ECLI:NL:RBAMS:2024:1433

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
13/730016-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot 32 maanden gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie en voertuigencriminaliteit

Op 15 maart 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [verdachte], die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en voertuigencriminaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder gekwalificeerde diefstal van voertuigen en opzetheling. De rechtbank heeft in haar vonnis de betrokkenheid van [verdachte] bij verschillende diefstallen van voertuigen bewezen verklaard, evenals zijn rol binnen de criminele organisatie. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat [verdachte] op 8 september 2019 in Liempde, gemeente [plaats 11], opzettelijk valse kentekenplaten en inbrekerswerktuig bij zich had. De rechtbank heeft [verdachte] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden, waarbij de tijd in voorarrest in mindering wordt gebracht. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn van de procedure is overschreden, maar heeft geen strafvermindering toegepast. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummers: 13/730016-20 (A: Buizerd) en 01/076648-20 (B)
Datum uitspraak: 15 maart 2024
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaken tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres 1] .
Inhoudsopgave

1.Inhoudsopgave 2

2.
Tenlastelegging2
3.
Waardering van het bewijs3
3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie 3
3.2.
Standpunt van de verdediging 3
3.3.
Oordeel van de rechtbank 3
3.3.1.
Zaak Buizerd 4
3.3.1.1. Identificatie (PGP-)nummers en Sky-ID’s 4
3.3.1.1. Verloop van het onderzoek Buizerd 10
3.3.1.1. OVC-gesprekken in de Nissan Micra 14
3.3.1.1. ZD 4: diefstal en/of heling Renault Megane ( [kentekennummer 1] ) (feit 2) 15
3.3.1.1. ZD 3: diefstal en/of heling Audi S4 ( [kentekennummer 2] ) (feit 2) 15
3.3.1.1. ZD 8: diefstal en/of heling Audi S4 ( [kentekennummer 3] ) (feit 2) 17
3.3.1.1. ZD 6: diefstal en/of heling Audi RS5 ( [kentekennummer 4] ) (feit 2) 20
3.3.1.1. ZD 14: diefstal en/of heling Volkswagen Transporter ( [kentekennummer 5] ) (feit 2) 22
3.3.1.1. ZD 9: diefstal en/of heling Volkswagen Multivan ( [kentekennummer 6] ) (feit 2) 25
3.3.1.1. ZD 13: diefstal en/of heling Volkswagen Transporter ( [kentekennummer 7] ) (feit 2) 27
3.3.1.1. ZD 1: Criminele organisatie (feit 1) 29
3.3.2.
Zaak B 33
4.
Bewezenverklaring34
5.
Strafbaarheid van de feiten36
6.
Strafbaarheid van verdachte36
7.
Motivering van de straf36
7.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie 36
7.2.
Standpunt van de verdediging 36
7.3.
Oordeel van de rechtbank 36
8.
Beslag38
8.1.
Verbeurdverklaring 38
8.2.
Teruggave 38
9.
Benadeelde partij39
9.1.
Vordering 39
9.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie 39
9.3.
Standpunt van de verdediging 39
9.4.
Oordeel van de rechtbank 39
10.
Toepasselijke wettelijke voorschriften39
10.
Beslissing39
Bijlage – de tenlastelegging42

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6, 9 en 10 oktober 2023, 2, 14, 17, 20, 23, 24 en 28 november 2023 en 15 maart 2024. Het onderzoek is op laatstgenoemde zittingsdag gesloten.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak Buizerd en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de drie officieren van justitie (hierna gezamenlijk aangeduid als: de officier van justitie) en van wat [verdachte] en zijn raadsman, mr. T. Kocabas, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaken tegen [verdachte] gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] . [1] De rechtbank doet in al deze zaken gelijktijdig uitspraak, met uitzondering van de zaak tegen [medeverdachte 4] .

2.Tenlastelegging

[verdachte] wordt – na wijziging van de tenlastelegging in zaak Buizerd op de zitting van 6 oktober 2023 – kort gezegd beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
Zaak Buizerd
Feit 1: deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van gekwalificeerde diefstal, opzetheling, voorbereiding van moord, moord, zware mishandeling met voorbedachten rade en valsheid in geschrift, in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland;
Feit 2: diefstal in vereniging met braak en/of verbreking en/of valse sleutels van auto’s, te weten een Audi S4 (zaaksdossier (hierna ook: ZD) 3), een Renault Megane (ZD 4), een Audi RS5 (ZD 6), een Audi S4 (ZD 8), een Volkswagen Multivan (ZD 9), een Volkswagen Transporter (ZD 13) en een Volkswagen Transporter (ZD 14), in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland en/of medeplegen van opzetheling dan wel schuldheling van deze auto’s, in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in (verschillende plaatsen in) Nederland;
Zaak B
Feit 1: medeplegen van het afleveren en/of voorhanden hebben van twee valse of vervalste kentekenplaten, op 8 september 2019 in Liempde, gemeente [plaats 11] ;
Feit 2: medeplegen van het, in strijd met artikel 2.4.5, lid 1 APV [plaats 11] 2012, vervoeren of bij zich hebben van inbrekersgereedschap, op 8 september 2019 omstreeks 02:15 uur in Liempde, gemeente [plaats 11] , op de autosnelweg A2.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich – overeenkomstig het op schrift gestelde requisitoir – op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie (zaak Buizerd, feit 1), dat hij wat betreft zaak Buizerd, feit 2 moet worden vrijgesproken van diefstal en heling van de Renault Megane (ZD 4), dat ten aanzien van de Audi S4 (ZD 3), de Audi RS5 (ZD 6) en de Audi S4 (ZD 8) diefstal in vereniging kan worden bewezen en dat ten aanzien van de Volkswagen Multivan (ZD 9), de Volkswagen Transporter (ZD 13) en de Volkswagen Transporter (ZD 14) diefstal kan worden bewezen. De officier van justitie heeft zich tot slot op het standpunt gesteld dat beide feiten in zaak B kunnen worden bewezen.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van [verdachte] heeft – overeenkomstig zijn pleitnota – vrijspraak bepleit van alle tenlastegelegde feiten en zich ten aanzien van de deelname aan een criminele organisatie (zaak Buizerd, feit 1) subsidiair op het standpunt gesteld dat, mocht de rechtbank [verdachte] kwalificeren als deelnemer van een criminele organisatie, dit alleen zou kunnen in de zaak Buizerd en niet voor de feiten uit de zaak Pulheim, en voor een kortere periode dan is ten laste gelegd.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal in de hierna volgende paragrafen ingaan op de vraag of en zo ja welke aan [verdachte] ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen. Samengevat, leiden de overwegingen van de rechtbank op basis van de onderzoeksbevindingen tot de volgende conclusies.
Zaak Buizerd
Het dossier Buizerd beschrijft in zaaksdossier (hierna: ZD) 1 de verdenking van het bestaan van een criminele organisatie die zich in 2019 onder meer bezig zou hebben gehouden met het plegen van diefstal en heling van voertuigen en het gebruik maken van valse kentekenplaten. In ZD 3 tot en met 14 worden de afzonderlijke diefstallen en helingen beschreven.
In ZD 1 wordt beschreven dat de verdenking bestaat dat de criminele organisatie zich tevens bezig zou hebben gehouden met zware mishandeling, met moord of met poging daartoe en/of de voorbereiding daarvan. In dit verband is in ZD 2 een geweldsincident t.a.v. [persoon 1] onderzocht.
Een deel van de bewijsmiddelen wordt daarnaast ontleend aan het onderzoek Pulheim, het onderzoek naar de moord op advocaat [slachtoffer] , dat – deels – aan het dossier tegen [verdachte] is toegevoegd. Twee medeverdachten ( [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] ) worden vervolgd voor deze moord.
De rechtbank komt tot de conclusie dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan het (mede)plegen van diefstal van de voertuigen in ZD 3, 6, 8, 9 en 14.
De rechtbank komt tot de conclusie dat deze voertuigcriminaliteit heeft plaatsgevonden binnen het kader van een criminele organisatie en dat [verdachte] daaraan heeft deelgenomen (zaak Buizerd, feit 1). De rechtbank komt tot de conclusie dat deze criminele organisatie ook voorbereiding van moord en zware mishandeling met voorbedachten rade als oogmerk had (feit 1), al had niet iedere deelnemer aan deze organisatie betrokkenheid bij of wetenschap van de afzonderlijke misdrijven.
Zaak B
De rechtbank komt in zaak B tot de conclusie dat [verdachte] valse kentekenplaten en inbrekerstuig voorhanden heeft gehad.
De rechtbank zal [verdachte] voor zijn betrokkenheid bij de feiten veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
3.3.1.
Zaak Buizerd
3.3.1.1.
Identificatie (PGP-)nummers en Sky-ID’s
Het bewijs bestaat voor een groot deel uit de historische verkeersgegevens van telefoonnummers, PGP-nummers en metadata van SkyECC. De rechtbank zal daarom eerst vaststellen welke PGP’s, telefoonnummers en Sky-ID’s aan de verschillende verdachten/personen toebehoren, alvorens de overige bewijsmiddelen te bespreken. [2]
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en stelt op basis van de hieronder te bespreken bewijsmiddelen vast dat [verdachte] , [medeverdachte 1] , [persoon 2] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [persoon 3] gebruikmaakten van de telefoonnummers, PGP-nummers en/of Sky-ID’s zoals hieronder staat beschreven.
(PGP-)nummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [verdachte]
Volgens de politie heeft [verdachte] in de periode van 9 juni 2019 tot en met 8 september 2019 gebruik gemaakt van telefoonnummer [telefoonnummer 1] ( [telefoonnummer 1] ). De politie baseert dit onder meer op de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer 1] , waaruit blijkt dat [mastnaam] in [plaats 12] de thuismast van het nummer was. Deze thuismast ligt in de omgeving van de woning van [verdachte] aan [adres 1] . [telefoonnummer 1] heeft in één toestel gezeten, te weten een iPhone met IMEI-nummer [nummer 1] ( [nummer 1] ). Dit toestel is op 8 september 2019 onder [verdachte] inbeslaggenomen. Uit WhatsApp-berichten blijkt dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 2] aan de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] vroeg welke naam en adres op een factuur kunnen komen. De gebruiker van [telefoonnummer 1] antwoordde vervolgens: [adres 1] , [verdachte] . [3]
Telefoonnummer [telefoonnummer 3] ( [telefoonnummer 3] ) wordt door de politie ook toegeschreven aan [verdachte] , die er in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 8 september 2019 gebruik van zou hebben gemaakt. Dit baseert de politie onder meer op de volgende onderzoeksbevindingen. Het nummer heeft in één toestel gezeten, te weten de iPhone met IMEI-nummer [nummer 1] . Dit toestel, met daarin de simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 3] , is op 8 september 2019 onder [verdachte] in beslaggenomen. Verder maakt [telefoonnummer 3] in de nacht veelal gebruik van een cell-id aan de [mastnaam] in [plaats 12] , gelegen in de omgeving van het woonadres van [verdachte] . Ten slotte noemt de gebruiker van [telefoonnummer 3] zich op WhatsApp “ [bijnaam verdachte] ”. Dit is de bijnaam van [verdachte] . [4]
Telefoonnummer [telefoonnummer 4] (hierna: [telefoonnummer 4] ) wordt door de politie tevens toegeschreven aan [verdachte] . De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat het telefoontoestel met IMEI-nummer [nummer 2] en telefoonnummer [telefoonnummer 4] op 25 februari 2020 bij [verdachte] is aangetroffen. De meest gebruikte zendmast van [telefoonnummer 4] ligt aan [mastnaam] in [plaats 12] , gelegen in de omgeving van de woning van [verdachte] . Verder heeft [telefoonnummer 4] gemeenschappelijke contacten met telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 3] , die ook in gebruik waren bij [verdachte] . [5] [6]
Volgens de politie is PGP-nummer [nummer 3] (hierna: [nummer 3] ) in gebruik geweest bij [verdachte] . [nummer 3] bleek te zijn gekoppeld aan een telefoon met IMEI-nummer [nummer 4] ( [nummer 4] ). Deze telefoon is op 25 februari 2020 bij [verdachte] aangetroffen. Verder heeft [nummer 3] op meerdere dagen in de periode van 13 september 2019 tot en met 26 oktober 2019 gezamenlijke reisbewegingen met telefoonnummer [telefoonnummer 4] , dat ook bij [verdachte] in gebruik was. [7] [8] Sky-ID [Sky-ID 1] met bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’ bleek aan IMEI-nummer [nummer 4] te zijn gekoppeld. De politie schrijft dit Sky-ID daarom ook toe aan [verdachte] . Sky-ID [Sky-ID 1] is actief in de metadata in de periode van 15 oktober 2019 tot en met 26 februari 2020. [9] [10]
Sky-ID’s en (PGP-)nummers die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]
Telefoonnummer [telefoonnummer 5] (hierna: [telefoonnummer 5] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] . De politie baseert deze conclusie onder meer op de omstandigheden dat [telefoonnummer 5] veelal in de nacht gebruik maakte van cell-id’s in de omgeving van [adres 2] , het woonadres van [medeverdachte 1] . Bij de aanhouding van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 werd een iPhone aangetroffen met daarin de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Verder heeft [medeverdachte 1] op 26 mei 2020 bij de rechter-commissaris verklaard dat de zwarte iPhone de telefoon is met nummer [telefoonnummer 5] en dat hij die al jaren gebruikt. [11]
PGP-nummer [nummer 5] (hierna: [nummer 5] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 1] toegeschreven. [12] Tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 aan [adres 2] werd in een zak op de salontafel in de woonkamer een PGP-toestel met goednummer 5839784 aangetroffen. [13] In dat PGP-toestel zat een simkaart met PGP-nummer [nummer 5] . [14] Sky-ID [Sky-ID 2] met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam 1] !!” bleek via de in de metadata geregistreerde gegevens van het IMEI-nummer ( [nummer 6] ) en historische verkeersgegevens te zijn gekoppeld aan [nummer 5] . [15]
Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [persoon 2]
Uit onderzoek in de metadata in onderzoek WERL bleek dat [persoon 2] vermoedelijk verschillende Sky-ID’s gebruikte. Deze Sky-ID’s vormen vier ‘lijnen’ waarbij accounts elkaar opvolgen en er per lijn met andere Sky-ID’s contact is. Volgens de politie kunnen op basis van dit onderzoek in de metadata onder meer de volgende Sky-ID’s aan [persoon 2] worden toegeschreven:
  • Sky-ID [Sky-ID 3] met bijnamen ‘ [bijnaam 2] ’, ‘ [bijnaam 3] ’, ‘ [bijnaam 4] ’, ‘ [bijnaam 5] ’, ‘ [bijnaam 6] ’, ‘ [bijnaam 8] ’ en ‘’ [bijnaam 9] ’;
  • Sky-ID [Sky-ID 4] met bijnamen ‘[ [bijnaam 10] ]’, ‘ [bijnaam 10] ’, ‘ [bijnaam 11] ’ en ‘ [bijnaam 12] ’;
  • Sky-ID [Sky-ID 5] met bijnaam ‘ [bijnaam 13] !’;
  • Sky-ID [Sky-ID 6] met bijnamen ‘ [bijnaam 14] ’ en ‘ [bijnaam 15] ’.
Telefoonnummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 2]
Telefoonnummer [telefoonnummer 6] (hierna: [telefoonnummer 6] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 2] toegeschreven en werd door hem gebruikt in de periode van 23 mei 2019 tot en met 30 september 2019. Dit wordt mede gebaseerd op de cell-id’s die het nummer het meest gebruikte na de nachtrustperiode, te weten [adres 3] of [adres 4] . Deze cell-id’s zijn gelegen in de omgeving van het woonadres van [medeverdachte 1] aan [adres 2] , waar [medeverdachte 2] gedurende die periode verbleef. Verder blijkt uit afgeluisterde telecommunicatie dat [telefoonnummer 6] frequent contact had met [persoon 4] , de broer van [medeverdachte 2] . Ook had [telefoonnummer 6] enkele gesprekken met [persoon 5] en [persoon 6] , de zus en moeder van [medeverdachte 2] . [18] Ten slotte bleek ook uit stemherkenning uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van [telefoonnummer 6] . [19]
Volgens de politie is [telefoonnummer 7] (hierna: [telefoonnummer 7] ) in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019 in gebruik geweest bij [medeverdachte 2] . Dit wordt onder meer gebaseerd op tapgesprekken, waarin de stem van [medeverdachte 2] wordt herkend als de stem van de gebruiker van [telefoonnummer 7] . Uit een CIOT-bevraging blijkt dat [medeverdachte 2] als abonnementhouder van [telefoonnummer 7] stond geregistreerd. [20]
Sky-ID [Sky-ID 7] met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam 2] ’ is in de metadata actief in de periode van 20 november 2019 tot en met 25 november 2019. Volgens de politie was [medeverdachte 2] de gebruiker van [Sky-ID 7] . [21] Tijdens de doorzoeking van de woning aan [adres 5] op 26 november 2019 werd een PGP-telefoon met IMEI-nummer [nummer 7] inbeslaggenomen. [22] [medeverdachte 2] stond op dit adres ingeschreven. [23] Uit de beschikbare SkyECC-metadata bleek dat het IMEI-nummer van de aangetroffen PGP-telefoon in de woning van [medeverdachte 2] gekoppeld was aan Sky-ID [Sky-ID 7] . [24]
PGP-nummers en Sky-ID’s die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1] / [medeverdachte 2]
PGP-nummer [nummer 8] (hierna: [nummer 8] ) was actief in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 18 september 2019 en wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . De politie baseert deze conclusie onder meer op samenhang tussen de historische verkeersgegevens van [nummer 8] en andere (PGP-)nummers van [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] en [telefoonnummer 6] ) en [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 5] ). Verder maakte [nummer 8] in de nachtelijke uren vooral gebruik van cell-id’s in de omgeving van de woning van [medeverdachte 1] aan [adres 2] . Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 2] ook op dit adres verbleef. [medeverdachte 1] is van 18 augustus 2019 tot 30 augustus 2019 in Marokko geweest. [nummer 8] is in die periode ook actief geweest in het Marokkaanse netwerk, wat erop wijst dat [nummer 8] tussen 18 augustus 2019 en 30 augustus 2019 in gebruik was bij [medeverdachte 1] . [nummer 8] werd gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer 9] ( [nummer 9] ). [25] Aan dit IMEI-nummer is Sky-ID [Sky-ID 8] met bijnamen ‘[ [bijnaam 17] ]’, ‘ [bijnaam 17] ‘ en ‘ [bijnaam 16] ’ gekoppeld. Sky-ID [Sky-ID 8] wordt door de politie daarom ook aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] toegeschreven. [26]
Uit historische verkeersgegevens volgt dat PGP-nummer [nummer 10] ( [nummer 10] ) is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer 11] ( [nummer 11] ). [nummer 10] is op 7 mei 2019 geactiveerd. [27] Volgens de politie is [nummer 10] in de periode van 25 juni 2019 tot en met 24 september 2019 in gebruik geweest bij [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] . De politie baseert deze conclusie – kort gezegd – op een analyse van historische telecomgegevens van [nummer 10] in relatie tot andere nummers in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Tijdens de reis naar Marokko van [medeverdachte 1] in de periode van 18 augustus 2019 tot 30 augustus 2019 heeft [nummer 10] registraties in Nederland en is er samenhang te zien met [telefoonnummer 7] en [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] . Voor het vertrek van [medeverdachte 1] naar Marokko zijn er meerdere dagen waarop [nummer 10] samenhangende registraties heeft met [telefoonnummer 5] van [medeverdachte 1] . Ook zijn er meerdere dagen waaruit niet expliciet valt op te maken of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] de gebruiker is van [nummer 10] . [nummer 10] maakte in de periode van nachtrust gebruik van cell-id’s aan [straatnaam 1] en [straatnaam 2] in [plaats 1] . In het onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aan [adres 2] verbleven. [28] Sky-ID [Sky-ID 9] met gebruikersnamen ‘ [gebruikersnaam 3] ’ en ‘ [gebruikersnaam 4] ’ wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en is actief in de metadata in de periode van 24 juni 2019 tot en met 13 september 2019. [29] De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat Sky-ID [Sky-ID 9] via IMEI-nummer [nummer 11] aan [nummer 10] kan worden gekoppeld. [30]
Telefoonnummer [telefoonnummer 8] (hiena: [telefoonnummer 8] ) werd volgens de politie zowel door [medeverdachte 1] als door [medeverdachte 2] gebruikt. [telefoonnummer 8] is gebruikt in een telefoon met IMEI-nummer [nummer 12] ( [nummer 12] ). In afgeluisterde gesprekken worden zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 2] op basis van hun stem herkend als de gebruiker van [telefoonnummer 8] . Ook noemt [medeverdachte 1] in meerdere gesprekken zijn naam. Verder vertoont [telefoonnummer 8] een vergelijkbaar bewegingspatroon ten opzichte van telefoonnummers van [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 5] ) en [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] ). [31]
Telefoonnummers die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 3]
Telefoonnummer [telefoonnummer 9] (hierna: * [telefoonnummer 9] ) wordt door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 3] , die in de periode van 13 augustus 2019 tot en met 24 september 2019 van dit nummer gebruik zou hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie onder meer op de historische verkeersgegevens van het nummer, waaruit blijkt dat * [telefoonnummer 9] is gebruikt in een Nokia met IMEI-nummer [nummer 13] . Deze telefoon is op 26 november 2019 in de woning van [medeverdachte 3] aan [adres 6] aangetroffen. * [telefoonnummer 9] maakte in de nachtelijke uren veelvuldig gebruik van een cell-id aan [adres 7] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . Uit tapgesprekken tussen het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3] en * [telefoonnummer 9] bleek dat de gebruiker van * [telefoonnummer 9] opneemt met “Hallo pa” en de vader van [medeverdachte 3] antwoordt met “Hee [voornaam medeverdachte 3] ”. Ook zijn er meerdere berichten in de telefoon aangetroffen van het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3] waarin hij de gebruiker van * [telefoonnummer 9] aansprak met “ [voornaam medeverdachte 3] ” en “m’n geliefde zoon”. [32]
De politie schrijft ook telefoonnummer [telefoonnummer 10] (hierna: [telefoonnummer 10] ) toe aan [medeverdachte 3] . Hij zou in de periode van 21 augustus 2019 tot en met 19 september 2019 van dit nummer gebruik hebben gemaakt. [telefoonnummer 10] maakte in de nachtelijke uren het meest gebruik van een cell-id aan [adres 7] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . In de inbeslaggenomen telefoon van [persoon 3] , een vriendin van [medeverdachte 3] , zijn WhatsApp conversaties aangetroffen met [telefoonnummer 10] waaruit blijkt dat zij en de gebruiker van [telefoonnummer 10] een seksuele relatie hebben. In meerdere van deze berichten wordt de gebruiker van [telefoonnummer 10] ‘ [afkorting voornaam medeverdachte 3] ’ genoemd. [33]
Telefoonnummer [telefoonnummer 11] (hierna: [telefoonnummer 11] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven, die er in de periode van 2 juli 2019 tot en met 7 augustus 2019 gebruik van zou hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie onder meer op de volgende omstandigheden. [nummer 14] maakte in de nachtelijke uren het meest gebruik van een cell-id aan [adres 7] , gelegen in de directe omgeving van de woning van [medeverdachte 3] aan [adres 6] . [telefoonnummer 11] had het meeste contact met telefoonnummers die werden gebruikt door de vader van [medeverdachte 3] en [persoon 3] , vriendin van [medeverdachte 3] . Verder zijn in de telefoon van [persoon 3] WhatsApp-berichten aangetroffen tussen haar en [telefoonnummer 11] , waarin de gebruiker van [telefoonnummer 11] ‘ [voornaam medeverdachte 3] ’ wordt genoemd. [34]
Telefoonnummer [telefoonnummer 12] (hierna [telefoonnummer 12] ) wordt door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. Dit blijkt onder meer uit het onderzoek naar de onder [persoon 3] (vriendin van [medeverdachte 3] ) in beslag genomen iPhone XS op 12 december 2019. [35] Dit nummer wordt ook gebruikt door [medeverdachte 8] . [36] [37]
Telefoonnummer [telefoonnummer 13] (hierna: [telefoonnummer 13] ) wordt tevens door de politie aan [medeverdachte 3] toegeschreven. Er zijn meerdere gesprekken tussen [telefoonnummer 14] van [persoon 3] en [telefoonnummer 13] afgeluisterd en de verbalisant herkent de stem van de gebruiker als zijnde de stem van [medeverdachte 3] . [38] Daarnaast blijkt uit onderzoek in de telefoon van [persoon 3] dat op 16 oktober 2019 het contact ‘ [voornaam medeverdachte 3] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 13] aan de contactenlijst werd toegevoegd. [39] Ten slotte blijkt uit enkele tapgesprekken dat de gebruiker van [telefoonnummer 13] zichzelf [medeverdachte 3] noemt. [40]
PGP-nummer en Sky-ID die worden toegeschreven aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
PGP-nummer [nummer 15] (hierna: [nummer 15] ) wordt door de politie zowel aan [medeverdachte 3] , als aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] toegeschreven. Aan [nummer 15] is IMEI-nummer [nummer 16] ( [nummer 16] ) gekoppeld. Uit de verkeersgegevens is gebleken dat [nummer 15] ook is gebruik in een telefoon met IMEI-nummer [nummer 17] ( [nummer 17] ). [medeverdachte 3] zou in de periode van 18 augustus 2019 tot en met 24 september 2019 van [nummer 15] gebruik hebben gemaakt. De politie baseert deze conclusie op de omstandigheid dat [nummer 15] tijdens de nachtelijke uren het meest gebruik maakte van cell-id’s gelegen aan [adres 7] en [adres 8] . Deze cell-id’s liggen in de omgeving van de woning van [medeverdachte 3] . Verder blijkt uit een analyse van de telecombewegingen dat * [telefoonnummer 9] , een telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 3] (hierboven uiteengezet), op 18 augustus 2019 en in de periode van 19 augustus 2019 en 1 oktober 2019 op meerdere dagen ‘meebewoog’ met [nummer 15] .
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zouden volgens de politie in de periode van 8 oktober 2019 tot 19 november 2019 gebruik hebben gemaakt van [nummer 15] . [nummer 15] is in die periode namelijk meerdere malen actief in [plaats 1] . Op deze moment zijn [telefoonnummer 5] van [medeverdachte 1] (hierboven uiteengezet) en [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] (hierboven uiteengezet) ook actief in [plaats 1] . [41]
Sky-ID [Sky-ID 10] met bijnamen ‘ [bijnaam 18] ’ en ‘ [bijnaam 19] ’ wordt via de geregistreerde IMEI-nummers, gekoppeld aan [nummer 15] . Dit Sky-ID wordt door de politie daarom ook aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] toegeschreven. [42]
Telefoonnummer in gebruik bij [persoon 3]
Telefoonnummer [telefoonnummer 14] (hierna: [telefoonnummer 14] ) wordt door de politie toegeschreven aan [persoon 3] , omdat het nummer op haar naam staat en uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken en uit stemherkenning blijkt dat het nummer bij haar in gebruik is. [43]
3.3.1.2.
Verloop van het onderzoek Buizerd
Het onderzoek Buizerd is gestart na de diefstal van een witte Audi S4 met kenteken [kentekennummer 2] op 6 augustus 2019 rond half vier ‘s nachts in Utrecht. In de Audi zat een telefoonbaken waardoor de aangever kon zien waar de auto zich bevond. Hij had een camera gericht op de auto en kon zien dat deze was weggenomen door twee mannen.
Volgens het baken zou de Audi S4 staan op [adres 9] . Na controle door de politie werd ter hoogte van portiek [nummer 18] aldaar een soortgelijk voertuig aangetroffen, voorzien van het kenteken [kentekennummer 8] . Dit kenteken bleek te horen bij een zwarte Audi A4 uit Enschede. De eigenaar van die Audi A4 had de kentekenplaten nog, dus vermoedelijk waren ze gedupliceerd. [44] [45]
De gestolen Audi was afkomstig uit 2010 en had nog geen ingebouwde Track and Trace. Omdat dit soort auto’s vaak wordt gebruikt voor ram- en plofkraken werd er door de politie een camera-auto bij de Audi geplaatst. De Audi is vervolgens, via tussenstops op verschillende locaties in Utrecht, naar [straatnaam 3] gegaan. Daar bleken garageboxen te staan en het vermoeden was dat de Audi omstreeks 21:23 uur in een garagebox was geplaatst. [46]
De politie beschikte over TCI-informatie dat iemand, woonachtig in [plaats 2] op een adres in de buurt van [straatnaam 3] , bezig was met het voorbereiden van plofkraken en beschikte over snelle auto’s, waaronder Audi’s. Eén van de tussenstops van de Audi was ongeveer tegenover de woning van een persoon genoemd in de TCI-informatie. Daarom vond er op 8 augustus 2019, om 02:30 uur, een inkijk plaats in de garageboxen aan [straatnaam 3] , waarbij bleek dat drie garageboxen, nummers [nummer 19] , [nummer 20] en [nummer 21] , met elkaar verbonden waren. [47] Deze garageboxen worden hierna ‘de garagebox’ genoemd.
In de garagebox werd een witte Audi S4 met vals kenteken [kentekennummer 9] gezien. Op het achterwiel lag een gekloonde sleutel. [48] Aan de hand van het identificatienummer (VIN) van de auto werd vastgesteld dat dit de op 6 augustus 2019 gestolen Audi was. [49]
Er stonden ook twee Renault Meganes in de garagebox, die beide gestolen bleken en beide waren voorzien van een duplicaatkenteken. Ook stonden er nog drie motorscooters in de garagebox. De Audi en één van de twee Renaults werden door de politie voorzien van een baken. Ook werd er een camera geplaatst die gericht was op de garagebox. [50]
Bij de inkijk op 10 augustus 2019 werd rond 01:20 uur gezien dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] ieder met twee gevulde jerrycans de garagebox inliepen. Vervolgens verlaten ze de garagebox, maar om 03:05 uur kwamen ze terug. [medeverdachte 2] opende de garagebox en hierna werd de Renault met vals kenteken [kentekennummer 10] (ZD 4) de garagebox uitgereden. Even later werd een donkere Audi met kenteken [kentekennummer 8] (ZD 8) de garagebox ingereden. [51] [52]
Op 14 augustus 2019 vond een tweede inkijk in de garagebox plaats, waarbij wederom de witte Audi met vals kenteken [kentekennummer 9] (ZD 3), een Renault Megane met vals kenteken [kentekennummer 11] (ZD 5) en een zwarte Audi met vals kenteken [kentekennummer 12] (ZD 8) werden gezien. Alle drie de kentekenplaten bleken lamineercodes uit één serie te hebben die niet uit een bestaande serie kwamen.
Codes uit deze serie kwamen blijkens navraag bij het Landelijk informatiecentrum voertuigencriminaliteit in zaken met een diversiteit aan strafbare feiten terug, waaronder: dump van xtc-afval, liquidatie en ram- en plofkraak. In de garagebox werden ook een fles ammoniak, verpakkingen van bivakmutsen en werkhandschoenen aangetroffen. [53] Vervolgens heeft de politie ook binnen in de garagebox een camera geplaatst. [54]
Bij het uitkijken van de camerabeelden binnen en buiten de garagebox kwamen onder anderen de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] in beeld als personen die in de garagebox kwamen. Zij kwamen daar in verschillende samenstellingen en op verschillende data en tijdstippen. [medeverdachte 2] is daar op zeventien dagen geweest, [medeverdachte 1] op veertien dagen, [medeverdachte 4] op drie dagen en [medeverdachte 3] twee keer op één dag, namelijk op 10 augustus 2019 om 01:20 uur en 03:05 uur, samen met [medeverdachte 2] . [55]
Op de beelden in de garagebox van 16 augustus 2019 om 00.17 uur, was te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] mondkapjes en handschoenen droegen . [56] In de loods had één van de mannen twee spuitbussen vast. [57] Omdat ammoniak gebruikt wordt om DNA-sporen te wissen en op de beelden mensen met mondkapjes en handschoenen stonden, ontstond bij het opsporingsteam het vermoeden dat men met mogelijk ernstiger feiten dan plofkraken te maken had, namelijk het voorbereiden dan wel faciliteren van liquidaties.
Dit vermoeden leidde tot een intensivering van het opsporingsonderzoek. Zo vonden er nadien nog meer inkijken plaats en werden er telefoons getapt en werd er Opnemen van Vertrouwelijke Communicatie (hierna: OVC)-apparatuur geplaatst in onder andere een Peugeot die door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werd gebruikt.
Ook is op beelden van 19 augustus 2019 te zien dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] in de garagebox aanwezig waren en dat zij handschoenen en mondkapjes droegen. Ze liepen met jerrycans heen en weer naar voertuigen waarbij het erop lijkt dat die voertuigen worden voorzien van brandstof. [58] [59]
Op de beelden van 26 augustus 2019 liep [medeverdachte 2] met vier grote jerrycans uit de garagebox. [60]
Op de beelden van 8 september 2019 zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te zien in de garagebox, met handschoenen, een doosje en een fles die eruit zag als een fles schoonmaakmiddel. [61] [62]
Op de beelden van 13 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] weer in de garagebox waren. [medeverdachte 2] nam een volle jerrycan mee naar binnen. [63] Zij hadden handschoenen aan en waren bezig met een grote jerrycan waarop stond: Super Cleaner. Even later werd de bij eerdere observaties ook al waargenomen zwarte Audi met (vals) kenteken [kentekennummer 13] naar buiten gereden en weer later werd de Audi terug de garagebox in gereden. [64] [65]
Op de beelden van 14 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samen in de garagebox [66] waren en kwam even later de witte Audi S4 met (vals) kenteken [kentekennummer 9] naar buiten, bestuurd door [medeverdachte 2] [67] .
