2.4.Dit brengt de rechtbank tot de volgende herformulering van vraag 1
1. Is artikel 35 GCA de implementatie van artikel 9 van de Schaderichtlijn? Zo nee, waar en hoe is artikel 9 van de Schaderichtlijn dan geïmplementeerd, welke keuzes zijn daarbij gemaakt en hoe verhoudt die bepaling zich tot artikel 35 GCA?
Wilt u bij de beantwoording van de volgende vragen de Schaderichtlijn betrekken en bij de in de Griekse literatuur en rechtspraak gevonden uitleg van artikel 35 GCA en eventuele relevante andere Griekse bepaling betrekken of deze Richtlijnconform kan worden geacht?
De overige vragen blijven ongewijzigd en volgen hier nogmaals.
2. Wat is de betekenis van de ‘force of res judicata’ in art. 35 GCA naar (Richtlijnconform uitgelegd) Grieks recht? Is dit al dan niet een regel van formeel of materieel bewijsrecht?
3. Is de rechter op grond van de ‘force of res judicata’ in een civielrechtelijke zaak gebonden aan de feitenvaststelling door het HCC?
4. Zo ja, geldt dit ook voor de feitenvaststelling in een door het Hof van Beroep en de Council of State in stand gelaten c.q. bekrachtigde beschikking van het HCC?
5. Is de rechter op grond van de ‘force of res judicata’ gebonden aan de juridische kwalificatie door het HCC?
6. Zo ja, geldt dit ook voor de juridische kwalificatie in een door het Hof van Beroep en de Council of State in stand gelaten c.q. bekrachtigde beschikking van het HCC?
7. Wat is de bewijspositie van partijen in een civiele procedure als gevolg van art. 35 GCA?
8. In hoeverre is in een civiele procedure tegenbewijs mogelijk tegen een feitenvaststelling die op grond van art. 35 GCA ‘force of res judicata’ heeft?
9. Bestaat er een mogelijkheid of verplichting voor het Hof van Beroep en de Council of State om de gevolgde procedure bij het vaststellen van een inbreuk van mededingingsrecht te toetsen en zo ja, waarvan hangt dat af en welk gevolg heeft dat voor de ‘force of res judicata’? U wordt verzocht in het antwoord rekening te houden met de rechtspraak van het Gerecht van de EU (Qualcomm v Commission; ECLI:EU:T:2022:358).
10. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
Voortgang van de procedure