. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] , gelet op hun gezamenlijke plan, onderlinge afstemming en gezamenlijke uitvoering, nauw en bewust hebben samengewerkt bij de diefstal van deze auto, waarbij de bijdrage van [medeverdachte 1] van intellectuele aard was.
3.3.11.
ZD 11: diefstal en/of heling van de Piaggio Skipper 125 (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de motorscooter, Piaggio Skipper 125, in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze scooter heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank vindt medeplegen van opzetheling door [verdachte] en [medeverdachte 1] wel bewezen.
Medeplegen van opzetheling door [verdachte] en [medeverdachte 1]
Op 17 september 2019 wordt een zwarte motorfiets van het merk Piaggio, type Skr 125, met kenteken [kenteken] gestolen in Nieuwegein. [205]
Op de camerabeelden van de [adres] wordt op 20 september 2019 gezien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] bij de garagebox komen en dat [verdachte] een scooter zonder kentekenplaat naar binnen rijdt. [206]
Bij de inkijk in de garagebox op 16 oktober 2019 wordt een zwarte Piaggio scooter met VIN-nummer [nummer] aangetroffen. [207] Ook worden er twee andere scooters aangetroffen. Bij de doorzoeking van de garagebox op 26 november 2019 worden er vier scooters zonder kentekenplaten aangetroffen, waaronder een Piaggio Skr 125 aangetroffen waarvan het bijbehorend kenteken [kenteken] is. [208] Dit blijkt de in Nieuwegein gestolen motorscooter met kenteken [kenteken] te zijn. Op de Piaggio is ook het nummer [nummer] zichtbaar. [209]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1, 3.3.2, 3.3.3 en 3.3.4, vast dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de in Nieuwegein gestolen Piaggio scooter zonder kentekenplaat voorhanden hebben gehad en dat zij wisten dat deze scooter gestolen was. Op grond van de stukken kan de rechtbank – ondanks aanwijzingen daartoe – niet vaststellen dat deze Piaggio door [verdachte] op 20 september 2019 de garagebox is ingereden. Wel kan worden vastgesteld dat de scooter, samen met andere scooters zonder kenteken en andere voertuigen die van diefstal afkomstig waren, gedurende enige tijd in de garagebox heeft gestaan. Gelet op de omstandigheden waaronder scooter is aangetroffen, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan [verdachte] en [medeverdachte 1] van deze herkomst op de hoogte zijn geweest. Daarmee is het medeplegen van opzetheling bewezen.
3.3.12.
ZD 10: diefstal en/of heling van de Audi A4 ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] worden ervan beschuldigd de Audi A4 met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank zal [verdachte] ook vrijspreken van opzetheling en schuldheling van deze auto.
Vrijspraak opzetheling en schuldheling
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden bewezen dat [verdachte] deze Audi A4 heeft geheeld, omdat uit het dossier niet kan worden opgemaakt dat hij deze auto op enig moment voorhanden heeft gehad. Daarom wordt hij van dit feit vrijgesproken.
3.3.13.
ZD 14: diefstal en/of heling van de Volkswagen Transporter ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank vindt ook niet bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan heling en spreekt hem ook daarvan vrij.
Vrijspraak opzetheling en schuldheling
Uit het dossier blijkt onvoldoende betrokkenheid van [verdachte] bij deze auto om van heling te kunnen spreken, nu niet vastgesteld kan worden dat [verdachte] deze auto voorhanden heeft gehad. Naar het oordeel van de rechtbank is [verdachte] ook niet op basis van PGP-gegevens aan deze auto te koppelen. Daarom wordt hij van dit feit vrijgesproken.
3.3.14.
ZD 9: diefstal en/of heling van de Volkswagen Multivan ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Volkswagen Multivan met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank vindt ook niet bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan heling en spreekt hem ook daarvan vrij.
Vrijspraak opzetheling en schuldheling
Volgens het Openbaar Ministerie had [verdachte] een belang bij de diefstal van de Volkswagen, omdat hij een rol had bij de planning en aansturing van het geweldsincident tegen [slachtoffer ] dat met deze gestolen Volkswagen zou worden gepleegd, zoals hieronder nog zal worden uiteengezet, en kan daaruit worden geconcludeerd dat [verdachte] over dit gestolen voertuig kon beschikken. De rechtbank vindt deze redenering niet logisch en volgt deze niet. Op grond van het dossier kan namelijk geen directe link worden gelegd tussen [verdachte] en de Volkswagen en kan niet worden geconcludeerd dat hij dit voertuig voorhanden heeft gehad. Daarom wordt [verdachte] vrijgesproken van opzetheling en schuldheling.
3.3.15.
ZD 13: diefstal en/of heling van de Volkswagen Transporter ( [kenteken] ) (feit 3)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] worden ervan beschuldigd de Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken] , vals kenteken [kenteken] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank vindt ook niet bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan heling en spreekt hem ook daarvan vrij.
Vrijspraak opzetheling en schuldheling
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier onvoldoende kan worden opgemaakt dat [verdachte] de Volkswagen Transporter op enig moment voorhanden heeft gehad. De omstandigheid dat hij aanwezig was bij een gesprek met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] waarin wordt gevraagd om een Transporter is onvoldoende om hem een rol toe te kennen als heler. Daarom wordt [verdachte] vrijgesproken van opzetheling en schuldheling.
3.3.16.
ZD 2: Geweldsmisdrijf tegen [slachtoffer ] (feit 2)
Op 30 oktober 2019 rond 23:30 uur wordt op de Adelaarstraat in Utrecht [slachtoffer ] , woonachtig aan de [adres] , door drie personen in elkaar geslagen. [210] De drie personen dragen bivakmutsen en gebruiken slagvoorwerpen, zoals een honkbalknuppel en een moker. Ze vluchten met een Volkswagen Transporter. Een vierde persoon zou de Volkswagen Transporter hebben bestuurd. Op de plaats delict blijft een voorhamer van ongeveer een meter lang met een zwart/geel handvat van het merk ‘Stanley’ achter. [211]
De rechtbank komt tot de conclusie dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade.
3.3.16.1.
Redengevende feiten en omstandigheden
Gebeurtenissen op 10 oktober 2019
Op 10 oktober 2019 wordt rond 22:50 uur aan de Lagenoord in Utrecht een gestolen Volkswagen Multivan met valse kentekenplaten ( [kenteken] ) aangetroffen en inbeslaggenomen (ZD 9). [212] In het busje worden onder andere een voorhamer, twee klauwhamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen, handschoenen en een zwarte pet aangetroffen. [213] [214]
Op 10 oktober 2019 om 23.23 uur belt [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ) met [medeverdachte 2] (* [telefoonnummer] ) en zegt: ‘is een tweede liefje bij komen kijken’. [medeverdachte 2] antwoordt: ‘Kanker en al die dingen liggen er nog in he…alles DNA alles jongen.’ [215] Het nummer (* [telefoonnummer] ) wordt zowel door [medeverdachte 3] als [medeverdachte 2] gebruikt. Het nummer (* [telefoonnummer] ) wordt ook aan [medeverdachte 3] toegeschreven. [216]
[medeverdachte 3] wordt vandaag veroordeeld voor opzetheling en [medeverdachte 2] voor schuldheling van deze Volkswagen Multivan (vals kenteken [kenteken] ) (ZD 9). Hun DNA matcht met DNA dat is aangetroffen in het busje en op goederen erin. Ook van [medeverdachte 8] is een DNA-match gevonden in het busje.
Het DNA van [medeverdachte 2] matcht met DNA op een honkbalknuppel (SIN: AAFD4029NL#03), hamers (SIN: AAFD4034NL#02, AAFY1462NL#03, AAFY1463NL#01), bivakmutsen (SIN: AAFD4028NL#01, AAFD4032NL#01, AAND9729NL#01), handschoenen (SIN: AAND9730NL#02), deurbediening rechter schuifdeur (SIN: AANE5047NL#01) en voorzijde oppervlak stuurwiel (SIN: AANE5050NL#01).
Het DNA van [medeverdachte 3] matcht met DNA op bivakmutsen (SIN: AAFD4028NL#01, AAFD4032NL#01) en voorzijde oppervlak stuurwiel (SIN: AANE5050NL#01).
Het DNA van [medeverdachte 8] matcht met DNA op de hoofdsteun linksvoor (SIN: AANE5013NL#01). [217] [218]
In de onder [medeverdachte 8] inbeslaggenomen Apple iPhone telefoon wordt een filmpje aangetroffen dat sinds 11 oktober 2019, 22:14 uur in de telefoon is opgeslagen. In het filmpje is te zien en te horen dat een donkerkleurig bestelbusje onder begeleiding van vier politieauto’s wordt afgevoerd door een sleepwagen. Het filmpje is gemaakt bij de kruising Spinozaweg met de Vleutenseweg in Utrecht. In het filmpje wordt ingezoomd op de sleepwagen en takelwagen en is te horen dat een man, die samen met in ieder geval een ander is, spreekt over ‘die bus’ en meermalen tegen de ander zegt te kijken. [219] In deze telefoon zijn tevens telefoonnummers gevonden van [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ), [verdachte] (* [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] ). [220]
In een OVC-gesprek in de Nissan Micra van [naam 4] op 26 november 2019 werd gesproken over iemand die bij de Oudenoord, bij de molen, helemaal ‘naar de kanker’ was geslagen, dat [medeverdachte 3] (‘ [medeverdachte 3] ’) dat eigenlijk met [medeverdachte 2] (‘ [medeverdachte 2] ’) had moeten doen, dat daarbij een busje was en dat [medeverdachte 3] zijn bivakmuts met DNA erin had laten liggen, dat er spullen in het busje lagen om iemand mee knock-out te slaan zoals mokers, dat het busje inbeslaggenomen was en dat dit geëscorteerd werd door de politie, dat [medeverdachte 3] dit vanuit zijn huis heeft gefilmd en dat hij nog naar het politiebureau wilde gaan om het busje in de fik te steken. [221]
In een schuur van de grootouders van [medeverdachte 8] aan de [adres] , waar hij zelf ook toegang toe had, worden op 12 mei 2020 onder andere vier voorhamers, zes honkbalknuppels en tien klauwhamers inbeslaggenomen. [222]
Gebeurtenissen tussen 11 oktober 2019 en 15 oktober 2019
Op 11 oktober 2019 worden telefoongesprekken tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] opgenomen en afgeluisterd.
In het gesprek op 11 oktober 2019 om 18:56 uur geeft [verdachte] het telefoonnummer ( [telefoonnummer] ) aan [medeverdachte 3] van ‘ [bijnaam] ’ die naar hem onderweg is. [223] Dat telefoonnummer is op dat moment in gebruik bij [naam 21] . Blijkens zendmastgegevens van de telefoonnummers van [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer] ) en [naam 21] (* [telefoonnummer] ) zijn zij rond 19:16 uur bij elkaar in de buurt in Utrecht. Hierna heeft [medeverdachte 3] weer telefonisch contact met [verdachte] . Hij zegt dat hij nu met hem is en vraagt wat nu precies de bedoeling is en of hij wat moet doorgeven. [verdachte] gaat dat voor de zekerheid vragen en laat het hem weten. [224]
In het gesprek om 19:19 uur citeert [verdachte] een opdracht aan [medeverdachte 3] : ‘Hij moet posten en plakken die kanker C3’, ‘en als hij die hond ziet weggaan, kijken hoe en wat’ en ‘ze kankermoeder moet vandaag geket worden. No joke’. [medeverdachte 3] antwoordt dat hij het doorgeeft. [225] De telefoonnummers van [medeverdachte 3] en [naam 21] verplaatsen zich gezamenlijk via de wijk Kanaleneiland in Utrecht naar de omgeving van de Binnenstad / de Oudenoord / Adelaarstraat te Utrecht. [226]
Op 11 oktober 2019 om 20:00 uur belt [medeverdachte 3] met [verdachte] en zegt dat ‘die ene ding er niet staat’ en dat ‘meneer zelf achter op een Vespa’ langsreed. [medeverdachte 3] vraagt [verdachte] wat te doen, want waar hij is, is geen ‘place to be’ en ze rijden rondjes. [verdachte] geeft het door maar zijn berichten komen niet aan. [medeverdachte 3] wacht op bericht van [verdachte] . [227] Om 20:07 uur belt [medeverdachte 3] nogmaals met [verdachte] en zegt dat [verdachte] moet doorgeven dat Ondiep ook niets is. [228] Ook uit de mastgegevens blijkt van een verplaatsing naar de wijk Ondiep in Utrecht. De telefoonnummers van [medeverdachte 3] en [naam 21] stralen rond 20:09 uur een zandmast aan in de omgeving van Nijenoord in Utrecht. [229]
Na het gesprek met [verdachte] belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt dat ‘die ene kap, met zwarte ding erboven’ ‘begint met 76’. [230] [231]
Op 11 oktober 2019 haalt [verdachte] [medeverdachte 1] tussen 22:30 uur en 23:30 uur op van luchthaven Schiphol met de Peugeot van [medeverdachte 1] . Zij rijden vervolgens over de Valkenkamp in Maarssen. [232]
Op 12 oktober 2019 vindt om 00:52 uur een OVC-gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] in de Peugeot. [medeverdachte 1] zegt dat ze naar ‘Alle zijn huis’ rijden. [233]
Blijkens het baken op de Peugeot zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] om 01:12 uur op de Hopakker te Utrecht. [234] [medeverdachte 1] zegt op dat moment tegen [verdachte] dat hij terug moet rijden en: ‘Die C3 daar, rij, ga eens daarnaartoe, die grijze, volgens mij is dat hem’, ‘Kenteken is [kenteken] nog wat’. [235] [236] Ook is te horen dat er foto’s worden gemaakt. [237] Om 01:20 uur rijden [verdachte] en [medeverdachte 1] met de Peugeot over de Hopakker in de richting van de Adelaarstraat in Utrecht en ze stoppen op de Kanaalstraat. Hierna rijden ze richting de woning van [medeverdachte 1] in [plaats] . [238]
Uit onderzoek blijkt dat [slachtoffer ] een grijze Citroën C3 met kenteken [kenteken] in gebruik heeft en dat hij woont op [adres] . [239]
Uit onderzoek in een bij de doorzoeking van het huis van [medeverdachte 1] inbeslaggenomen Nokia 105 telefoon komt naar voren dat [medeverdachte 1] het telefoonnummer van [slachtoffer ] heeft geprobeerd te achterhalen. [240]
Gebeurtenissen tussen 23 oktober 2019 en 24 oktober 2019
Op 23 oktober 2019 voeren [medeverdachte 1] en [verdachte] om 01:34 uur een gesprek in de Peugeot dat wordt afgeluisterd. [medeverdachte 1] vraagt [verdachte] of hij ‘hem’ laatst 150,- euro had gegeven om die spullen te halen en of een hamer 30,- euro kost. [verdachte] zegt dat hij ‘hem’ twee barkie (200,- euro) heeft gegeven. [medeverdachte 1] zegt dat er een moker moest worden gehaald. [241]
Op 23 oktober 2019 zitten [medeverdachte 1] en [verdachte] rond 21:31 uur wederom in de Peugeot. [medeverdachte 1] zegt desgevraagd tegen [verdachte] dat hij naar ‘de molen’ moet rijden. [verdachte] vraagt of hij naar rechts moet, naar de Hopakker, waarop [medeverdachte 1] bevestigend antwoordt. [242] [243] Uit de bakengegevens van de Peugeot blijkt dat het voertuig rond 21:40 uur staat geparkeerd aan de [adres] ter hoogte van perceelnummer [nummer] . In een OVC-gesprek is te horen dat [medeverdachte 1] zegt dat ‘hij’ woont op nummer [nummer] en dat [verdachte] daar ergens moet parkeren. Op een gegeven moment, rond 21:47 uur, zegt [medeverdachte 1] : ‘Volgens mij is hij het broer’. [244] [245] [246] [247]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) van [slachtoffer ] straalt rond 21:21 uur een zendmast aan in de omgeving van de Hopakker, de zendmast aan de Oudenoord in Utrecht. [248] Omstreeks 21:49 uur straalt zijn telefoonnummer een zendmast aan in de [adres] . Vermoedelijk verbleef [slachtoffer ] in de omgeving van de Hopakker en vertrok hij tussen 21:21 uur en 21:49 uur in de richting van de omgeving van de Zwanenvechtlaan. [249]
De Peugeot rijdt rond 21:57 uur weer en lijkt, op basis van een afgeluisterd gesprek, een ander voertuig te volgen. [verdachte] zegt: ‘Drie auto’s voor ons precies’. [medeverdachte 1] zegt: ‘Afstand, je hebt te grote afstand, dichterbij’ en ‘Nu mogen er auto’s tussenkomen, (ntv) is ook weer opvallend’. De bakengegevens van de Peugeot laten zien dat het voertuig vanaf de Hopakker wordt gereden in de richting van de wijk Kanaleneiland in Utrecht. Uit de zendmastgegevens van de getapte telecommunicatie van [medeverdachte 1] en [verdachte] blijkt dat zij beiden met de Peugeot meereizen. [250] [251]
De volgende dag, op 24 oktober 2019, vindt in de Peugeot een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 5] , die aan hun stemmen worden herkend. [medeverdachte 1] en [verdachte] vragen aan [medeverdachte 5] of hij niet nog een paar Transporters heeft staan. [252] [253] [254] Vervolgens wordt in de nacht van 26 oktober 2019 in Hoensbroek een Volkswagen Transporter gestolen (ZD 13).