Op de beelden van 17 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] weer samen in de garagebox waren. Door [medeverdachte 2] werd een Audi A5 de garagebox ingereden. Er werden foto’s genomen en de auto werd schoongemaakt. [68] [69]
Op de beelden van 19 september 2019 is te zien dat [medeverdachte 1] en een onbekende man in de garagebox waren. De garagebox werd gesweept. [70] [71]
Op 20 november 2019 is tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan [adres 2] een huurovereenkomst aangetroffen van [adres 10] . Het contract stond op naam van een ‘ [naam 1] ’ als huurder en [naam 2] als verhuurder. De ingangsdatum van het contract betrof 14 juni 2019 en de duur was voor één jaar. Op het contract stond als telefoonnummer van [naam 1] het nummer [telefoonnummer 15] . Dit telefoonnummer werd gebruikt door [medeverdachte 2] . [72]
Op 26 november 2019 vonden er diverse doorzoekingen plaats. De garagebox aan [straatnaam 3] is op die dag doorzocht en ook de woning van [medeverdachte 2] aan [adres 11] , de berging van de woning van [medeverdachte 2] zijn zus aan [adres 12] en de woning van [medeverdachte 3] aan [adres 6] zijn doorzocht.
In de garagebox aan [straatnaam 3] zijn de Audi’s uit ZD 6, ZD 7 en ZD 8 en de motorscooter uit ZD 11 aangetroffen. Tevens zijn onder meer aangetroffen: twee flessen ammoniak, een fles wasbenzine, een spuitfles reiniger, een doos latex handschoenen, een plastic zak met zestien zwarte petjes, een plastic zak met vier zwarte wollen collen en een plastic zak met aanstekers. [73]
In de berging van de woning van de zus van [medeverdachte 2] ( [straatnaam 4] ) zijn twee rugtassen met vijf jammers, autodiefstalapparatuur, navigatieapparatuur en een kentekenplaat ( [kentekennummer 14] ) aangetroffen. [74] [75] [76]
In de woning waar [medeverdachte 2] woonde ( [straatnaam 5] ) is een bivakmuts aangetroffen en een document met instructies voor het programmeren van sleutels en het maken van een noodstart van een Renault. [77] [78]
In de woning van [medeverdachte 3] ( [straatnaam 6] ) is een gedetineerdenagenda aangetroffen met daarin telefoonnummers die in het onderzoek werden toegeschreven aan onder anderen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] . [79] [80]
Op 12 mei 2020 zijn in de schuur van de woning van de grootouders van [medeverdachte 7] aan [adres 13] valse kentekenplaten ( [kentekennummer 15] ) aangetroffen. Werktuigsporen op dit kenteken bleken overeen te komen met sporen op andere kentekenplaten in het onderzoek. Ook werden er zes honkbalknuppels, tien klauwhamers en twee voorhamers aangetroffen. [81]
Uiteindelijk heeft het onderzoek Buizerd geleid tot meerdere verdenkingen met betrekking tot gestolen voertuigen. Op de tenlastelegging van [verdachte] staan in totaal drie gestolen Audi’s (ZD 3, 6 en 8) en één gestolen Renault Megane (ZD 4) die allemaal in de garagebox aan [straatnaam 3] zouden hebben gestaan. De eerste van deze diefstallen heeft plaatsgevonden op 24 of 25 juni 2019, tien dagen na ingang van de huur van de garagebox, en betrof de Renault Megane met vals kenteken [kentekennummer 16] (ZD 4). Ook staan er op de tenlastelegging van [verdachte] twee Volkswagen Transporters en een Volkswagen Multivan (ZD 9, 13 en 14). Van deze auto’s is niet vastgesteld dat ze in de garagebox zijn geweest.
3.3.1.3.
OVC-gesprekken in de Nissan Micra
Op 20 november 2019 is OVC-apparatuur geplaatst in de Nissan Micra met kenteken [kentekennummer 17] die op naam staat van de moeder van [persoon 3] , vriendin van [medeverdachte 3] . In de Nissan Micra hebben gesprekken plaatsgevonden die zijn opgenomen en uitgewerkt, onder andere op 26 november 2019, tussen een vrouw en een man. De vrouw is herkend als [persoon 3] en zij is tijdens de gesprekken ook [voornaam 1] genoemd. De man is herkend als [persoon 7] . Tijdens de gesprekken wordt ook de naam [afkorting voornaam medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt: [voornaam medeverdachte 3] [medeverdachte 3] ) meermalen genoemd. [82] Ook de namen [voornaam 2] , [voornaam 3] , [voornaam 4] en [naam 3] worden genoemd. [83] [voornaam 2] is de voornaam van verdachte [medeverdachte 1] , [voornaam 3] de voornaam van verdachte [medeverdachte 8] , [voornaam 4] een verkleining van de voornaam van verdachte [medeverdachte 2] en [naam 3] de artiestennaam van verdachte [verdachte] , zoals hij zelf ook heeft toegegeven tijdens de behandeling ter terechtzitting [84] . Gelet op de context waarbinnen deze namen worden genoemd en gelet op de bewijsmiddelen die bij de bespreking van de afzonderlijke zaaksdossiers nog aan de orde komen, begrijpt de rechtbank dat in de OVC-gesprekken ook over deze verdachten werd gesproken.
Samengevat en zakelijk weergegeven wordt in sessie 192827 onder andere het volgende besproken. In de ochtend van 26 november 2019 is het huis van [medeverdachte 3] doorzocht en ook bij anderen hebben huiszoekingen plaatsgevonden. De Renault Megane die is gevonden heeft [persoon 3] samen met [medeverdachte 3] ergens tussen Rotterdam en Den Haag weggebracht. Ze reden achter elkaar aan en zijn nog gestopt bij een benzinepomp. De politie heeft zelfs sporen van [medeverdachte 1] in die Renault Megane gevonden. [medeverdachte 1] heeft ‘zwaar gecasht’. [persoon 3] heeft vaak met [medeverdachte 3] , met zijn eigen geld, handschoenen gehaald voor [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] heeft daar niet eens voor betaald gekregen. [medeverdachte 1] praatte met zijn neef met een PGP-telefoon en ze lieten [medeverdachte 3] klusjes doen, maar ze betaalden hem niet. [medeverdachte 3] heeft veel auto’s voor [medeverdachte 1] geregeld, vooral heel veel Audi’s en Renaultjes toen hij op pad was met [verdachte] . [verdachte] heeft daar wel veel aan verdiend maar het wordt [medeverdachte 3] niet gegund. Ook bij [medeverdachte 2] is er een doorzoeking geweest en als ze zijn PGP-telefoon hebben gevonden, dan is het klaar. [medeverdachte 3] heeft met iemand gebeld en heeft een kenteken doorgegeven en op dat moment kwam de politie met een takelwagen voor de Audi.
Bij de molen bij [plaats 3] is er iemand ‘helemaal de kanker in geslagen’. Dat is ook in het nieuws geweest. [medeverdachte 3] moest dat eigenlijk doen met [medeverdachte 8] . Daar stond ook al een busje voor gereed met allemaal spullen er in, waaronder mokers, om iemand knock-out te slaan. [medeverdachte 3] had zijn bivakmuts met DNA in het busje laten liggen en dat busje is in beslag genomen. Hij heeft vanuit zijn huis gefilmd dat het busje werd weggesleept. Ze hadden het busje nog in de fik willen steken. [85]
Aansluitend op dit gesprek vindt het gesprek met sessienummer [nummer 22] plaats. Tijdens dit gesprek tussen [persoon 3] en [persoon 7] wordt een opname afgespeeld van een uitzending van ‘De wereld draait door’, die onder andere gaat over de moord op [slachtoffer] . Gesproken wordt over het aanhouden van de neef van [persoon 8] . In de uitzending wordt ook het aantreffen van een uitgebrande Renault Megane genoemd. Daarop vraagt [persoon 7] aan [persoon 3] waar ze ‘hem’ hadden gebracht, waarop [persoon 3] zegt dat ze er op de navigatie naartoe zijn gereden. [86]
De rechtbank is van oordeel dat bovengenoemde OVC-gesprekken gebruikt kunnen worden voor het bewijs, nu wat is besproken in die gesprekken op meerdere punten verankering vindt in het dossier en de rechtbank geen aanleiding ziet die uitlatingen als onwaar of onbetrouwbaar te beschouwen. [persoon 3] bevond zich in een voor haar veilige omgeving in de auto van haar moeder die zij gebruikte, zij waande zich onbespied en zij heeft uit eigen waarneming verteld over situaties waar zij bij was, zoals het samen met [medeverdachte 3] wegbrengen van de Renault Megane op 17 september 2019 uit ZD 4. Het is, mede gelet daarop, aannemelijk dat zij, als vriendin van [medeverdachte 3] , op de hoogte was van wat er speelde en dat zij wist waar zij het over had.
3.3.1.4.
ZD 4: diefstal en/of heling Renault Megane ( [kentekennummer 1] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de Renault Megane met kenteken [kentekennummer 1] , vals kenteken [kentekennummer 10] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt, net als de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank spreekt [verdachte] , in navolging van de officier van justitie en de verdediging, ook vrij van opzetheling en schuldheling van deze auto, nu evenmin kan worden vastgesteld dat hij deze auto op enig moment voorhanden heeft gehad.
3.3.1.5.
ZD 3: diefstal en/of heling Audi S4 ( [kentekennummer 2] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de Audi S4 met kenteken [kentekennummer 2] , valse kentekens [kentekennummer 8] en [kentekennummer 9] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] deze auto heeft gestolen en spreekt hem vrij van opzetheling en schuldheling.
Diefstal in vereniging door [verdachte] en onbekend persoon
Op 6 augustus 2019 rond half vier in de ochtend wordt een witte Audi S4 met kenteken [kentekennummer 18] en chassisnummer [nummer 23] gestolen op [adres 14] . De eigenaar van de auto heeft buiten zijn woning een camera hangen en op deze camera ziet hij dat zijn auto door twee mannen wordt gestolen. Zijn auto beschikt over een GPS-tracker waarmee hij de locatie van zijn auto kan achterhalen. Via zijn mobiele telefoon ziet hij dat zijn auto sinds 6 augustus 2019, 06:25 uur in de omgeving van [straatnaam 7] met [adres 15] moet staan. [87]
De exacte locatie van de Audi S4 bleek [straatnaam 8] ter hoogte van het portiek met de nummers [nummer 18] te zijn. Op de Audi S4 zaten valse kentekenplaten bevestigd, te weten [kentekennummer 19] , die bij een Audi A4 horen en waarschijnlijk zijn gedupliceerd. [88]
Op de camerabeelden van de eigenaar is te zien dat de Audi S4 tussen 03:12 uur en 03:45 uur wordt weggenomen door twee mannen, van wie er één donkerkleurige schoenen met witte zolen en een donkerkleurige pet met een lichtkleurig embleem op de voorzijde draagt. [89]
Ten tijde van de diefstal bevindt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [verdachte] zich in de omgeving van [adres 14] . Dit telefoonnummer heeft gezeten in de iPhone 7 Plus die op 8 september 2019 onder [verdachte] in beslag is genomen. [90]
In deze telefoon worden foto’s aangetroffen van [verdachte] , waarop te zien is dat hij een zwarte pet met een opvallend embleem op de voorzijde en zwarte sneakers met witte zolen draagt. Eén van de foto’s is gemaakt op 6 augustus 2019 om 15:57 uur in Utrecht. De pet en sneakers die [verdachte] op de foto’s draagt, passen in het signalement van één van de personen die betrokken waren bij de diefstal van de Audi S4. [91]
In de iPhone 7 Plus telefoon van [verdachte] wordt een contact genaamd ‘ [naam 4] ’ aangetroffen, met het telefoonnummer [telefoonnummer 16] . Met dit telefoonnummer werd op Marktplaats geadverteerd door ‘ [bedrijfsnaam 1] ’. ‘ [naam 5] ’ betreft een type
key reader / lockpick, waarmee voertuigen van de Volkswagen groep, waaronder Audi, zonder sleutel kunnen worden geopend. [92]
In de telefoon van [verdachte] is te zien dat op 5 augustus 2019 om 21:03 uur de app ‘ [naam 6] ’ werd gebruikt. Met deze app kunnen door middel van de invoer van een kenteken voertuiggegevens worden opgevraagd. Op 6 augustus 2019 om 02:31 uur, ongeveer drie kwartier voor de diefstal van de Audi S4, ontvangt [verdachte] een iMessage bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] zegt: ‘ [bijnaam 12] bel me’. Om 2:57 uur stuurt [verdachte] een bericht aan een zekere ‘ [voorletter] ’: ‘Ik had me telefoon niet bij. Ga em zo ook weer weg stoppen’. Na de diefstal, om 03:56 uur, zegt [medeverdachte 1] weer via iMessage tegen [verdachte] : ‘Als je gedoucht bent en alles schoon is’. [93]
Op 6 augustus 2019 omstreeks 20:55 uur rijdt de Audi S4 vanuit Soesterberg richting Utrecht en verplaatst zich, na gestopt te zijn op verschillende locaties in Utrecht, naar [straatnaam 3] in Utrecht. [94] Bij de inkijk in de garagebox aan [straatnaam 3] op 8 augustus 2019 wordt deze Audi S4, samen met twee gestolen Renault Meganes, in de garagebox aangetroffen. De kentekenplaten van de Audi S4 zijn dan weer verwisseld, naar [kentekennummer 9] . Tijdens deze inkijkactie wordt een baken geplaatst op de Audi S4 en een camera gericht op de garagebox. [95]
De Audi S4 wordt ook bij de inkijk op 14 augustus 2019 in de garagebox aangetroffen, samen met andere gestolen voertuigen (ZD 5 en ZD 8) met valse kentekenplaten. Alle lamineercodes van de valse kentekenplaten, die in dezelfde serie zaten, komen uit een niet bestaande serie. [96] [97]
Op 14 september 2019 omstreeks 15:19 uur zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in de garagebox aan [straatnaam 3] . [medeverdachte 2] rijdt de witte Audi S4 met (valse) kentekens [kentekennummer 9] uit de garagebox en [medeverdachte 1] sluit hierna de garagebox af. [98] De Audi S4 wordt met het baken gevolgd en rijdt via Rotterdam naar België. [99]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1.1, 3.3.1.2 en 3.3.1.3 het volgende vast.
[verdachte] was ten tijde van de diefstal van de witte Audi S4 in de buurt van waar deze auto is gestolen. Uit een foto in zijn telefoon blijkt dat zijn signalement die dag overeenkomt met het signalement van één van de daders van deze diefstal. Voorafgaand aan de diefstal heeft [verdachte] een app voor het opvragen van voertuiginformatie gebruikt. [verdachte] heeft berichtencontact gehad met [medeverdachte 1] en een ander. Uit deze berichten kan worden opgemaakt dat hij zijn telefoon vlak voor het moment van de diefstal wegstopt en dat er na de diefstal schoongemaakt moet worden. Ook heeft hij een sleutelservicebedrijf als contact in zijn telefoon opgeslagen onder een naam die suggereert dat hij daar terecht kan voor het zonder sleutel openen van onder andere een Audi. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat bewezen kan worden dat [verdachte] samen met een onbekend gebleven persoon deze Audi S4 heeft gestolen.
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden veroordeeld voor de opzetheling van deze Audi S4. De rechtbank ziet geen strafrechtelijke betrokkenheid van [medeverdachte 3] bij deze auto.
3.3.1.6.
ZD 8: diefstal en/of heling Audi S4 ( [kentekennummer 3] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de Audi S4 met kenteken [kentekennummer 20] (de rechtbank leest dit als: [kentekennummer 3] ), valse kentekens [kentekennummer 8] en [kentekennummer 13] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt bewezen dat [verdachte] deze auto samen met [medeverdachte 3] heeft gestolen en spreekt hem vrij van opzetheling en schuldheling daarvan. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden veroordeeld voor de opzetheling van deze auto.
