ECLI:NL:HR:2023:1591

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
22/04567
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over schadevergoeding na storm en hagel bij named perils-verzekering

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en ASR Schadeverzekering N.V. Het geschil betreft schadevergoeding na een storm en hagel, waarbij de vraag centraal staat of de schade door hagelstenen gedekt is onder een named perils-verzekering. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder de uitspraak van 15 oktober 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1523) die relevant is voor de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad heeft de klachten van [eiser] over de arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/04567
Datum17 november 2023
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J.W. de Jong,
tegen
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ASR,
advocaat: D.A. van der Kooij.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/16/431765 / HA ZA 17-131 van de rechtbank Midden-Nederland van 12 april 2017, 23 augustus 2017 en 14 november 2018;
b. de arresten in de zaak 200.255.789 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 september 2020, 23 februari 2021 en 6 september 2022.
[eiser] heeft tegen de arresten van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ASR heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor ASR toegelicht door haar advocaat en door L. Tolatzis.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ASR begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de president G. de Groot als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
17 november 2023.