Gebeurtenissen op 30 oktober 2019 voorafgaand aan het geweldsmisdrijf
Op 30 oktober 2019 stuurt [naam 3] om 19:07 uur (UTC+1) berichten met het Sky-ID [ID-nummer] naar het Sky-ID [ID-nummer] van [medeverdachte 1] : ‘Zet chauf klaar. Spullen alles. Vandaag actie’. [255]
Als [medeverdachte 1] om 19:23 uur nog niet heeft gereageerd stuurt [naam 3] een boos bericht: ‘Ben een hoerenzoon als ik nog ooit wat met jou ga doen. Dit is niet weggelegd voor jou, dus geniet van je kk rust na deze kanker goerige kk troep klus’. Ongeveer tien minuten later biedt [naam 3] zijn excuses aan en hij schrijft om 19:36 uur: ‘Zorg dat we die hond op goeie plek hebben zo. Oke jongens zijn er met een uur! Bus afgetankt hamers erin alles. Oke top broer kk hond wordt tijd’. [256]
Om 20:35 uur vindt in de Peugeot een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en een derde persoon die in de Peugeot stapt. Deze derde persoon wordt aan zijn stem herkend als [medeverdachte 8] . [257] [medeverdachte 1] vraagt wat de planning is en of ze hem nu gelijk gaan pakken. [medeverdachte 1] zegt dat hij in de buurt is, dat hij gaat bellen om handel bij hem te halen en dat ze hem dan gelijk gaan pakken. [medeverdachte 1] zegt dat die jongens er met een kwartiertje zijn, dat de bus klaar staat en dat hij er nu even alles in gaat stoppen. [258] [259] Even later zegt [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 8] dat de bus niet verbrand moet worden. [medeverdachte 8] vraagt waar die naartoe moet, waarop [medeverdachte 1] zegt dat de bus gewoon safe moet staan om de volgende dag weer gebruikt te worden. [260]
Later die avond, om 21:42 uur, vraagt [medeverdachte 8] wat de planning is. [medeverdachte 1] zegt dat ze ‘naar die jongens toegaan’. [medeverdachte 8] vraagt of [verdachte] en [medeverdachte 1] ‘die boys gaan ophalen’, waarop [medeverdachte 1] zegt: ‘Nee die boys zijn er broer. Die boys gaan mij niet meer zien. Die boys gaan jou zien. Alleen jij mag mij zien zeg maar’. [261]
Om 22:44 uur vindt in de Peugeot een voorbespreking plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] over een te voeren telefoongesprek. [verdachte] vraagt [medeverdachte 1] hem precies uit te leggen wat hij moet zeggen. [medeverdachte 1] geeft hem instructies: ‘Wat gaan we zeggen. He man, bro . Kan ik nog wat bij je halen ja of nee. Zeg, yo, met [naam 22] (fon.). Met [naam 23] (fon.). Gewoon zeggen, he Leidse Rijn. Heb je nog wat of niet? Het gaat om handel hier. Gewoon zeggen ik heb nu wat nodig’. [verdachte] vraagt [medeverdachte 1] waar hij moet komen en wanneer. [medeverdachte 1] : ‘Zeg maar tegen hem waar hij wilt. Jij moet zeggen kom maar naar jou toe als je wilt. Als je kan, zeg maar ik ben op de weg, maar maakt niet uit. Snap je?’. [verdachte] : ‘Anders zeg ik gewoon Overvecht?’. [medeverdachte 1] : ‘Dan zeg je tegen hem, dan over een half uurtje ben ik. Half uurtje in De Keizer’. [262] Om 22:47 uur zegt [medeverdachte 1] tegen [verdachte] dat hij ‘ [slachtoffer ] ’ (fon.) heet. [263]
[verdachte] (* [telefoonnummer] ) probeert meerdere keren contact op te nemen met [slachtoffer ] (* [telefoonnummer] ). De derde keer wordt er opgenomen. [verdachte] stelt zich voor als [naam 23] uit Leidse Rijn, zegt dat hij wat nodig heeft en vraagt of dat gaat lukken. [slachtoffer ] zegt dat hij niet weet waar het over gaat en beëindigt het gesprek. [264]
Om 22:53 uur is in de Peugeot te horen dat [medeverdachte 1] aan de telefoon tegen [medeverdachte 8] zegt dat ze in een grijze Peugeot zitten bij Norbruis, bij de Landingsbaan. [265] [266]
Intussen ontvangt [medeverdachte 1] op zijn Sky-ID [ID-nummer] berichten van het Sky-ID [ID-nummer] van [naam 3] . Tussen 22:46 uur en 23:07 uur (UTC+1) stuurt [naam 3] onder andere de volgende berichten naar [medeverdachte 1] : ‘Mijn jongens kunnen niet buiten blijven bro . Hoe lang broer. Want ze wachten echt lang. Peugeot. Hoe lang +- voor hond er is. Oke waar is fucking driver man. En pacha goed??? Wel echt kk druk daar heh maar denk hij haalt het dan van osso???? Want hij woont er achter. Oke broer dus nu naar ze osso gaan timeren? Oke perfect jongens zijn klaar en ze moeten dichtbij proberen! Yallah bro gas erop!!’. [267]
Om 23:02 uur rijdt de Peugeot nabij de Burgemeester Norbruislaan ter hoogte van de kruising met de Jan van Zutphenlaan. Op dat moment wordt [verdachte] (* [telefoonnummer] ) teruggebeld door [slachtoffer ] (* [telefoonnummer] ). [verdachte] zegt dat hij met tien à vijftien minuten in Overvecht zal zijn. Daarop zegt [slachtoffer ] dat [verdachte] naar de molen bij de Pacha toe moet komen. [verdachte] zegt dat dat goed is. In de directe omgeving van een shishalounge genaamd Pacha aan de Bemuurde Weerd Oostzijde te Utrecht staat een molen genaamd Rijn en Zon op de Adelaarstraat in Utrecht. [268] [269]
Om 23:03 uur stapt [medeverdachte 8] weer in de Peugeot en vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 8] . [medeverdachte 8] vraagt naar de handschoenen en [verdachte] zegt dat alles in de wagen zit. [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 8] of hij van tevoren nog handschoenen wil, ‘want jij bent die driver’. ‘Ja tuurlijk’, zegt [medeverdachte 8] . [verdachte] zegt: ‘Hij zegt kom naar Pacha’. ‘Wie?’, vraagt [medeverdachte 8] . [verdachte] antwoordt: ‘..dinge, [slachtoffer ] ’. [medeverdachte 8] zegt dat hij met hun gelijk naar de auto rijdt. [verdachte] zegt dat hij met hem heeft afgesproken, dat hij zei dat [verdachte] daarnaartoe moest komen en dat [medeverdachte 8] dus alvast naar Pacha moet gaan rijden en voor de deur moet parkeren. [medeverdachte 1] bevestigt dat hij voor de deur moet parkeren. [270] [271]
[verdachte] wordt om 23:15 uur weer gebeld door [slachtoffer ] . [verdachte] zegt dat hij bijna in Overvecht is en van daar gelijk naar hem doorrijdt. [slachtoffer ] zegt dat hij bij de molen op hem zit te wachten. Rond 23:18 uur wordt de Peugeot geparkeerd in de omgeving van de Stroyenborchdreef in Utrecht en stappen [medeverdachte 1] en [verdachte] uit. [verdachte] voert via een zendmast aan de Kosdreef, in de omgeving van de Stroyenborchdreef, nog een aantal telefoongesprekken met [slachtoffer ] . In het telefoongesprek om 23:24 uur zegt [verdachte] tegen [slachtoffer ] dat hij met twee, drie minuten bij de molen zal zijn. Ook om 23:30 uur zegt [verdachte] tegen [slachtoffer ] dat hij er met twee minuten zal zijn. [272]
[naam 3] ( [ID-nummer] ) stuurt ook berichten naar het Sky-ID [ID-nummer] , dat op 30 oktober 2019 door [medeverdachte 1] en/of [verdachte] werd gebruikt. [naam 3] schrijft om 22:47 uur (UTC+1): ‘Driver stapt nu naar ze bro . Kunnen ze samen timeren in de buurt van bus bro ’. Tussen 23:21 uur en 23:23 uur schrijft [naam 3] : ‘Laat hem rekken [bijnaam] . Dus ze moeten pacha komen? Oke dus voor pacha niet ze osso? Hond is voor pacha. Balonnen doen in een waggi. Beste een kleine tik geven aan die auto ofzo. Check wat beste is hem eruit te lokken’. Om 23:28 uur schrijft [naam 3] : ‘Onderweg. Gaan elk moment beginnen’. [273]
Geweldsmisdrijf van 30 oktober 2019
[slachtoffer ] wordt op 30 oktober 2019 rond 23:30 uur aan de Adelaarstraat in Utrecht door drie mannen in elkaar geslagen. De drie mannen gebruiken hierbij slagvoorwerpen – vermoedelijk een honkbalknuppel, een moker en een hamer – en dragen bivakmutsen. [274]
De politie ontvangt de melding van het geweldsincident rond 23:30 uur. Het voertuig van de verdachten, een grijze Volkswagen Transporter, zou zijn weggereden richting Overvecht. [275]
De politie komt rond 23:31 uur aan op de Adelaarstraat en treft [slachtoffer ] op straat aan. Hij is niet aanspreekbaar en bloedt uit zijn hoofd. Op twee meter afstand van [slachtoffer ] ziet de politie een hamer met lange steel, een moker, rechtop staan. Rondom de moker ligt bloed en dons van de jas van [slachtoffer ] . [276]
[slachtoffer ] verklaart dat hij op 30 oktober 2019 op de kruising van de Adelaarstraat met de Hopakker stond en dat hij op een gegeven moment in de Merelstraat een grijze Volkswagen Transporter zag staan waar twee of drie jongens uitstapten en iemand achter het stuur zat. Twee jongens hielden een moker vast in hun hand. Een andere persoon hield ook iets in zijn hand vast. De jongens renden op hem af en [slachtoffer ] rende weg. De jongens haalden hem in en sloegen hem met de moker die zij in hun hand hadden. [slachtoffer ] voelde dat hij werd geraakt op zijn hoofd, rug, schouders, armen en benen. [slachtoffer ] viel daarbij op de grond. Hij voelde heel erg veel pijn over zijn hele lichaam. Hij probeerde op te staan, maar voelde en zag dat hij direct weer werd neergeslagen door de moker. Hij zag bloed voor zijn ogen. Toen omstanders doorhadden wat hem overkwam, stopten de jongens met slaan en renden ze weg. Hij zag nog dat één persoon terugkwam, hem weer sloeg en wegrende. De drie jongens stapten weer in de grijze Volkswagen Transporter en de Transporter reed weg in de richting van de Kardinaal de Jongweg. Eén van de daders droeg een capuchon en een bivakmuts. De andere twee jongens hadden hun gezicht ook bedekt, vermoedelijk met een bivakmuts. Eén van de jongens liet een zwart petje vallen. [slachtoffer ] zag het petje op straat liggen. [277]
[slachtoffer ] verklaart het volgende letsel te hebben opgelopen: gebroken hand, gekneusde rib, zeventien hechtingen in zijn hoofd en twee wonden, barst in zijn schedel, gebroken/gekneusd scheenbeen. [278] Het dossier bevat foto’s van letsel van [slachtoffer ] . [279]
De spoedeisende hulp van het Diakonessenziekenhuis heeft met betrekking tot het letsel van [slachtoffer ] de volgende informatie verleend:
- grote winkelhaak verwonding hoofdwond;
- snee van het scheenbeen links;
- misselijk;
- enorm pijnlijk overal;
- flink veel striemen op de rug;
- pijn ribben links;
- hand rechts volledig pijnlijk;
- pijn scheenbeen links met open sneeverwonding;
- schedelfractuur links pariëtaal alwaar tevens hematoom;
- pols/hand rechts: intra-articulaire fractuur basis falanx;
- licht traumatisch schedelhersenletsel;
- hechten twee hoofdwonden en één wond scheenbeen. [280]