Diefstal in vereniging door [verdachte] en [medeverdachte 3]
Tussen 8 augustus 2019 om 17:45 uur en 9 augustus 2019 om 05:45 uur wordt een zwarte Audi S4 met kenteken [kentekennummer 3] en chassisnummer [nummer 24] gestolen in Zandvoort. [100]
Op 8 augustus 2019 rond 22.00 uur spreekt [verdachte] onder zijn artiestennaam [bijnaam verdachte] via WhatsApp met een zekere [naam 7] . [verdachte] zegt dat hij denkt dat de jongens meteen door willen, dat hij met hete namen is en dat hij niet perse zijn kop hoeft te verbranden in een lounge vol met recchas, waarmee vermoedelijk undercover politieagenten worden bedoeld. [naam 7] spreekt verder over het verliezen van DNA in een S5, waarmee waarschijnlijk een Audi S5 wordt bedoeld. [101] [102] In de inbeslaggenomen iPhone 8 telefoon van [verdachte] staat ook een raptekst waarin onder andere wordt gesproken over een Audi RS5. [103]
Op 9 augustus 2019 om 00:27 uur ontvangt [verdachte] ( [telefoonnummer 1] ) via WhatsApp een filmpje van [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 11] ) met beelden van Opsporing Verzocht van plofkraken en een videoclip met rapmuziek over plofkraken. Vanaf 00:41 uur hebben zij contact met elkaar via Instagram. [medeverdachte 3] vraagt waar [verdachte] is en zegt dat hij eraan komt. [104]
Ongeveer een uur later, om 01:36 uur, straalt het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van [verdachte] een zendmast aan in Zandvoort. Even daarvoor, om 01:02 uur, geeft de Volkswagen Polo met kenteken [kentekennummer 21] een ANPR-registratie op de [adres 16] . De huurder van deze Volkswagen Polo is [verdachte] . [medeverdachte 3] maakt ook gebruik van deze auto. [105] Om 02:08 uur is de gebruiker van [telefoonnummer 1] weer in Utrecht en heeft dan meerdere belbewegingen met het telefoonnummer [telefoonnummer 11] , in gebruik bij [medeverdachte 3] . [106] Om 03:14 uur gebruikt [verdachte] de app ‘ [naam 6] ’ waarmee voertuiggegevens opgevraagd kunnen worden. [107]
Op 9 augustus 2019 vanaf 15:45 uur is er berichtencontact tussen [verdachte] en een zekere [naam 8] . [naam 8] vraagt of het is gelukt, waarop [verdachte] zegt: ‘Je kent met toch. Je luistert me muziek toch. Dan weet je genoeg. Hele [bijnaam 20] . Manne hier denken dat ik tovenaar ben’. [108]
[medeverdachte 3] [109] en [medeverdachte 2] [110] zijn herkend op de camerabeelden van [straatnaam 3] . Op die beelden is te zien dat een zwarte Audi, op dat moment voorzien van het valse kenteken [kentekennummer 8] , op 10 augustus 2019 om 03:33 uur de garagebox wordt binnengereden, nadat een Renault Megane met kenteken [kentekennummer 10] (ZD 4) de garagebox was uitgereden. [medeverdachte 2] is degene die de deur van de garagebox opent en [medeverdachte 3] is degene die de Audi naar binnen rijdt. [111]
Bij de inkijk op 14 augustus 2019 in de garagebox aan [straatnaam 3] wordt de zwarte Audi S4 met chassisnummer [nummer 24] , inmiddels voorzien van de valse kentekenplaten [kentekennummer 12] , samen met andere gestolen voertuigen (ZD 3 en ZD 5) met valse kentekenplaten, aangetroffen. De autosleutel ligt op het achterwiel aan de bestuurderszijde.
Alle lamineercodes van de valse kentekenplaten, die in dezelfde serie zaten, komen uit een niet bestaande serie. [112] [113]
In OVC-gesprekken in de Nissan Micra hebben [persoon 3] en [persoon 7] het erover dat [medeverdachte 3] ( [voornaam medeverdachte 3] ) en [verdachte] ( [bijnaam verdachte] ) heel wat Audi’s en Renaults hebben gepakt. [114]
De Audi S4 met vals kenteken [kentekennummer 12] wordt aangetroffen bij de doorzoeking in de garagebox aan [straatnaam 3] op 26 november 2019 en daar inbeslaggenomen. [115] Deze garagebox, waar onder andere gestolen voertuigen in werden gestald, werd gehuurd en beheerd door [medeverdachte 1] .
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1.1, 3.3.1.2 en 3.3.1.3 het volgende vast.
Uit het berichtenverkeer tussen onder andere [verdachte] en [medeverdachte 3] voor en na de diefstal van de Audi S4 en de ANPR-registratie van de Volkswagen Polo, die door hen beiden werd gebruikt, komt naar voren dat [medeverdachte 3] in de nacht van de diefstal naar [verdachte] toe is gereden en dat zij samen met de Volkswagen Polo naar Noord-Holland zijn gereden. De telefoon van [verdachte] was niet veel later in Zandvoort, waar de Audi S4 is gestolen. Kort na de diefstal is de gestolen Audi S4 voorzien van het valse kenteken [kentekennummer 19] en de dag na de diefstal is de Audi S4 door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in de garagebox aan [straatnaam 3] geplaatst, nadat een andere gestolen auto met valse kentekenplaten eruit was gereden.
De rechtbank gaat er op grond van het voorgaande van uit dat [verdachte] en [medeverdachte 3] de Audi S4 samen hebben gestolen en dat zij met de Audi S4 en met de Volkswagen Polo samen zijn teruggereden naar Utrecht. De rechtbank houdt er daarbij rekening mee dat het niet mogelijk is om alleen heen en terug te rijden met de Audi S4, wat het des te aannemelijker maakt dat zij dit samen hebben gedaan, en dat deze auto kort na de diefstal al is voorzien van valse kentekenplaten en door [medeverdachte 3] in de garagebox is geplaatst.
3.3.1.7.
ZD 6: diefstal en/of heling Audi RS5 ( [kentekennummer 4] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden ervan beschuldigd de Audi RS5 met kenteken [kentekennummer 4] , vals kenteken [kentekennummer 22] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt bewezen dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] deze auto samen hebben gestolen en spreekt hen vrij van opzetheling en schuldheling. De rechtbank ziet geen strafrechtelijke betrokkenheid van [medeverdachte 3] bij deze auto.
Diefstal in vereniging door [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
Op 17 september 2019, tussen 00:00 en 07:30 uur, wordt een zwarte Audi RS5 Coupe met Duits kenteken [kentekennummer 23] en chassisnummer [nummer 25] gestolen in Kerkrade. [116]
In de nacht van 17 september 2019 om 03:25 uur vraagt [medeverdachte 1] in een PGP-bericht met Sky-ID [Sky-ID 8] aan [verdachte] , Sky-ID [Sky-ID 1] , of hij een adres voor hem heeft. Vijf minuten later stuurt [medeverdachte 1] ’07:30’ met daarachter het bericht ‘op locatie’. [medeverdachte 1] vraagt [verdachte] om 05:56 uur om een foto te sturen en zegt hem dat hij hem ‘safe’ moet parkeren. Ook vraagt hij of er Nederlandse (‘Nl’) of Duitse (‘De’) platen op zitten en vraagt hij naar het bouwjaar. [117]
Op 25 februari 2020 worden bij [verdachte] in de auto twee telefoons, een gewone mobiele telefoon en een PGP-telefoon, aangetroffen en inbeslaggenomen. [118] Uit analyse blijkt dat beide telefoons ( [telefoonnummer 4] en [nummer 3] ) in de nacht en ochtend van 17 september 2019 in [plaats 12] zijn, waarna zij een reisbeweging naar Utrecht maken.
De PGP-telefoon van [verdachte] ( [nummer 3] ) straalt om 04:58 uur en 05:02 uur zendmasten aan in [plaats 4] . [119]
De telefoons [telefoonnummer 7] en [telefoonnummer 6] van [medeverdachte 2] stralen om 05:04 uur zendmasten aan in [plaats 1] , waarna deze richting Limburg bewegen. [120] Om 05:31 uur wordt [medeverdachte 2] gebeld door [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 5] ). [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2] dat snel heeft gedaan en dat het 161 kilometer en twee uurtjes rijden is. [medeverdachte 2] zegt dat het beter is en hij dan ook gelijk weer vol zit. [medeverdachte 1] zegt dat hij het adres heeft gestuurd en dat het ‘ [straatnaam 9] bij de McDonalds’ is. Twee minuten later belt [medeverdachte 1] weer en zegt tegen [medeverdachte 2] dat hij hem ‘up to date’ moet houden en hem desnoods vijf keer achter elkaar moet bellen voor het geval hij in slaap valt. [medeverdachte 1] zegt dat hij op de hoogte gehouden wil worden van alles. [medeverdachte 2] zegt dat hij [medeverdachte 1] gelijk gaat bellen als hij er is. [medeverdachte 1] zegt dat het belangrijk is. [121]
Uit telecomgegevens, tapgesprekken, ANPR-gegevens en MAC-registraties van de Peugeot met kenteken [kentekennummer 24] blijkt dat [medeverdachte 2] in de nacht en ochtend van 17 september 2019 naar Limburg en terug is gereden. Om 05:13 uur geeft het MAC-adres van de Peugeot een registratie bij [naam 9] op [adres 17] en om 05:14 uur maakt zijn nummer [telefoonnummer 7] gebruik van een zendmast in [plaats 5] . Om 05:49 uur straalt zijn nummer [telefoonnummer 7] een zendmast aan in [plaats 6] , op hetzelfde tijdstip heeft de Peugeot een ANPR-registratie bij [plaats 6] . Om 07:49 uur maakt zijn nummer [telefoonnummer 6] gebruik van een zendmast in [plaats 12] en om 07:55 uur maakt zijn nummer [telefoonnummer 7] gebruik van een zendmast in [plaats 8] . [122] Op laatstgenoemd tijdstip belt [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] ) met [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 5] ) en zegt hem dat het is gelukt. [123] Op de achtergrond is bij [medeverdachte 2] iemand te horen: ‘Zeg hem [bijnaam 20] ’. Deze persoon is door de verbalisant herkend als [verdachte] . [medeverdachte 1] zegt tegen [medeverdachte 2] zijn kant op te komen. [124] Om 09:42 uur stralen de telefoons van [verdachte] ( [telefoonnummer 4] ) en [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] ) dezelfde zendmast aan bij [adres 18] . [125]
Om 11:31 uur heeft de Peugeot een ANPR-registratie bij [plaats 6] . De telefoon van [medeverdachte 2] ( [telefoonnummer 7] ) maakt om 11:32 uur gebruik van een zendmast in [plaats 9] en om 11.55 uur van een zendmast in [plaats 2] . Op de camerabeelden van [straatnaam 3] van 17 september 2019, 22:52 uur is te zien dat er een Audi type A5 Coupe (de rechtbank begrijpt: Audi RS5 Coupe) de garagebox wordt ingereden, dat [medeverdachte 2] als bestuurder van de Audi heeft gereden en dat [medeverdachte 1] zich ook in de garagebox bevindt. [126] [127]
Bij de inkijk in de garagebox aan [straatnaam 3] op 20 september 2019 wordt deze gestolen zwarte Audi RS5 Coupe met chassisnummer [nummer 25] en valse kentekenplaten [kentekennummer 22] gezien in de garagebox. [128] Bij de doorzoeking op 26 november 2019 wordt deze Audi RS5 weer in de garagebox aangetroffen en, samen met de opgevouwen originele Duitse kentekenplaten [kentekennummer 23] , inbeslaggenomen. [129]
Op de zitting van 9 oktober 2023 heeft [verdachte] desgevraagd verklaard dat hij ‘ [bijnaam 20] ’ wordt genoemd. [130]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1.1, 3.3.1.2 en 3.3.1.3 het volgende vast.
[verdachte] en [medeverdachte 2] zijn in de nacht van 17 september 2019 naar Limburg gereden, waar de Audi RS5, die later in de garagebox wordt aangetroffen, in Kerkrade is gestolen. De rechtbank gaat ervan uit dat zij deze auto hebben weggenomen. [medeverdachte 2] heeft in de tussentijd steeds contact met [medeverdachte 1] die op de hoogte wil worden gehouden, waarna [medeverdachte 2] , in het bijzijn van [medeverdachte 1] diezelfde dag de auto in de garagebox rijdt. Tijdens de telefonische contacten zegt [medeverdachte 2] dat het is gelukt en maakt [verdachte] een opmerking over een [bijnaam 20] , waarmee hij zichzelf bedoelt. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] , gelet op hun gezamenlijke plan, onderlinge afstemming en gezamenlijke uitvoering, nauw en bewust hebben samengewerkt bij de diefstal van deze auto, waarbij de bijdrage van [medeverdachte 1] van intellectuele aard was.
De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de stemherkenning van [verdachte] , gelet op de inhoud van het gesprek, het feit dat hij ter zitting heeft toegegeven inderdaad ‘ [bijnaam 20] ’ te worden genoemd en het feit dat uit zijn telefoonbewegingen blijkt dat hij in [plaats 4] , in het bijzijn van [medeverdachte 2] , aanwezig was. De omstandigheid dat aanvankelijk in eerder stadium anders is geverbaliseerd, namelijk dat [medeverdachte 2] degene was die een opmerking maakte over de [bijnaam 20] , doet niet af aan de stemherkenning.
3.3.1.8.
ZD 14: diefstal en/of heling Volkswagen Transporter ( [kentekennummer 5] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden ervan beschuldigd de Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 5] , vals kenteken [kentekennummer 25] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging en spreekt hem vrij van opzetheling en schuldheling. De rechtbank ziet geen strafrechtelijke betrokkenheid van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij de diefstal of heling van deze auto.
Diefstal in vereniging door [verdachte] en onbekend persoon
Tussen 4 september 2019 om 23.30 uur en 5 september 2019 om 08:15 uur wordt vanaf een oprit aan [adres 19] een grijze Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 26] , met daarin onder andere een invalidenparkeerkaart, gestolen. [131] Op camerabeelden waarover de aangever beschikt, is te zien dat de gestolen auto op 5 september 2019 om 05:23 uur wegrijdt. [132]
Op 26 september 2019 wordt in de parkeergarage bij de flats ‘ [naam 10] ’ in Amsterdam een Volkswagen Transporter aangetroffen, voorzien van de valse kentekenplaten [kentekennummer 25] . Het voertuig blijkt de in Brunssum gestolen Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 5] te zijn. Uit digitaal onderzoek komt naar voren dat dit voertuig voorzien is van het MAC-adres [Mac-adres] . [133]
In de Volkswagen Transporter worden twee sleutels aangetroffen die niet van de eigenaar van het voertuig zijn. [134] Dit betreffen een autosleutel en delen van een ‘knipsleutel’. De autosleutel betreft een merkloze after-market sleutel van het type Hu66. De originele Hu66 autosleutel is bestemd voor de mechanische opening en sluiting van portiersloten en het contactslot van auto's van onder meer merk Volkswagen. Bij knipsleutels kan middels een daarvoor bestemde kniptang een sleutelcode worden ingeknipt, waarna ze kunnen worden gebruikt als mechanische sleutel. De knipsleutels zijn voorzien van het ingeslagen typenummer Hu66 en zijn bestemd voor de bediening van autosloten afkomstig van genoemde automerken. De knipsleutels bleken identiek te zijn ingeknipt. [135]
Op 8 september 2019 wordt [verdachte] aangehouden in een blauwe Seat Leon met kenteken [kentekennummer 27] . Onder [verdachte] wordt een Apple iPhone telefoon in beslag genomen met daarin een simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Aan het WhatsApp-account op de telefoon is het telefoonnummer [telefoonnummer 1] gekoppeld. [136]
In de Seat Leon, kenteken [kentekennummer 28] , liggen blanco autosleutels die gebruikt worden voor autodiefstallen. In de kofferbak worden twee kentekenplaten [kentekennummer 29] aangetroffen die zijn afgegeven voor een Volkswagen Transporter. Deze kentekenplaten hebben afwijkende lamineercodes en blijken gedupliceerd en vals te zijn. [verdachte] verklaart dat hij de Seat Leon huurt bij [bedrijfsnaam 2] en toont een huurovereenkomst op zijn naam. [137]
De inbeslaggenomen Apple iPhone telefoon werd blijkens berichten en foto’s in de telefoon, zoals een foto van het rijbewijs van [verdachte] en selfies van hem, daadwerkelijk door hem gebruikt. [138] Uit berichten in deze telefoon blijkt verder dat [verdachte] op 3 september 2019 contact heeft gehad met ‘ [bedrijfsnaam 2] ’, waarbij ‘ [bedrijfsnaam 2] ’ aangaf dat hij een Seat krijgt, en dat [verdachte] tussen 3 september 2019 en 8 september 2019 gebruik maakte van de blauwe Seat Leon. [139]
Onderzoek naar het MAC-adres [Mac-adres] wijst uit dat de Volkswagen Transporter na de diefstal naar Utrecht wordt verplaatst en dat het telefoonnummer [telefoonnummer 3] van [verdachte] en het MAC-adres [MAC-adres 1] dezelfde reisbewegingen maken. Ook blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 17] na de diefstal gedeeltelijk meereist. [140]
Het MAC-adres [MAC-adres 1] is van een Seat en is gekoppeld aan de naam ‘ [naam Seat] ’. [141] Tussen de Bluetooth Devices in de inbeslaggenomen Apple iPhone telefoon van [verdachte] staat een Bleutooth Device met de naam ‘ [naam Seat] ’ met het MAC-adres [MAC-adres 2] . [142]
Het MAC-adres van de Seat wordt op 5 september 2019 zowel op de A2 als in Utrecht kort achter of kort voor het MAC-adres van de Volkswagen Transporter geregistreerd, namelijk om 08:17 uur, 09:06 uur en 09:48 uur. [143]
Als de Volkswagen Transporter richting Utrecht gaat, beweegt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] van [verdachte] vanuit Limburg mee met de Volkswagen Transporter en met het MAC-adres ‘ [naam Seat] ’ naar Utrecht, samen met telefoonnummer [telefoonnummer 17] . [144]
Op 5 september 2019 heeft [verdachte] contact met [bedrijfsnaam 3] . Dit bedrijf houdt zich onder andere bezig met het programmeren en op nummer slijpen van autosleutels. [verdachte] vraagt onder de naam [bijnaam verdachte] om 21:24 uur aan [bedrijfsnaam 3] : ‘Welke code heb je op deze sleutel gefreesd?’, waarna hij een foto van een sleutel stuurt die lijkt op een type ‘Hu6’ sleutel voor een Volkswagen. [bedrijfsnaam 3] geeft de cijferreeks ‘ [nummer 26] ’ door. Beide in de Volkswagen Transporter aangetroffen knipsleutels en de originele sleutel van dit voertuig hadden de sleutelcode [nummer 26] . [145]
Op 4 september 2019 rond 14:00 uur belt [verdachte] naar een telefoonnummer en slaat dit telefoonnummer na een gesprek van ongeveer twee minuten op onder de naam ‘ [naam 11] ’. Met dit telefoonnummer werd op internet geadverteerd door ‘ [naam 12] ’ voor onder andere
lockpicksvan het type Hu66. Ook bood deze adverteerder jammers en GPS-trackers aan. Hu66 betreft een type
key reader / lockpick, waarmee voertuigen van de Volkswagen groep zonder sleutel kunnen worden geopend. Ook heeft [verdachte] via WhatsApp contact met ‘ [naam 11] ’, waaruit blijkt dat hij daarnaartoe onderweg is.
