Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
[verzoeker]),
[verweerder] B.V.,
[verweerder]),
1.De procedure
2.De feiten
[naam 1]) en [naam 2] (hierna:
[naam 2]) zijn oprichters, bestuurders en middellijk aandeelhouders van [verweerder] .
Chief Technology Officer(hierna:
CTO), [naam 2] was
Chief Executive Officer(hierna:
CEO) en [verzoeker] was
Vice President Sales and Global Partnerships(hierna:
VP Sales).
NLMTD. Zij bracht op 6 februari 2023 een businessplan uit met aanbevelingen (hierna: het
businessplan).
[naam 3]) als vierde bestuurder van [verweerder] benoemd.
reorganisatieplan). [verzoeker] wist hier niet vanaf.
corporate finance-adviseurs ingeschakeld om de ondernemingswaarde van [verweerder] te begroten. Op basis van de uitkomsten bood [verzoeker] aan om zich te laten uitkopen voor € 4,5 miljoen. Op 9 mei 2023 lieten [naam 2] en [naam 1] weten dat zij niet meer dan € 3 miljoen wilden betalen.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Chief Information Officer) is met de reorganisatie nieuw ontstaan en was ten tijde van de zitting vacant. De rol van VP Sales die [verzoeker] vervulde was volgens [verweerder] geen C-level-functie maar een tussenlaag die is komen te vervallen. [verweerder] stelt verder dat [verzoeker] niet geschikt was om als CIO herplaatst te worden bij gebrek aan voldoende technische kennis en ook niet om als voorzitter herplaatst te worden bij gebrek aan ervaring met cross-functionele teams. Ter onderbouwing heeft [verweerder] de volgende organogrammen overgelegd:
job-descriptionmoest invullen, wat impliceert dat [verzoeker] ook voor een C-level-titel had kunnen kiezen. Volgens [verzoeker] zijn deze titels intern niet van belang en worden ze slechts gebruikt omdat ze goed werken met buitenlandse klanten. Ook daarom tilt [verweerder] te zwaar aan de C-terminologie in plaats van de feitelijke rol die werd vervuld.