Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiseres 1] B.V.,
[eiseres 2] B.V.,
[eiseres 3] B.V.,
1.De procedure
zero energyhotel in Amsterdam te gaan ontwikkelen en realiseren. Daartoe zijn in 2016 door [naam holding] , [eiseres 2] en [eiseres 3] opgericht.
directorvan [eiseres 1] met een doorlopende volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid.
I. Project- en hotelmanagement (…)
corporate opportunity,en is er voor het projectmanagement al EUR 1.190.000,00 (exclusief BTW) aan Econcepts betaald en nog EUR 310.000,00 (EUR 375.100,00 inclusief BTW) verschuldigd. Aeon c.s. hebben echter tevens aangevoerd dat het projectmanagement zou worden vergoed in de vorm van het recht van Aeon Management om het hotel na opening op zakelijke voorwaarden te managen (hetgeen ook blijkt uit (…) de Hotelmanagementovereenkomst (…). De stellingen van Aeon c.s. betreffende het projectmanagement zijn niet goed met elkaar te verenigen: enerzijds zou er EUR 1.500.000,00 verschuldigd zijn geworden op grond van de Projectmanagementovereenkomst en anderzijds zou het projectmanagement vergoed worden via de Hotelmanagementovereenkomst. Aeon c.s. kunnen hoe dan ook niet aanspraak maken op beide vormen van vergoeding. Aan de andere kant is ook het betoog van [eiseressen] niet sterk. Dat niet meer dan EUR 100,00 (de waarde volgens [eiseressen] van het 10%-aandelenbelang van Nortra in [eiseres 1] na de verwatering van 26 mei 2020) verschuldigd zou zijn voor deze werkzaamheden, zoals [eiseressen] betogen, is een (gezien de duur van de werkzaamheden van vier jaar, het aantal volgens Aeon c.s. aan het projectmanagement bestede uren van 25.604, de betalingen en de overheersende zeggenschap van [naam 3] als 90% aandeelhouder) dermate onaannemelijk en onredelijk standpunt dat aan de concretisering daarvan en het terzake gedane bewijsaanbod hoge eisen gesteld moeten worden, waaraan [eiseressen] niet hebben voldaan.
ING) en dat bedrag aan Geldnemer doorlenen op zoveel mogelijk identieke voorwaarden (
back-to-back) als waarop Geldgever het leent van ING, met dien verstande dat de vorderingen van Geldgever uit hoofde van deze Overeenkomst in rang achtergesteld zijn bij de vorderingen van ING op Geldnemer;
Rente).
5 De beslissing