[verdachte] heeft op 4 september 2019 om 21:47 uur en op 5 september 2019 om 08:11 uur contact met telefoonnummer [telefoonnummer 17] , opgeslagen in zijn telefoon onder de naam ‘ [naam 13] ’. Rondom dat tijdstip bevinden de telefoonnummers [telefoonnummer 3] van [verdachte] en * [telefoonnummer 17] van ‘ [naam 13] ’ zich, net als de MAC-adressen van de Volkswagen Transporter en van de Seat, in de omgeving van de Rijksweg A2 bij Weert. [146]
De invalidenparkeerkaart van aangever die ten tijde van de diefstal in de Volkswagen Transporter lag, wordt door een bewoner in Hoensbroek teruggevonden in een prullenbak, waarna deze getuige camerabeelden bekijkt. De getuige ziet op camerabeelden van 1 oktober 2019 rond 19:00 uur dat een zwarte kleine auto stopt in de buurt waar de getuige woont en dat een negroïde persoon van iets langer dan 1.80m iets weggooit in een prullenbak. [147]
De kleine zwarte auto is volgens het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit een Smart ForFour en is geproduceerd tussen 2004 en 2006. [148] Op 1 oktober 2019 had [verdachte] een kleine zwarte Smart ForFour met kenteken [kentekennummer 30] en bouwjaar 2005 op zijn naam staan, waarin hij op 3 oktober 2019 is gecontroleerd. [149] De telefoon van [verdachte] ( [telefoonnummer 4] ) straalde op 1 oktober 2019 rond 19:00 uur aan in Hoensbroek. [150]
Bewijsoverweging
De rechtbank gaat er op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1.1, 3.3.1.2 en 3.3.1.3, van uit dat [verdachte] de gebruiker was van de onder hem inbeslaggenomen Apple iPhone telefoon, dat hij de door hem gehuurde Seat Leon in de periode van de diefstal gebruikte en dat het Bluetooth device met de naam ‘ [naam Seat] ’ en MAC adres [MAC-adres 1] bij deze Seat Leon hoorden. Deze telefoon en auto zijn, samen met de telefoon met nummer [telefoonnummer 17] , met de Volkswagen Transporter meegereisd nadat deze was gestolen. De rechtbank vindt het gelet op het voorgaande voldoende aannemelijk dat [verdachte] , samen met de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 17] , de Volkswagen Transporter in Limburg heeft gestolen, waarna zij samen met de Seat en de Volkswagen Transporter naar Utrecht zijn gereden. Dit wordt nog eens bevestigd door zijn contact over de code van de gestolen Volkswagen Transporter. Daarbij komt dat de Smart die is gezien in Hoensbroek overeenkomt met de Smart van [verdachte] , dat zijn signalement overeenkomt met dat van de persoon die de invalidenparkeerkaart van de eigenaar van de Volkswagen Transporter in de prullenbak heeft gegooid en dat de telefoon van [verdachte] rond dat tijdstip aanstraalde in Hoensbroek.
Dit alles is naar het oordeel van de rechtbank voldoende om vast te kunnen stellen dat [verdachte] , samen met een onbekend gebleven persoon, de Volkswagen Transporter heeft gestolen.
3.3.1.9.
ZD 9: diefstal en/of heling Volkswagen Multivan ( [kentekennummer 6] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] worden ervan beschuldigd de Volkswagen Multivan met kenteken [kentekennummer 6] , vals kenteken [kentekennummer 31] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld.
De rechtbank vindt bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en spreekt hem vrij van opzetheling en schuldheling.
[medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] worden veroordeeld voor de heling van deze auto. De rechtbank ziet geen strafrechtelijke betrokkenheid van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij de diefstal of de heling van deze auto.
Diefstal
Tussen 6 september 2019 om 23:00 uur en 7 september 2019 om 09:00 uur wordt op [adres 20] een bruine Volkswagen Multivan met kenteken [kentekennummer 6] gestolen. [151]
Onder [verdachte] wordt op 8 september 2019 onder andere een navigatiesysteem in beslag genomen, waarin de straat [adres 20] was ingevoerd. [152]
Op 6 september 2019 rond 09:00 uur stuurt [verdachte] onder de naam [bijnaam verdachte] en met zijn telefoonnummer [telefoonnummer 1] WhatsApp-berichten aan een zekere ‘ [naam 14] ’, waarin hij zegt dat hij de komende nacht weg moet en dat hij vroeg gaat beginnen zodat hij op tijd klaar kan zijn.
Op 7 september 2019 om 02:54 uur schrijft [verdachte] dat hij met [naam 13] is. Even later schrijft hij dat ze het voorwerk hebben gedaan en dat ze nog ongeveer een uur werk hebben.
Ook stuurt hij het bericht ‘ [naam 15] ’. De Volkswagen Multivan is gestolen in de wijk [naam wijk] . Om 14:55 uur schrijft [verdachte] dat hij weer terug naar Utrecht moet om zijn geld op te halen. [153]
Op 10 oktober 2019 rond 22:50 uur gaat de politie na een melding van een verdachte situatie naar Lagenoord in Utrecht. De melder zag dat een donkerkleurige Volkswagen parkeerde achter een daar al geparkeerde Audi, dat drie mannen uit de Volkswagen stapten en wegreden in de Audi. De drie mannen werden door de melder omschreven als drie licht getinte jongens met trainingspakken. Het kenteken van de Volkswagen zou [kentekennummer 31] zijn. Ter plaatse ziet de politie dat de kentekenplaten op de Volkswagen vals zijn en dat het chassisnummer van deze Volkswagen hoort bij een ander kenteken, namelijk [kentekennummer 6] . Dit is het kenteken van de gestolen Volkswagen Multivan waarvan op 7 september 2019 aangifte werd gedaan. [154]
De Volkswagen wordt weggetakeld. Op dat moment rijdt er een donkerkleurige Audi A4 met kenteken [kentekennummer 32] (ZD 10) voorbij. [155] [medeverdachte 3] heeft zich schuldig gemaakt aan de heling van deze Audi.
Rond het tijdstip van het aantreffen en wegtakelen van de Volkswagen worden er telefoongesprekken gevoerd die worden afgeluisterd. In een gesprek op 10 oktober 2019 om 23:25 uur tussen [medeverdachte 3] (* [telefoonnummer 9] ) en [medeverdachte 8] [telefoonnummer 12] (hierna: [telefoonnummer 12] ), die aan hun stem worden herkend, [156] zegt [medeverdachte 8] , na de mededeling van [medeverdachte 3] dat er een tweede ‘liefje’ bij is gekomen, dat al die dingen er nog liggen, dat alles er nog in ligt, waarop [medeverdachte 3] zegt dat hij het weet. [medeverdachte 3] vraagt of hij ‘die petje of iets’ daar heeft gelaten. [medeverdachte 8] zegt: ‘Ja dat zeg ik toch, dat zeg ik toch, alles ligt daar nog’, ‘alles DNA alles jongen’, ‘alles van ons alle drie he’. [157] Om 23:28 uur belt [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 5] ) en zegt dat hij alles heeft behalve zijn ‘bivi’, dat daar zijn DNA op zit en dat dit een ‘kanker groot probleem’ is. Ook zegt [medeverdachte 3] dat er een tweede auto bij is gekomen, dat die ernaast staat en dat ze hem ‘heel ziek’ aankeken. Op dat moment komen er meerdere politievoertuigen op de Lagenoord in Utrecht ter plaatse. [158] Op 11 oktober 2019 om 00:07 uur belt [medeverdachte 3] naar het telefoonnummer [telefoonnummer 5] , op dat moment in gebruik bij [medeverdachte 2] , en zegt dat ‘die ding’ nu wordt opgetakeld, dat heel Zuilen vol politie zit, dat er overal politie is en dat de ‘waggie’ in beslag wordt genomen. [159]
In de Volkswagen worden door de politie onder andere de volgende goederen aangetroffen: een voorhamer, twee klauwhamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen en handschoenen. [160] [161]
Na forensisch onderzoek wordt DNA aangetroffen in de Volkswagen en op goederen in de Volkswagen.
Het DNA van [medeverdachte 8] matcht met DNA op een honkbalknuppel (SIN: AAFD4029NL#03), hamers (SIN: AAFD4034NL#02, AAFY1462NL#03, AAFY1463NL#01), bivakmutsen (SIN: AAFD4028NL#01, AAFD4032NL#01, AAND9729NL#01), handschoenen (SIN: AAND9730NL#02), deurbediening rechter schuifdeur (SIN: AANE5047NL#01) en voorzijde oppervlak stuurwiel (SIN: AANE5050NL#01).
Het DNA van [medeverdachte 3] matcht met DNA op bivakmutsen (SIN: AAFD4028NL#01, AAFD4032NL#01) en voorzijde oppervlak stuurwiel (SIN: AANE5050NL#01).
Het DNA van [medeverdachte 7] matcht met DNA op de hoofdsteun linksvoor (SIN: AANE5013NL#01). [162] [163] [164]
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen, in samenhang met de bewijsmiddelen onder 3.3.1.1, 3.3.1.2 en 3.3.1.3 het volgende vast.
In de nacht dat de Volkswagen Transporter is gestolen was [verdachte] blijkens WhatsApp-berichten in de wijk waar deze is gestolen. Hij heeft het in die gesprekken over een klus die geklaard moet worden en appt de volgende dag dat hij betaald krijgt, waaruit geconcludeerd kan worden dat de klus is geklaard. In het onder [verdachte] inbeslaggenomen navigatiesysteem staat de straat [adres 20] , de straat waar de Volkswagen is weggenomen. Deze feiten en omstandigheden leiden voor de rechtbank tot de conclusie dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van de auto.
Toen de Volkswagen in beslag werd genomen, zaten daar valse kentekenplaten op. In de Volkswagen is DNA aangetroffen van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] , allen medeverdachten in het onderzoek Buizerd. Op de goederen die erin lagen zat ook DNA van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 8] . Zij hebben deze auto kennelijk na de diefstal onder zich gekregen. De in de Volkswagen aangetroffen goederen – een voorhamer, twee klauwhamers, kabelbinders, een honkbalknuppel, bivakmutsen en handschoenen – en het hiervoor aangehaalde OVC-gesprek tussen [persoon 3] en [persoon 7] in de Nissan Micra op 26 november 2019, wijzen erop dat het de bedoeling was met deze Volkswagen en de goederen een geweldsmisdrijf te plegen. Het OVC-gesprek - waarin wordt gesproken over iemand die bij Oudenoord bij de molen helemaal de kanker in was geslagen, dat [voornaam medeverdachte 3] en [voornaam 3] dat hadden moeten doen, dat daarbij een busje was en dat [voornaam medeverdachte 3] zijn bivak met DNA erin had laten liggen, dat dat busje inbeslaggenomen was en dat ze deze nog in de fik hadden willen steken – bevestigt dat er inderdaad een plan was iemand geweld aan te doen en dat [persoon 1] (slachtoffer in ZD 2, zie verderop bij de bespreking van de criminele organisatie) het doelwit was. Dit geweldsmisdrijf is uiteindelijk gepleegd met behulp van een andere gestolen Volkswagen (ZD 13).
3.3.1.10.
ZD 13: diefstal en/of heling Volkswagen Transporter ( [kentekennummer 7] ) (feit 2)
[verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] worden ervan beschuldigd de Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 7] , vals kenteken [kentekennummer 33] , in vereniging te hebben gestolen en/of geheeld. De rechtbank veroordeelt [medeverdachte 1] vandaag voor de opzetheling van deze auto. De rechtbank ziet geen strafrechtelijke betrokkenheid van [medeverdachte 2] bij de heling of diefstal van deze auto.
De rechtbank spreekt [verdachte] vrij van de diefstal en van de heling van de auto en licht dat hieronder toe. Omdat de bevindingen in dit zaaksdossier wel van belang zijn voor de bewezenverklaring van de criminele organisatie, wordt hierbij wel naar bewijsmiddelen verwezen.
Vrijspraak van diefstal
De rechtbank spreekt [verdachte] vrij van diefstal, omdat deze Volkswagen Transporter op 26 oktober 2019 is gestolen en deze diefstal buiten de periode valt die aan [verdachte] voor de diefstal is tenlastegelegd, te weten 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019.
Op 26 oktober 2019 tussen 02.30 uur en 08.00 uur wordt in Hoensbroek een grijze Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 7] en chassisnummer [nummer 27] gestolen. [165]
Deze diefstal vindt plaats na een OVC-gesprek op 24 oktober 2019 om 21:27 uur in de Peugeot in gebruik bij [medeverdachte 1] . De stemmen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] worden tijdens dit gesprek herkend. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vragen aan [verdachte] of hij niet nog een paar Transporters heeft staan, waarop [verdachte] zegt ‘dat ze je er in Duitsland letterlijk dood mee gooien’. [166] [167] [168]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 4] van [verdachte] is op 26 oktober 2019 in de omgeving van zijn PGP-toestel met telefoonnummer [nummer 3] . De toestellen bewegen om 04:19 uur van Heerlen naar Hoensbroek en vervolgens naar Utrecht. [169] De telefoon met nummer [telefoonnummer 4] is gekoppeld geweest aan het MAC-adres van de Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 34] . [170]
Op 26 oktober 2019 rijdt de gestolen Volkswagen Transporter met kenteken [kentekennummer 7] om 21:42 uur langs een ANPR-camera op [straatnaam 11] . [171]
Op 20 januari 2020 wordt op [adres 15] de gestolen Volkswagen Transporter met chassisnummer [nummer 27] met valse kentekenplaten [kentekennummer 35] aangetroffen en inbeslaggenomen. [172] [173] De originele kentekenplaten [kentekennummer 36] liggen erin. [174] De valse kentekenplaten [kentekennummer 33] horen bij een Peugeot Partner en zijn gedupliceerd. [175] De Volkswagen Transporter stond volgens de melder al anderhalve maand op dezelfde plek. [176]
Sporenonderzoek aan de Volkswagen Transporter levert een match op met het DNA-profiel van [verdachte] op de armleuning links van de passagiersstoel. [177] Van [medeverdachte 1] is ook DNA-match gevonden, op de gordel van de bestuurdersstoel en de armleuning links van de passagiersstoel. [178]
Deze Volkswagen Transporter is gebruikt voor het geweldsmisdrijf tegen [persoon 1] op 30 oktober 2019 in Utrecht, gepleegd door medeverdachten in het onderzoek Buizerd (zie verderop bij de bespreking van de criminele organisatie).
Overweging
Op basis van het voorgaande gaat de rechtbank ervan uit dat [verdachte] de Volkswagen Transporter heeft gestolen en dat deze diefstal heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2019. Deze datum valt echter ruim buiten de periode die aan [verdachte] voor de diefstal is tenlastegelegd, te weten 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019. Om die reden komt de rechtbank tot vrijspraak voor de diefstal. Omdat de rechtbank [verdachte] ziet als degene die de auto heeft gestolen, kan van een veroordeling voor heling geen sprake zijn (de zogenaamde heler-steler-regel).
3.3.1.11.
ZD 1: Criminele organisatie (feit 1)
De rechtbank stelt ten aanzien van het toe te passen beoordelingskader voorop, dat voor een veroordeling ter zake deelneming aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat sprake is geweest van een organisatie, dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Voor een criminele organisatie moet sprake zijn van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen twee of meer personen. Voor deelneming aan die criminele organisatie is van belang dat de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en dat hij een aandeel heeft in, dan wel dit verband ondersteunt met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Voor deelneming in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is voldoende dat de verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en hij dit oogmerk op enigerlei wijze ondersteunt. Niet is vereist dat de verdachte wetenschap heeft van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd. De verdachte hoeft ook geen opzet te hebben op concrete misdrijven. Dit is niet anders indien het oogmerk van de organisatie is gericht op het plegen van misdrijven van uiteenlopende aard.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt een beeld naar voren van een gestructureerd samenwerkingsverband van in ieder geval zeven personen dat zich gedurende geruime tijd in wisselende samenstellingen heeft beziggehouden met verschillende vormen van criminaliteit. Daarbij heeft ieder een eigen aandeel gehad dat rechtstreeks verband hield met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Niet alle leden van de organisatie waren betrokken bij ieder oogmerk.
