Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Poznań(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of 27 August 2020 of the Poznań District Court for Stare Miasto in Poznań (Polen) commuted by the judgment of 2 June 2021 by the Regional Court in Poznań with the custodial sentence of five years and eight months against [opgeëiste persoon], met referenties: VIII K 548/17 en XVII Ka 42/21.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
10 augustus 2017, C-270/17 PPU (Tupikas), ECLI:EU:C:2017:628).
the Regional Court in Poznań(kenmerk XVII Ka 42/12) definitief uitspraak gedaan over de schuld van de betrokkene en is aan hem een straf opgelegd, nadat de zaak in feite en in rechte ten gronde is behandeld?
the District Court in Poznań(kenmerk VIII K 548/17) niet was gericht tegen het oordeel over de schuld van de opgeëiste persoon aan het feit: was de opgeëiste persoon op de hoogte van het voorgenomen proces in eerste aanleg? Heeft de opgeëiste persoon zijn advocaat gemachtigd hem te vertegenwoordigen in eerste aanleg? Heeft de gemachtigd raadsman daadwerkelijk de verdediging gevoerd ter zitting in eerste aanleg?
a) Indien het hoger beroep is ingesteld door de advocaat van de opgeëiste persoon, was deze advocaat een door de opgeëiste persoon gemachtigde raadsman en zo ja, heeft deze gemachtigd raadsman ook daadwerkelijk de verdediging gevoerd ter zitting in de procedure in hoger beroep?
b) Indien de officier van justitie het hoger beroep heeft ingesteld: was de opgeëiste persoon op de hoogte van het voorgenomen proces in hoger beroep? Heeft de opgeëiste persoon zijn advocaat gemachtigd hem te vertegenwoordigen in hoger beroep? Heeft de gemachtigd raadsman daadwerkelijk de verdediging gevoerd ter zitting?
8.Beslissing
31 oktober 2023 om 14:00 uur teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hiervoor onder 3 genoemde vragen voor te leggen aan de uitvaardigende justitiële autoriteit;