Op 26 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat door de District Court in Lublin, Polen, is uitgevaardigd. Het EAB, dat op 18 juli 2023 is uitgevaardigd, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1993, voor de tenuitvoerlegging van verschillende vrijheidsstraffen. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 12 oktober 2023 gehouden, waarbij de opgeëiste persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft en dat zijn persoonsgegevens correct zijn. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd op basis van de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld, inclusief de vonnissen van de Lublin-Zachód Provinciale Rechtbank, en heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij de processen die tot de vonnissen hebben geleid. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet van toepassing is, omdat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de procedure en een gemachtigd advocaat had. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen schending van de verdedigingsrechten van de opgeëiste persoon is, gezien zijn verantwoordelijkheid om bereikbaar te zijn voor de Poolse autoriteiten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen toegestaan voor de feiten zoals beschreven in het EAB. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Scheijde, voorzitter, en mrs. J. van Zijl en L. Sanders, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.W. van der Hoek.