De rechtbank is op grond van de hierboven onder 3.3.1.1 tot en met 3.3.1.10 genoemde en hierna volgende bewijsmiddelen en overwegingen van oordeel dat kan worden bewezen dat [verdachte] in de tenlastegelegde periode samen met in ieder geval [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [persoon 2] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Daarbij was niet alleen sprake van een samenwerkingsverband tussen leden van deze criminele organisatie, maar ook van een zekere rolverdeling, zoals blijkt uit de hierboven weergegeven bewijsmiddelen.
Het oogmerk van de organisatie was gericht op het plegen van gekwalificeerde diefstal van voertuigen, opzetheling van voertuigen, het opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van valse kentekenplaten en het voeren van valse kentekens, zware mishandeling met voorbedachten rade en het voorbereiden van moord. De voertuigcriminaliteit waarmee de criminele organisatie zich bezighield, was dienstig aan het geweldsoogmerk van de organisatie.
Een aantal deelnemers aan de criminele organisatie, waaronder [medeverdachte 1] , wordt vandaag veroordeeld voor een poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [persoon 1] . Dit geweldsdelict is voorbereid en uitgevoerd binnen het kader van de criminele organisatie, die daartoe twee gestolen auto’s inzette. [179] [verdachte] is geen verdachte in die zaak, maar maakt wel onderdeel uit van de organisatie.
Dat zware mishandeling met voorbedachten rade een belangrijk oogmerk van de organisatie was, leidt de rechtbank verder af uit het feit dat [persoon 2] (Sky-ID [Sky-ID 3] ) de dag na de mishandeling van [persoon 1] een bericht stuurde aan Sky-ID [Sky-ID 10] met als inhoud: ‘Hebben we nieuwe hamers setjes alles voor nieuwe klus moet uit belgie of duits’ [180] , uit het hierboven aangehaalde OVC-gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waarin [medeverdachte 2] een artikel voorleest dat over de mishandeling van [persoon 1] gaat en waarin [medeverdachte 1] vervolgens zegt: ‘Weet je wie we ook gaan doen [naam 16] ’ [181] en uit een bericht van [medeverdachte 1] (Sky-ID [Sky-ID 2] ) aan Sky-ID [Sky-ID 10] (dan vermoedelijk in gebruik bij [medeverdachte 2] ) van 13 november 2019 met als inhoud: ‘Alle botte breken, Op ze minst en schade betalen, Plus boete, 50k, deze week’ [182]
De organisatie beschikte naast de voertuigen ook over wapens en andere voorwerpen ten behoeve van dit geweld. Zoals eerder beschreven werden er in de schuur van de grootouders van [medeverdachte 7] honkbalknuppels, klauwhamers en voorhamers aangetroffen. Daarnaast werden er in PGP-telefoons notities aangetroffen waaruit de rechtbank afleidt dat deze voorwerpen op bijna bedrijfsmatige wijze werden geïnventariseerd en aangeschaft.
Zo werd er in de veiliggestelde bestanden van de telefoon die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen en werd gekoppeld aan het Sky-ID [Sky-ID 2] een lijst aangetroffen met de naam ‘Inventaris’ met daarin vermeld de volgende goederen:
3x jammers
1x jammer autolader
8x amo flesjes
1000x 1gr zakjes
2x gps tracker
Sweeper
3x af luister zender
Renault kastje 3x sleutel
Audi kastje a6 s6 rs6 t/m bouwjaar 2010
Audi kastje B7 = rs4 t/m 2008
Audi kastje B8 = a4 s4 rs4 a5 s5 rs5 t/m 2014
22x petjes
14x bivak
20x schroeven
Slotentrekker [183]
Deze inventaris vertoont overeenkomsten met een veiliggesteld bestand uit de telefoon waaraan Sky-ID [Sky-ID 10] was gekoppeld, waarin onder het kopje ‘nodig’ het volgende stond vermeld:
10x hamer
5x moker
20x handschoenen
10 ammo
20x keukendoek
10x barbeque brander
5x knuppel
5x nokia telefoon nieuw [184]
Deze inventaris was dienstig aan zowel de voertuigcriminaliteit als het geweldsoogmerk van de organisatie en diende daarnaast om sporen te verwijderen en/of de opsporing te bemoeilijken.
Na de aanhouding van [medeverdachte 1] op 20 november 2019 krijgt [medeverdachte 2] (Sky-ID [Sky-ID 7] ) via Sky-chats instructies van [persoon 2] (Sky-ID [Sky-ID 3] ). [medeverdachte 2] krijgt de opdracht informatie over een ‘stash’ door te geven, geen telefoons mee te nemen, nooit in auto’s (‘waggi’) te praten (‘ook niet met undercovertaal of iets’), het slot van de ‘box’ te vervangen, nieuwe telefoons te kopen, auto’s te verplaatsen en platen te vervangen en auto’s van binnen en buiten schoon te maken (‘echt super belangerijk desnoods extra ammo kopen’, ‘schoonmaken moet u wel ff zelf doen voor die fouten maakt onze broeder echt die ammo goed spuiten en vegen snap je alles stoelen grond stuur alles alles alles’). [185] Op beelden van de garagebox van 22 november 2019 is te zien dat [medeverdachte 2] het slot van de garagebox vervangt. [186]
[medeverdachte 1] , deelnemer en leidinggevende aan de criminele organisatie, wordt vandaag veroordeeld voor het medeplegen van medeplichtigheid aan moord op [slachtoffer] . [verdachte] is geen verdachte in die zaak (Pulheim) en om die reden zijn de bewijsmiddelen voor deze medeplichtigheid niet in dit vonnis opgenomen. De rechtbank verwijst naar het vonnis van [medeverdachte 1] . [187] Van belang is dat deze medeplichtigheid van [medeverdachte 1] heeft plaatsgevonden binnen het kader van de criminele organisatie. [medeverdachte 4] heeft ten behoeve van de moord voorverkenningen verricht bij het kantoor van [slachtoffer] en vervolgens zijn vanuit de organisatie twee auto’s ingezet waarmee voorverkenningen bij de woning van [slachtoffer] hebben plaatsgevonden. [medeverdachte 4] heeft daarbij met de Renault uit ZD4 voorverkenningen verricht. Op 23 februari 2023 zijn [persoon 9] en [persoon 10] door het gerechtshof Amsterdam als uitvoerders veroordeeld voor het medeplegen van de moord op [slachtoffer] . [188] Uit dit arrest blijkt dat de door [verdachte] gestolen Volkswagen Transporter uit ZD 14 op 9, 10, 11 en 16 september 2019 door hen is gebruikt om voorverkenningen uit te voeren bij de woning van [slachtoffer] . [189] De rechtbank gaat er vanuit dat [verdachte] de Volkswagen Transporter ter beschikking heeft gesteld aan [persoon 9] . Uit het dossier Pulheim blijkt namelijk dat een aan [persoon 9] toegeschreven telefoon op 6 september 2019 om 03:43 uur en om 11.43 uur gebruik van een cell-id aan het Bijlmerplein 890 in Amsterdam. [190] In de ochtend van 6 september 2019 heeft [verdachte] contact via WhatsApp met ‘ [naam 14] ’ en tijdens dit gesprek zegt hij dat hij naar Amsterdam moet om ‘twee minuutjes iets te doen’. [191] [verdachte] reist vervolgens naar Amsterdam Zuidoost: zijn PGP [telefoonnummer 3] maakt om 13:10 uur gebruik van een cell-id aan het Bijlmerplein 890. [192]
Rondom de voorverkenningen was er vervolgens veelvuldig PGP-contact tussen [medeverdachte 4] en [persoon 2] en [medeverdachte 1] , waarbij werd gecommuniceerd met een PGP-telefoon die afwisselend in gebruik was bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
De rechtbank kan ten aanzien van [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] niet vaststellen dat zij wisten dat [slachtoffer] zou worden vermoord, maar wel dat zij ten aanzien van de gebruikte auto’s handelingen hebben verricht die op enigerlei wijze dienstig moeten zijn geweest aan de voorverkenningen. Zo hebben [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] de Renault op 10 augustus 2019 de garagebox uitgereden nadat zij met jerrycans met brandstof de garagebox waren binnengegaan, is [medeverdachte 2] op 19 augustus 2019 samen met [medeverdachte 4] in de garagebox geweest, waarbij zij handschoenen en mondkapjes droegen en is hij op 26 augustus 2019 in zijn ééntje in de garagebox geweest waarbij hij vier grote jerrycans uit de garagebox meenam en is hij op 8, 13 en 14 september samen met [medeverdachte 1] in de garagebox waarbij zij met schoonmaakmiddelen in de weer zijn. [medeverdachte 3] heeft, in nauw contact met [medeverdachte 2] , de Renault na de laatste voorverkenning afgevoerd en [verdachte] heeft een Volkswagen Transporter gestolen en ter beschikking gesteld aan de uitvoerders van de moord. Na de moord is [medeverdachte 2] degene die in opdracht van [persoon 2] het slot van de garagebox vervangt en alles goed moet schoonmaken. De rechtbank concludeert op basis van deze bevindingen dat de criminele organisatie ook het voorbereiden van moord tot oogmerk had.
[verdachte] heeft ten aanzien van de in zaak Buizerd onder 2 eerste en tweede cumulatief/alternatief bewezenverklaarde feiten een aandeel gehad bij de (gekwalificeerde) diefstallen van voertuigen, welke strafbare feiten rechtstreeks verband hielden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Het aandeel van [verdachte] blijkt uit de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen ten aanzien van deze bewezenverklaarde feiten. Daarbij is met name van belang dat [verdachte] een onmisbare rol heeft gehad bij deze vermogensdelicten, waarbij de betreffende voertuigen ook zijn gebruikt door de criminele organisatie.
[verdachte] heeft zich grotendeels beroepen op zijn zwijgrecht en heeft geen uitleg gegeven ten aanzien van de bij de hierboven bewezenverklaarde feiten omschreven omstandigheden. Aan voornoemd criterium van deelneming aan een criminele organisatie is naar het oordeel van de rechtbank dan ook voldaan.
De rechtbank concludeert dat feit 1 in zaak Buizerd kan worden bewezen.
3.3.2.
Zaak B
Feiten en omstandigheden
Verbalisanten zagen op 8 september 2019 omstreeks 02:15 uur op de A2 ter hoogte van [plaats 10] (de rechtbank begrijpt: in Liempde, gemeente [plaats 11] ) een Seat Leon rijden. Verbalisanten stelden vervolgens een controle in op grond van de Wegenverkeerswet 1994. De Seat werd staande gehouden en de verbalisant vorderde het rij- en kentekenbewijs van de bestuurder. Toen zij met een zaklamp door de voorruit van de auto schenen, zagen ze in het opbergvak van het bestuurdersportier blanke autosleutels liggen. Bij de voeten van de bijrijder lag ook een blanke sleutel. Het was verbalisanten ambtshalve bekend dat deze sleutels worden gebruikt om voertuigen weg te nemen.
In de Seat zaten drie personen: [naam 17] was de bestuurder, [naam 18] was de bijrijder en [verdachte] zat achterin. [verdachte] bleek huurder te zijn van de Seat. Het was bij één van de verbalisanten ambtshalve bekend dat hij zich bezig houdt met het plegen van autodiefstallen.
Verbalisanten hebben het voertuig vervolgens op grond van artikel 96b van het Wetboek van Strafvordering (Sv) doorzocht. In een vuilniszak in de kofferbak werden twee kentekenplaten met het nummer [kentekennummer 29] aangetroffen, die recent natgeregend waren. Alle inzittenden van de Seat zijn vervolgens aangehouden. Bij de fouillering van [verdachte] werd in zijn nektasje een blanke sleutel, een lockpick en een schroevendraaier aangetroffen. Het was verbalisanten ambtshalve bekend dat een lockpick gebruikt wordt om blanke sleutels om te zetten in een pasklare sleutel voor een voertuig naar keuze. [193]
De aangetroffen kentekenplaten zijn onderzocht en bleken vals te zijn. De lamineercodes van de twee kentekenplaten [kentekennummer 37] kwamen niet overeen met de originele lamineercodes. Tevens werden op de kentekenplaten geen keurmerken van de producent en fabricagedata aangetroffen. [194]
Vormverzuim?
Door de verdediging is aangevoerd dat de aanhouding van [verdachte] , de doorzoeking van de Seat en de inbeslagname van de goederen onrechtmatig zijn, omdat er op grond van de Wegenverkeerswet 1994 geen aanleiding was om [verdachte] staande te houden. De verdediging betwist dat de blanke sleutels of andere verboden spullen in het zicht hebben gelegen. De bevoegdheden zouden door de verbalisanten zijn ingezet voor het verzamelen van bewijs in het onderzoek Buizerd, hetgeen détournement de pouvoir met zich meebrengt. [verdachte] moet daarom worden vrijgesproken van feit 1 en 2 in zaak B en de (inhoud van de) telefoons die zijn aangetroffen in het voertuig moeten in de zaak Buizerd worden uitgesloten van het bewijs.
De rechtbank overweegt dat de vraag of [verdachte] al in enige hoedanigheid in beeld was in het onderzoek onverlet laat dat bevoegdheden op grond van de Wegenverkeersweg 1994 tegen hem konden worden toegepast
Naar het oordeel van de rechtbank is uit het dossier op te maken dat er in het onderhavige geval sprake was van een verkeerscontrole op basis van de controlebevoegdheid die de verbalisanten hadden op grond van artikel 160 van de Wegenverkeerswet 1994. Hierbij is van belang dat de verbalisanten bevoegd waren tot het uitoefenen van de verkeerscontrole en dat zij binnen de grenzen van die bevoegdheid hebben gehandeld, door naar het rij- en kentekenbewijs van de bestuurder te vragen. Gelet hierop kan niet worden geconcludeerd dat de controlebevoegdheid uitsluitend is gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze is verleend.
De rechtbank overweegt verder dat één van de verbalisanten [verdachte] vervolgens ambtshalve herkende als autodief en dat er blanke sleutels door de verbalisanten werden waargenomen. Anders dan door de verdediging is betoogd, heeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van dit op ambtseed opgemaakte proces-verbaal. De rechtbank acht het aannemelijk dat, gelet op voornoemde omstandigheden, bij de verbalisanten op dat moment een verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, Sv is ontstaan. Daarmee waren zij bevoegd tot de doorzoeking van de Seat, gelet op het bepaalde in artikel 96b, eerste lid, Sv. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de doorzoeking van de auto rechtmatig heeft plaatsgevonden en dat geen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv. De verweren worden verworpen.
