Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 3 mei 2023, waarbij een mondelinge behandeling voor een meervoudige kamer is bepaald,
- de aanvullende producties 12 t/m 18 van [eiser] ,
- de voorlopige schadestaat van [eiser] ,
- het proces-verbaal van descente en mondelinge behandeling van 19 september 2023 en de daarin genoemde stukken,
- het e-mailbericht van mr. Oskam van 10 oktober 2023 met opmerkingen bij het proces-verbaal van de mondelinge behandeling en het e-mailbericht van mr. Mewa van 11 oktober 2023 met bezwaar tegen het bericht van mr. Oskam,
- de rolberichten van partijen van 15 november 2023, waarbij zij de rechtbank verzoeken om vonnis te wijzen.
2.De feiten
IAmsterdamstond ten tijde van het ongeval onder de kop “De Oostelijke Eilanden met kinderen” de volgende foto met tekst:
- de gemeente kwalificeert de Bogortuin zelf in haar interne stukken als een wildzwemplek en een plek waarvoor geen zwemverbod geldt;
- de gemeente faciliteert, promoot en ondersteunt het wildzwemmen op de Bogortuin;
- de eigen interne documenten van de gemeente bepalen dat er moet worden gewaarschuwd op plekken zoals de Bogortuin;
- de gemeente waarschuwt de bewoners van het gebouw Hoogkade al jaren voor het gevaar van diepteverschillen;
- de gemeente heeft kennis van de vele mensen die op dit openbare, publieke terrein met mooi weer zwemmen;
- in de bestuursrechtelijke procedure die bewoners van de Borneokade tegen de gemeente hebben aangespannen met betrekking tot overlast aan de Borneokade verkondigt zij dat zwemmen in soortgelijk water als het water bij de Bogortuin wél is toegestaan.
head first) in het water duiken. Uit de jurisprudentie blijkt dat een eigen schuldpercentage van 25% gemiddeld is. Hierop moet een billijkheidscorrectie worden toegepast, gelet op de ingrijpende gevolgen van het ongeval voor [eiser] , zodat de gemeente c.s. voor 100% vergoedingsplichtig is.
4.De beoordeling
toetsingskader
“(…) wildzwemmen [brengt] risico’s voor de gezondheid en de veiligheid van zwemmers met zich mee. Bovendien is het zo dat de gemeente wellicht aansprakelijk gesteld kan worden bij letsel of andere schade indien de gemeente een waterplek toegankelijk maakt en aanwijst als een niet-officiële zwemplek. De (…) te treffen maatregelen hebben tot doel de grootste gevaren van wildzwemmen nog enigszins te beperken.”
IAmsterdam(‘Outdoor swimming spots in Amsterdam’) in het licht van de daarbij gegeven uitleg door de gemeente. Dit oordeel is niet langer houdbaar in de wetenschap dat de gemeente de Bogortuin al jaren als wildzwemplek beschouwt en gelet op wat [eiser] inmiddels onbestreden nader heeft toegelicht over de samenwerking tussen de gemeente en
IAmsterdamen de rol van de gemeente als merkeigenaar en licentiehouder van het logo (“
IAmsterdamals marketingwebsite van de gemeente”). Bij dagvaarding heeft [eiser] een printscreen overgelegd van een (ten tijde van het ongeval beschikbaar) bericht op de website van
IAmsterdam, waarin staat dat je aan het Bogortuinparkstrand op Java-eiland goed kunt zwemmen (zie 2.7). De gemeente c.s. heeft hierover verklaard dat de informatie niet klopt omdat bij de Bogortuin een zwemverbod geldt en dat de gemeente deze tekst niet heeft aangeleverd.
IAmsterdamniet klopt, nu de gemeente de Bogortuin zelf als wildzwemplek aanmerkt. Hetzelfde bericht (met andere foto) staat overigens nog steeds op de website van
IAmsterdam, voor de inhoud waarvan de gemeente medeverantwoordelijk wordt geacht. Verder verbindt de rechtbank aan de hier besproken publicaties, in onderling verband en samenhang bezien, de conclusie dat de gemeente wel degelijk bijdraagt aan de zichtbaarheid van de Bogortuin als wildzwemplek en deze ook – direct of indirect – aanprijst. Het oordeel in de deelgeschilbeschikking dat de gemeente dus niet (actief) de indruk heeft gewekt dat op deze voor het publiek toegankelijke locatie mag en kan worden gezwommen, is dus onjuist.