Getuige [getuige 1] verklaart het volgende over het geweldsincident. Zij zag op 30 oktober 2019 omstreeks 23:30 uur drie personen vanuit de Merelstraat over de Adelaarstraat in de richting van de Hopakker achter het slachtoffer aan rennen. Eén van deze personen rende met een honkbalknuppel in zijn handen. Het hoofd en gezicht van deze man was geheel bedekt. De man met de honkbalknuppel sloeg het slachtoffer meerdere malen hard met de honkbalknuppel, voornamelijk in de richting van zijn hoofd. De man met de moker sloeg meerdere malen met een lange slag richting de rug van het slachtoffer. Het slachtoffer werd meerdere malen geraakt. Alle drie de mannen sloegen hem meerdere keren. Vanuit de Merelstraat kwam een lichtgrijs busje met geblindeerde achter zijramen aan rijden. De bestuurder bleef in het busje zitten. De man met de moker sloeg nog één keer op de benen van het slachtoffer, waarna hij de moker losliet en achterliet op de kruising bij het slachtoffer. De drie mannen renden toen snel richting het grijze busje en stapten in het busje. Het busje reed vervolgens hard weg over de Adelaarstraat in de richting van de Nieuwe Keizersgracht. [281]
Bij de rechter-commissaris verklaart getuige [getuige 1] dat één man een moker had en daarmee richting de benen, in ieder geval de onderkant, van het slachtoffer sloeg en dat de andere twee mannen honkbalknuppels hadden. [282]
Getuige [getuige 2] verklaart als volgt. Zij zag op 30 oktober 2019 omstreeks 23:31 uur drie mannen achter een grijze Volkswagen bus vandaan rennen die op de Merelstraat ter hoogte van de molen stond. Alle drie de mannen droegen een bivakmuts. Twee van deze mannen droegen een honkbalknuppel bij zich. De derde man droeg een grote moker bij zich. Deze moker had een opvallende gele kleur en een handvat van ongeveer een meter. Eén van de mannen met een honkbalknuppel maakte een lage slaande beweging richting de man die door hen werd achtervolgd. Hij raakte de man en de man kwam ten val op de Hopakker. Alle drie de mannen sloegen hierna meerdere keren op het slachtoffer in. Het slachtoffer werd meermalen met de moker en met de honkbalknuppel geslagen. Toen omstanders begonnen te schreeuwen en te claxonneren, renden de drie mannen plotseling weg in de richting van de Volkswagen bus die inmiddels op de Adelaarstraat stond en zij stapten aan de zijkant in. Vrijwel direct hierna reed de bus weg richting de Nieuwe Keizersgracht. Bij het instappen liet één van de drie mannen de moker achter op de Adelaarstraat. [283]
Gebeurtenissen na het geweldsmisdrijf en de uitvoerders
[verdachte] probeert [slachtoffer ] te bellen op 30 oktober 2019 om 23:37 uur, 23:40 uur en 23:45 uur, maar krijgt hem niet aan de lijn. [medeverdachte 1] zegt om 23:53 uur in de Peugeot 208 tegen [verdachte] : ‘Hij heeft ook niet teruggebeld he?’, waarop ze beiden lachen. [284]
Na het geweldsmisdrijf wordt het telefoonnummer * [telefoonnummer] niet meer door [medeverdachte 1] of [verdachte] gebruikt. [285]
Op 31 oktober 2019 om 00:27 uur is in de Peugeot te horen dat [medeverdachte 1] tegen [verdachte] zegt dat hij ‘ [bijnaam] ’ ‘nu gelijk’ naar Overvecht moet laten komen. [verdachte] belt daarop met [naam 21] (* [telefoonnummer] ). Vervolgens wordt om 00:38 uur in de Peugeot 208 door [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 8] gesproken over waar die spullen naartoe moeten en waar geen camera’s hangen. [medeverdachte 8] noemt Soesterberg. [286] [287] [288]
Op de camerabeelden van de garagebox aan de [adres] is te zien dat [medeverdachte 1] en [verdachte] op 31 oktober 2019 rond 00:53 uur aan komen lopen bij de garagebox. [verdachte] heeft in zijn linkerhand een grote tas met daarin een groot lichtkleurig voorwerp dat aan de bovenzijde uitsteekt. [medeverdachte 1] opent de deur van de garagebox en [verdachte] gaat naar binnen met de tas. Deze tas heeft een opdruk, een ovaal in de kleur zwart met daarin onder andere het woord ‘food’. [verdachte] komt vervolgens zonder tas uit de garagebox. [289]
Om 00:56 uur vindt er weer een gesprek plaats in de Peugeot. [medeverdachte 1] zegt dat ze een ‘waggie’ pakken en hem daar op gaan zetten om die eruit te rijden. Hij vraagt of een busje beter is of een auto, waarop wordt gezegd dat een busje beter is, dat het niet opvallend is. [medeverdachte 1] vraagt waar die platen zijn. Hij is op zoek naar een mooie plek waar hij die auto kan stallen tot de volgende dag en noemt Soest of Soesterberg. [290]
De telefoonnummers van [verdachte] (* [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] ), [medeverdachte 1] (* [telefoonnummer] ), [medeverdachte 8] [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] ) en [naam 21] (* [telefoonnummer] ) stralen tussen 00:52 en 01:15 uur zendmasten aan in de omgeving van de Bangkokdreef, waar het baken onder de Peugeot zich dan bevindt. [291]
Met de telefoon van [medeverdachte 8] (* [telefoonnummer] ) is om 01:17 uur via de navigatie-applicatie Waze gezocht naar de [adres] . [292]
Het telefoonnummer van [naam 21] (* [telefoonnummer] ) reist hierna over de Rijksweg A28 en A27 in de richting van Vianen naar Soesterberg en verblijft daar tussen 01:35 uur en 01:45 uur. Rond de tijden van deze reis wordt de auto van de vader van [naam 21] geregistreerd door een ANPR-camera bij Nieuwegein in dezelfde richting. Het telefoonnummer van [medeverdachte 8] (* [telefoonnummer] ) lijkt dezelfde reisbeweging te maken als het telefoonnummer van [naam 21] . [293]
Op 31 oktober 2019 om 02:24 uur vraagt [medeverdachte 1] in de Peugeot aan [medeverdachte 8] of ze met drie man waren en of eentje met een houten bat (honkbalknuppel) bezig was. [medeverdachte 1] vraagt verder: ‘Eentje was aan het knuppelen, eentje was aan het hameren en ander aan het mokeren?’ [medeverdachte 8] antwoordt bevestigend. [294] [295]
Die middag, om 14:53 uur, wordt in de Peugeot gevraagd of er niemand is die een foto kan maken van iemand in het ziekenhuis. [296] Om 16:48 uur praten [medeverdachte 1] en [verdachte] weer in de auto over het geweldsincident waarbij [verdachte] een artikel voorleest en [medeverdachte 1] herhaaldelijk lacht. [297]
Op 31 oktober 2019 schrijft [naam 3] ( [ID-nummer] ) rond 15:30 uur (UTC+1) aan [medeverdachte 1] en/of [verdachte] ( [ID-nummer] ) dat hij nieuwe platen moet hebben en dat de bus veilig is. [298]
Op 1 november 2019 om 03:55 uur vindt een heimelijke inkijk plaats in de garagebox aan de [adres] . Tijdens deze inkijk wordt een foto gemaakt van een daar aangetroffen gele Jumbo boodschappentas. De tas heeft een zwart vlak met lichte letters met de woorden ‘food’ en ‘markt’. Het zwarte vlak heeft aan de linker bovenzijde een ronding en daarboven het woord ‘Jumbo’. Dit komt overeen met de foto die op 31 oktober 2019 om 00:53 uur is gemaakt bij de garagebox. In de tas worden onder andere een honkbalknuppel met bloedspetters, drie gebruikte bivakmutsen en twee klauwhamers van het merk ‘Stanley’ aangetroffen. [299] [300] [301]
Ook wordt een verpakking van een slaghamer van het merk ‘Stanley’ aangetroffen. De moker die op de plaats delict wordt achtergelaten, is van het merk ‘Stanley’. [302]
De drie bivakmutsen worden rondom de mondopening bemonsterd. [303] Op de drie bivakmutsen wordt een DNA-match met van [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 9] aangetroffen. Ook wordt een DNA-bloedspoor van de honkbalknuppel bemonsterd en onderzocht. Dat levert een DNA-match op met het slachtoffer [slachtoffer ] . [304] [305] [306]
Op 26 november 2019 vindt een doorzoeking plaats in de garagebox aan de [adres] . Daarbij worden een Jumbotas en een Praxistas met inhoud aangetroffen. In de Praxistas worden handschoenen, bivakmutsen in verpakking, baseballcaps, een verbanddoos en een doosje met handschoenen aangetroffen. In de garagebox worden ook een honkbalknuppel, hamers van het merk ‘Stanley’ en diverse schoonmaakproducten aangetroffen. Zes handschoenen worden bemonsterd. [307]
Twee van de zes bemonsterde handschoenen leveren een DNA-match met [medeverdachte 7] op, twee handschoenen leveren een DNA-match met [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] op en de andere twee handschoenen een DNA-match met [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . [308] [309]
Op 3 november 2019 vindt om 13:26 uur een OVC-gesprek plaats in de Peugeot 208. [medeverdachte 1] vraagt aan [medeverdachte 8] of de jongens die op die dag met hem waren gouden tanden hadden. [medeverdachte 8] zegt: ‘Twee Marokkanen en een Pool’. [310] [311]
Volgens de wijkagent in Tiel hebben [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] beiden een gouden tand. Ook weet de wijkagent dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] met elkaar omgaan en elkaar goed kennen. [312] [313] [medeverdachte 7] heeft een Marokkaanse afkomst. Het uiterlijk van [medeverdachte 6] wordt door een verbalisant omschreven als Marokkaans. [314] [medeverdachte 9] heeft een Poolse afkomst. [315] Ten tijde van het geweldsincident was [medeverdachte 9] kentekenhouder van een grijskleurige Peugeot. [316]
Op de dag van het geweldsmisdrijf bevinden de telefoons van [medeverdachte 9] (* [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 6] (* [telefoonnummer] ) zich rond 16:22 uur in Utrecht. Rond 19:20 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] zendmasten aan in de omgeving van Gorinchem. Rond dat moment zijn ook de telefoons van [medeverdachte 1] en [verdachte] in die omgeving. Vervolgens verplaatsen de telefoons van [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] zich richting Tiel. Rond 20:24 uur hebben de telefoons van [medeverdachte 7] (* [telefoonnummer] ) en [medeverdachte 9] (* [telefoonnummer] ) contact met elkaar. De telefoon van [medeverdachte 7] straalt aan in Tiel. Na het gesprek beweegt het telefoonnummer van [medeverdachte 9] van Tiel naar Utrecht. Ook de telefoon van [medeverdachte 7] beweegt van Tiel naar Utrecht. Het telefoonnummer van [medeverdachte 6] vertoont na aankomst in Tiel geen activiteit meer. Rondom het geweldsmisdrijf is het telefoonnummer van [medeverdachte 7] niet actief. Na het geweldsmisdrijf reist het telefoonnummer van [medeverdachte 7] langs de A2 richting Den Bosch. [317]
Het telefoonnummer van [medeverdachte 9] (* [telefoonnummer] ) straalt op 30 oktober 2019 rond 21:21 uur een zendmast aan in de omgeving van de Burgemeester Norbruislaan in Utrecht. Het vermoeden bestaat dat de daders van het geweldsmisdrijf op [slachtoffer ] op de ‘landingsbaan’ aan de Burgemeester Norbruislaan in Utrecht hebben gewacht op [medeverdachte 8] die hen naar de Adelaarstraat moest brengen. Omstreeks 23:55 uur vindt de eerste registratie na het geweldsmisdrijf plaats, wanneer een zendmast aan de Zwanenvechtlaan wordt aangestraald. Deze zendmast bevindt zich in de buurt van het adres van [medeverdachte 8] . Rond dezelfde tijd, 23:58 uur, straalt het telefoonnummer van [medeverdachte 8] (* [telefoonnummer] ) ook een zendmast aan in de omgeving van de Zwanenvechtlaan. Kort na middernacht, om 00:07 uur, komen [medeverdachte 1] en [verdachte] ook naar de Zwanenvechtlaan. [318]
3.3.16.2.