Conclusie
De rechtbank overweegt dat [verdachte] de huurder was van de Seat en dat in deze Seat de blanke sleutels en de valse kentekenplaten werden aangetroffen. In het tasje van [verdachte] werd een blanke sleutel, een lockpick en een schroevendraaier aangetroffen. De rechtbank acht daarmee bewezen dat [verdachte] opzettelijk de twee valse kentekenplaten voorhanden heeft gehad en dat hij wist dat deze geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst. Ook acht de rechtbank bewezen dat [verdachte] de blanke sleutels, de lockpick en de schroevendraaier heeft vervoerd en bij zich heeft gehad.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat [verdachte] deze feiten in nauwe en bewuste samenwerking met [naam 17] en [naam 18] heeft gepleegd, zodat hij onder beide feiten wordt vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat feit 1 en feit 2 in zaak B kunnen worden bewezen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3vervatte bewijsmiddelen bewezen dat [verdachte]
Zaak A
1.
in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 november 2019 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of een of meerdere anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- gekwalificeerde diefstal (van voertuigen) als bedoeld in artikel 311/310 Wetboek van Strafrecht en
- opzetheling (van voertuigen) als bedoeld in artikel 416/417 Wetboek van Strafrecht en
- voorbereiding van moord als bedoeld in artikel 46 jo. 289 Wetboek van Strafrecht en
- zware mishandeling met voorbedachten rade als bedoeld in artikel 303/302 Wetboek van Strafrecht en
- opzettelijk voorhanden hebben en gebruik maken van een vals geschrift (valse kentekenplaten) als bedoeld in artikel 225 lid 1 en lid 2 Wetboek van Strafrecht en/of het voeren van valse kentekens als bedoeld in artikel 41 eerste lid, onder c en/of d van de Wegenverkeerswet 1994;
2.
in de periode van 6 augustus 2019 tot en met 30 september 2019 te Utrecht en Zandvoort en Heerlen en Kerkrade en Brunssum en Hoensbroek, gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening personenauto’s heeft weggenomen, te weten
(zaaksdossier 3)
- een personenauto (merk Audi, type S4, voorzien van het kenteken [kentekennummer 2] ) toebehorende aan [persoon 11] , en
(zaaksdossier 6)
- een personenauto (merk Audi, type RS5, voorzien van het kenteken [kentekennummer 4] ) toebehorende aan [persoon 12] , en
(zaaksdossier 8)
- een personenauto (merk Audi, type S4, voorzien van het kenteken [kentekennummer 3] ) toebehorende aan [persoon 13] , en
(zaaksdossier 9)
- een personenauto (merk Volkswagen, type Multivan, voorzien van het kenteken [kentekennummer 6] ) toebehorende aan [benadeelde partij] , en
(zaaksdossier 14)
- een personenauto (merk Volkswagen , type Transporter, voorzien van het kenteken [kentekennummer 5] ) toebehorende aan [persoon 14]
Zaak B
1.
op 8 september 2019 te Liempde, gemeente [plaats 11] , opzettelijk valse geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten twee kentekenplaten met het teken [kentekennummer 29] , voorhanden heeft gehad,
bestaande die valsheid hierin dat die kentekenplaten onbevoegd waren nagemaakt en dat die kentekenplaten niet waren voorzien van echtheidskenmerken, te weten een keurmerk van de kentekenplaat-producent en fabricagedata, terwijl hij, verdachte, wist dat deze geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst;
2.
op 8 september 2019 omstreeks 02:15 uur , -zijnde een tijdstip dat is gelegen tussen 22.00 en 06.00 uur- te Liempde, gemeente [plaats 11] , op de weg, te weten autosnelweg A2, gereedschap en voorwerpen, die ertoe konden dienen onrechtmatig sluitingen te openen en/of te verbreken en/of diefstal door middel van braak te vergemakkelijken, te weten meerdere zogenaamde blanke sleutels en een lockpick en schroevendraaier, bij zich heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. [verdachte] is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat [verdachte] ten aanzien van feit 1 en 2 in zaak Buizerd en feit 1 in zaak B zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en dat hij ten aanzien van feit 2 in zaak B zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 150,-.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om rekening te houden met de omstandigheid dat [verdachte] zijn leven op de rit heeft. Hij heeft een eigen woning en een carrière in de muziekwereld. Als [verdachte] terug naar de gevangenis moet zal hij dit kwijtraken. Verder heeft de verdediging verzocht om rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn. Aan [verdachte] moet daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd die gelijk is aan het voorarrest. De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van een hiernaast op te leggen voorwaardelijke gevangenisstraf en/of taakstraf.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van [verdachte] , zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van vijf personenauto’s. Hij heeft door zijn handelen nadeel toegebracht aan de slachtoffers. Zij hebben hierdoor veel nadelige gevolgen ervaren, waaronder het afwikkelen van de verzekeringskwesties. Ook hebben de slachtoffers hun auto’s niet kunnen gebruiken op de momenten dat zij dit wensten. De diefstallen hebben plaatsgevonden binnen een criminele organisatie die [verdachte] samen met een aantal van zijn medeverdachten vormde. Deze criminele organisatie hield zich bezig met ernstige strafbare feiten. Het deelnemen aan een criminele organisatie is een delict dat de openbare orde raakt. De strafwaardigheid van deelneming aan een criminele organisatie wordt niet alleen bepaald door de organisatiegraad en het ontwrichtende karakter daarvan voor de openbare orde, maar ook door de aard van de misdrijven die worden beoogd. Hoewel [verdachte] zelf niet onmiddellijk betrokken lijkt bij de door de organisatie gepleegde en beoogde geweldsfeiten, had hij binnen die organisatie wel een belangrijke rol; hij was immers de persoon die de diefstallen pleegde van de auto’s die ten behoeve van de geweldsdelicten werden ingezet. [verdachte] heeft zich ten aanzien van deze feiten steeds op zijn zwijgrecht beroepen en geen enkele inzage willen geven in zijn beweegredenen van zijn handelen.
Verder heeft [verdachte] twee valse kentekenplaten voorhanden gehad en hij heeft, in strijd met de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente [plaats 11] , inbrekerswerktuig bij zich gehad.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van [verdachte] van 5 september 2023. Hieruit blijkt dat hij voorafgaand aan onderhavige feiten meermalen is veroordeeld voor het plegen van vermogensdelicten.
Verder blijkt uit het strafblad van [verdachte] dat hij op 1 februari 2023 is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden voor het plegen van autodiefstallen. Op 22 juni 2022 is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden voor deelname aan een criminele organisatie en opzetheling. Op 26 april 2022 is hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voor het medeplegen van opzetheling en (poging tot) medeplegen van autodiefstallen. Gelet op deze veroordelingen is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Strafoplegging en toepassing artikel 9a Sr.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS) die de rechtbanken hebben vastgesteld. Voor de diefstal van één vervoersmiddel, waarbij sprake is van veelvuldige recidive, wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden als oriëntatiepunt genoemd. De rechtbank ziet aanleiding om voor de opzetheling ook aansluiting te zoeken bij dit oriëntatiepunt. Nu in onderhavige zaak sprake is van diefstal van vijf voertuigen, neemt de rechtbank een gevangenisstraf van twintig maanden als uitgangspunt. Er zijn geen oriëntatiepunten voor deelneming aan een criminele organisatie. De rechtbank acht het passend om iemand die wordt veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie als deze met een rol als die van [verdachte] , zoals hierboven omschreven, een gevangenisstraf van twaalf maanden op te leggen.
Alles afwegende acht de rechtbank voor zaak Buizerd en feit 1 in zaak B een gevangenisstraf van 32 (tweeëndertig) maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden.
Gelet op deze strafafdoening acht de rechtbank het niet passend om voor feit 2 in zaak B, dat een overtreding en geen misdrijf is, een aparte straf op te leggen aan [verdachte] . De rechtbank zal ten aanzien van deze overtreding toepassing geven aan artikel 9a Sr.
Overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Het startmoment voor de redelijke termijn is het moment waarop de verdachte in redelijkheid kan verwachten dat hij door het Openbaar Ministerie voor een bepaald strafbaar feit zal worden vervolgd. De redelijke termijn in de zaak Buizerd begon te lopen op het moment dat [verdachte] op 11 mei 2020 in verzekering is gesteld. In zaak B begon deze termijn te lopen op het moment dat [verdachte] op 8 september 2019 in verzekering werd gesteld. Het einde van de periode is in beide gevallen 15 maart 2024, de dag waarop de rechtbank uitspraak doet.
Een verdachte heeft het recht dat zijn berechting spoedig verloopt, maar de standaard-‘redelijke termijn’ van twee jaar heeft geen betrekking op dit soort grote onderzoeken. De redelijkheid van de duur van een zaak is onder meer afhankelijk van a) de ingewikkeldheid van de zaak, b) de invloed van de verdachte en/of zijn advocaat op het procesverloop en c) de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt dat in deze zaak sprake is van een omvangrijk en complex onderzoek met veel verdachten. Op verzoek van het Openbaar Ministerie is de zaak in mei 2021 niet inhoudelijk behandeld, zodat de PGP-telefoons ontsleuteld konden worden. Hiervoor waren langdurige onderzoekstechnieken nodig, wat uiteindelijk tot vertraging heeft geleid. Alles afwegend vindt de rechtbank een termijn van drie jaar – te rekenen vanaf de inverzekeringstelling in de zaak Buizerd - een redelijke termijn waarbinnen het vonnis gewezen had kunnen worden. Dit betekent dat de redelijke termijn met tien maanden is overschreden. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om over te gaan tot strafvermindering. Het bevel tot voorlopige hechtenis van [verdachte] is op 12 november 2020 geschorst, omdat werd voorzien dat de inhoudelijke behandeling nog lang op zicht liet wachten. De rechtbank heeft de overschrijding van de redelijke termijn daarom al verdisconteerd in de schorsing. Zij volstaat dan ook met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.

8.Beslag

Onder [verdachte] zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 589264)
1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5969111)
8.1.
Verbeurdverklaring
Het onder nummer 1 inbeslaggenomen voorwerp behoort aan [verdachte] toe. Nu met behulp van dit voorwerp het bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
8.2.
Teruggave
De rechtbank is van oordeel dat de onder nummer 2 inbeslaggenomen en niet teruggegeven telefoon dient te worden teruggegeven aan de rechthebbende, nadat dit vonnis onherroepelijk is geworden

9.Benadeelde partij

9.1.
Vordering
De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert € 9.137,- aan vergoeding van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000,- en dat de schadevergoedingsmaatregel aan [verdachte] moet worden opgelegd.
9.3.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat deze onvoldoende is onderbouwd.
9.4.
Oordeel van de rechtbank
De benadeelde partij [benadeelde partij] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu deze niet is onderbouwd. Nader onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan het resterende deel van de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 57, 63, 140, 225, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat [verdachte] het in zaak Buizerd onder 1 en 2 en het in zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan [verdachte] meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van zaak A, feit 1:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
Ten aanzien van zaak A, feit 2, eerste cumulatief/alternatief:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
en
diefstal, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van zaak B, feit 1:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van zaak B, feit 2:
overtreding van het bij artikel 2.4.5. lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Boxtel 2012 bepaalde.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Bepaalt ten aanzien van het
onder 2 in zaak B bewezen verklaarde feit dat geen straf wordt opgelegd.
Veroordeelt [verdachte] ten aanzien van het onder 1 en 2 in zaak Buizerd en 1 in zaak B bewezen verklaarde tot een
gevangenisstraf van 32 (tweeëndertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door [verdachte] voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan [verdachte] voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart verbeurd:
- 1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 589264)
Gelast de teruggave aan de rechthebbende na onherroepelijk worden van dit vonnis van:
- 1.00 STK Telefoontoestel (goednummer 5969111)
Verklaart [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en [verdachte] ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en M. Wiewel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.F. Coskun en mr. S. van Gerven, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 maart 2024.

Voetnoten

1.Ten behoeve van de leesbaarheid van dit vonnis, worden verdachte en medeverdachten telkens bij hun achternaam genoemd.
2.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.PV bevindingen, code 14948567, dossier Pulheim, p. 5 3906 t/m 5 3908 (midden) (dig. p. 5588 t/m 5590)
4.PV bevindingen, code 14999249, dossier Pulheim, p. 5 4464 t/m 5 4467 (dig. p. 6146 t/m 6149)
5.PV bevindingen (AH 347), nummer 1285, dossier Buizerd, p. 003020 t/m 003022 (dig. p. 3058 t/m 3060).
6.PV bevindingen, code 202002251230, dossier Pulheim, p. 5 5130 en 5 5131 (dig. p. 6812 en 6813).
7.PV bevindingen (AH 380), nummer 1280, dossier Buizerd, p. 003253 t/m 003261 (dig. p. 3285 t/m 3293).
8.PV bevindingen, code 202002251230, dossier Pulheim, p. 5 5130 en 5 5131 (dig. p. 6812 en 6813).
9.PV bevindingen, code 15445574, dossier Pulheim, p. 5 5109 (onderaan) (dig. p. 6791).
10.PV bevindingen, code 16671582, dossier Pulheim, p. 1200145 (schema) (dig. p. 8589).
11.PV bevindingen, code 14818349, dossier Pulheim, p. 5 3870 t/m 5 3873 (dig. p. 5551 t/m 5554)
12.PV bevindingen, code 18155553 dossier Pulheim, p. 120395 (bovenste schema) (dig. p. 8839).
13.PV aanvulling van doorzoeking ter inbeslagneming, code 12088656, dossier Pulheim, p. 9 0015 (punt 1.5.) (dig. p. 8404).
14.PV bevindingen, nummer 2019197266, dossier Pulheim, p. 7 0005 (dig. p. 7702).
15.PV bevindingen, code 16659071, dossier Pulheim, p. 120014 (bovenaan) (dig. p. 8458).
16.PV bevindingen, code 13360109, dossier Pulheim, p. 5 4888 t/m 5 4900 (dig. p. 6570 t/m 6582).
17.PV bevindingen, code 18155553, dossier Pulheim, p. 120397 (schema) (dig. p. 8841).
18.PV bevindingen, code 14901519, dossier Pulheim, p. 5 3864 t/m 5 3866 (midden) (dig. p. 5545 t/m 5547).
19.PV bevindingen, nummer 1358, dossier Pulheim, p. 5 4731 (dig. p. 6413).
20.PV bevindingen, code 14967155, dossier Pulheim, p. 5 3858 t/m 5 3860 (dig. p. 5539 t/m 5541).
21.PV bevindingen, code 16566671, dossier Pulheim, p. 120089 (schema) (dig. p. 8533).
22.PV bevindingen, nummer 1954, dossier Pulheim, p. 5 5115 (dig. p. 6797) en een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL1300-2019197266-344, p. 5 5116 (dig. p. 6798).
23.PV bevindingen, code 13875270, dossier Pulheim, p. 5 1371 (onder 2.2.) (dig. p. 3049).
24.PV bevindingen, code 16703382, dossier Pulheim, p. 120199 (onderaan) (dig. p. 8643).
25.PV bevindingen, code 15214652, dossier Pulheim, p. 5 4459 t/m 5 4463 (dig. p. 6141 t/m 6145).
26.PV bevindingen, code 14229685, dossier Pulheim, p. 5 4712 en 5 4713 (dig. p. 6394 en 6395).
27.PV bevindingen, code 13031414, dossier Pulheim, p. 5 1108 (dig. p. 2786).
28.PV bevindingen, code 15140319, dossier Pulheim, p. 5 3874 t/m 5 3877) (dig. p. 5556 en 5559).
29.PV bevindingen, code , dossier Pulheim, p. 120395 (middelste schema) (dig. p. 8839).
30.PV bevindingen, code 16776505, dossier Pulheim, p. 120207 en 120208 (dig. p. 8651 en 8652).
31.PV bevindingen, (AH 208), nummer 861, dossier Buizerd, p. 002231 en 002232 (dig. p. 2268 en 2269).
32.PV bevindingen, code 14945357, dossier Pulheim, p. 5 3921 t/m 5 3924 (dig. p. 5603 t/m 5606).
33.PV bevindingen, code 15249547, dossier Pulheim, p. 5 3941 t/m 5 3943 (midden) (dig. p. 5623 t/m 5625).
34.PV bevindingen, code 15327152, dossier Pulheim, p. 5 3925 t/m 5 3927 (dig. p. 5607 t/m 5609).
35.PV onderzoek inbeslag genomen GSM Iphone XS Max ZZ08.01, dossier Buizerd p. 5 3843 (dig. p. 5524).
36.PV bevindingen (AH241), nummer 1004, dossier Buizerd p. 002396 (dig. p. 2435).
37.PV bevindingen, nummer 1928, dossier Buizerd p. 7317-7320 (dig. p. 7334-7337).
38.PV bevindingen (AH 104), nummer 395, dossier Buizerd, p. 001613 (dig. p. 1649).
39.PV bevindingen (AH 295, nummer 1094, dossier Buizerd, p. 002709 (vierde alinea) (dig. p. 2747).
40.PV bevindingen (AH 237), code 20200116.1505, dossier Buizerd, p. 002376 en 002377 (dig. p. 2414 en 2415).
41.PVB, code 15327294, dossier Pulheim, p. 5 3918 t/m 5 3920 (dig. p. 5600 t/m 5602).
42.PVB, code 16640961, dossier Pulheim, p. 120022 (onderaan) (dig. p. 8466) en PVB, code 16578950, dossier Pulheim, p. 120064 (schema) (dig. p. 8508).
43.PV bevindingen (AH 144), nummer 535, dossier Buizerd, p. 001798 (dig. p. 1834).
44.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001232 t/m 001233 (dig. p. 1265 t/m 1266).
45.PV bevindingen (AH 005), nummer 18, dossier Buizerd, p. 001238 t/m 001240 (dig. p. 1271 t/m 1273).
46.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001234 t/m 001236 bovenaan (dig. p. 1267 t/m 1269 bovenaan).
47.PV betreden besloten plaats 8 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190808.01, dossier Buizerd, p. 004892 t/m 004893 (dig. p. 4910 t/m 4911).
48.PV betreden besloten plaats 8 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190808.01, dossier Buizerd, p. 004892 (dig. p. 4910).
49.PV bevindingen (AH 148), nummer 25, dossier Buizerd, p. 001803 (dig. p. 1839).
50.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001237 (dig. p. 1270).
51.PV bevindingen (AH 025), nummer 284, dossier Buizerd, p. 001296 (dig. p. 1329).
52.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003360 (dig. p. 3389).
53.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249, 001250, 001256 (dig. p. 1282, 1283, 1289).
54.PV (Inzet technisch hulpmiddel), nummer Buizerd T1 20190814 [adres 10] , dossier Buizerd, p. 004961 t/m 004962 (dig. p. 4979 t/m 4980).
55.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003382 (dig. p. 3411).
56.PV bevindingen (AH 030), nummer 1908191404.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001318 (dig. p. 1351).
57.PV bevindingen (AH 030), nummer 1908191404.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001319 (dig. p. 1352).
58.PV bevindingen (AH 031), nummer 1908201145.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001320
59.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003364 (dig. p. 3393).
