Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court of Szczecin(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the judgement of the District Court in Gryfino of the 21st September 2020 (changed by virtue of the judgment of the Regional Court in Szczecin of the 12th of March 2021, IV Ka 1797/20), II K 321/19(hierna: vonnis I)
,
the judgement of the District Court in Gryfino of the 23rd November 2021 (changed by virtue of the judgment of the Regional Court in Szczecin of the 19th July 2022, IV Ka 426/22), II K 260/20(hierna: vonnis II)
.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
the Regional Court in Szczecin(met kenmerk IV Ka 1797/20) definitief is geoordeeld over de schuld van de betrokkene en zijn veroordeling tot een straf, nadat de zaak - in feite en in rechte - opnieuw ten gronde is behandeld. Dit betekent dat de procedure die heeft geleid tot het arrest van 12 maart 2021 getoetst moet worden aan artikel 12 OLW. [5]
the Regional Court in Szczecin(met kenmerk IV Ka 426/22) definitief is geoordeeld over de schuld van de betrokkene en zijn veroordeling tot een straf, nadat de zaak - in feite en in rechte - opnieuw ten gronde is behandeld. Dit betekent dat de procedure die heeft geleid tot het arrest van 19 juli 2022 getoetst moet worden aan artikel 12 OLW. [6]
5.Strafbaarheid
6.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden en Poolse rechtsstaat
the European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(CPT) zorgen heeft uitgesproken over de leefomstandigheden binnen het Poolse gevangeniswezen.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court of Szczecin(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.