Bewijsoverweging
In de Volkswagen Multivan die op 10 oktober 2019 is inbeslaggenomen, zijn DNA-matches met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] aangetroffen. In dit busje zijn de volgende voorwerpen gevonden: een voorhamer, twee klauwhamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen, handschoenen en een zwarte pet. Van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] is ook een DNA-match met een aantal van deze voorwerpen aangetroffen. Uit gesprekken die na de inbeslagname van de Volkswagen Multivan zijn gevoerd blijkt dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zich zorgen maakten over de inbeslagname. Dat het de bedoeling was [slachtoffer ] al eerder te mishandelen, wordt onder meer afgeleid uit het OVC-gesprek van [naam 4] in de Nissan Micra. Daags na de inbeslagname is er ook contact tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] en tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] dat naar het oordeel van de rechtbank evident betrekking heeft op het lokaliseren en volgen van de auto van [slachtoffer ] .
[slachtoffer ] is later, op 30 oktober 2019, daadwerkelijk mishandeld. Op basis van de DNA-matches en de reisbewegingen stelt de rechtbank vast dat deze mishandeling is uitgevoerd door [medeverdachte 9] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] .
Vrijspraak poging moord en zware mishandeling
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] , door met honkbalknuppels en een moker met kracht in te slaan op verschillende delen van het lichaam van [slachtoffer ] , waaronder de rug en het hoofd, willens en wetens de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat [slachtoffer ] dodelijk letsel zou oplopen. Het slaan met een moker op de rug kan ernstige breuken en interne bloedingen doen ontstaan die kunnen leiden tot de dood, aldus de officier van justitie. Ook [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] hadden volgens de officier van justitie voorwaardelijk opzet de dood van [slachtoffer ] .
De rechtbank volgt de officier van justitie hierin niet en is van oordeel dat poging tot moord niet kan worden bewezen.
Op grond van de verklaring van [slachtoffer ] en de getuigenverklaringen kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] meermalen met een moker, een honkbalknuppel en een hamer slaande bewegingen hebben gemaakt in de richting van [slachtoffer ] en dat uit het ontstane letsel kan worden afgeleid dat [slachtoffer ] ook daadwerkelijk meermalen is geraakt door één of meer slagwapens. Op basis van het dossier kan echter niet worden vastgesteld dat [slachtoffer ] met één van deze slagwapens op zijn hoofd is geslagen. [slachtoffer ] heeft weliswaar letsel opgelopen, waaronder een schedelbreuk, maar het is onduidelijk hoe die schedelbreuk is ontstaan. [slachtoffer ] is immers ten val gekomen tijdens het geweldsincident, wat ook een verklaring kan zijn voor de door hem opgelopen schedelbreuk. Ook is onduidelijk op welke specifieke plek op het hoofd van [slachtoffer ] dat letsel precies zat. Daarom kan niet worden vastgesteld dat de schedelbreuk is veroorzaakt door het slaan met een slagwapen. Het letsel dat aan [slachtoffer ] is toegebracht, is geen potentieel dodelijk letsel. Bovendien is de keuze voor de voorwerpen die zijn gebruikt bij het geweldsmisdrijf op zich een contra-indicatie voor het voornemen om [slachtoffer ] van het leven te beroven. Het ligt niet voor de hand om voor deze methode en deze wapens te kiezen als het de bedoeling is iemand met voorbedachten rade te doden. Dat zou anders zijn geweest als met de moker gericht op het hoofd zou zijn geslagen, maar dat kan niet worden vastgesteld. De rechtbank gaat niet mee in de stelling van de officier van justitie, dat door het slaan met een moker op de rug ernstige breuken en interne bloedingen kunnen ontstaan en dat dit kan leiden tot de dood, nu deze stelling feitelijke grondslag mist. Opzet op de dood kan gelet op het voorgaande niet worden bewezen, ook niet in voorwaardelijke vorm. [verdachte] wordt dan ook van vrijgesproken van poging tot moord.
Ook wordt [verdachte] vrijgesproken van zware mishandeling, nu de rechtbank – net als de officier van justitie en de verdediging – van oordeel is dat het letsel van [slachtoffer ] niet gekwalificeerd kan worden als zwaar lichamelijk letsel.
Bewezenverklaring poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank acht wel bewezen dat [verdachte] zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Naast de uitvoerders waren [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 8] medeplegers zijn van dit feit. Wat betreft hun rol bij het geweldsmisdrijf overweegt de rechtbank als volgt.
In de avond voor het geweldsmisdrijf en ook nadien hebben [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 8] gesprekken gevoerd die blijkens de inhoud gingen over het geweldsmisdrijf tegen [slachtoffer ] . Ongeveer drie uur voor het geweldsmisdrijf werd gevraagd wat de planning was en of ze hem nu gelijk gingen pakken. [medeverdachte 1] deelde daarbij mee dat de jongens er met een kwartier zouden zijn, dat de bus klaar stond en dat hij er alles in ging stoppen. Ook zei [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 8] dat de bus niet verbrand mocht worden en dat de bus safe moest staan om de volgende dag weer gebruikt te worden. Nog geen uur later zei [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 8] dat de jongens er zijn en dat ze hem, [medeverdachte 1] , niet meer gaan zien, dat ze [medeverdachte 8] gaan zien en dat alleen [medeverdachte 8] [medeverdachte 1] mag zien. Ongeveer een half uur voor het geweldsmisdrijf zei [verdachte] tegen [medeverdachte 8] dat hij de driver is en [medeverdachte 8] bevestigde dit. Door [medeverdachte 1] werd telefonisch aan [medeverdachte 8] meegedeeld dat ‘ze’ in een grijze Peugeot zitten bij Norbruis, bij de Landingsbaan. De rechtbank gaat ervan uit dat met ‘ze’ de uitvoerders [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 6] worden bedoeld en dat de grijze Peugeot de auto van [medeverdachte 9] betreft.
In de op 10 oktober 2019 inbeslaggenomen Volkswagen Multivan met daarin onder andere hamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen, handschoenen en een zwarte pet – het busje dat aanvankelijk zou worden gebruikt bij het geweldsmisdrijf – is een DNA-match met [medeverdachte 8] aangetroffen op de hoofdsteun van de bestuurdersstoel. [medeverdachte 8] heeft hiervoor geen verklaring gegeven. Bij het uiteindelijke geweldsmisdrijf is een Volkswagen Transporter busje gebruikt dat blijkens getuigenverklaringen is bestuurd door een vierde persoon die op de uitvoerders heeft gewacht en waarmee zij na het geweldsmisdrijf zijn weggereden. De rechtbank gaat er op grond van de bewijsmiddelen van uit dat [medeverdachte 8] de bestuurder is geweest van dit busje met daarin de drie uitvoerders en de door hen gebruikte spullen. Uit de gesprekken die kort na het geweldsmisdrijf hebben plaatsgevonden tussen [medeverdachte 8] , [medeverdachte 1] en [verdachte] blijkt dat [medeverdachte 8] aan hen verslag deed en door hen werd gedirigeerd bij het wegbrengen van het busje. [medeverdachte 8] moest de spullen brengen naar een plaats waar geen camera’s hangen, waarbij Soesterberg werd genoemd.
[medeverdachte 8] heeft als een intermediair gefungeerd en in die hoedanigheid een substantiële rol gehad bij en een wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweldsmisdrijf, dat zonder zijn bijdrage niet kon worden uitgevoerd.
[medeverdachte 1] heeft een grote rol achter de schermen gehad als bedenker en initiator van het geweldsmisdrijf. [medeverdachte 1] heeft hierover niet alleen contact gehad met [medeverdachte 8] en [verdachte] , maar ook met [naam 3] , die het geweldsmisdrijf vanaf een afstand lijkt te hebben aangestuurd. [medeverdachte 1] heeft het plan vervolgens uitgezet en was niet alleen in aanloop naar het geweldsmisdrijf betrokken bij de planning en uitvoering daarvan, maar bepaalde ook daarna wat met de gebruikte voorwerpen moest gebeuren. Op die wijze heeft [medeverdachte 1] , ook zonder fysiek bij het geweldsmisdrijf aanwezig te zijn, een substantiële rol gehad bij en een wezenlijke bijdrage geleverd aan het geweldsmisdrijf.
[verdachte] stond in aanloop naar, ten tijde van en na het geweldsmisdrijf in nauw contact met [medeverdachte 1] en was ook betrokken bij de gesprekken met [medeverdachte 8] hierover. Hij heeft contact opgenomen met [slachtoffer ] en heeft zich voorgedaan als iemand anders om [slachtoffer ] naar een afgesproken plek te lokken. Hij heeft dit gesprek van tevoren met [medeverdachte 1] geoefend. [verdachte] is vanaf het begin betrokken geweest bij de planning en uitvoering van het geweldsmisdrijf en heeft daarna de gebruikte spullen met [medeverdachte 1] naar de garagebox gebracht. Ook voor [verdachte] geldt dat hij op die wijze, zonder fysiek bij het geweldsmisdrijf aanwezig te zijn, alsnog een substantiële rol heeft gehad bij en een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweldsmisdrijf. De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie, echter geen bewijs dat [verdachte] de daadwerkelijke uitvoerders van het geweld heeft uitgelokt.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [medeverdachte 7] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 8] die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Zij hebben daarbij allen een wezenlijke bijdrage geleverd aan de uitvoering van het gezamenlijke plan om [slachtoffer ] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Wat betreft het onderdeel ‘voorbedachten rade’ oordeelt de rechtbank dat uit het voorgaande blijkt dat [verdachte] het vooropgezette plan had [slachtoffer ] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De rechtbank neemt op grond hiervan als vaststaand aan dat [verdachte] vóór de uitvoering van zijn daad heeft nagedacht over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan daadwerkelijk rekenschap heeft gegeven. Niet is gebleken van contra-indicaties die het aannemen van voorbedachten rade in de weg staan. Dat die gevolgen konden bestaan uit zwaar lichamelijk letsel bij het slachtoffer blijkt uit de gebruikte slagwapens waarmee [slachtoffer ] is aangevallen, die geschikt waren voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.
Gelet op het voorgaande wordt [verdachte] vrijgesproken van het onder 2 primair, subsidiair, tweede subsidiair, derde subsidiair, vierde subsidiair en vijfde subsidiair tenlastegelegde.
Feit 2 zesde meer subsidiair ten laste gelegde medeplegen van zware mishandeling met voorbedachten rade kan worden bewezen.
3.3.17.
ZD 1: Criminele organisatie (feit 1)
De rechtbank stelt ten aanzien van het toe te passen beoordelingskader voorop, dat voor een veroordeling ter zake deelneming aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat sprake is geweest van een organisatie, dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Voor een criminele organisatie moet sprake zijn van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen twee of meer personen. Voor deelneming aan die criminele organisatie is van belang dat de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en dat hij een aandeel heeft in, dan wel dit verband ondersteunt met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelneming in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en hij dit oogmerk op enigerlei wijze ondersteunt. Niet is vereist dat de verdachte wetenschap heeft van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd. De verdachte hoeft ook geen opzet te hebben op concrete misdrijven. Dit is niet anders indien het oogmerk van de organisatie is gericht op het plegen van misdrijven van uiteenlopende aard.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt een beeld naar voren van een gestructureerd samenwerkingsverband van in ieder geval zeven personen dat zich gedurende geruime tijd in wisselende samenstellingen heeft beziggehouden met verschillende vormen van criminaliteit. Daarbij heeft ieder een eigen aandeel gehad dat rechtstreeks verband hield met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Niet alle leden van de organisatie waren betrokken bij ieder oogmerk.
De rechtbank is op grond van de hierboven onder 3.3.1. tot en met 3.3.16. genoemde en de hierna volgende bewijsmiddelen en overwegingen van oordeel dat kan worden bewezen dat [verdachte] in de tenlastegelegde periode samen met in ieder geval [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 4] en [naam 3] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Daarbij was niet alleen sprake van een samenwerkingsverband tussen leden van deze criminele organisatie, maar ook van een zekere rolverdeling, zoals blijkt uit de hierboven weergegeven bewijsmiddelen.
Het oogmerk van de organisatie was gericht op het plegen van gekwalificeerde diefstal van voertuigen, opzetheling van voertuigen, het opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van valse kentekenplaten en het voeren van valse kentekens, zware mishandeling met voorbedachten rade en voorbereiding van moord.
De voertuigcriminaliteit waarmee de criminele organisatie zich bezighield, was dienstig aan het geweldsoogmerk van de organisatie. Zo werden er ten behoeve van het geweldsmisdrijf tegen [slachtoffer ] twee gestolen auto’s ingezet. Dat zware mishandeling een belangrijk oogmerk van de organisatie was, leidt de rechtbank verder af uit het feit dat [naam 3] (Sky-ID [ID-nummer] ) de volgende dag een bericht stuurde aan Sky-ID [ID-nummer] met als inhoud: ‘Hebben we nieuwe hamers setjes alles voor nieuwe klus moet uit belgie of duits’ [319] , uit het hierboven aangehaalde OVC-gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] waarin [verdachte] een artikel voorleest dat over de mishandeling van [slachtoffer ] gaat en waarin [medeverdachte 1] vervolgens zegt: ‘Weet je wie we ook gaan doen [naam 24] ’ [320] en uit een bericht van [medeverdachte 1] (Sky-ID [ID-nummer] ) aan Sky-ID [ID-nummer] (dan vermoedelijk in gebruik bij [verdachte] ) van 13 november 2019 met als inhoud: ‘Alle botte breken, Op ze minst en schade betalen, Plus boete, 50k, deze week’ [321]
De organisatie beschikte naast de voertuigen ook over wapens en andere voorwerpen ten behoeve van dit geweld. Zoals eerder beschreven werden er in de schuur van de grootouders van [medeverdachte 8] honkbalknuppels, klauwhamers en voorhamers aangetroffen. Daarnaast werden er in PGP-telefoons notities aangetroffen waaruit de rechtbank afleidt dat deze voorwerpen op bijna bedrijfsmatige wijze werden geïnventariseerd en aangeschaft.