60.PV bevindingen (AH 033), nummer 1908271344.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001342 (dig. p. 1375).
61.PV bevindingen (AH 035), nummer 190909.1532.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001352 (dig. p. 1385).
62.PV bevindingen (AH 395), nummer 1338, dossier Buizerd, p. 003367 (dig. p. 3396).
63.PV bevindingen (AH 076), nummer 20191008.1310 BEV, dossier Buizerd, p. 001551 (dig. p. 1586).
64.PV bevindingen (AH 039), nummer 190916.1400.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001370, 001371, 001374, 001376, 001379 (dig. p. 1403, 1404, 1407, 1409, 1412).
65.PV bevindingen (AH 197), nummer 59, dossier Buizerd, p. 002193 (dig. p. 2230).
66.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001382 t/m 001385
67.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001386 t/m 001387
68.PV bevindingen (AH 042), nummer 190919.0950.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001390, 001394
69.PV bevindingen (AH 076), nummer 287, dossier Buizerd, p. 001552 (dig. p. 1587) (onderaan).
70.PV bevindingen (AH 043), nummer 173, dossier Buizerd, p. 001401 onderaan t/m 001411 (dig. p. 1434 onderaan t/m 1444).
71.PV bevindingen (AH 076), nummer 287, dossier Buizerd, p. 001553 (dig. p. 1588) (bovenaan).
72.PV bevindingen (AH 229), nummer 1016, dossier Buizerd, p. 002347 t/m 002348 (dig. p. 2385 t/m 2386).
73.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316, 002317 (dig. p. 2352, 2354, 2355).
74.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 173), nummer 640, dossier Buizerd, p. 002007 t/m 002008
75.PV bevindingen (AH 171), nummer 786, dossier Buizerd, p. 001995 t/m 001996 (dig. p. 2031 t/m 2032).
76.Rapport van bevindingen technisch onderzoek (AH 299), nummer 7945864, dossier Buizerd, p. 002718 t/m 002721 (dig. p. 2756 t/m 2759).
77.PV van doorzoeking ter inbeslagneming (AH 212), nummer 664, dossier Buizerd, p. 002276 (dig. p. 2313).
78.PV bevindingen (AH 252), nummer 1070, dossier Buizerd, p. 002459 (dig. p. 2497).
79.PV van doorzoeking ter inbeslagneming (AH 182), nummer 641, dossier Buizerd, p. 002055 t/m 002056 bovenaan (dig. p. 2092 t/m 2093 bovenaan).
80.PV bevindingen (AH 224), nummer 973, dossier Buizerd, p. 002311 t/m 002313 (dig. p. 2349 t/m 2351).
81.PV bevindingen (AH 387), nummer 1510, dossier Buizerd, p. 003293 t/m 003296 bovenaan (dig. p. 3322 t/m 3325 bovenaan).
82.PV bevindingen (AH 189), nummer 799, dossier Buizerd, p. 002101 t/m 002102 (dig. p. 2138 t/m 2139).
83.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002106 t/m 002112 (dig. p. 2143 t/m 2149).
84.Verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 9 oktober 2023.
85.OVC gesprek Nissan Micra sessie [nummer 28] , 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002106 t/m 002112 (dig. p. 2143 t/m 2149).
86.OVC gesprek Nissan Micra sessie [nummer 22] , 26-11-2019 om 19.58.36 uur, dossier Buizerd, p. 002115 t/m 002118 (dig. p. 2152 t/m 2155).
87.PV aangifte (AH 007), nummer PL0900-2019235407-1, dossier Buizerd, p. 001244, 001246 (dig. p. 1277, 1279).
88.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001232 t/m 001233 (dig. p. 1265 t/m 1266).
89.PV bevindingen (AH 077), nummer 290, dossier Buizerd, p. 001554, 001559 (dig. p. 1589, 1594).
90.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003102 (dig. p. 3139).
91.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003104 t/m 003105 (dig. p. 3141 t/m 3142).
92.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003102 (dig. p. 3139).
93.PV bevindingen (AH 359), nummer 1318, dossier Buizerd, p. 003103 (dig. p. 3140).
94.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001234 t/m 001235 (dig. p. 1267 t/m 1268).
95.PV bevindingen (AH 003), nummer 9, dossier Buizerd, p. 001236 t/m 001237 (dig. p. 1269 t/m 1270).
96.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249 t/m 001251 (dig. p. 1282 t/m 1283).
97.PV betreden besloten plaats 14 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190814.01, p. 005020 t/m 005021 (dig. p. 5038 t/m 5039).
98.PV bevindingen (AH 040), nummer 190916.1506.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001381 (dig. p. 1414).
99.PV bevindingen (AH 041), nummer 199, dossier Buizerd, p. 001389 (dig. p. 1422).
100.PV aangifte (AH 018), nummer PL1100-2019153471-1, dossier Buizerd, p. 001270, 001271, 001274 (dig. p. 1303, 1304, 1307).
101.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003146 t/m 003147 bovenaan (dig. p. 3183 t/m 3184 bovenaan).
102.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003150 (dig. p. 3187).
103.PV bevindingen (AH 329), nummer 1150, dossier Buizerd, p. 002920 t/m 002921 (dig. p. 2957 t/m 2958).
104.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003147 (dig. p. 3184).
105.PV bevindingen (AH 322), nummer 1130, dossier Buizerd, p. 002881 t/m 002883 (dig. p. 2919 t/m 2921).
106.PV bevindingen (AH 294), nummer 1068, dossier Buizerd, p. 002700 (dig. p. 2738).
107.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003148 (dig. p. 3185) bovenaan.
108.PV bevindingen (AH 365), nummer 1354, dossier Buizerd, p. 003148 onderaan t/m 003150 (dig. p. 3185 onderaan t/m 3187).
109.PV bevindingen (AH 292), nummer 1144, dossier Buizerd, p. 002622, 002626 (dig. p. 2660, 2664).
110.PV bevindingen (AH 168), nummer 191120.1308.AMB, dossier Buizerd, p. 001904 t/m 001905 (dig. p. 1940 t/m 1941).
111.PV bevindingen (AH 027), nummer 14, dossier Buizerd, p. 001304 (dig. p. 1337).
112.PV bevindingen (AH 010), nummer 40, dossier Buizerd, p. 001249 t/m 001251 (dig. p. 1282 t/m 1283).
113.PV betreden besloten plaats 14 augustus 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190814.01, p. 005020 t/m 005021 (dig. p. 5038 t/m 5039).
114.OVC gesprek Nissan Micra sessie 192827, 26-11-2019 om 19.28.27 uur, dossier Buizerd, p. 002111 onderaan t/m 002112 bovenaan (dig. p. 2148 onderaan t/m 2149 bovenaan).
115.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314 t/m 002315 (dig. p. 2352 t/m 2353).
116.PV aangifte (AH 383), nummer PL2300-2019146900-1, dossier Buizerd, p. 003274 t/m 003276 (dig. p. 3304 t/m 3305).
117.PV bevindingen, code 16671582, dossier Pulheim, p. 12 0145 t/m 12 0146 (dig. p. 8590 t/m 8591).
118.PV bevindingen (AH 342), nummer 1198, dossier Buizerd, p. 003003 (dig. p. 3041) onderaan.
119.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003277 t/m 003278 (dig. p. 3306 t/m 3307).
120.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003279 t/m 003280 (dig. p. 3308 t/m 3309).
121.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003279 (dig. p. 3308).
122.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003280 (dig. p. 3309).
123.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003280 (dig. p. 3309) onderaan.
124.PV bevindingen (AH 382), nummer 1496, dossier Buizerd, p. 003271 (dig. p. 3301).
125.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003281 (dig. p. 3310).
126.PV bevindingen (AH 384), nummer 1511, dossier Buizerd, p. 003282 t/m 003283 (dig. p. 3311 t/m 3312).
127.PV bevindingen (AH 169), nummer 190919.1336.1190.AMB, dossier Buizerd, p. 001908 t/m 001907 (dig. p. 1944 t/m 1953).
128.PV betreden besloten plaats 20 september 2019, nummer Buizerd PLT INKIJK 20190920, dossier Buizerd, p. 005011 (dig. p. 5029).
129.PV doorzoeking ter inbeslagneming (AH 225), nummer 742, dossier Buizerd, p. 002314, 002316 bovenaan (dig. p. 2352, 2354 bovenaan).
130.PV terechtzitting van 9 oktober 2023, inhoudende de verklaring van [verdachte] in zijn eigen zaak.
131.PV aangifte (AH 376), nummer PL2300-2019140264-1, dossier Buizerd, p. 003240, 003241, 003243 (dig. p. 3274, 3275, 3277).
132.PV bevindingen, nummer PL2300-2019140264-5, dossier Pulheim, p. 2 0021 t/m 2 0022 (dig. p. 268 t/m 269).
133.PV bevindingen MAC-adres Volkswagen Transporter, code [nummer 29] , dossier Buizerd, p. 004241 (dig. p. 4258).
134.PV bevindingen, code 11944569, dossier Buizerd, p. 004117 (dig. p. 4139).
135.PV bevindingen, dossier Buizerd, p. 004136 t/m 004137 (dig. p. 4157 t/m 4158).
136.PV bevindingen (AH 360), nummer 1320, dossier Buizerd, p. 003110 bovenaan (dig. p. 3147 bovenaan).
137.PV bevindingen (AH 329), nummer 1150, dossier Buizerd, p. 002920 (dig. p. 2957).
138.PV bevindingen (AH 333), nummer 1155, dossier Buizerd, p. 002936 t/m 002938 (dig. p. 2974 t/m 2976).
139.PV bevindingen (AH 320), nummer 1321, dossier Buizerd, p. 002869 t/m 002873 (dig. p. 2907 t/m 2911).
140.PV bevindingen (AH 360), nummer 1320, dossier Buizerd, p. 003109 onderaan t/m 003110 bovenaan (dig. p. 3146 onderaan t/m 3147 bovenaan).
141.PV bevindingen (AH 360), nummer1320, dossier Buizerd, p. 003109 onderaan t/m 003110 bovenaan (dig. p. 3146 onderaan t/m 3147 bovenaan).
142.PV bevindingen (AH 294), nummer 1068, dossier Buizerd, p. 002701 (dig. p. 2739).
143.PV bevindingen MAC adres [MAC-adres 1] , code [nummer 30] , dossier Buizerd, p. 004206 t/m 004208 (dig. p. 4227 t/m 4229).
144.PV bevindingen (AH 294), nummer 1068, dossier Buizerd, p. 002702 (dig. p. 2740).
145.PV bevindingen (AH 360), nummer 1320, dossier Buizerd, p. 003112 t/m 003114 (dig. p. 3149 t/m 3151).
146.PV bevindingen (AH 360), nummer 1320, dossier Buizerd, p. 003110 onderaan t/m 003112 bovenaan (dig. p. 3147 onderaan t/m 3149 bovenaan).
147.PV bevindingen, code 11952384, dossier Pulheim, p. 5 0048 t/m 5 0049 (dig. p. 1726 t/m 1727).
148.PV bevindingen voertuigherkenning (AH 472), nummer 04062020104901, dossier Buizerd, p. 003843 t/m 003845 (dig. p. 3867 t/m 3869).
149.PV bevindingen (AH 418) met bijlagen, nummer 1545, dossier Buizerd, p. 003522 t/m 003528 (dig. p. 3548 t/m 3554).
150.PV bevindingen (AH 386), nummer 1482, dossier Buizerd, p. 003292 (dig. p. 3321).
151.PV aangifte (AH 154), nummer PL2300-2019141429-1, dossier Buizerd, p. 001837 (dig. p. 1873).
152.PV bevindingen (AH 329), nummer 1150, dossier Buizerd, p. 002920 t/m 002921 onderaan (dig. p. 2957 t/m 2958 onderaan).
153.PV bevindingen (AH 364), nummer 1348, dossier Buizerd, p. 003131 bovenaan, 003133, 003134, 003135 bovenaan (dig. p. 3168 bovenaan, 3170, 3171, 3172 bovenaan).
154.PV bevindingen (AH 101), nummer PL0900-2019304119-8, dossier Buizerd, p. 001603 (dig. p. 1639).
155.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002068 (dig. p. 2105).
156.PV bevindingen (AH 082), nummer 293, dossier Buizerd, p. 001570 (dig. p. 1605).
157.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002070, 002077, 002078 (dig. p. 2107, 2114, 2115).
158.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002071 bovenaan, 002079 (dig. p. 2108 bovenaan, 2116).
159.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002072 onderaan, 002073 bovenaan, 002085 (dig. p. 2109 onderaan, 2110 bovenaan, 2122).
160.PV bevindingen (AH 185), nummer 348, dossier Buizerd, p. 002068 onderaan, 002069 bovenaan (dig. p. 2105 onderaan, 2106 bovenaan).
161.KVI (AH 103), nummer PL0900-2019304119-6, dossier Buizerd, p. 001608 t/m 001612 (dig. p. 1644 t/m 1648).
162.PV forensisch onderzoek vervoermiddel (Volkswagen KB391L), nummer PL0900-2019304119-4, dossier Buizerd, p. 004352 t/m 004356, 004361 t/m 004367 (dig. p. 4371 t/m 4375, 4380 t/m 4386).
163.Rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 16 december 2019, p. 004407 t/m 004413 (dig. p. 4427 t/m 4433).
164.Rapport Vergelijkend DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 23 april 2020, p. 004430 t/m 004434 (dig. p. 4450 t/m 4454).
165.PV aangifte (AH 375), nummer PL2300-2019168918-1, dossier Buizerd, p. 003235, 003239 (dig. p. 3269, 3273).
166.PV bevindingen (AH 352), nummer 1303, dossier Buizerd, p. 003067 (dig. p. 3105).
167.PV bevindingen (AH 348), nummer 1295, dossier Buizerd, p. 003025 (dig. p. 3063) onderaan.
168.OVC-gesprek Peugeot 208, sessie 192725, 24-10-2019 om 21.27.00 uur, dossier Buizerd, p. 003039 (dig. p. 3077).
169.PV bevindingen (AH 380), nummer 1280, dossier Buizerd, p. 003258 t/m 003259 (dig. p. 3290 t/m 3291).
170.PV bevindingen (AH 443), nummer 1561, dossier Buizerd, p. 003707 (dig p. 3732).
171.PV bevindingen (AH 315), nummer PL0900-2019321184-2, dossier Buizerd, p. 002851 (dig. p. 2889).
172.PV aantreffen gesignaleerd motorvoertuig (AH 321), nummer PL1900-2020021655-1, dossier Buizerd, p. 002879 t/m 002880 (dig. p. 2917 t/m 2918).
173.KVI, nummer PL0900-2020021655-6, dossier Buizerd, p. 006664 (dig. p. 6685).
174.PV forensisch onderzoek plaats delict, nummer PL0900-2019325702-16, dossier Buizerd, p. 004735 (dig. p. 4752) bovenaan.
175.PV bevindingen (AH 363), nummer 1339, dossier Buizerd, p. 003129 (dig. p. 3166).
176.PV bevindingen (AH 353), nummer 1387, dossier Buizerd, p. 003075 (dig. p. 3112).
177.Rapport Vergelijkend DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 januari 2021, p. 006991 (dig. p. 7010).
178.Rapport DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 3 april 2020, p. 004744 (dig. p. 4761).
179.Vonnis van 15 maart 2024 inzake [medeverdachte 1] (parketnummers 13/730015-20 en 13/730053-19).
180.PV bevindingen, nummer 20220725.1130.AMB, dossier Buizerd, p. 7467 (dig. p. 7484).
181.PV bevindingen (AH 467), nummer 1870, dossier Buizerd, p. 003781 (dig. p. 3805).
182.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 16594078, p. 120062 (dig. P. 8506)
183.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 20220725.1130.AMB, p. 120168 (dig. P8612)
184.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 20220725.1130.AMB, p. 120176 (dig. P8620)
185.PV bevindingen, dossier Pulheim, documentcode 16566671, p. 120089 tot en met 120105 (dig. P8533 tot en met P8549),
186.PV bevindingen, dossier Buizerd, code 20200320.1451.PVB, AH 361, p 003120 (dig. p. 3157)
187.Vonnis van 15 maart 2024 inzake [medeverdachte 1] (parketnummers 13/730015-20 en 13/730053-19).
188.Zie ECLI:NL:GHAMS:2023:455 en ECLI:NL:GHAMS:2023:456 (niet-onherroepelijk).
189.Zie o.a. ECLI:NL:GHAMS:2023:456 onder 6.2.4. (niet-onherroepelijk).
190.PV bevindingen, code 12312273, dossier Pulheim, p. 5 0238 (midden) (dig. p. 1916).
191.PV bevindingen, code 20200317.1513.PVB, dossier Pulheim, p. 5 0621 (derde alinea) (dig. p. 2299).
192.PV bevindingen, code 1486126, dossier Pulheim, p. 5 4357 (dig. p. 6039).
193.PV bevindingen, nummer PL2100-2019187777-6, p. 001 en 002.
194.PV bevindingen, nummer PL2100-2019187777-33, p. 009.