ECLI:NL:RBAMS:2023:6719
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een bestuursrechter in Amsterdam
Op 20 september 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Bakker. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. C.M. Delstra, een bestuursrechter, en was ingediend tijdens een zitting op 8 september 2023. De verzoeker was van mening dat de rechter partijdig was en had geen vertrouwen meer in een eerlijke behandeling van zijn zaak. De rechtbank heeft de processtukken en de aantekeningen van de zitting bekeken en vastgesteld dat de rechter niet in de wraking berustte.
De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht, dat stelt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank benadrukte dat een rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel bewezen kan worden. De rechtbank heeft ook het arrest van de Hoge Raad van 25 september 2018 aangehaald, waarin werd gesteld dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond was, omdat het verzoeker niet was gelukt om voldoende gronden aan te voeren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De wrakingskamer heeft besloten om het verzoek tot wraking af te wijzen zonder mondelinge behandeling, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.