Zo werd er in de veiliggestelde bestanden van de telefoon die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen en werd gekoppeld aan het Sky-ID [ID-nummer] een lijst aangetroffen met de naam ‘Inventaris’ met daarin vermeld de volgende goederen:
3x jammers
1x jammer autolader
8x amo flesjes
1000x 1gr zakjes
2x gps tracker
Sweeper
3x af luister zender
Renault kastje 3x sleutel
Audi kastje a6 s6 rs6 t/m bouwjaar 2010
Audi kastje B7 = rs4 t/m 2008
Audi kastje B8 = a4 s4 rs4 a5 s5 rs5 t/m 2014
22x petjes
14x bivak
20x schroeven
Slotentrekker [322]
Deze inventaris vertoont overeenkomsten met een veiliggesteld bestand uit de telefoon waaraan Sky-ID [ID-nummer] was gekoppeld, waarin onder het kopje ‘nodig’ het volgende stond vermeld:
10x hamer
5x moker
20x handschoenen
10 ammo
20x keukendoek
10x barbeque brander
5x knuppel
5x nokia telefoon nieuw [323]
Deze inventaris was dienstig aan zowel de voertuigcriminaliteit als het geweldsoogmerk van de organisatie en diende daarnaast om sporen te verwijderen en/of de opsporing te bemoeilijken.
Na de aanhouding van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 krijgt [verdachte] (Sky-ID [ID-nummer] ) via Sky-chats instructies van [naam 3] (Sky-ID [ID-nummer] ). [verdachte] krijgt de opdracht informatie over een ‘stash’ door te geven, geen telefoons mee te nemen, nooit in auto’s (‘waggi’) te praten (‘ook niet met undercovertaal of iets’), het slot van de ‘box’ te vervangen, nieuwe telefoons te kopen, auto’s te verplaatsen en platen te vervangen en auto’s van binnen en buiten schoon te maken (‘echt super belangerijk desnoods extra ammo kopen’, ‘schoonmaken moet u wel ff zelf doen voor die fouten maakt onze broeder echt die ammo goed spuiten en vegen snap je alles stoelen grond stuur alles alles alles’). [324]
Op beelden van de garagebox van 22 november 2019 is te zien dat [verdachte] het slot van de garagebox vervangt. [325]
[medeverdachte 1] wordt vandaag veroordeeld voor het medeplegen van medeplichtigheid aan moord op [naam advocaat] . [verdachte] is geen verdachte in die zaak en om die reden zijn de bewijsmiddelen voor deze medeplichtigheid niet in dit vonnis opgenomen. De rechtbank verwijst naar het vonnis van [medeverdachte 1] . [326] Van belang is dat deze medeplichtigheid heeft plaatsgevonden binnen het kader van de criminele organisatie. [medeverdachte 4] heeft voorverkenningen verricht bij het kantoor van [naam advocaat] en vervolgens zijn vanuit de organisatie zijn auto’s ingezet. [medeverdachte 4] heeft met de Renault uit ZD4 voorverkenningen verricht bij de woning van [naam advocaat] en [medeverdachte 5] heeft de Volkswagen Transporter uit ZD 14 gestolen en ter beschikking gesteld aan de uitvoerders van de moord die hiermee eveneens voorverkenningen bij de woning van [naam advocaat] hebben verricht. Rondom de voorverkenningen was er veelvuldig PGP-contact tussen [medeverdachte 4] en [naam 3] en [medeverdachte 1] , waarbij tegens werd gecommuniceerd met een PGP-telefoon die afwisselend in gebruik was bij [medeverdachte 1] en [verdachte] .
De rechtbank kan ten aanzien van [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] niet onomstotelijk vaststellen dat zij wisten dat [naam advocaat] zou worden vermoord, maar wel dat zij op handelingen hebben verricht die op enigerlei wijze dienstig moeten zijn geweest aan de voorverkenningen en/of het verwijderen van sporen daarvan. Zo hebben [verdachte] en [medeverdachte 3] de Renault op 10 augustus 2019 de garagebox uitgereden nadat zij met jerrycans met brandstof de garagebox waren binnengegaan, is [verdachte] op 19 augustus 2019 samen met [medeverdachte 4] in de garagebox geweest, waarbij zij handschoenen en mondkapjes droegen en is hij op 26 augustus 2019 in zijn ééntje in de garagebox geweest waarbij hij vier grote jerrycans uit de garagebox meenam en is hij op 8, 13 en 14 september samen met [medeverdachte 1] in de garagebox waarbij zij met schoonmaakmiddelen in de weer zijn. [medeverdachte 3] heeft, in nauw contact met [verdachte] , de Renault na de laatste voorverkenning afgevoerd en [medeverdachte 5] heeft de Volkswagen Transporter gestolen en ter beschikking gesteld aan de uitvoerders van de moord. Na de moord is [verdachte] degene die in opdracht van [naam 3] het slot van de garagebox vervangt en alles goed moet schoonmaken. De rechtbank concludeert op basis van deze bevindingen dat de criminele organisatie ook voorbereiding van moord tot oogmerk had.
[verdachte] heeft ten aanzien van de onder feit 2 zesde meer subsidiair en feit 3 eerste en tweede cumulatief/alternatief bewezenverklaarde feiten een aandeel gehad bij een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade en gekwalificeerde diefstal en opzetheling van voertuigen, welke strafbare feiten rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Het aandeel van [verdachte] blijkt uit de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen ten aanzien van deze bewezenverklaarde feiten. Daarbij is met name van belang dat [verdachte] binnen de criminele organisatie een belangrijke rol speelde als aanspreekpunt voor verschillende leden van de organisatie. Hij stond zelf in direct contact met [medeverdachte 1] en [naam 3] , die andere leden via [verdachte] aanstuurden. [verdachte] volgde de instructies van [medeverdachte 1] op en gaf zelf ook instructies aan anderen. Bij het geweldsmisdrijf tegen [slachtoffer ] heeft [verdachte] vanaf het begin een substantiële rol gespeeld. [verdachte] kwam ook zonder [medeverdachte 1] in de garagebox die door de criminele organisatie werd gebruikt en waarvan hij een sleutel had, waar onder andere gestolen voertuigen werden opgeslagen, gesweept en schoongemaakt en na de aanhouding van [medeverdachte 1] werd hij aanspreekpunt voor [naam 3] .
Aan voornoemd criterium van deelneming aan een criminele organisatie is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. De rechtbank concludeert dat feit 1 kan worden bewezen.
[verdachte] wordt tot slot vrijgesproken van leiddinggeven aan een criminele organisatie, omdat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om hem als leidinggever aan te kunnen merken.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte]
1.
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meerdere anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- gekwalificeerde diefstal (van voertuigen) als bedoeld in artikel 311/310 Wetboek van Strafrecht en
- opzetheling (van voertuigen) als bedoeld in artikel 416/417 Wetboek van Strafrecht en
- voorbereiding van moord als bedoeld in artikel 46 jo. artikel 289 Wetboek van Strafrecht en
- zware mishandeling met voorbedachten rade als bedoeld in artikel 303/302 Wetboek van Strafrecht en
- opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van een vals geschrift (valse kentekenplaten) als bedoeld in artikel 225 lid 1 en lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of het voeren van valse kentekens als bedoeld in artikel 41 eerste lid, onder c en/of d van de Wegenverkeerswet 1994;
2 zesde meer subsidiair.
op 30 oktober 2019 te Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, aan een persoon genaamd [slachtoffer ] , opzettelijk en met voorbedachten rade, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, door deze opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg meermalen, althans eenmaal met een of meerdere hamer(s) en moker(s) en een of meerdere honkbalknuppel(s), in elk geval met een of meerdere zware voorwerp(en), met kracht op het lichaam te slaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
op 17 september 2019 te Kerkrade, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een personenauto heeft weggenomen, te weten
(zaaksdossier 6)
- een personenauto (merk Audi, type RS5, voorzien van het kenteken [kenteken] ) toebehorende aan [naam 25] ,
en
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), personenauto’s en een scooter, te weten
(zaaksdossier 3)
- een personenauto van het merk Audi, type S4 (voorzien van het valse kenteken [kenteken] en/of [kenteken] ) en
(zaaksdossier 4)
- een personenauto van het merk Renault, type Megane (voorzien van het valse kenteken [kenteken] ) en
(zaaksdossier 5)
- een personenauto van het merk Renault, type Megane (voorzien van het valse kenteken [kenteken] ) en
(zaaksdossier 7)
- een personenauto van het merk Audi, type A5 (voorzien van het valse kenteken [kenteken] ) en
(zaaksdossier 8)
- een personenauto van het merk Audi, type S4 (voorzien van het valse kenteken [kenteken] en/of [kenteken] ) en
(zaaksdossier 11)
- een motorscooter van het merk Piaggio, type Skr 125,
voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde het voorhanden krijgen wist(en), dat het (een) door diefstal verkregen goed(eren) betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. [verdachte] is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat [verdachte] zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar, met aftrek van voorarrest.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de omstandigheid dat het aandeel van [verdachte] binnen de criminele organisatie van geringe en vervangbare aard is. Volgens de verdediging is een gevangenisstraf tussen de twee en drie jaar een passende straf.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade. Nadat het slachtoffer nietsvermoedend naar de plaats delict was gelokt, is hij door drie mannen ingesloten en met slagvoorwerpen aangevallen. Hierbij droegen zij handschoenen en bivakmutsen. Het slachtoffer is geslagen met een hamer, een knuppel en een moker. Het geweld vond plaats op de openbare weg en daardoor zijn meerdere omstanders getuige geweest van het hevige geweld. Dit heeft bij deze omstanders vermoedelijk gevoelens van angst en onveiligheid aangewakkerd. Dat het letsel van het slachtoffer niet ernstiger is, is aan het ingrijpen van deze omstanders te danken.
Ook de planning en uitvoering van dit misdrijf worden door de rechtbank als professioneel aangemerkt. Er hebben observaties plaatsgevonden, [verdachte] heeft het gesprek om het slachtoffer naar de plaats delict te lokken met [medeverdachte 1] geoefend en hij heeft in opdracht van [medeverdachte 1] de slagvoorwerpen aangeschaft. [verdachte] lijkt zich hierbij hebben laten lenen voor het conflict, voor de eigenrichting van een ander. Uit de OVC-gesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] na het incident blijkt dat er lacherig wordt gedaan over wat zich heeft afgespeeld. [verdachte] geeft er hiermee blijk van dat hij totaal geen inzicht heeft in de verwerpelijkheid van zijn gedrag. De rechtbank vindt dat buitengewoon zorgelijk en ernstig.
De poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade heeft plaatsgevonden binnen het kader van een criminele organisatie, waarvan [verdachte] deel uitmaakte. Deze criminele organisatie had tot oogmerk het plegen van misdrijven, te weten (gekwalificeerde) diefstal en opzetheling van voertuigen, zware mishandeling met voorbedachten rade en het opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van valse kentekenplaten. Voertuigen werden gestolen en veelal gestald in de garagebox van [medeverdachte 1] aan de [adres] . De voertuigen werden ‘gesweept’, schoongemaakt, van valse kentekenplaten voorzien en voor ernstige misdrijven gebruikt. [medeverdachte 1] gaf leiding aan de organisatie. Het betrof geen vast samenwerkingsverband, maar een aantal personen die in wisselende samenstelling hebben geopereerd. Dit betroffen, naast [verdachte] en [medeverdachte 1] , [naam 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 8] . De deelnemers aan deze criminele organisatie hadden ieder hun eigen rol in de taakverdeling. [verdachte] had een belangrijke rol binnen de criminele organisatie; hij had de sleutel van de garageboxen, hij kwam ook zonder [medeverdachte 1] in de garagebox, hij gaf instructies aan de andere personen in de organisatie en hij nam het over van [medeverdachte 1] toen [medeverdachte 1] in het buitenland was. De organisatie had naast dit alles ook het oogmerk op het voorbereiden van moord. Weliswaar is die moord niet aan [verdachte] tenlastegelegd, maar gezien alles wat hiervoor is besproken over de deelname van [verdachte] aan de organisatie gaat de rechtbank ervan uit dat hij ook wist dat de gestolen auto’s werden ingezet voor zware delicten. Op geen enkele wijze heeft [verdachte] zich willen onttrekken aan de handelingen van de organisatie. Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat de openbare orde raakt. De strafwaardigheid van deelneming aan een criminele organisatie wordt niet alleen bepaald door de organisatiegraad en het ontwrichtende karakter daarvan voor de openbare orde, maar ook door de aard van de misdrijven die worden beoogd.
[verdachte] heeft zich, in het kader van de criminele organisatie, ook schuldig gemaakt aan opzetheling van zes voertuigen en de diefstal van één voertuig.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van [verdachte] van 5 september 2023. Hieruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor het plegen van een vermogensdelict. De rechtbank weegt dit in zijn nadeel mee. Verder is [verdachte] in 2023 veroordeeld voor oplichting tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar. In 2022 is [verdachte] veroordeeld voor schuldwitwassen tot een gevangenisstraf van één maand. Vanwege deze veroordelingen is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS) die de rechtbanken hebben vastgesteld. Voor het opzettelijk toebrengen van middelzwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen, niet zijnde een vuurwapen, noemen de oriëntatiepunten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 (zeven) maanden als uitgangspunt. Gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, zoals hierboven is uiteengezet, is de rechtbank is echter van oordeel dat feit 2 meer subsidiair zich niet laat vangen in voornoemd oriëntatiepunt. Er werd gehandeld vanuit een vooropgezet plan, wat in ernstige mate strafverhogend werkt. De rechtbank acht het een passend uitgangspunt om iemand die wordt veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling met voorbedachte rade als deze met een rol als die van [verdachte] , zoals hierboven omschreven, een gevangenisstraf van 30 (dertig) maanden op te leggen.
Nu er geen oriëntatiepunten zijn voor heling, heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen die normaliter voor diefstal van auto’s worden opgelegd. De oriëntatiepunten noemen voor diefstal van één voertuig, waarbij sprake is van recidive ter zake van soortgelijke strafbare feiten, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Nu in onderhavige zaak sprake is van opzetheling van zes voertuigen en diefstal van één voertuig, neemt de rechtbank een gevangenisstraf van 21 (eenentwintig) maanden als uitgangspunt.
Er zijn geen oriëntatiepunten voor deelneming aan een criminele organisatie. Gelet op de rol van [verdachte] , zoals hierboven omschreven, acht de rechtbank voor de deelname aan de criminele organisatie een gevangenisstraf van 33 (drieëndertig) maanden passend.
