Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse onderdaan op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Bydgoszcz op 7 augustus 2023, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 7 jaar en 6 maanden voor zijn betrokkenheid bij een ernstig verkeersongeval met dodelijke afloop op 9 april 2020. De rechtbank heeft de zaak behandeld op zittingen op 31 oktober, 14 november en 29 november 2023, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
Tijdens de zittingen is de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en zijn de gronden voor de overlevering besproken. De verdediging voerde aan dat de overlevering moest worden geweigerd omdat de opgeëiste persoon niet adequaat was vertegenwoordigd in de Poolse rechtszaak. De officier van justitie stelde echter dat de opgeëiste persoon zelf verantwoordelijk was voor het niet ontvangen van de oproep voor de zitting in Polen, omdat hij geen adreswijzigingen had doorgegeven aan de Poolse autoriteiten.
De rechtbank oordeelde dat de opgeëiste persoon niet in persoon was verschenen bij de rechtszaak die tot zijn veroordeling had geleid, maar dat er geen schending van zijn verdedigingsrechten was. De rechtbank concludeerde dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden waren die aan de overlevering in de weg stonden. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, met inachtneming van de relevante wetsbepalingen.