Op 25 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het District Court in Příbram, Tsjechië. Het EAB was gericht op de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Tsjechië was veroordeeld tot een gevangenisstraf. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 11 oktober 2023 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Tsjechische nationaliteit heeft en dat hij gedetineerd is in een penitentiaire inrichting in Nederland.
De rechtbank heeft de vereisten van de Overleveringswet (OLW) beoordeeld en geconcludeerd dat het EAB voldoet aan de voorwaarden voor overlevering. De verdediging stelde dat de opgeëiste persoon al een deel van zijn straf had uitgezeten en dat de overlevering niet ontvankelijk zou moeten zijn. De officier van justitie daarentegen betoogde dat de overlevering noodzakelijk was om de opgeëiste persoon in staat te stellen aanwezig te zijn bij de behandeling van de vordering tot herroeping van zijn vervroegde invrijheidstelling.
De rechtbank oordeelde dat het EAB was uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een opgelegde vrijheidsbenemende straf en dat er geen weigeringsgronden waren die aan de overlevering in de weg stonden. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, waarbij zij opmerkte dat de Tsjechische autoriteiten de opgeëiste persoon willen horen voordat een beslissing over de herroeping van de vervroegde invrijheidstelling kan worden genomen.