Alles afwegende zal de rechtbank aan [verdachte] een gevangenisstraf voor de duur van 84 (vierentachtig) maanden met aftrek van voorarrest
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Het startmoment voor de redelijke termijn is het moment waarop een verdachte in redelijkheid kan verwachten dat hij door het Openbaar Ministerie voor een bepaald strafbaar feit zal worden vervolgd. De redelijke termijn begint te lopen op het moment dat [verdachte] op 28 april 2020 verzekering is gesteld. Het einde van de periode is 15 maart 2024, de dag waarop de rechtbank uitspraak doet. Een verdachte heeft het recht dat zijn berechting spoedig verloopt, maar de standaard-‘redelijke termijn’ van twee jaar heeft geen betrekking op dit soort grote onderzoeken. De redelijkheid van de duur van een zaak is onder meer afhankelijk van a) de ingewikkeldheid van de zaak, b) de invloed van de verdachte en/of zijn advocaat op het procesverloop en c) de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt dat in deze zaak sprake is van een omvangrijk en complex onderzoek met veel verdachten. Op verzoek van het Openbaar Ministerie is de zaak in mei 2021 niet inhoudelijk behandeld, zodat de PGP-telefoons ontsleuteld konden worden. Hiervoor waren langdurige onderzoekstechnieken nodig, wat tot vertraging heeft geleid. Alles afwegend vindt de rechtbank een termijn van drie jaar een redelijke termijn waarbinnen het vonnis gewezen had kunnen worden. Dit betekent dat de redelijke termijn met ongeveer elf maanden is overschreden. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om over te gaan tot strafvermindering. Het bevel tot voorlopige hechtenis van [verdachte] werd op 12 november 2020 geschorst tot aan de inhoudelijke behandeling, omdat werd voorzien dat de inhoudelijke behandeling nog lang op zich liet wachten. De rechtbank heeft de overschrijding van de redelijke termijn daarom al verdisconteerd in de schorsing. Zij volstaat dan ook met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.

8.Beslag

Onder [verdachte] zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1.00 STK Telefoontoestel (PGP-toestel) (goednummer 6091597)
1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5962823)
1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5969095)
1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5969096)
8.1.
Verbeurdverklaring
Nu met behulp van het onder 1 (PGP-telefoon) inbeslaggenomen voorwerp het bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
8.2.
Teruggave
De rechtbank is van oordeel dat de onder nummers 2, 3 en 4 inbeslaggenomen en niet teruggegeven telefoons dienen te worden teruggegeven aan de rechthebbende, nadat dit vonnis onherroepelijk is geworden.

9.Benadeelde partijen

9.1.
Vorderingen
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert € 9.800,- aan vergoeding van materiële schade en € 1.000,- aan vergoeding van immateriële schade.
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert € 9.137,- aan vergoeding van materiële schade.
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] vordert € 872,- aan vergoeding van materiële schade.
De benadeelde partijen hebben gevorderd de schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente en aan [verdachte] de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
9.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [benadeelde partij 1] ten aanzien van het materiële deel hoofdelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 3.000,-. Ten aanzien van het immateriële deel heeft officier van justitie geen standpunt ingenomen.
De vordering van [benadeelde partij 2] kan hoofdelijk worden toegewezen tot een bedrag van € 2.000,-
De vordering van [benadeelde partij 3] moet niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat niet kan worden vastgesteld dat de goederen nog in de auto lagen toen [verdachte] over de auto kon beschikken.
De officier van justitie heeft gevorderd aan [verdachte] de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
9.3.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, omdat [verdachte] ten aan aanzien van ZD 7, ZD 9 en ZD 10 moet worden vrijgesproken.
9.4.
Oordeel van de rechtbank
9.4.1.
Benadeelde partij [benadeelde partij 1]
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu zowel het materiële deel als het immateriële deel niet zijn onderbouwd. Nader onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan het resterende deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
9.4.2.
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] zal niet-ontvankelijk in zijn vordering worden verklaard, omdat [verdachte] wordt vrijgesproken van de diefstal en heling van de Volkswagen Multivan (ZD 9).
9.4.3.
Benadeelde partij [benadeelde partij 3]
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] zal niet-ontvankelijk in zijn vordering worden verklaard, omdat [verdachte] wordt vrijgesproken van de diefstal en heling van de Audi A4 (ZD 10).

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 57, 63, 140, 303, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 2 primair, subsidiair, tweede subsidiair, derde subsidiair, vierde subsidiair en vijfde subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat [verdachte] het onder 1, 2 zesde meer subsidiair en 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt [verdachte] daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
Ten aanzien van feit 2 zesde meer subsidiair:
medeplegen van poging tot zware mishandeling gepleegd met voorbedachten rade;
Ten aanzien van feit 3, eerste cumulatief/alternatief:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van feit 3, tweede cumulatief/alternatief:
medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt [verdachte] tot een
gevangenisstraf van 84 (vierentachtig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door [verdachte] voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan [verdachte] voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaard verbeurd:
1.00 STK Telefoontoestel (PGP-toestel) (goednummer 6091597)
Gelast de teruggave aan de rechthebbende na onherroepelijk worden van dit vonnis van
  • 1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5962823)
  • 1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5969095)
  • 1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5969096)
Verklaart [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in hun vorderingen.
Bepaalt dat de benadeelde partijen en [verdachte] ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en M. Wiewel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.F. Coskun en mr. S. van Gerven, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 maart 2024.

Voetnoten

1.Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachten telkens bij hun achternaam genoemd.
2.Zie ECLI:NL:GHAMS:2023:455 en ECLI:NL:GHAMS:2023:456 (niet-onherroepelijk).
3.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
4.PV bevindingen, code 14818349, dossier Pulheim, p. 5 3870 t/m 5 3873 (dig. p. 5551 t/m 5554)
5.PV bevindingen, code 18155553 dossier Pulheim, p. 120395 (bovenste schema) (dig. p. 8839).
6.PV aanvulling van doorzoeking ter inbeslagneming, code 12088656, dossier Pulheim, p. 9 0015 (punt 1.5.) (dig. p. 8404).
7.PV bevindingen, nummer 2019197266, dossier Pulheim, p. 7 0005 (dig. p. 7702).
8.PV bevindingen, code 16659071, dossier Pulheim, p. 120014 (bovenaan) (dig. p. 8458).
9.PV bevindingen, code 13360109, dossier Pulheim, p. 5 4888 t/m 5 4900 (dig. p. 6570 t/m 6582).
10.PV bevindingen, code 18155553, dossier Pulheim, p. 120397 (schema) (dig. p. 8841).
11.PV bevindingen, code 14901519, dossier Pulheim, p. 5 3864 t/m 5 3866 (midden) (dig. p. 5545 t/m 5547).
12.PV bevindingen, nummer 1358, dossier Pulheim, p. 5 4731 (dig. p. 6413).
13.PV bevindingen, code 14967155, dossier Pulheim, p. 5 3858 t/m 5 3860 (dig. p. 5539 t/m 5541).
14.PV bevindingen, code 16566671, dossier Pulheim, p. 120089 (schema) (dig. p. 8533).
15.PV bevindingen, nummer 1954, dossier Pulheim, p. 5 5115 (dig. p. 6797) en een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2019197266-344, p. 5 5116 (dig. p. 6798).
16.PV bevindingen, code 13875270, dossier Pulheim, p. 5 1371 (onder 2.2.) (dig. p. 3049).
17.PV bevindingen, code 16703382, dossier Pulheim, p. 120199 (onderaan) (dig. p. 8643).
18.PV bevindingen, code 15214652, dossier Pulheim, p. 5 4459 t/m 5 4463 (dig. p. 6141 t/m 6145).
19.PV bevindingen, code 14229685, dossier Pulheim, p. 5 4712 en 5 4713 (dig. p. 6394 en 6395).
20.PV bevindingen, code 13031414, dossier Pulheim, p. 5 1108 (dig. p. 2786).
21.PV bevindingen, code 15140319, dossier Pulheim, p. 5 3874 t/m 5 3877) (dig. p. 5556 en 5559).
22.PV bevindingen, code , dossier Pulheim, p. 120395 (middelste schema) (dig. p. 8839).
23.PV bevindingen, code 16776505, dossier Pulheim, p. 120207 en 120208 (dig. p. 8651 en 8652).
24.PV bevindingen, (AH 208), nummer 861, dossier Buizerd, p. 002231 en 002232 (dig. p. 2268 en 2269).
25.PV bevindingen, code 14945357, dossier Pulheim, p. 5 3921 t/m 5 3924 (dig. p. 5603 t/m 5606).
26.PV bevindingen, code 15249547, dossier Pulheim, p. 5 3941 t/m 5 3943 (midden) (dig. p. 5623 t/m 5625).
27.PV bevindingen, code 15327152, dossier Pulheim, p. 5 3925 t/m 5 3927 (dig. p. 5607 t/m 5609).
28.PV onderzoek inbeslaggenomen GSM iPhone XS Max ZZ08.01, dossier Buizerd p. 5 3843 (dig. p. 5524).
29.PV bevindingen (AH241), nummer 1004, dossier Buizerd p. 002396 (dig. p. 2435)
30.PV bevindingen, nummer 1928, dossier Buizerd p. 7317-7320 (dig. p. 7334-7337)
31.PV bevindingen (AH 104), nummer 395, dossier Buizerd, p. 001613 (dig. p. 1649).
32.PV bevindingen (AH 295, nummer 1094, dossier Buizerd, p. 002709 (vierde alinea) (dig. p. 2747).
33.PV bevindingen (AH 237), code 20200116.1505, dossier Buizerd, p. 002376 en 002377 (dig. p. 2414 en 2415).
34.PVB, code 15327294, dossier Pulheim, p. 5 3918 t/m 5 3920 (dig. p. 5600 t/m 5602).
35.PVB, code 16640961, dossier Pulheim, p. 120022 (onderaan) (dig. p. 8466) en PVB, code 16578950, dossier Pulheim, p. 120064 (schema) (dig. p. 8508).
36.PV bevindingen, code 16640961, dossier Pulheim, p. 120010 (schema) (dig. p. 8454).
37.PV bevindingen, code 14948567, dossier Pulheim, p. 5 3906 t/m 5 3908 (midden) (dig. p. 5588 t/m 5590)
38.PV bevindingen, code 14999249, dossier Pulheim, p. 5 4464 t/m 5 4467 (dig. p. 6146 t/m 6149)
39.PV bevindingen (AH 347), nummer 1285, dossier Buizerd, p. 003020 t/m 003022 (dig. p. 3058 t/m 3060).
40.PV bevindingen, code 202002251230, dossier Pulheim, p. 5 5130 en 5 5131 (dig. p. 6812 en 6813).
41.PV bevindingen (AH 380), nummer 1280, dossier Buizerd, p. 003253 t/m 003261 (dig. p. 3285 t/m 3293).
42.PV bevindingen, code 202002251230, dossier Pulheim, p. 5 5130 en 5 5131 (dig. p. 6812 en 6813).
43.PV bevindingen, code 15445574, dossier Pulheim, p. 5 5109 (onderaan) (dig. p. 6791).
44.PV bevindingen, code 16671582, dossier Pulheim, p. 1200145 (schema) (dig. p. 8589).
45.PV bevindingen (AH 392), nummer 1343, dossier Buizerd, p. 003329 (dig. p. 3358).
46.PV bevindingen (AH 392), nummer 1343, dossier Buizerd, p. 003329 (onderaan) t/m 003330 (tweede alinea) (dig. p. 3358 t/m 3359).
47.PV bevindingen (AH 487), nummer 1787, dossier Buizerd, p. 003962 (midden) t/m 003964 (dig. p. 3987 t/m 3989).
48.PV bevindingen (AH 144), nummer 535, dossier Buizerd, p. 001798 (dig. p. 1834).
49.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001232 t/m 001233 (dig. p. 1265 t/m 1266).
50.PV bevindingen (AH 005), nummer 18, dossier Buizerd, p. 001238 t/m 001240 (dig. p. 1271 t/m 1273).
51.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001234 t/m 001236 bovenaan (dig. p. 1267 t/m 1269 bovenaan).
52.PV betreden besloten plaats 8 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190808.01, dossier Buizerd, p. 004892 t/m 004893 (dig. p. 4910 t/m 4911).
53.PV betreden besloten plaats 8 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190808.01, dossier Buizerd, p. 004892 (dig. p. 4910).
54.PV bevindingen (AH 148), nummer 25, dossier Buizerd, p. 001803 (dig. p. 1839).
55.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001237 (dig. p. 1270).
56.PV bevindingen (AH 025), nummer 284, dossier Buizerd, p. 001296 (dig. p. 1329).
57.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003360 (dig. p. 3389).
58.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249, 001250, 001256 (dig. p. 1282, 1283, 1289).
59.PV (Inzet technisch hulpmiddel), nummer Buizerd T1 20190814 [adres], dossier Buizerd, p. 004961 t/m 004962 (dig. p. 4979 t/m 4980).
60.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003382 (dig. p. 3411).
61.PV bevindingen (AH 030), nummer 1908191404.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001318 (dig. p. 1351).
62.PV bevindingen (AH 030), nummer 1908191404.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001319 (dig. p. 1352).
63.PV bevindingen (AH 031), nummer 1908201145.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001320
64.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003364 (dig. p. 3393).
65.PV bevindingen (AH 033), nummer 1908271344.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001342 (dig. p. 1375).
66.PV bevindingen (AH 035), nummer 190909.1532.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001352 (dig. p. 1385).
67.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003367 (dig. p. 3396).
68.PV bevindingen (AH 076), nummer 20191008.1310 BEV, dossier Buizerd, p. 001551 (dig. p. 1586).
69.PV bevindingen (AH 039), nummer 190916.1400.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001370, 001371, 001374, 001376, 001379 (dig. p. 1403, 1404, 1407, 1409, 1412).
70.PV bevindingen (AH 197), nummer 59, dossier Buizerd, p. 002193 (dig. p. 2230).
