Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
mr. F.T.C. Dölle, advocaat in Amsterdam en door een tolk in de Roemeense taal.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
aanhoudingsbevel bij verstekvan 27 oktober 2022, uitgevaardigd door de Rechtbank van Eerste Aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
1.In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?
de opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3m2 individuele levensruimte, zoals vereist door de CPT standaarden; dit geldt zowel indien de opgeëiste persoon in een eenpersoons- als in een meerpersoonscel zou worden opgesloten;
de gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9 m2 inclusief vast meubilair; de gemiddelde minimum leefruimte van elke cel inclusief vast meubilair en sanitair is 11 m2
de opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen;
er worden verschillende dagactiviteiten buiten de cel voorzien; deze activiteiten omvatten in ieder geval regelmatige wandelingen in een open koer en familiebezoeken alsook toegang tot gemeenschappelijke ruimtes; aanvullende activiteiten zoals sport en arbeid zijn onderhevig aan aanzienlijke wachtlijsten.
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden:
guaranteed services" niet geleverd worden. De raadsvrouw heeft daarom verzocht om geen gevolg te geven aan het EAB conform artikel 11, eerste lid, OLW. Subsidiair is verzocht de beslissing over het overleveringsverzoek aan te houden in afwachting van een wijziging in de omstandigheden en de in art. 11, derde lid OLW bedoelde redelijke termijn vast te stellen op maximaal 30 dagen, meer subsidiair 60 dagen.
6. Slotsom
7.7. Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van eerste aanleg te West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, België voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.