Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Płock, Polen. Het EAB, dat dateert van 25 mei 2022, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1999, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De behandeling van het EAB vond plaats op 22 november 2023, waarbij de opgeëiste persoon niet aanwezig was, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. M.A.C. de Bruijn. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten volgens Pools recht, waaronder moord en doodslag, waarvoor een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar is opgelegd. Dit feit valt onder de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW), waardoor een onderzoek naar dubbele strafbaarheid niet nodig is. Voor andere feiten waarvoor dubbele strafbaarheid vereist is, heeft de rechtbank vastgesteld dat aan de voorwaarden is voldaan.
De rechtbank heeft ook overwogen of er sprake is van een reëel gevaar voor schending van het recht op een eerlijk proces in Polen. Hoewel er structurele gebreken in de Poolse rechtsorde zijn vastgesteld, is er geen bewijs dat deze gebreken een concrete invloed hebben op de behandeling van de strafzaak van de opgeëiste persoon. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank staat daarom de overlevering toe.