71.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001382 t/m 001385
72.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001386 t/m 001387
73.PV bevindingen (AH 042), nummer 190919.0950.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001390, 001394
74.PV bevindingen (AH 076), nummer 287, dossier Buizerd, p. 001552 (dig. p. 1587) (onderaan).
75.PV bevindingen (AH 043), nummer 173, dossier Buizerd, p. 001401 onderaan t/m 001411 (dig. p. 1434 onderaan t/m 1444).
76.PV bevindingen (AH 076), nummer 287, dossier Buizerd, p. 001553 (dig. p. 1588) (bovenaan).
77.PV bevindingen (AH 229), nummer 1016, dossier Buizerd, p. 002347 t/m 002348 (dig. p. 2385 t/m 2386).
78.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316, 002317 (dig. p. 2352, 2354, 2355).
79.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 173), nummer 640, dossier Buizerd, p. 002007 t/m 002008
80.PV bevindingen (AH 171), nummer 786, dossier Buizerd, p. 001995 t/m 001996 (dig. p. 2031 t/m 2032).
81.Rapport van bevindingen technisch onderzoek (AH 299), nummer 7945864, dossier Buizerd, p. 002718 t/m 002721 (dig. p. 2756 t/m 2759).
82.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 212), nummer 664, dossier Buizerd, p. 002276 (dig. p. 2313).
83.PV bevindingen (AH 252), nummer 1070, dossier Buizerd, p. 002459 (dig. p. 2497).
84.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 182), nummer 641, dossier Buizerd, p. 002055 t/m 002056 bovenaan (dig. p. 2092 t/m 2093 bovenaan).
85.PV bevindingen (AH 224), nummer 973, dossier Buizerd, p. 002311 t/m 002313 (dig. p. 2349 t/m 2351).
86.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003293 t/m 003296 bovenaan (dig. p. 3322 t/m 3325 bovenaan).
87.PV bevindingen (AH 189), nummer 799, dossier Buizerd, p. 002101 t/m 002102 (dig. p. 2138 t/m 2139).
88.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002106 t/m 002112 (dig. p. 2143 t/m 2149).
89.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002106 t/m 002112 (dig. p. 2143 t/m 2149).
90.OVC gesprek Nissan Micra sessie 195836, 26-11-2019 om 19.58.36 uur, dossier Buizerd, p. 002115 t/m 002118 (dig. p. 2152 t/m 2155).
91.Vonnis Rechtbank Amsterdam inzake [medeverdachte 1] van 15 maart 2024, parketnummers 13/730015-20 en 13/730053-19.
92.PV aangifte (AH 014), nummer PL0900-2019186254-1, dossier Buizerd, p. 001262 t/m 001263 (dig. p. 1295 t/m 1296).
93.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002735 (dig. p. 2773).
94.Rapport Telecomanalyse (AH 207), dossier Buizerd, p. 002217 t/m 002219 en p. 002223 (dig. p. 2254 t/m 2256 en 2260).
95.PV bevindingen (AH 260), nummer 1027, dossier Buizerd, p. 002502 (dig. p. 2541).
96.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002736 (dig. p. 2774).
97.PV bevindingen (AH 012), nummer 23, dossier Buizerd, p. 001260 (dig. p. 1293).
98.PV bevindingen (AH 292), nummer 1144, dossier Buizerd, p. 002622, 002626 (dig. p. 2660, 2664).
99.PV bevindingen (AH 168), nummer 191120.1308.AMB, dossier Buizerd, p. 001904 t/m 001905 (dig. p. 1940 t/m 1941).
100.PV bevindingen (AH 027), nummer 14, dossier Buizerd, p. 001302 t/m 001305 (dig. p. 1335 t/m 1338).
101.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002738 (dig. p. 2776) onderaan.
102.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002739 (dig. p. 2777).
103.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002739 (dig. p. 2777).
104.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002740 (dig. p. 2778).
105.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002742 (dig. p. 2780).
106.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002743 (dig. p. 2781).
107.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002744 (dig. p. 2782).
108.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002744 (dig. p. 2782).
109.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002745 (dig. p. 2783).
110.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002746 (dig. p. 2784 ).
111.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002747 (dig. p. 2785).
112.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002749 (dig. p. 2787).
113.PV bevindingen (AH 205), nummer 469, dossier Buizerd, p. 002213 (dig. p. 2250).
114.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002751 (dig. p. 2789).
115.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002752 (dig. p. 2790) bovenaan.
116.Tapgesprek sessie 7496, 17-09-2019 om 19.29.20 uur, dossier Buizerd, p. 002014 (dig. p. 2050).
117.PV bevindingen, nummer 2019197266, dossier Pulheim, p. 5 1219 t/m 5 1220 (dig. p. 2897 t/m 2898).
118.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002752 (dig. p. 2790).
119.Tapgesprek TA008 sessie 2588, 17-09-2019 om 20.02.55 uur, dossier Pulheim, p. 5 1221 (dig. p. 2899).
120.PV bevindingen (AH 205), nummer 469, dossier Buizerd, p. 002214 (dig. p. 2251).
121.PV bevindingen (AH 205), nummer 469, dossier Buizerd, p. 002215 (dig. p. 2252) bovenaan.
122.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002752 (dig. p. 2790) onderaan.
123.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002753 (dig. p. 2791).
124.Tapgesprek TA008 sessie 2671, 17-09-2019 om 21.07.19 uur, dossier Buizerd, p. 001979 (dig. p. 2015).
125.Tapgesprek TA008 sessie 2732, l7-09-2019 om 22.33.47 uur, dossier Buizerd, p. 001981 (dig. p. 2017).
126.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002754 (dig. p. 2792).
127.Tapgesprek sessie 7652, 17-09-2019 om 22.41.58 uur, dossier Buizerd, p. 002017 (dig. p. 2053).
128.PV bevindingen (AH 300), nummer 1117, dossier Buizerd, p. 002754 (dig. p. 2792).
129.PV bevindingen (AH 205), nummer 469, dossier Buizerd, p. 002216 (dig. p. 2253).
130.Schriftelijke verklaring [medeverdachte 1] , ‘Verklaring Renault Megane [kenteken] ’, dossier Pulheim, p. 4 0437 onderaan t/m 4 0438 bovenaan (dig. p. 1636 onderaan t/m 1637 bovenaan).
131.PV aangifte (AH 015), nummer PL0900-2019189339-1, dossier Buizerd, p. 001266 (dig. p. 1299).
132.PV bevindingen (AH 013), nummer 24, dossier Buizerd, p. 001261 (dig. p. 1294).
133.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001237 (dig. p. 1270).
134.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249 t/m 001251 (dig. p. 1282 t/m 1284).
135.PV betreden besloten plaats 14 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190814.01, p. 005020 t/m 005021 (dig. p. 5038 t/m 5039).
136.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003355 t/m 003356 (dig. p. 3384 t/m 3385).
137.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003358 (dig. p. 3387).
138.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003362 t/m 003363 (dig. p. 3391 t/m 3392).
139.PV bevindingen (AH 046), nummer 1908220930.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001437 (dig. p. 1470).
140.PV bevindingen (AH 047), nummer PL0900-2079260150-2, dossier Buizerd, p. 001439 (dig. p. 1472).
141.PV bevindingen (AH 239) met bijlagen, nummer 1053, dossier Buizerd, p. 002389 t/m 002392 (dig. p. 2427 t/m 2430).
142.PV bevindingen (AH 332) met bijlagen, nummer 1148, dossier Buizerd, p. 002932 t/m 002935 (dig. p. 2969 t/m 2972).
143.PV bevindingen (AH 330) met bijlagen, nummer 1147, dossier Buizerd, p. 002922 t/m 002926 (dig. p. 2959 t/m 2963).
144.PV bevindingen (AH 244) met bijlagen, nummer 1056, dossier Buizerd, p. 002418 t/m 002421 (dig. p. 2456 t/m 2459).
145.PV bevindingen (AH 204), nummer 463, dossier Buizerd, p. 002206 t/m 2207 (dig. p. 2243 t/m 2244).
146.PV bevindingen (AH 204), nummer 463, dossier Buizerd, p. 002208 (dig. p. 2245).
147.PV bevindingen (AH 204), nummer 463, dossier Buizerd, p. 002209 (dig. p. 2246).
148.PV bevindingen (AH 204), nummer 463, dossier Buizerd, p. 002210 (dig. p. 2247).
149.PV bevindingen (AH 204), nummer 463, dossier Buizerd, p. 002211 (dig. p. 2248).
150.PV bevindingen (AH 193), nummer 829, dossier Buizerd, p. 002171 (dig. p. 2208).
151.PV bevindingen (AH 181), nummer 730, dossier Buizerd, p. 002053 t/m 002054 (dig. p. 2090 t/m 2091).
152.PV aangifte (AH 007), nummer PL0900-2019235407-1, dossier Buizerd, p. 001244, 001246 (dig. p. 1277, 1279).
153.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001232 t/m 001233 (dig. p. 1265 t/m 1266).
154.PV bevindingen (AH 077), nummer 290, dossier Buizerd, p. 001554, 001559 (dig. p. 1589, 1594).
155.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003102 (dig. p. 3139).
156.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003104 t/m 003105 (dig. p. 3141 t/m 3142).
157.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003102 (dig. p. 3139).
158.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003103 (dig. p. 3140).
159.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001234 t/m 001235 (dig. p. 1267 t/m 1268).
160.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001236 t/m 001237 (dig. p. 1269 t/m 1270).
161.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249 t/m 001251 (dig. p. 1282 t/m 1283).
162.PV betreden besloten plaats 14 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190814.01, p. 005020 t/m 005021 (dig. p. 5038 t/m 5039).
163.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001381 (dig. p. 1414).
164.PV bevindingen (AH 041), nummer 199, dossier Buizerd, p. 001389 (dig. p. 1422).
165.PV aangifte (AH 018), nummer PL1100-2019153471-1, dossier Buizerd, p. 001270, 001271, 001274 (dig. p. 1303, 1304, 1307).
166.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003146 t/m 003147 bovenaan (dig. p. 3183 t/m 3184 bovenaan).
167.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003150 (dig. p. 3187).
168.PV bevindingen (AH 329), nummer 1150, dossier Buizerd, p. 002920 t/m 002921 (dig. p. 2957 t/m 2958).
169.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003147 (dig. p. 3184).
170.PV bevindingen (AH 322), nummer 1130, dossier Buizerd, p. 002881 t/m 002883 (dig. p. 2919 t/m 2921).
171.PV bevindingen (AH 294), nummer 1068, dossier Buizerd, p. 002700 (dig. p. 2738).
172.PV bevindingen (AH 322), nummer 1130, dossier Buizerd, p. 002881 t/m 002883 (dig. p. 2919 t/m 2921).
173.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003148 (dig. p. 3185) bovenaan.
174.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003148 onderaan t/m 003150 (dig. p. 3185 onderaan t/m 3187).
175.PV bevindingen (AH 292), nummer 1144, dossier Buizerd, p. 002622, 002626 (dig. p. 2660, 2664).
176.PV bevindingen (AH 168), nummer 191120.1308.AMB, dossier Buizerd, p. 001904 t/m 001905 (dig. p. 1940 t/m 1941).
177.PV bevindingen (AH 027), nummer 14, dossier Buizerd, p. 001304 (dig. p. 1337).
178.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249 t/m 001251 (dig. p. 1282 t/m 1283).
179.PV betreden besloten plaats 14 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190814.01, p. 005020 t/m 005021 (dig. p. 5038 t/m 5039).
180.PV bevindingen (AH 035), nummer 190909.1532.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001352, 001354 t/m 001357 (dig. p. 1385, 1387 t/m 1390).
181.PV bevindingen (AH 037), nummer 190910.1405.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001360 (dig. p. 1393).
182.PV bevindingen (AH 039), nummer 190916.1400.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001370, 001371, 001374, 001376, 001379 (dig. p. 1403, 1404, 1407, 1409, 1412).
183.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002111 onderaan t/m 002112 bovenaan (dig. p. 2148 onderaan t/m 2149 bovenaan).
184.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314 t/m 002315 (dig. p. 2352 t/m 2353).
185.PV aangifte (AH 075), nummer PL0900-2019244786-l, dossier Buizerd, p. 001545 (dig. p. 1580).
186.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003355 t/m 003356 (dig. p. 3384 t/m 3385).
187.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003358 (dig. p. 3387).
188.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003362 t/m 003363 (dig. p. 3391 t/m 3392).
189.PV, nummer BUIZERD PLT BAKEN OVC 20190915, dossier Buizerd, p. 004986, 004988 (dig. p. 5004, 5006).
190.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316 (dig. p. 2352, 2354).
191.PV aangifte (AH 383), nummer PL2300-2019146900-1, dossier Buizerd, p. 003274 t/m 003276 (dig. p. 3304 t/m 3305).
192.PV bevindingen, code 16671582, dossier Pulheim, p. 12 0145 t/m 12 0146 (dig. p. 8590 t/m 8591).
193.PV bevindingen (AH 342), nummer 1198, dossier Buizerd, p. 003003 (dig. p. 3041) onderaan.
194.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003277 t/m 003278 (dig. p. 3306 t/m 3307).
195.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003279 t/m 003280 (dig. p. 3308 t/m 3309).
196.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003279 (dig. p. 3308).
197.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003280 (dig. p. 3309).
198.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003280 (dig. p. 3309) onderaan.
199.PV bevindingen (AH 382), nummer 1496, dossier Buizerd, p. 003271 (dig. p. 3301).
200.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003281 (dig. p. 3310).
201.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003282 t/m 003283 (dig. p. 3311 t/m 3312).
202.PV bevindingen (AH 169), nummer 190919.1336.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001908 t/m 001907 (dig. p. 1944 t/m 1953).
203.PV betreden besloten plaats 20 september 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190920, dossier Buizerd, p. 005011 (dig. p. 5029).
204.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316 bovenaan (dig. p. 2352, 2354 bovenaan).
205.PV aangifte (AH 492), nummer PL0900-2019279566-1, dossier Buizerd, p. 003993 (dig. p. 4018).
