Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse onderdaan op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Radom op 8 september 2023, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht om op de zitting aanwezig te zijn en werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. M.M. Vié. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak verlengd met 30 dagen, zoals voorgeschreven in de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat leidde tot een vonnis van 1 december 2020, waarin hij is veroordeeld tot een vrijheidsstraf van 1 jaar en 2 maanden. Van deze straf resteert nog 8 maanden en 11 dagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, vallen onder de lijst van bijlage 1 bij de OLW, en dat er geen onderzoek naar dubbele strafbaarheid nodig is.
De rechtbank heeft ook overwogen of er sprake is van een weigeringsgrond op basis van artikel 11 OLW, met betrekking tot de rechtsstaat in Polen. Hoewel er structurele gebreken in de Poolse rechtsorde zijn vastgesteld, heeft de opgeëiste persoon geen bewijs geleverd dat deze gebreken een directe invloed hebben gehad op zijn strafzaak. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. Daarom staat de rechtbank de overlevering toe.