In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], bezwaar gemaakt tegen de naamgeving van een park in Amsterdam Zuidoost, dat de naam "[naam 2]" heeft gekregen. Dit besluit volgde op een participatietraject waarin burgers hun voorkeur konden uitspreken voor de naam van het park. Ondanks dat de naam "[naam 1]" de meeste stemmen had gekregen, besloot de gemeente om de naam "[naam 2]" toe te voegen na een burgerinitiatief. De eisers zijn van mening dat de gemeente zich niet aan de gemaakte afspraken heeft gehouden en dat de naamgeving niet rechtvaardig is verlopen.
De gemeente verklaarde het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk, wat betekent dat het bezwaar niet inhoudelijk is behandeld. Eisers zijn het hier niet mee eens en hebben een procedure aangespannen. De rechtbank heeft op 6 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eisers als de gemachtigde van de gemeente aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het besluit van de gemeente over de naamgeving van het park geen publiekrechtelijke rechtshandeling is, zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit besluit verandert namelijk niets in de rechtspositie van de burgers, waardoor zij geen recht hebben om bezwaar te maken. De rechtbank concludeert dat de gemeente de bezwaargronden van eisers niet inhoudelijk hoefde te beoordelen en verklaart het beroep ongegrond. Eisers hebben geen recht op een vergoeding van de proceskosten, omdat zij niet in het gelijk zijn gesteld.