206.PV bevindingen (AH 044), nummer 190921.1124.AMB, dossier Buizerd, p. 001423, 001426 (dig. p. 1456, 1459).
207.PV betreden besloten plaats 16 oktober 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20191016.01, dossier Buizerd, p. 005148 t/m 005149 (dig. p. 5166 t/m 5167).
208.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316 (dig. p. 2352, 2354).
209.PV bevindingen (AH 263), nummer PL0900-2019, dossier Buizerd, p. 002535 t/m 002537 (dig. p. 2574 t/m 2576).
210.PV bevindingen (AH 427), nummer 1257, dossier Buizerd, p. 003634 (dig. p. 3659) bovenaan.
211.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003297 onderaan t/m 003298 bovenaan (dig. p. 3326 onderaan t/m 3327 bovenaan).
212.PV bevindingen (AH 101), nummer PL0900-2019304119-8, dossier Buizerd, p. 001603 (dig. p. 1639).
213.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002068 onderaan, 002069 bovenaan (dig. p. 2105 onderaan, 2106 bovenaan).
214.PV forensisch onderzoek vervoermiddel (Volkswagen KB391L), nummer PL0900-2019304119-4, dossier Buizerd, p. 004352 t/m 004356, 004361 t/m 004367 (dig. p. 4371 t/m 4375, 4380 t/m 4386).
215.PV bevindingen (AH120), nummer 299, dossier Buizerd p. 01732 (dig. p. 1768)
216.PV bevindingen (AH241), nummer 1004, dossier Buizerd p. 002396 (dig. p. 2435) en zie onder 4.3.2. Identificatie (PGP-) nummers en Sky-ID’s
217.Rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 16 december 2019, p. 004407 t/m 004413 (dig. p. 4427 t/m 4433).
218.Rapport Vergelijkend DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 23 april 2020, p. 004430 t/m 004434 (dig. p. 4450 t/m 4454).
219.PV bevindingen (AH 476), nummer 1793, dossier Buizerd, p. 003901 (dig. p. 3925) onderaan.
220.PV bevindingen (AH 476), nummer 1793, dossier Buizerd, p. 003990 t/m 003901 bovenaan (dig. p. 3924 t/m 3925 bovenaan).
221.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002110 (dig. p. 2147).
222.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003293 t/m 003295 (dig. p. 3322 t/m 3324).
223.Tapgesprek TA026, sessie 601, 11-10-2019 18:56:43, dossier Buizerd, p. 002994 (dig. p. 3032).
224.Tapgesprek TA026, sessie 604, 11-10-2019 19:16:10, dossier Buizerd, p. 002995 (dig. p. 3033).
225.Tapgesprek TA005, sessie 21628, 11-10-2019 19:19:31, dossier Buizerd, p. 002996 (dig. p. 3034).
226.PV bevindingen afleggen persoon en auto door [medeverdachte 3] en [naam 21] (AH 341), nummer 1197, dossier Buizerd, p. 002988 (dig. p. 3026).
227.Tapgesprek TA026, sessie 612, 11-10-2019 20:00:29, dossier Buizerd, p. 002997 (dig. p. 3035).
228.Tapgesprek TA 010, sessie 2070, 11-10-2019 20:07:50, dossier Buizerd, p. 002999 (dig. p. 3037).
229.PV bevindingen afleggen persoon en auto door [medeverdachte 3] en [naam 21] (AH 341), nummer 1197, dossier Buizerd, p. 002989 (dig. p. 3027).
230.Tapgesprek TA010, sessie 2071, 11-10-2019 20:08:38, dossier Buizerd, p. 003000 (dig. p. 3038).
231.PV bevindingen afleggen persoon en auto door [medeverdachte 3] en [naam 21] (AH 341), nummer 1197, dossier Buizerd, p. 002990 (dig. p. 3028).
232.PV observatie vrijdag 11 en zaterdag 12 oktober 2019 (AH 250), nummer 13Buizerd19 Observatie 20191011.01, dossier Buizerd, p. 005113 t/m 005114 (dig. p. 5131 t/m 5132).
233.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003778 (dig. p. 3802).
234.PV bevindingen (AH 216), nummer 860, dossier Buizerd, p. 002292 (dig. p. 2330).
235.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003781 (dig. p. 3805).
236.PV bevindingen (AH 475), nummer 1779, dossier Buizerd, p. 003899 (dig. p. 3923).
237.PV bevindingen (AH 105), nummer 360, dossier Buizerd, p. 001616 (dig. p. 1652).
238.PV observatie vrijdag 11 en zaterdag 12 oktober 2019 (AH 250), nummer 13Buizerd19 Observatie 20191011.01, dossier Buizerd, p. 005115 (dig. p. 5133).
239.PV bevindingen (AH 105), nummer 360, dossier Buizerd, p. 001616 (dig. p. 1652).
240.PV bevindingen (AH 442), nummer 1560, dossier Buizerd, p. 003705 (dig. p. 3730).
241.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 233439, 23-10-2019 1:34:39, dossier Buizerd, p. 003813 (dig. p. 3837).
242.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002335, 002337 (dig. p. 2373, 2375).
243.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193139, 23-10-2019 21:31:39, dossier Buizerd, p. 002341 (dig. p. 2379).
244.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002338 (dig. p. 2376).
245.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193739, 23-10-2019 21:37:39, dossier Buizerd, p. 002342 (dig. p. 2380).
246.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 194137, 23-10-2019 21:41:37, dossier Buizerd, p. 002343 (dig. p. 2381).
247.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 194714, 23-10-2019 21:47:14, dossier Buizerd, p. 002344 (dig. p. 2382).
248.PV bevindingen (AH 122), nummer 486, dossier Buizerd, p. 001744 (dig. p. 1780).
249.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002338 onderaan, 002339 bovenaan (dig. p. 2376 onderaan, 2377 bovenaan).
250.PV bevindingen (AH 228), nummer 853, dossier Buizerd, p. 002339 t/m 002340 (dig. p. 2377 t/m 2378).
251.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 195706, 23-10-2019 21:57:06, dossier Buizerd, p. 002346 (dig. p. 2384).
252.PV bevindingen (AH 352), nummer 1303, dossier Buizerd, p. 003067 (dig. p. 3105).
253.PV bevindingen (AH 348), nummer 1295, dossier Buizerd, p. 003025 (dig. p. 3063) onderaan.
254.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 192725, 24-10-2019 21:27:00, dossier Buizerd, p. 003039 (dig. p. 3077).
255.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7454 t/m 7456, 7458 (dig. p. 7471 t/m 7473, 7475).
256.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7458 (dig. p. 7475).
257.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
258.PV bevindingen (AH 349), nummer 1299, dossier Buizerd, p. 003045 (dig. p. 3083).
259.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193502A, 30-10-2019 20:35:02, dossier Buizerd, p. 003051 (dig. p. 3089).
260.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 193502A, 30-10-2019 20:35:02, dossier Buizerd, p. 003052 (dig. p. 3090) bovenaan.
261.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003559 (dig. p. 3585).
262.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003559 onderaan t/m 003560 (dig. p. 3585 onderaan t/m 3586).
263.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 214730, 30-10-2019 22:47:30, dossier Buizerd, p. 003309 (dig. p. 3338).
264.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003560 onderaan t/m 003562 (dig. p. 3586 onderaan t/m 3588).
265.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 215330A, 30-10-2019 22:53:30, dossier Buizerd, p. 003311 (dig. p. 3340).
266.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
267.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7459 t/m 7460 (dig. p. 7476 t/m 7477).
268.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003564 (dig. p. 3590).
269.Tapgesprek TA034, sessie 9423, 30-10-2019 23:02:09, dossier Buizerd, p. 001756 (dig. p. 1792).
270.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003564 onderaan t/m 003565 (dig. p. 3590 onderaan t/m 3591).
271.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 220335A, 30-10-2019 23:03:35, dossier Buizerd, p. 003313 t/m 003314 (dig. p. 3342 t/m 3343).
272.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003566 t/m 003567 bovenaan (dig. p. 3592 t/m 3593 bovenaan).
273.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7464 t/m 7465 (dig. p. 7481 t/m 7482).
274.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003567 (dig. p. 3593).
275.PV bevindingen (AH 397), nummer PL0900-2019325702-4, dossier Buizerd, p. 003388 (dig. p. 3417).
276.PV bevindingen (AH256), nummer PL0900-2019325702-14, dossier Buizerd, p. 002490 t/m 002491 (dig. p. 2529 t/m 2530).
277.PV verhoor aangever [slachtoffer ] (AH 257), nummer 2019325702, dossier Buizerd, p. 002492 t/m 002493 (dig. p. 2531 t/m 2532).
278.PV bevindingen (AH 401), nummer 18, dossier Buizerd, p. 003415 (dig. p. 3445).
279.Foto’s letsel [slachtoffer ] , p. 003404 t/m 003412 (dig. p. 3433 t/m 3441).
280.PV bevindingen (AH 402), nummer 1696, dossier Buizerd, p. 003416 t/m 003417 (dig. p. 3446 t/m 3447).
281.PV verhoor getuige [getuige 1] (AH 452), nummer PL0900-2019325702-2, dossier Buizerd, p. 003729 t/m 003730 (dig. p. 3753 t/m 3754).
282.PV verhoor getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris d.d. 16 april 2021.
283.PV verhoor getuige [getuige 2] (AH 453), nummer PL0900-2019325702-3, dossier Buizerd, p. 003732 t/m 003733 (dig. p. 3756 t/m 3757).
284.PV bevindingen (AH 423), nummer 830, dossier Buizerd, p. 003555 (dig. p. 3581).
285.PV bevindingen (AH 358), nummer 1316, dossier Buizerd, p. 003101 (dig. p. 3138).
286.PV bevindingen (AH 394), nummer 1356, dossier Buizerd, p. 003347 (dig. p. 3376).
287.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 232740, 31-10-2019 0:27:40, dossier Buizerd, p. 003811 (dig. p. 3835).
288.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 233815, 31-10-2019 0:38:15, dossier Buizerd, p. 003814 (dig. p. 3838).
289.PV bevindingen (AH 128), nummer 484, dossier Buizerd, p. 001773 t/m 001775 (dig. p. 1809 t/m 1811).
290.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 235607A, 31-10-2019 0:56:07, dossier Buizerd, p. 003816 (dig. p. 3839).
291.PV bevindingen (AH 394), nummer 1356, dossier Buizerd, p. 003347 (dig. p. 3376) onderaan.
292.PV bevindingen (AH 476), nummer 1793, dossier Buizerd, p. 003902 (dig. p. 3926) onderaan.
293.PV bevindingen (AH 394), nummer 1356, dossier Buizerd, p. 003348 t/m 003349 (dig. p. 3377 t/m 3378).
294.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 012400, 31-10-2019 2:24:00, dossier Buizerd, p. 003316 (dig. p. 3345).
295.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
296.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003779 (dig. p. 3803) onderaan.
297.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003780 (dig. p. 3804).
298.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7467 (dig. p. 7484).
299.PV bevindingen (AH 511), nummer 1875, dossier Buizerd, p. 004085 (dig. p. 4107) bovenaan.
300.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003298 (dig. p. 3327).
301.PV bevindingen (AH 490), nummer 1762, dossier Buizerd, p. 003980 (dig. p. 4005).
302.PV bevindingen (AH 469), nummer 1350, dossier Buizerd, p. 004043 t/m 004045 (dig. p. 4066 t/m 4068).
303.PV betreden besloten plaats, nummer PL0900-2019307395, dossier Buizerd, p. 006988 (dig. p. 7007).
304.PV bevindingen (AH 390), nummer 1089, dossier Buizerd, p. 003321 onderaan t/m 003322 bovenaan (dig. p. 3350 onderaan t/m 3351 bovenaan).
305.Rapport DNA-onderzoek d.d. 31 december 2019, p. 004341 t/m 004342 (dig. p. 4360 t/m 4361).
306.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 18 november 2020, p. 006987 (dig. p. 7006).
307.PV bevindingen (AH 490), nummer 1762, dossier Buizerd, p. 003982 t/m 003984 (dig. p. 4007 t/m 4009).
308.PV bevindingen (AH 490), nummer 1762, dossier Buizerd, p. 003985 (dig. p. 4010).
309.Rapport DNA-onderzoek d.d. 6 augustus 2020, dossier Buizerd, p. 004804 (dig. p. 4821).
310.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 122633, 03-11-2019 13:26:33, dossier Buizerd, p. 000515 (dig. p. 545).
311.PV bevindingen (AH 389), nummer 1568, dossier Buizerd, p. 003302 (dig. p. 3331).
312.PV bevindingen (AH 390), nummer 1089, p. 003323 (dig. p. 3352).
313.PV bevindingen, nummer PL0600-2020164979-l, dossier Buizerd, p. 006925 (dig. p. 6944).
314.PV bevindingen (AH 390), nummer 1089, dossier Buizerd, p. 003322 (dig. p. 3351).
315.PV bevindingen (AH 349), nummer 1299, dossier Buizerd, p. 003047 (dig. p. 3085).
316.PV bevindingen (AH 396), nummer 1353, dossier Buizerd, p. 003385 (dig. p. 3414).
317.PV bevindingen (AH 487), nummer 1787, dossier Buizerd, p. 003963 (dig. p. 3988)
318.PV bevindingen (AH 392), nummer 1343, dossier Buizerd, p. 003329 (dig. p. 3358).
319.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7467 (dig. p. 7484).
320.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003781 (dig. p. 3805).
321.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 16594078, p. 120062 (dig. P. 8506)
322.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 20220725.1130.AMB, p. 120168 (dig. P8612)
323.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 20220725.1130.AMB, p. 120176 (dig. P8620)
324.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 16566671, p. 120089 tot en met 120105 (dig. P8533 tot en met P8549),
325.PV bevindingen, dossier Buizerd, code 20200320.1451.PVB, AH 361, p 003120 (dig. p. 3157)
326.Vonnis van 15 maart 2024 inzake [medeverdachte 1] (parketnummers 13/730015-20 en 13/730053-19).